In de eerste lezing vergelijkt Jesaja de relatie tussen God enerzijds, en Sion of Jerusalem anderzijds, als een jongen die met een meisje trouwt. Men noemt haar niet langer verstoten of verlaten, want de Heer heeft welbehagen in haar. De Heer zal het land opbouwen, ermee huwen. Zoals een jongen met een meisje. Zo is Hij de bruidegom, die blij is met zijn bruid.
En ook Johannes heeft het vandaag over een huwelijksfeest. Dat is een wat vreemd feestje. Want hoewel het zou gaan om een trouwfeest, weten we niet eens wie er trouwen.
Maar nog erger is, dat ze zonder wijn zitten.
Als wij in ons liturgiegroepje de voorbereiding van een viering starten, dan beginnen we steevast met het bekijken van de lezingen. Daaruit zoeken we een thema. Of, als dat niet meteen lukt, kiezen wij die een titel in de loop van de voorbereiding.
Ook bij de voorbereiding van een preek, ga ik op zoek naar een titel, een vlag die de lading dekt.
De eerste titel die bij mij opkwam, was: Waar is da feestje?
Want het gaat hier niet om een gewoon feestje. Het zou gaan om een trouwfeest waarop, zoals gebruikelijk in het oosten, de hele buurt wordt uitgenodigd, dat verschillende dagen duurt en waar overvloedig gedronken wordt.
De bruid of bruidegom kennen we niet. We weten evenmin wat Maria en Jezus met zijn eerste volgelingen daar komen doen en we begrijpen niet waarom Jezus een wonder teken geeft, dat eigenlijk niet in zijn kraam past.
Mag ik een anekdote over mijn vader vertellen. Het gebeurde lang geleden, in zijn prilste jeugd. Hij was een man van weinig woorden. Zeker over zijn jeugd was hij erg zwijgzaam.
Het gebeurde op een hete zomerse snikhete dag. Hij was met zijn broers op straat aan het spelen. Het was zo warm, dat ze zon hevige dorst kregen, dat ze zomaar aan een huis gingen aanbellen om een glas water te vragen. Een gewoon glas water, zoals ze dat thuis altijd dronken.
Maar wat ze toen kregen was anders: een glas frisse limonade. Zoiets hadden ze nog nooit geproefd. Het was of er een engeltje op hun tong
hemels!
Zo gaat het als je iets anders, iets beters krijgt dan wat je eigenlijk verwacht.
Vorig weekeind was het de nieuwjaarsreceptie van onze parochie. Het ging er feestelijk aan toe, met een lekker drankje voor iedereen. Stel je nu eens voor dat, tegen iedere verwachting in, er in jullie glaasjes alleen maar
doodgewoon water zou gezeten hebben.
Wat zou dat een waterig feestje geweest zijn om het jaar te beginnen!
Naar alle verwachting zou het er ook zo waterig aan toe gaan op de bruiloft waar Jezus met zijn eerste leerlingen terecht komt.
Johannes geeft weinig informatie. We weten alleen dat Jezus en zijn leerlingen uitgenodigd waren en dat ook de moeder van Jezus erbij was.
We vernemen dat ze zonder wijn zitten en dat moeder Maria haar zoon daarover aanspreekt.
Jezus heeft die vraag van zijn moeder niet zien aankomen, want zijn repliek is: Mijn uur is nog niet gekomen.
Zo kort na zijn doop in de woestijn, waarbij hij van God het teken kreeg: Dit is mijn welbeminde Zoon, lijkt Jezus opnieuw overdonderd door God, die nu een nieuw teken op hem afstuurt.
Toch zegt Maria tegen de dienaren: Doe maar wat Hij u opdraagt.
En dan gaat het snel. Jezus beveelt de dienaren om de zes grote kruiken te vullen, die daar klaarstaan voor het Joodse reinigingsgebruik. Ze vullen ze tot de rand toe, met water. Vervolgens zegt Hij: Schep er nu wat uit en breng het naar de tafelmeester. En ze doen het.
De tafelmeester proeft van het water dat wijn geworden is, maar weet niet waar die vandaan komt. De tafelmeester roept dus de bruidegom en zegt: Iedereen begint toch met de beste wijn en schenkt de gewone wijn pas als er al flink gedronken is. Maar u hebt de beste wijn tot het laatst bewaard!
Eerst zitten ze zonder wijn. En plots zitten ze daar met honderden liters van de beste wijn. Al een geluk dat er toen nog geen autos reden en dus ook nog geen BOB-controles waren.
Johannes vermijdt heel bewust om de gebeurtenissen uitgebreid uit te leggen en vermeldt enkel dat het om een teken gaat en dat dit het begin was van Jezus' tekenen. Hij rept met geen woord over wat wij een wonder, een mirakel zouden noemen.
Daarna vertrekt Jezus met zijn moeder, zijn broers en zijn leerlingen naar Kafarnaüm.
Einde verhaal.
Wij blijven verbaast achter.
Die enorme hoeveelheid wijn vertroebelt onze blik en leidt ons af van waar het echt om gaat.
Wat is er echt dan aan de hand? Johannes wil ons duidelijk dat Jezus hier de spilfiguur is. Die doet namelijk precies hetzelfde als wat de Heer met Jerusalem doet in het verhaal bij Jesaja. Hij ís de bruidegom om wie het hier echt gaat.
Het hoeft dus niet zo zeer over wijn te gaan. Maar wel om overvloed. Misschien wel om water dat leven geeft in overvloed!
Dus: daar is da feestje!
Zo blijkt het verhaal over de bruiloft in Kana een kapstok te zijn, om het teken aan op te hangen van een God die geeft, niet een klein beetje, maar in overvloed.
Denk aan de huidige BOB-campagne: een beetje BOB bestaat niet.
Een beetje God
bestaat evenmin.
Amen.