Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Binnenkort vieren wij weer Kerstmis en het begin van het nieuwe jaar. Zoals vele anderen komen wij dan samen met de hele familie. We zijn met een kleine twintig mensen en om het een beetje gezellig te maken spreken wij af dat iedereen een geschenkje van iemand anders krijgt. Ik hoor trouwens dat zoiets in andere families ook gebeurt.
Dus, er moet geloot worden, er worden namen getrokken en dan is het de bedoeling dat iedereen een lijstje met wensen maakt, zodat er geen nutteloze of overbodige cadeaus worden gekocht. Dat samenstellen van een verlanglijst is een eerste keuze die we moeten maken. En dan moet degene die het geschenk moet geven ook een keuze maken uit die lijst.
De bedoeling is dat er wat meer sfeer komt, dat de band tussen de familieleden nog wat hechter wordt en dat iedereen dus met iets fijn en nuttig naar huis gaat. De kleinkinderen die recent in een appartement of een huis zijn gaan wonen hebben nog heel wat spullen die ze misschien nodig hebben. En de studenten kunnen voor hun studies natuurlijk ook nog heel wat gebruiken. Er worden dus vooral nuttige en bruikbare geschenken gegeven.
Maar hoe dan ook, er moeten keuzes gemaakt worden. Geen allesbepalende of levensbelangrijke keuzes natuurlijk. Maar dan begon ik aan de voorbereiding van deze homilie en keek ik naar de teksten uit de campagne van Welzijnszorg. De slogan dit jaar is bekend: wie arm is moet keuzes maken. Maar die keuzes zijn van een heel andere orde.
Daar gaat het over de keuze tussen een nieuwe bril voor je dochter of voor jezelf. Tussen verse groenten of noodzakelijke medicijnen. Tussen het betalen van de achterstallige huur of een dringend bezoek aan de tandarts, met mogelijk de aanschaf van een beugel. Tussen een paar nieuwe schoenen of een overjas. Tussen schoolmateriaal of een boekentas om dat materiaal in op te bergen. Als we dat vergelijken met “onze keuzes” geeft het toch te denken.
En dan hebben we het nog niet over het kiezen van een land of streek voor onze jaarlijkse vakantie. Of over de vraag of we mee gaan sparen voor de buitenlandse reis die de school van onze kinderen traditiegetrouw aanbiedt. Of gewoon over de niet te missen aanbiedingen van nieuwe producten die we elke dag in onze brievenbus of mailbox vinden.
Dan komt dus Welzijnszorg en die slogan. Wie arm is moet keuzes maken. Maar al te vaak zijn het onmogelijke keuzes.
Moeten wij ons nu schuldig voelen omdat wij zo een feestje vieren met de familie en daarbij geschenken uitwisselen? Terwijl een aantal mensen, dicht bij ons in de buurt, zich voor veel fundamentelere keuzes geplaatst ziet en misschien niet meer weet van welk hout pijlen te maken. Kunnen wij er iets aan doen dat bezit en welvaart zo ongelijk verdeeld zijn?
Schuldig hoeven we ons niet te voelen, maar we mogen zeker niet onverschillig zijn. We moeten niet doen alsof die ongelijkheid en die fundamentele problemen rond armoede niet bestaan. En we moeten zeker niet meedoen met de populistische redenering dat het eigenlijk allemaal hun eigen schuld is en dat ze maar harder hadden moeten werken of beter moeten opletten.
Want armoede bestaat en echt niet ver uit onze buurt. Kansarmoede is reëel en gaat vaak over van de ene generatie naar de andere.
Kinderen komen met lege brooddozen naar school en het is echt niet hun eigen verdomde schuld. En dat we onlangs op het nieuws konden horen en zien dat de voedselbanken het weer met heel wat minder moeten stellen verwondert ons niet. Want het past natuurlijk in het algemeen beleid dat iedereen moet besparen.
De lezingen van vandaag hadden het vooral over hoop. Jakobus zegt dat de boer moet hopen op een mooie lente en een deugddoende oogst.
En Matteus kondigt een mooie toekomst aan: blinden kunnen weer zien en doven kunnen weer horen. Ook voor arme mensen is er goed nieuws. Het geluk lacht iedereen toe die vertrouwen heeft. Maar is er reden voor zoveel optimisme? Komt die mooie toekomst zomaar vanzelf? Wat moeten armen met zulke lezingen? En wat moeten wij ermee, vandaag?
De viering van vandaag kreeg als titel “Hoop op solidariteit”. Het is die solidariteit die het goede nieuws dat wordt beloofd misschien mogelijk kan maken.
Al vele jaren doet Welzijnszorg onverdroten inspanningen om die hoop concreet en waar te maken. Met allerlei kleine en grote projecten. Maar die kunnen niet zonder de steun van vele mensen en verenigingen.
We hoeven ons niet schuldig te voelen omdat wij straks Kerstmis in onze kring gaan vieren en daar wat geld aan uitgeven. Maar als zo dadelijk de omhaling komt voor Welzijnszorg kunnen we ons misschien afvragen of een percentage van die uitgave ook zou kunnen gaan naar mensen die voor keuzes geplaatst zijn waar wij ons moeilijk iets bij kunnen voorstellen.
Dan kunnen we er ons niet meer van afmaken met een symbolische of beleefde bijdrage. Dan wordt solidariteit misschien iets waar we niet alleen maar op moeten hopen …
Wegwijzerviering - Viering waar de eerste communicanten, de vormelingen, families met kinderen en iedereen van harte welkom is
Op het schilderij “De heilige familie”, van de Engelse schilder Millais, komt rechts een klein ventje aangelopen met een kommetje water. Hij heeft dat kommetje water vast omdat hij de kleine Johannes is, die later ‘de Doper’ zal genoemd worden: mensen die zich op zijn woord bekeerden doopte hij, als teken dat hun zondig leven ‘afgewassen’ werd.
Hij was een kozijn van Jezus. Hij kende hem dus.
En als hij volwassen was, verkondigde hij dat Jezus weldra zou komen om ons de weg te wijzen naar het Rijk Gods. Daarom moesten de mensen ervoor zorgen dat de weg rechtgetrokken werd, zodat hij geen hindernissen zou tegenkomen. En de weg recht trekken, dat betekent: ga anders leven! We moeten leven zoals burgers van dat Godsrijk. Maar wat is dat, anders gaan leven? Ons bekeren? Leven als burgers van het Rijk Gods?
Nu was Johannes wel ‘ne speciale’. Hij leefde heel sober, at super vegetarisch, en hij had een rare opvatting over modieuze kledij. Je zou dus denken dat hij strenge eisen zou stellen aan de mensen. Maar niets daarvan. Wat hij vraagt is heel simpel.
Probeer gewoon een goede mens te zijn. Help arme mensen. Wees eerlijk. Steel niet. Gebruik geen geweld. Het Rijk Gods komt elke dag wat dichterbij als we eerlijk zijn, barmhartig, vredelievend. Het rijk Gods, dat is als een goede kom soep die we willen delen met anderen. Met eenvoudige en eerlijke ingrediënten kunnen we iets maken dat voedzaam is en gezond, waar andere mensen deugd aan hebben.
Dat is heel simpel. Maar niet altijd gemakkelijk. Jezus was een heel goede, eenvoudige mens. Maar men heeft hem doen bloeden. Het kan moeilijk zijn om goed te zijn voor anderen, zeker als die niet sympathiek zijn of ons gekwetst hebben. Er zijn mensen die goedheid een vorm van zwakheid vinden.
Om trouw te blijven aan de weg van Jezus is soms een groot geloof nodig. En daar hebben we mekaar nodig: een gemeenschap die met elkaar en met iedereen het brood van de naastenliefde wil breken en delen. Samen kunnen we de weg naar het Rijk Gods recht trekken. Samen kunnen we de hoop op gerechtigheid levend houden.
Aan het begin van de Advent klinkt er vandaag meteen een krachtige dubbele oproep: kijk vooruit zegt Jesaja en wees wakker luidt het bij Jezus. Samen vormen ze een kompas dat ons door deze heilige tijd wil leiden.
Jesaja opent met een visioen. Hij ziet de berg van de Heer opgericht boven alle andere bergen, als een lichtpunt dat volkeren aantrekt. Mensen stromen in grote getale toe, niet om oorlog te voeren. Neen, ze zoeken vrede, en ontdekken dat vrede begint bij het luisteren naar God. De wapens die nu verdeeldheid zaaien, worden omgesmeed tot gereedschap voor het leven. Wat een mooi beeld: speren worden snoeimessen, zwaarden veranderen in ploegscharen. Geen dreiging meer, maar vruchtbaarheid. Geen angst, maar toekomst.
Dat visioen is niet zomaar poëzie; het is een richtingaanwijzer. Jesaja zegt eigenlijk: Kijk, dit is hoe God naar onze wereld kijkt. Dit is de toekomst die Hij voor ogen heeft. Laat dat visioen je hart vormen. En daarom eindigt hij met die uitnodiging: “Kom, laten wij wandelen in het licht van de Heer.” Niet wachten tot de wereld ooit beter wordt, maar vandaag al stappen zetten die passen bij Gods droom.
En nadien klinkt het evangelie en de toon verschuift. Jezus spreekt niet over de verre horizon, maar over de onverwachte nabijheid van Gods komst. Hij verwijst daarbij naar de dagen van Noach: mensen aten en dronken, trouwden en leefden hun gewone leven - niets mis mee, op zich. Maar ze waren onoplettend geworden. Ze waren zo bezig met het dagelijkse, dat ze blind waren voor het goddelijke.
Ze waren niet kwaadwillig, maar slaperig. En precies daarom zegt Jezus: Wees waakzaam. Niet omdat we bang moeten zijn, maar omdat we anders zomaar aan de essentie voorbij kunnen leven.
Samen gelezen brengen Jesaja en Jezus ons in een vruchtbare spanning: Jesaja laat ons dromen - Jezus maakt ons wakker. Het visioen van vrede en gerechtigheid kan ons optillen, maar Jezus vraagt dat we niet in die droom blijven hangen. Ook Hij nodigt uit om aan de slag te gaan, aandachtig, met open ogen voor wat God al aan het doen is, hier en nu.
Advent is daarom geen tijd van passief verwachten. Het is geen periode waarin we aftellen tot Kerstmis alsof we wachten tot een trein aankomt. Advent is een oefening in aandacht. In wakker worden. In ons hart laten vormen door Gods toekomst.
En dat begint meestal klein. Want de wapens die omgesmeed moeten worden zijn niet alleen die van naties, maar ook die van ons eigen hart: de scherpe woorden die we soms te snel gebruiken, de harde oordelen die we vellen, onze koppigheid die verzoening in de weg staat.
Jezus zegt: “De Mensenzoon komt op een uur dat je niet verwacht.” Dat klinkt streng, maar het kan ook bemoedigend worden verstaan, in de zin dat God ons komt verrassen. Dat Hij ons tegemoet komt op momenten dat we het niet zien aankomen… in een gesprek, in stilte, in een vraag van iemand die ons nodig heeft. Wie wakker leeft, herkent Hem in die kleine ontmoetingen.
Vrienden, laten we deze Advent ingaan met de kracht van beide lezingen. Laten we dromen met Jesaja, zodat we weten naar welke toekomst we op weg zijn. En laten we waakzaam zijn met Jezus, zodat we vandaag al leven in het licht dat komt. Dan groeit in ons een houding van verwachting die niet passief is, maar vruchtbaar; niet angstig, maar aandachtig; niet dromerig, maar daadkrachtig.
Moge de Heer ons in deze heilige tijd de moed geven om ons leven echt te richten naar Zijn licht, zodat de vrede waar Jesaja van spreekt al iets tastbaars mag worden in ons eigen doen en laten.
Evangelie: Lucas 23, 35-43 - 'Heer, denk aan mij in uw koninkrijk'
Christus Koning doet mij denken aan mijn jeugdjaren: het feest van de Chiro, in W.Vl. was het eerst Kroonwacht vooraleer het Chiro werd. Een feest met processie, stoet en fanfare doorheen het hele dorp.
Het geef ons van vandaag een vreemd aanvoelen dat wij met vlag en wimpel door de straten trokken al zingend over onze Christus Koning. Maar Jezus is geen koning met pracht en praal, maar wel een koning aan wie we ons van ganser harte kunnen geven. Hij kiest niet om in een gouden koets te worden rondgereden zoals in bepaalde koningshuizen en de president van VS, maar is iemand die koninklijk kiest voor de zwaksten, voor mensen die niet meetellen. God dwingt de mensen niet tot slaafse onderdanigheid.
Het is jammer genoeg lange tijd anders geïnterpreteerd: in de eeuwenlange geschiedenis van de kerk die macht uitstraalde en macht had, maar daarmee ook dikwijls minder geloofwaardig werd. Peter Schmidt priester theoloog zegt: het is goed daaraan te denken wanneer we treuren omdat de kerk nu veel minder macht heeft. Misschien is ze nu waarachtiger in eenvoud en bescheidenheid?
Wie volgen we: Jezus van Nazareth een unieke mens die een sprekend teken werd van Gods verlangen om heel dicht bij de mensen te zijn?
Hij heeft voor ons een nieuwe weg geopend, een weg die redt en bevrijdt, en die voor ons uitzicht geeft op een nieuwe toekomst! Jezus wist zich geroepen door het visioen van een samenleving die anders in elkaar zit, een samenleving waar de liefde van God zichtbaar wordt in vrede en gerechtigheid. Hij vraagt ons uitdrukkelijk Hem te zien zoals Hij is: als een koning van goedheid, dienstbaarheid en rechtvaardigheid. Als de dienaar van allen, als een mens bij wie iedereen terecht kan, als iemand die opkomt voor wie in nood is. In zijn Rijk is geen plaats voor muren tussen arm en rijk, zwart en blank, ziek en gezond, man en vrouw. En in zijn Rijk is er nog minder plaats voor geweld en onderdrukking, uitbuiting en ellende. Wel is er plaats voor God en voor de mens. Voor God die onze Vader en Moeder is, en voor alle mensen, zonder onderscheid in ras of stand of geslacht.
Dat is de boodschap van Christus Koning: als we in Jezus’ spoor willen leven, willen we ook worden zoals Hij: goed, liefdevol, rechtvaardig, barmhartig. Zoals het echte koningen betaamt.
Evangelie: Lucas 21, 5-19 - 'Het zal uitlopen op getuigenis geven'
Je kent het grapje waarschijnlijk al. Een optimist, een pessimist en een opportunist zitten samen aan een tafel en op die tafel staat een glas dat voor de helft gevuld is met lekkere wijn. De pessimist zegt: dat glas is half leeg. Nee, zegt de optimist, het glas is half vol. De opportunist zegt; discussiëren jullie maar rustig verder.
Hij neemt het glas en drinkt het uit.
Het is natuurlijk niet zo simpel de dag van vandaag. Het gaat al lang niet meer over een glas dat half leeg of half vol is. Nogal wat mensen zien meer redenen om pessimistisch te zijn dan aanzetten tot optimisme. Ook in de lezingen die we zonet hebben gehoord gaat het over veel fundamentelere gevaren.
Er wordt gewaarschuwd voor oorlogen een aardbevingen, voor vreselijke ziektes en hongersnood. Mensen zullen gehaat worden, zelfs door familie en vrienden. We naderen het einde van het kerkelijk jaar. En in deze tijd biedt het evangelie meestal weinig vrolijke teksten.
Als we het vertalen naar onze tijd zien we eigenlijk vaak overwegend hetzelfde beeld. Die oorlog in Oekraine blijft maar aanslepen en wordt steeds wreder. Ook in Gaza en verscheidene andere streken is de vrede nog heel ver weg. Bijna elke dag worden drones gesignaleerd in ons luchtruim en wordt ons daarmee angst aangejaagd.
De klimaatverandering doet zich voelen met geregeld natuurrampen als gevolg. Elke dag krijgen we op onze televisie beelden van overstromingen, aardverschuivingen en tornado’s.
Intussen bevestigen alle politieke leiders van ons land dat we dringend werk moeten maken van een degelijke en eerlijke begroting, maar ze raken het niet eens over de manier waarop dat moet gebeuren. We maken allemaal problemen en onenigheden mee in onze familie en vriendenkring.
We zien mensen wegvallen uit ons midden, vrijwilligers om mee te werken worden schaars en op vele plaatsen vieren egoïsme en eigen belang hoogtij. Het glas lijkt wel helemaal leeg in plaats van half leeg.
En toch!
Ook in deze donkere en soms deprimerende tijd worden allerlei initiatieven genomen die hoopvol kunnen stemmen. De warmste week komt er weer aan en focust dit jaar vooral op mensen die onzichtbaar ziek zijn. Ze kampen met fysieke of mentale klachten die niet opvallen aan de buitenwereld, maar daarom niet minder pijn kunnen doen. Er zijn al meer dan tweehonderd projecten aangekondigd en binnenkort zijn ze alle dagen te zien en te volgen.
Welzijnszorg start binnenkort weer met zijn jaarlijkse strijd tegen armoede. Ook hier in onze kerk zal het thema prominent aan bod komen. De actie wordt door een groep mensen al maandenlang intens voorbereid. Er wordt intussen ook massaal geïnvesteerd in de strijd tegen ziektes als kanker, ook via allerlei acties op diverse plaatsen. En de wetenschap kan steeds meer mensen helpen en tegemoet komen, al zijn we er nog lang niet.
Er zijn vrijwilligers die wegvallen, maar er zijn er ook nog heel veel actief. Er wordt bijvoorbeeld toch duidelijk gevolg gegeven aan de oproep om zieken te blijven bezoeken en het maakt dan niet uit onder welke naam het gebeurt.
We kunnen wel eens jammeren over het gebrek aan inzet bij de jeugd, tot we eens gaan kijken wat er elke week in een jeugdbeweging gebeurt. En hoe ze nu reeds – in volle winter – zich zorgen maken over een geschikte kampplaats, zoals we onlangs ook in het nieuws konden zien.
En ja, er zijn wel eens problemen en onenigheden bij familieleden, collega’s en vrienden. Maar even vaak of veel vaker zijn ze onze steun en toeverlaat. In deze donkere en kille tijd zijn het altijd andere mensen die ons kunnen verlichten en verwarmen, figuurlijk en dikwijls ook letterlijk. Als wij gedwongen worden om afscheid te nemen van een geliefde, doet het deugd dat we niet alleen staan. En dat we, zoals vandaag, ook de gedachtenis kunnen vieren.
Ik wil eindigen met een citaat van iemand die niet door het leven werd gespaard en zijn inzet zelfs met de dood moest bekopen: Martin Luther King. Zijn credo was het volgende.
“Ik geloof dat het laatste woord is aan ontwapenende eerlijkheid en onvoorwaardelijke liefde. Een voorlopige nederlaag van de waarheid is nog geen teken dat het kwade het laatste woord heeft.”
We kennen Martin Luther King vooral door zijn woorden “I have a dream”. En een simpel spreekwoord kan dan wel zeggen dat de meeste dromen bedrog zijn, maar een droom is ook altijd een uiting van hoop. De droom van Martin Luther King was een wakkere droom, geen droom die zich neerlegt bij de dood.
Wie buigt voor de dood, erkent in de dood zijn meester.
Wie van leven droomt, buigt zich niet voor de dood.
Hij zal bij al het negatieve dat ons afkomt hoop zaaien. Hoop dat na de duisternis en winter opnieuw de lente komt. En dat de dood niet het laatste woord heeft, dat de dood het definitieve einde niet is. Het is soms moeilijk om te geloven, maar nog een simpel spreekwoord zegt: hoop doet leven…
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.