Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Vandaag is dus het laatste weekend voor Pasen. Deze zondagsviering heeft een ietwat dubbele inhoud: eerst is er het blije moment van de glorierijke intocht in Jeruzalem, met gejuich en vreugde alom. Vandaar ook de wijding van de palmtakjes. Anderzijds is er de wrange nasleep van al die vrolijkheid: namelijk de passieweek die volgt met als droevig eindpunt Goede Vrijdag.
Het gebruik van de palmtakjes gaat terug op een lange traditie en is sterk verweven met volksgeloof: het wijden van de immer groene blaadjes door gebed en water, het plaatsen van het takje achter het kruis in de huiskamer, bij de landbouwers in de stal of op het veld om huis, gezin en vee, om de akker te beschermen tegen onraad. Het is zo vertrouwd en tegelijk zo mooi dat het niet kan en mag verdwijnen uit onze christelijke beleving van het gedenken van Jezus triomf, lijden en sterven.
Maar vandaag gaat onze aandacht naar wat komen zal, nl. het passiegebeuren. En dan komen er bij mij de als-vragen op. Wat zou er gebeurd zijn moest Jezus niet verraden zijn? Wat als Hij niet ter dood gebracht zou zijn? Ja wat dan? Zou Hij Zijn missie hebben kunnen voortzetten en tot waar zou het geleid hebben? Kunnen we echt geloven dat het zo moest gaan, dat het allemaal zo gepland was door God? Jezus zelf liet als het ware begaan en verzette zich niet. Ons schijnt het toe dat Hij zeer goed wist dat het zo moest gaan, maar toch, even moet ook Hij getwijfeld hebben. Het bidden en zweten van bloed op de Olijfberg en de kreet op het kruis: Mijn God , waarom hebt Ge mij verlaten?. Maar even later, het is alsof Hij antwoord gekregen heeft, dan zegt Hij toch: Vader in Uw handen leg ik mijn geest. En beloofde Hij zijn medegekruisigde samen met Hemzelf het Paradijs.
Voor wie in Jezus gelooft, wie in Hem zijn leidsman ziet, wie gelooft in het Rijk dat Hij belooft, wordt dit een lastige en droevige week. Een persoon als Jezus, ter dood gebracht uit wraakzucht, uit angst voor Zijn boodschap van liefde nog wel, het is moeilijk te verklaren en te aanvaarden. Het spijtige is dat het niet gestopt is bij de dood van Jezus. Door de eeuwen en tot op heden worden nog steeds mensen vervolgd en ter dood gebracht om redenen die geen redenen zijn. Altijd opnieuw voor dezelfde argumenten: hebzucht, wraak, jaloezie, enz. Maar voor ons ligt Pasen, het feest van de verrijzenis. Dit is ook iets wat geen mens verwachtte dat het kon. Laat ons de moed niet verliezen en hopen op ook onze opgang in het licht van dit feest.
Vandaag, op Palmzondag staan wij even stil bij Jezus, die in het verbond met God een rechtvaardige en zachtmoedige dienaar heeft willen zijn en zo de stap van Zijn leven heeft gezet .
Vijfde zondag van de Vasten C 2010 - Zaterdag 20 en zondag 21 maart 2010
Eerste lezing: Jesaja 43 16-21 - 'Ik onderneem iets nieuws voor mijn volk' Evangelie: Johannes 8, 1-11 - 'Wie zonder zonden is...'
Misschien vraagt iemand zich af, na het horen van het evangelie: waar is die man?... Ik denk niet dat we ons moeten ongerust maken. Overspel werd in de Joodse traditie zowel voor de man als voor de vrouw als zeer erg veroordeeld. Het verbod staat in de Joodse grondwet: de tien geboden. Het overtreden was dus ook een aanslag op het Verbond tussen God en de mensen. De straf volgens de wet van Mozes was navenant: de dood, voor beiden.
Het zou kunnen dat de evangelist alleen de vrouw op het toneel brengt, omdat dit herinnert aan andere teksten in het Oude Testament. Bij de profeten wordt het volk van Israël, dat zich afkeert van Jahweh, naar de afgoden loopt, inderdaad God noch gebod erkent, vergeleken met een overspelige vrouw. Zij wordt een hoer, naar het voorbeeld van bepaalde heidense priesteressen.
Die teksten zijn soms erg sappig, bijbelfragmenten om met rode oortjes te lezen. De vrouw in dit verhaal staat dan symbool voor elke zondaar die God de rug toekeert, niet met pekelzonden, maar met een verwerpelijk, immoreel gedrag. Het is geen bagatel, waarmee men Jezus lastigvalt.
Er werd trouwens binnen het Jodendom in die eerste eeuw na Christus over de bestraffing van overspel zwaar gediscussieerd. Traditioneel gebeurde dat door steniging, maar dat was niet vanzelfsprekend meer: de Romeinen waren er tegen. Augustus had een wet uitgevaardigd, dat er bij overspel alleen maar boetes moesten betaald worden, of in ballingschap gegaan. Om toch de wet van Mozes te kunnen toepassen, stelden wetgeleerden voor om de doodstraf dan maar door wurging uit te voeren: dat kon beter verstopt worden voor het Romeinse gezag.
De evangelist geeft echter aan dat de vraag in feite niet bedoeld was om over stenen of wurgen te discussiëren. Die vrouw, dat zal voor de aanklagers wel een uitgemaakte zaak geweest zijn: schuldig. Maar men wil Jezus een hak zetten. Hij heeft regelmatig verkondigd dat God barmhartig is, hij eet met zondaars, zondaressen, tollenaars, hij verzet zich tegen de letterlijke toepassing van de wet van Mozes. Ofwel verloochent hij nu zijn vroegere uitspraken, ofwel wordt hij ontmaskerd als een ketter, die zelfs de tien geboden op losse schroeven wil zetten.
Maar dan zet hij de aanklagers op het verkeerde been. Hij doet of ze lucht zijn, hij schrijft wat op de grond met zijn vinger, maar het is helemaal niet leesbaar, anders zouden we dat in dit verhaal wel horen. Voor de lezers die hun Bijbel kenden, roept dit gebaar andere beelden op: God die de tien geboden schrijft op de rotsen, of de hand die in het verhaal van de profeet Daniel op de muur schrijft: geteld, gewogen, en te licht bevonden. Of het kan herinneren aan teksten, waarin gezegd wordt dat zij die de Heer verlaten zijn als letters in het zand geschreven. Maar het indrukwekkendste, ook voor ons, die misschien zo bijbelvast niet meer zijn, is het gebaar, de stilte, waarin de aanklacht schijnt weg te waaien.
En dan, nadat ze hebben moeten aandringen, doet hij iets totaal onverwacht. Hij draait hij de wereld om: de aanklagers blijken schuldig te zijn. De schok is groot, want zij beseffen het. De oudsten eerst. In deze stilte hoor ik een echo: Vergeef ons onze schulden. Niemand is zonder zonden. In Jezus wordt duidelijk: God wil goed zijn voor ons allemaal, en wij hebben zijn vergevende goedheid allemaal nodig. Als dan die vrouw en Jezus achterblijven, zegt hij niet 't is allemaal zo erg niet. De boodschap is niet dat er geen kwaad zou bestaan. Integendeel. De afgedropen wetgeleerden, én de vrouw, en wij, zijn schuldig. De boodschap is, dat kwaad niet met kwaad overwonnen wordt. God behoudt zijn vertrouwen in elke mens.
Dat vertrouwen draagt Jezus uit: die vrouw is meer dan het kwaad dat ze begaan heeft. Veel meer: zij blijft een mens, geroepen en in staat tot een goed leven. God wil dat leven niet vernietigen, want dan wint het kwaad. Als Jezus zegt: Ook ik veroordeel u niet. Ga nu maar, en zondig voortaan niet meer, dan bestrijdt hij dat kwaad door goed te zijn, en door zijn vertrouwen dat het goede in deze vrouw de bovenhand zal krijgen. Wat Jezus hier doet, was nieuw in Jezus' tijd, en het is nieuw in onze tijd. Het gaat dwars in tegen de gevestigde opvattingen over schuld, straf, over de goeden en de slechten.
Hier wordt zeer groot geloof gevraagd. Wij zullen hervallen, het kwaad is hardnekkig, telkens opnieuw zullen mensen andere mensen kwetsen en doden en het goede verpletteren. Zo hebben ze ook Jezus willen verpletteren. In Jezus verschijnt ons een onvoorwaardelijk, onverwoestbaar, maar ook bovenmenselijk geloof: in geen enkele mens kan het goede helemaal kapot gaan.
Dat is bovenmenselijk, want het is het geloof van God in de mens. Als Jezus ons aanspreekt, als hij ons iets te zeggen heeft, horen wij, in die stilte van het schrijven op de grond: geef je over aan dat geloof. Ook als de misdaden schijnbaar onvergeeflijk zijn, ook als wij niet in staat zijn om in mensen, misdadigers, zondaars of in onszelf - te blijven geloven.
Jan Van Kilsdonk, een Nederlandse Jezuïet die een paar jaar geleden overleed, heeft het zo samengevat: Schuldige mensen zijn nooit te bekeren door ze te beschuldigen, alleen door ze te eerbiedigen. Dat is onze opdracht van godswege: eerbiedig ieder mens, ook de misdadiger. Dat betekent niet: vergeet het kwaad, maar wel: probeer dat goddelijke vertrouwen in ieder mens in praktijk te brengen, bestrijd kwaad met goed, met respect, met vertrouwen.
Vanzelf gaat dat niet. Daarom bidden we ook: Vergeef ons onze schulden.
We krijgen twee verhalen mee: één verhaal gelinkt aan het leven van Jezus, en één uit het oude testament. Zo gaat dat iedere zondag opnieuw. In beide verhalen van gisteren, gaan wij op zoek naar wat ze ons vandaag te vertellen hebben. Waar ze ons, in de actualiteit van vandaag, aan doen denken.
Het evangelieverhaal zag ik dichtbij huis afspelen. De situatie is, voor de doorsnee bezorgde ouder, redelijk herkenbaar. Velen van jullie zullen het stramien herkennen. Iederéén geeft zijn kinderen mee wat nodig is. Ook bij onze kinderen was dat zo. Bij de ene die de omweg langs het beroeps moest maken eer hij zijn ware roeping gevonden had. Zowel als bij de andere die een aantal keren van studierichting veranderde voordat hij zijn eigen draai gevonden had. En daar was soms een hele ommekeer voor nodig. Of de ander die verschillende scholen doorliep, voordat het tot de leerkrachten en ook tot onszelf doordrong dat hij geen gewoon, maar een kind met een handleiding was. En nummer vier die opnieuw begon, omdat ze de job waarvoor zij gestudeerd had, helemaal niet zag zitten.
Moeite werd niet gespaard. Als het even kon, trokken ze ook op eigen benen een tijdje naar het buitenland, om te proeven van de vrijheid en te groeien in zelfstandigheid. Maar de een staat te springen om de deur uit te zijn, en de ander is met geen stokken buiten te krijgen. Kinderen kunnen zo verschillend zijn, zelfs al kregen ze allemaal dezelfde opvoeding mee. Tenminste, dat was de bedoeling. Want de een bleek veel meer ondersteuning nodig te hebben, de ander veel meer aandacht. En dan maar proberen te verkopen dat ze voor jou allemaal evenwaardig zijn, dat je de een niet voortrekt voor de ander. Hoe dan ook, we zouden voor ieder van hen door een vuur gaan.
Het evangelieverhaal over de verloren zoon is eigenlijk gelijkaardig. Maar door het te vertellen als een gelijkenis, houdt Jezus ons een spiegel voor: hoever zouden wij gaan? Hoever zou ikzelf gaan? Ook het eerste verhaal, over de Israëlieten die opnieuw kunnen eten van wat het land voortbrengt, is geen ver-van-mijn-bed show. Integendeel, het gaat om brandende actualiteit. Neem nu Haïti. Of Chili, deze week opnieuw getroffen door een aardbeving. Alles is er kapot en vernield. Het is dan niet meer dan normaal dat de mensen er met hun handen open staan, om geld en steun, het manna van de rijke medemensen op te vangen. Maar eens het puin geruimd is, de honger gestild, de ergste wonden geheeld en de eerste noden gelenigd zijn, dan zullen zij fier genoeg zijn om weer te kunnen leven van wat hun eigen land en hun eigen arbeid oplevert. Dan mag het manna weer ophouden.
Haïti! Amper twee jaar geleden vroeg Broederlijk Delen onze aandacht en onze steun voor dat land. De aardbeving heeft er lelijk huisgehouden. Op de weg van Port-au-Prince naar Cap Rouge valt weinig meer te merken van Haïti va fleuri. Alles is er als een blokkendoos in elkaar gezakt. Je zou voor minder moedeloos worden. Ook in Chili was er bij de recente aardbevingen en overstromingen veel schade en vielen er vele slachtoffers.
Toch zoekt Broederlijk Delen het opnieuw in het zuiden, in Bolivia. Bolivia, wat hebben wij in s hemels naam aan Bolivia? Waar ligt het eigenlijk en wat weten wij überhaupt over Bolivia? Wel, trek gewoon een lijn van Chili naar Haïti: die loopt dan dwars door Bolivia. Midden tussen de rampgebieden dus. En daarin zouden wij moeten investeren. Het lijkt een al op voorhand verloren zaak!
En nu blijkt er ook nog een groot tekort aan water. Door de extreme droogte daalden de voedselopbrengsten dramatisch. Dat zou onder meer een gevolg zijn van het opwarmen van de aarde. Dus ook een beetje mee door onze schuld. Als ik mij Bolivia probeer voor te stellen, dan heb ik zon beeld van: zongebruinde mensen met veelkleurige gewaden en gekke hoedjes. Wat armelijke mensen die in groepjes bij elkaar zitten te niksen.
Één van die mensen is Samuel, een eenvoudige boer uit de Andes. Hij heeft die klimaat-verandering niet veroorzaakt. Maar hij draagt er wel als eerste de gevolgen van. Hij is ook iemand die wél de handen uit de mouwen steekt om er iets aan te doen. Hij heeft zelfs al een oplossing in petto om het probleem van die toenemende droogte op te lossen: het bouwen van waterbekkens!
Met verstandig waterbeheer, irrigatie, herbebossing en aangepaste landbouw-technieken heeft hij vandaag voldoende voedsel. Tegelijk werkt hij zo aan een duurzame toekomst. Want de bomen en de struiken die door Samuel en zijn gemeenschap worden geplant, halen broeikasgassen uit de lucht. Zo leveren zij een bescheiden, maar échte bijdrage aan de oplossing van het klimaatprobleem. Dit verhaal is een bescheiden maar krachtig voorbeeld van wat duurzame ontwikkeling kan zijn. Als het de kans krijgt om zich door te zetten zullen ook Samuels achterachterkleinkinderen nog op dezelfde grond kunnen wonen en werken. Knap gedaan Samuel!
Enfin, moest Bolivia zo ver niet zijn, dan zouden wij hem met open armen ontvangen en adopteren als onze verloren zoon! En dat is nu precies wat Broederlijk Delen wil doen met de campagne dit jaar: Niet Samuel adopteren, maar wel hem nomineren voor de Nobelprijs. Hij is de ideale kandidaat voor een prijs die in de wereld nog ontbreekt: de Nobelprijs voor Duurzame Ontwikkeling!
Broederlijk Delen roept op om Samuel voor deze prijs te nomineren. Iets wat je zeker ook zou doen voor je eigen zoon in die situatie. Doe mee en geef een stem aan de miljoenen mensen in het Zuiden die vechten voor duurzame ontwikkeling en tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Deze actie blijft niet beperkt tot Vlaanderen. Broederlijk Delen vraagt zijn partners in Noord en Zuid om de nominatie van Samuel te steunen.
Akkoord, een Nobelprijs gaat doorgaans naar beroemde mensen, specialisten in hun vakgebied, die iets uitzonderlijks presteren dat van belang is voor de wereld. En Samuel is niét beroemd. Maar hij is wél specialist in zijn vakgebied. Met zijn talent presteert hij iets uitzonderlijks: met irrigatie, erosiebestrijding en herbebossing gaat hij samen met zijn gemeenschap de strijd tegen de woestijnvorming aan. Hij maakt zijn woongebied weer groen en produceert voedsel waar dat voorheen niet (meer) kon. Het project inspireert anderen, en breidt uit. Daarom wil Broederlijk Delen en al de partnerorganisaties in het Zuiden, Samuel nomineren voor de Nobelprijs voor Duurzame Ontwikkeling.
Hier ongeveer eindigt mijn preek. En nu heb je twee mogelijkheden: Ofwel steek je gauw wat geld in een envelop en is je geweten weer voor een jaar gesust. Ofwel kijk je eens wat verder dan je neus lang is. Ga de film bekijken. Plaats mee je handtekening onder de nominatie. Laat zien dat Samuel ook jouw verloren zoon is. Maar een flinke bijdrage in de mandjes is natuurlijk welkom. Samuel en andere boeren uit de Andes zullen je dankbaar zijn! Amen.
Hak die boom maar om - 3e vastenzondag C 2009 - Jan
3de zondag van de Vasten C 2010 - Zaterdag 6 en zondag 7 maart 2010
Eerste lezing: Exodus 3, 1-8a.13-15 - 'Hij die is, zendt mij tot u' Evangelie: Lucas 13, 1-9 - 'Geduld met de onvruchtbare vijgenboom'
In het evangelie van dit weekend maakt Jezus duidelijk dat ongeluk en dood nooit een straf zijn van hierboven. Dit is nooit zo geweest en zal ook nooit zo zijn!
Onze God mogen we de schuld niet geven. Dit kunnen we vandaag beluisteren in de eerste lezing uit het boek Exodus. Onze God is een God, die zegt: Ik zal er zijn voor u. Ik trek met je op, en deel je verdriet.
Jonge mensen die omkomen in een verkeersongeval, mensen die omkomen tijdens een werkongeval, mensen die onder een lawine terecht komen Zijn ze schuld aan hun dood? En dan die banale vraag: waar was God? Nee, ze waren alleen maar op het verkeerde tijdstip op de verkeerde plaats. En de ontelbaar vele doden bij de aardbevingen in Haïti en Chili, de stormdoden op Madera en in Frankrijk, de treindoden in Buizingen-Halle zijn dat allemaal mensen die niet beter verdienden? Nee, ze woonden alleen maar op het verkeerde eiland of in de verkeerde streek, of ze zaten alleen maar op de verkeerde trein.
Dat zoeken naar schuld en schuldigen, dat nawijzen van mensen met een beschuldigende vinger, dat fezelen en kwezelen over mensen met problemen We hebben het in ons bloed. Een kind dat fout loopt? De schuld van de ouders. Een man die drinkt? De schuld van zijn vrouw. De honderdduizenden langdurig werklozen? Eigen schuld, ze doen niet genoeg moeite. Een meisje met anorexia? Ja, ze wilde absoluut slank zijn, hé, en nu heeft ze het niet meer onder controle. Maar je kunt het ook ruimer bekijken. En dan zie je dat voor de nazis de joden de schuldigen waren, voor de Israëlis zijn het de Palestijnen, voor Al Quaeda is het iedereen die het waagt anders te denken dan zijzelf, voor de Hutus zijn het de Tutsis en voor het rijke noorden heeft het zuiden zelf schuld aan zijn ellende.
Zo is iedereen, de hele wereld, voortdurend op zoek naar een schuldige of naar groepen schuldigen, en dat gebeurt zo goed als altijd om de eigen fouten te verdoezelen en de eigen misstappen aan het gezicht te onttrekken. Altijd volgens dezelfde ijzeren wet: hang een vijandbeeld op van de ander en belaad hem met schuld, want dan trekt hij alle aandacht en kun je zelf ongestoord je eigen gangen gaan.
Hou daarmee op, zegt Jezus. Hou op met je medemens als slecht, als zondaar, als misdadiger te bestempelen. En hou zeker op met God te misbruiken door Hem als een wraakzuchtige bestraffer voor te stellen, een bestraffer die natuurlijk aan jouw kant staat. Denk erom dat het ook jou kan overkomen, dat ook jij in het verkeerde land kunt wonen, en kunt terechtkomen in de hoek waar de klappen vallen.
En dan vertelt Hij de parabel van de onvruchtbare vijgenboom.
Hak om die boom!, zegt de eigenaar, hij wil toch geen vruchten dragen. Eigen schuld, dikke bult. Maar de tuinman vraagt uitstel, want misschien is het niet de schuld van de vijgenboom, misschien mist hij alleen maar een goede verzorging en wat mest, dus geef hem wat tijd.
Beste vrienden, vandaag zien we de ellende van honderden miljoenen mensen. Vandaag worden we geconfronteerd met de kille hardheid van de liberale economie, die ons eerst in de welvaart stort en daarna miljoenen mensen op straat zet omdat ze zogezegd niet renderen. Vandaag kunnen we niet langer ontkennen dat onze aarde bedreigd, en het leven zelf in gevaar is. En ook vandaag leven we in een wereld waarin hele bevolkingsgroepen geterroriseerd en zelfs uitgemoord worden misschien wel omdat ze niet tot de juiste godsdienst behoren.
Wel, ik denk dat het niet langer zal volstaan dat we naar schuldigen zoeken. Ik denk dat het de hoogste tijd is dat we onze verantwoordelijkheid opnemen. Als christenen, wel te verstaan. Ik denk dat we ons moeten spiegelen aan God zelf, die tegen het mensdom in zijn geheel zegt: Ik ben er voor u en Ik zal er altijd zijn.
Ook wij zullen er moeten zijn voor elkaar, ook wij moeten er iets voor over hebben.
Die vele vrijwilligers die we deze week eren en danken, die hebben we echt nodig. Onze maatschappij steunt er op. Hier horen we de tuinman zeggen: geef ze nog een kans, ik zal de grond eens goed omwoelen en mesten en dan zal hij wel vruchten dragen." Zelfs een onvruchtbare vijgenboom is nog een schone boom. Ik heb er een in mijn tuin staan die zeker 5 jaar niets heeft voortgebracht. En toen er vorig jaar de eerste vijgen aan hingen was ik zo gelukkig als een kind.
Geef ze nog een kans. Ik ben er voor u, ik trek met je op en deel je verdriet zei hij en het hielp hen om beter door de 40 dagentijd te komen, om anders naar de dingen te kijken in het leven
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.