Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 27-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Farizeeër en de Tollenaar - 30ste zondag C 2007 - Fred

    30ste zondag door het jaar C 2007 - 26 en 27 oktober 2007

    Eerste lezing: Jezus Sirach 35, 12-14,16-18
    Evangelie: Lucas 18, 9-14

    In onze kindertijd luisterden wij allemaal graag naar sprookjes. Hoewel het verhaal soms redelijk ingewikkeld was, de moraal was altijd eenvoudig. Je had immers een heel duidelijk onderscheid tussen de goeien en de slechten. Er was geen vergissing mogelijk.

    En eigenlijk is het in veel verhalen of films voor zogenaamde volwassenen niet anders. In de middeleeuwse ridderverhalen had je ook heel vaak een witte en een zwarte ridder. De ene was een nobele held, de andere een schurk. Of neem nu een doorsnee thriller, een western, een detectiveverhaal. De goeien en de slechten zijn altijd duidelijk herkenbaar.

    Zelfs in de sport is het zo. Wij supporteren voor onze landgenoten of voor onze ploeg. De anderen zijn de tegenstrevers. Als bij een voetbalwedstrijd de scheidsrechter een strafschop fluit, is dat voor één groep supporters altijd terecht. De andere groep supporters roept dat de scheidsrechter blind is.

    En ook in het echte leven is het zo. Wij hebben de neiging de mensen in twee kampen te verdelen. En wij zitten altijd bij de goeien. Zo oordelen wij over een meningsverschil, een conflict, ja zelfs een oorlog.

    Al maanden probeert men in dit land een regering te vormen. Waarom lukt het niet? Heel simpel, wij vinden dat de Vlamingen heel redelijk zijn, maar de Franssprekenden zijn van slechte wil. Het merkwaardige is dat men in het zuiden van het land net het omgekeerde beweert …

    Het evangelie van vandaag bespeelt een gelijkaardig thema. Het gaat over twee figuren, een farizeeër en een tollenaar. Twee mensen waarover nogal wat clichés en vooroordelen bestaan. De farizeeër gold in die tijd als de trouwe dienaar van God en van de wet. Hij kwam vaak naar de tempel, hij vastte regelmatig, hij stond zelfs een tiende van zijn bezit af. Hij vond van zichzelf dat hij tot de goeien behoorde. En vele mensen vonden dat toen ook.

    Aan de andere kant is er de tollenaar. Hij was geen populaire figuur. Hij gold als een verrader. Hij collaboreerde met de bezetter en verbrak zo de broederschap. En meer nog: hij probeerde via zijn beroep zichzelf te verrijken. Hij was corrupt. Hij behoorde tot de slechten en eigenlijk was hij zich daar heel goed van bewust.

    En Jezus doorbreekt dat beeld, Hij rekent af met de clichés. Hij verrast zijn publiek door te zeggen dat na het gebed de tollenaar gerechtvaardigd naar huis ging, maar de farizeeër veel minder. Hoe komt dat? Laten we even kijken naar wat de twee figuren doen en hoe ze zich gedragen.

    Allebei gaan ze naar de tempel om te bidden. De tempel ligt op een hoogte, Je moet een soort berg opgaan. Je moet je als het ware losmaken van het gewone om te bidden. De farizeeër neemt vooraan plaats, de tollenaar achteraan. En hun gebed is totaal anders.

    De farizeeër klinkt heel zelfbewust en bidt eigenlijk over zichzelf. Hij wijst God op zijn eigen verdiensten. En hij zet nog een stap verder. Hij dankt God dat hij niet is zoals die anderen, die uit zijn op eigen gewin, die onrecht doen en de wet overtreden. Hij typeert die anderen met een verwijzing naar "die tollenaar daar". Eigenlijk dankt hij God omdat hij tot het kamp van de goeien behoort.

    De tollenaar daarentegen stelt zich veel nederiger op. Hij blijft achteraan, wat in de tempel zoveel betekent als onderaan, meer naar beneden. Hij durft zijn ogen niet naar de hemel te slaan, omdat hij zich bewust is van zijn eigen fouten, van zijn eigen falen. Hij vraagt God om vergiffenis en genade. Hij ging volgens Jezus gerechtvaardigd naar huis, omdat hij zich wilde bekeren. Jezus oordeelt dus niet over hun leven, over hun verleden, maar over hun gebedshouding.

    Nu moeten we opletten dat we weer niet aan de verleiding toegeven om twee kampen te maken. We hebben in het evangelie al vaker verhalen gehoord over farizeeërs en we zouden daardoor de neiging kunnen hebben ons helemaal tegen hen af te zetten. Jezus komt herhaaldelijk met hen in conflict. En dus willen wij absoluut niet met een farizeeër vergeleken worden. En evenzeer weten we dat Jezus zich ook meermaals bekommerde om tollenaars. Zij gaan dus in ons denken en aanvoelen tot de goeien behoren.

    Maar zo zwart-wit is het allemaal niet. Farizeeërs waren immers heel gelovige mensen. Zij trokken vaak naar de tempel, ze deden hun best om de wetten te onderhouden. De farizeeër in dit evangelie deed zelfs méér dan wat de wet van hem vroeg. Hij stond niet alleen een tiende af van het koren, de olie en de wijn, zoals de wet voorschreef. Hij gaf ook nog eens een tiende van zijn eigen bezit. Hij profileert heel duidelijk zijn godsdienstig leven. Misschien mocht daar in ons leven iets méér van te zien zijn. Zo zouden wij zelfs een voorbeeld kunnen nemen aan deze farizeeër.

    En die tollenaar is natuurlijk ook geen heilige. De Joodse traditie, waar de farizeeër zo aan gehecht was, had hij verkwanseld om mee te doen met de bezetter. Hij geeft geen tiende van zijn bezit af, integendeel. Hij verrijkt zich op de kap van anderen. Mààr … hij toont hier de bereidheid zich te bekeren. En waartoe bekeert hij zich? Tot de traditie en de verbondenheid waar de farizeeër voor staat. Hij had als het ware de farizeeër nodig om te beseffen hoever hij van die traditie was losgeraakt.

    Het evangelie toont ons hoe wij moeten bidden. Niet vanuit een besef van eigen verdienste, maar nederig en bewust van onze kleinheid. Maar evenzeer kunnen wij uit dat evangelie leren dat mensen zomaar niet kunnen onderverdeeld worden in twee kampen: de goeien en de slechten. Want dat wordt dan heel snel vertaald in: wij en de anderen. Laten we daarin ook maar wat nederiger zijn en elke mens in zijn waarde laten.

    27-10-2007 om 20:04 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vreemde gelijkenis - 29ste zondag C 2007 - Gie

    29ste zondag door het jaar C 2007 – 20 en 21 oktober 2007

    Eerste lezing: Exodus 17, 8 - 13
    Evangelie: Lucas 18, 1 - 8


    De twee lezingen van vandaag gaan allebei over bidden.

    Enerzijds in de eerste lezing dat prachtige beeld van Mozes die met zijn armen omhoog staat.

    Het heeft níets van het “handen omhoog” uit een cowboyfilm, en toch heeft het er iets mee te maken: het “ik geef mij over”, die totale overgave aan God, dat vertrouwen. Niet alleen het vertrouwen van Mozes, maar ook dat van Aäron en Chur, zijn broer en zijn schoonbroer, die op die manier symbool staan voor de hele gemeenschap.

    En anderzijds is er in de evangelielezing het bidden en smeken van de weduwe, haar volhardend aandringen bij de rechter, om haar recht te verschaffen. Hij wil niet, maar zij blijft aandringen. Tot dat de rechter, om van haar gezaag af te zijn, uiteindelijk toegeeft en haar recht verschaft.

    Als zelfs zo’n onrechtvaardige rechter dat al doet, “zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen”.

     

    Conclusie voor beide lezingen: God redt, God verschaft recht aan wie aanhoudend tot hem blijven bidden.

    En blijkbaar werkt het! In beide lezingen zien wij ook het resultaat van dat bidden en van hun volharden: de Amalekieten worden verslagen, de weduwe krijgt haar proces.

    En toch heb ik, voornamelijk bij de lezing uit het evangelie van Lucas, het gevoel dat er iets niet klopt.

    Het gaat om een gelijkenis, om een parabel. Daar was Jezus zeer goed in. Maar het verhaal in een parabel, staat voor een situatie die er erg op lijkt, niet voor het gebeuren zelf.

    Meestal gaan we ervan uit dat God staat voor de rechter en dat wij, de gelovigen, staan voor de weduwe. En dat ons volgehouden gebed, ons volgehouden aandringen bij God, dus noodzakelijk ook resultaat oplevert.

    En daar loopt het fout. Soms blijven mensen maar bidden en smeken tot God, en toch krijgen zij niet het resultaat waarop zij hoopten. Ondanks hun aanhoudend bidden volgt niet de verwachte genezing, kentering of bekering. Hun zieke wordt niet genezen, hun geliefde komt niet terug. Het trucje werkt niet. God laat zich niet dwingen.

    Zou het kunnen dat de rechter en de weduwe staan voor iemand anders, of is er iets fout met hun bidden? Slaat het resultaat dan op iets anders?

    Misschien staat de hele vergelijking voor iets anders? Zo zou de rechter in de parabel, kunnen staan voor de lastige en vijandige wereld, waarin de weduwe, het gelovige volk, de kerkgemeente, terecht komt met de vraag om haar recht te verschaffen en die moet volharden om te overleven, die moet volhouden om gehoord te worden.

    Als die kerkgemeente kansen krijgt om te overleven, om –ondanks die harde, onrechtvaardige wereld– uit te groeien tot een gerespecteerde gemeenschap, dan is dit verhaal, deze gelijkenis, een sterke steun voor de beproefde gemeente waarvoor Lucas schrijft. Hou vol en jullie zullen overleven!

    De rechter en de weduwe kunnen ook model staan voor iets totaal anders. De rechter bijvoorbeeld, zou ook kunnen staan als beeld voor het ongeloof van de jonge christengemeente. Een kerkgemeente die niet wil luisteren, die oren en ogen gesloten heeft.

    De weduwe die komt, staat dan voor de Christus, die maar blijft aandringen, opdat ze zouden volhouden, omdat ze toch maar over de brug zouden komen met hun gelovig leven.

    Als dát het beeld is dat Jezus ons in deze parabel wil voorhouden, dan wordt de slotvraag in de laatste zin plots wél duidelijk voor ons: “maar, zál de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden. Ik, de Mensenzoon, op zoek naar gelovigen op aarde

    Klopt onze courante interpretatie dan niet? Is bidden dan een illusie die niet werkt? Heeft volgehouden bidden dan geen zin? Toch wel.

    Ik wil even denken aan een uitspraak van Albert Einstein in dat verband: “bidden verandert de wereld niet, maar bidden verandert de mens en de mens verandert de wereld”.

    Ons bidden heeft dan wel degelijk zin, zij het onrechtstreeks. Er is niet een God die zich laat dwingen naar de vragen van een kleine gelovige. Zeer dikwijls lijkt het of het resultaat van zijn bidden een ander karakter krijgt, breder of universeler wordt. Zoals ik het mooi uitgeschreven vond in volgende poëtische tekst:

    Het gebed dat verhoord werd

    Ik vroeg om kracht

    en God gaf me moeilijkheden, om me sterk te maken.

    Ik vroeg om wijsheid

    en God gaf me problemen om te leren op te lossen.

    Ik vroeg om voorspoed

    en God gaf me verstand en spierkracht om mee te werken.

    Ik vroeg om moed

    en God gaf me gevaren om te overwinnen.

    Ik vroeg om liefde

    en God gaf me mensen om te helpen.

    Ik vroeg om gunsten

    en God gaf me kansen.

    Zo ontving ik niets van wat ik vroeg

    maar ontving ik alles wat ik nodig had.

    Amen.

    Gie Stappaerts

    20 oktober 2007

    21-10-2007 om 14:59 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (2)


    14-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nationale ziekendag - 28ste zondag C 2007 - Martine

    28ste zondag door het jaar C 2007 - 13 en 14 oktober 2007

    Eerste lezing: Titus 2, 11-14
    Evangelie: Marcus 3, 1-6

    Het is Nationale Ziekendag en de homilie die ik vandaag breng is oorspronkelijk van ziekenzorg.

    Het Europees jaar (2007) voor gelijke kansen nodigt ons uit ons te bezinnen over onze manier van leven met elkaar en over de wijze waarop onze samenleving functioneert. De vraag is: ‘Krijgt elke mens de nodige kansen om zich ten volle te ontplooien.’

    Voor talentrijke mensen met tal van kansen en mogelijkheden zal dit meestal weinig problemen stellen. Zij krijgen elke dag eveneens de nodige bemoediging en ondersteuning. Dit zijn ook zeer flexibele mensen, die zich perfect aanpassen aan wat economie en reclame verwachten.

    Soms moeten ze zich dagelijks in alle bochten wringen om te beantwoorden aan het beeld dat men opdringt: wat sexy, vlot in de omgang, overal inzetbaar, nauwlettend in het opvolgen van de nieuwste trends…

    Moeilijker wordt het voor allen die nauwelijks of niet kunnen werken, wiens leven

    getekend is door ziekte en die hulpbehoevend zijn. Allen die het moeten stellen met een karig vervangingsinkomen en over weinig financiële middelen beschikken om mee te doen met wat de reclame aanbiedt. De vele mensen voor wie het dagelijks een kwestie is van ‘overleven’. Zij krijgen weinig kansen te participeren aan het maatschappelijk leven, worden dikwijls gemeden, geraken geïsoleerd, vereenzamen en krijgen dus weinig gelegenheden om voor anderen en in de samenleving iets te betekenen, waardoor hun ”eigenwaarde’ een ferme deuk krijgt.

    In een doldraaiende en enkel op winst beluste samenleving is weinig plaats en aandacht voor mensen die het met ‘minder’ moeten doen.

    Zo’n mentaliteit staat haaks op het beeld dat ons in de bijbel over de mens wordt meegegeven. Daar wordt ons de mens voorgesteld als geschapen naar het beeld van God. Een mensleven is ‘heilig’, omdat iedere mens iets goddelijks in zich draagt en omdat hij/zij door God geroepen en gezonden is om elke dag opnieuw nog meer ‘beeld van God’ te worden. In diezelfde Bijbel lezen wij eveneens over Gods zorg voor eenvoudige, kwetsbare mensen, voor allen die het moeilijk hebben om zich staande te houden in dit leven. Zij genieten Gods voorkeurliefde.

    De nationale ziekendag wil ons allen en onze samenleving oproepen om onze verantwoordelijkheid op te nemen en werk te maken van een gemeenschap waar alle mensen kansen krijgen op een menswaardig bestaan. Niet alle mensen zijn gelijk. F. Timmermans zei daarover nogal plastisch: “Wij zijn van hetzelfde deeg gemaakt maar allen iets anders gebakken”. Iedere mens is anders. Maar iedere mens is wel evenveel waard (de moeite waard) en heeft dus recht op alle kansen voor een gelukkig en menswaardig leven.

     

    Het evangelie illustreert mooi wat van ons wordt verwacht. Jezus kwam in de synagoge en er was daar een man met een verschrompelde hand. Je zou kunnen zeggen: ‘Iemand die door zoveel ellende is getekend dat hij zijn leven niet meer in handen heeft.’  Zo’n mensen geraken geïsoleerd. Zij kunnen niet meer mee doen. Niemand ziet nog naar hen om.

    Maar Jezus had hem wel gezien. Hij riep de man: ‘Kom in het midden staan’.

    Wie naar de zijkant van de samenleving werd verwezen moet terug een plaats in het midden krijgen. Vervolgens zegt Jezus tot de man: ‘Steek je hand uit’! De man werd weer gezond!

    Jezus houdt van mensen die voor anderen niet meer van tel zijn. Hij gelooft in mensen waar niemand nog in gelooft. Hij bemoedigt allen die door de goe-gemeente zijn afgeschreven. ‘Steek uw hand uit!’ Mens geloof terug in u zelf! Zo’n houding doet wonderen, geeft mensen ruimte om het leven terug in handen te pakken, om terug in het leven te geloven, om terug iets te willen en kunnen betekenen voor anderen….

    Wie het opneemt voor eenvoudige mensen is steeds een grote bedreiging voor allen die leven op de kap van de eenvoudigen.

    Gelovig zijn is als Jezus zijn: mensen alle kansen geven op een gelukkig leven en een menswaardig bestaan. Het is mensen blijvend uitnodigen om samen op weg te gaan.

    Gelovig zijn is als Jezus zijn: heel toegankelijk zijn en op een zorgzame en liefdevolle wijze met elkander omgaan.

    14-10-2007 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (1)


    08-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heer, geef ons meer geloof - 27ste zondag C 2007 - Jan

    27ste zondag door het jaar C 2007 - 6 en 7 oktober 2007

    Eerste lezing: Habakuk 1, 2-3; 2,2-4
    Evangelie: Lucas 17, 5-10


    “Heer, geef ons meer geloof !” Met die vraag komen de apostelen vandaag bij Jezus. Maar Jezus’ antwoord maakt duidelijk dat het eigenlijk niet gaat om meer of minder geloof. Waar het wel op aankomt is dat het geloof een écht geloof is.

     Ofwel geloof je, zegt Jezus, en blijf je in alle omstandigheden vertrouwen op God, ofwel geloof je niet en vertrouw je Hem niet. Een tussenweg is er eigenlijk niet.

     

    Dit neemt niet weg dat geloof of vertrouwen niet zo simpel is. De mensen zeggen: “’t geloof gaat achteruit, want er gaat minder volk naar de kerk.” Alsof alleen in de kerk een achteruitgang in het geloof is vast te stellen.

    Ik denk dat, in het algemeen, het geloof of het vertrouwen op heel veel punten achteruit gaat.

     

    Geloof je nog in je eigen veiligheid ?

    Geloof je in je eigen kunnen en mogelijkheden ?

    Is je gezondheid safe ? Wat mag je nog eten ?

    Geloof je nog in de firma die je tewerk stelt ?

    Geloof je nog in het gerecht ?

    Vertrouw je de mensen waarmee je samenleeft?

    Geloof je nog in de toekomst voor je kinderen ?

    Ons geloof, ons vertrouwen wankelt op oneindig veel vlakken!

    Wie of wat mag je nog vertrouwen, waarin mag je nog geloven ? Er zijn geen zekerheden meer. 

     

    Hoeft het ons te verwonderen dat mensen het dan moeilijk hebben om te geloven in God als rondom hen weinig is dat ze nog kunnen vertrouwen ?

     

    2600 jaar geleden al stelde de profeet uit de eerste lezing, de man met de rare naam Habakuk, de vragen die ook wij nog altijd stellen:

    Waarom, God, laat Gij het allemaal toe?

     

    Waarom laat Gij vliegtuigen neerstorten op de mensen?

    Waarom lijden er wereldwijd honderden miljoenen mensen honger?

    Waarom grijpt Gij niet in in de burgeroorlog in Soedan, in Afghanistan, in Irak?  Waarom laat Gij toe dat mensen gemarteld worden, opgesloten, verkracht, vermoord?

    Waarom doet gij niets tegen het misbruik van kinderen, tegen de vrouwenhandel, tegen het fundamentalisme, tegen het terrorisme?

    Waarom verhindert Gij niet dat jonge moeders en vaders sterven? Waarom zet Gij daardoor hun kinderen in de kou?

     

    Beste vrienden, op die vragen zijn er maar weinig antwoorden. Ik ken een menselijk en er is een goddelijk.

    Eerst het menselijke. En dat is zeer eenvoudig: niet God, wel de mens is verantwoordelijk voor veruit het meeste lijden.

    Niet God moordt en brandt en plundert en hongert, wel de mens.

    Niet God heeft de wapens gemaakt waarmee dorpen en steden worden uitgemoord.

    Niet God boort vliegtuigen in gebouwen, niet God sleept vrouwen uit hun huizen en kinderen in auto's om ze te misbruiken,

    niet God plaatst bommen in drukke winkelstraten,

    niet God pleegt al deze misdrijven, wel de mens.

      

    We zouden dus beter ophouden met God verantwoordelijk te stellen voor dingen die we zelf doen. Maar misschien is het wel typisch voor onze soort: dat we het nooit zelf geweest zijn, maar altijd anderen. In dit geval dus God.

    Hij is de eindverantwoordelijke, dus is het allemaal zijn schuld. Hij zou maar beter aftreden.

     

    Vrienden, ge hoort meteen de verschuiving.

    Niet God gaat het voor ons oplossen, nee, dat moeten we zelf doen, met zijn hulp.

    Geloven alleen is niet voldoende; we moeten doèn. Geloven is een werkwoord. Doen, zegt Jezus. Niet blijven staan, maar bewegen.  Doen zegt Cardijn, niet blijven staan, bewegen…

    Doen zegt Johannes 23, niet blijven staan, doen zegt Moeder Theresa, doen zegt Damiaan, doen zegt M.L.King.  Doen en er in geloven.

     

    Ons geloof kan klein beginnen en stilaan sterker en sterker worden.

     

    Ons geloof kan zijn als een mosterdzaadje, een van de kleinste zaadjes, maar het kan uitgroeien tot een reuzenboom.

     

    Ons geloof kan zelfs zo sterk worden dat het de kracht heeft een moerbeiboom, en die is groter dan een eik,  te verplaatsen vanuit de vaste grond naar de zee.

    Een moerbeiboom heeft daarbij zeer diepe en wijdvertakte wortels zodat hij zelfs in de dorste gronden kan gedijen.

     

    Het is dus een boom die zeer moeilijk te ontwortelen is. Maar een sterk geloof heeft toch die kracht.

     

    Dit voorbeeld is natuurlijk symbolisch.

     

    Dus gaan we best eens op zoek naar de werkelijkheid achter het beeld, en dan komen we alras tot het inzicht dat wijzelf die boom zijn, en dat Jezus dus zegt: ruk uzelf los uit uw egoïsme, uw materialisme, uw aanbidding van maatschappelijk aanzien.

     

    Ruk uzelf los uit uw comfortabel leventje, uw gemakzucht en uw pleziertjes.

     

    Los daarvan, zegt Jezus, plant uzelf als de moerbijboom in zee. En de zee, dat is niet zomaar de zee, nee, dat is de bron van alle leven. De zee, dat is in dit beeld dus God.

    Leef met God, leef voor God. Geloof in die God.

     

    Pas dan kan je je inzetten voor zijn droom, pas dan breng je Hem aanwezig in deze wereld. Pas dan onderdruk je de oorlog, maak je de woestijn weer vruchtbaar, roei je honger en ellende uit.

     

    Met zo’n geloof kun je bergen verzetten. Willen we samen eens een berg verzetten?

     

    Met dank aan Miguel Dehondt, Herman Gabriels, Jozef Kleyn…

    08-10-2007 om 21:25 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-10-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oog hebben voor de medemens - 26ste zondag C 2007 - Ria

    26ste zondag door het jaar C 2007 - 19 en 30 september 2007


    Eerste lezing: Amos 6, 4-7
    Evangelie: Lucas 16, 19-31

     

    Het is wel een gruwelijk verhaal dat we vandaag te horen krijgen. Het doet me enigszins denken aan de verhalen uit de Griekse mythologie.

    Waar mensen die wat misdaan hadden tijdens hun aardse bestaan ook in het hiernamaals geplaagd werden met eeuwigdurende kwellingen.

    Wat horen we hier en voor wie is dit verhaal bestemd? Moeten we ons identificeren met de rijkaard die, hoewel er geen sprake is van misdaden, onverschillig voor het lot van zijn medemens blijft feesten en genieten van alle materiële voordelen die zijn rijkdom hem biedt.

    Moeten wij dan, zoals de rijke jongeling, al ons bezit van de hand doen om zo, later het eeuwige leven te verwerven? Het is toch geen zonde om te genieten van wat wij soms door noeste arbeid verworven hebben? Jezus zelf hield van feesten en samenzijn met zijn vrienden. Daar zal de fout niet liggen.

    Wat men echt aan de rijke man verwijt is zijn grenzeloze onverschilligheid jegens het lot van de arme en zieke Lazarus. Hij ziet hem niet, hij kent hem niet. Pas wanneer hij zelf in de miserie zit, ziet hij hem en kent hij hem zelfs bij zijn naam! Het antwoord van Abraham op zijn smeekbeden is duidelijk: Je had de wetten en voorschriften van Mozes en de profeten moeten volgen, dan zou je gered zijn!

    Telkens opnieuw lezen we in het Evangelie de bekommernis die Jezus heeft ten opzichten van armen, zieken en uitgestotenen. In verschillende parabels wijs Hij op onze plicht en onze verantwoordelijkheid voor het welzijn van de anderen, en vraagt Hij niet onverschillig te blijven voor hun lot.

    In onze, zogenaamde ‘welvaartsmaatschappij’, zijn reeds een heleboel vangnetten ingebouwd waarin noodlijdende terecht kunnen voor hulp en bijstand. Zo kennen we talloze organisaties die zich het lot van de minderbedeelden aantrekken en die door u en ik gesteund worden. Toch blijft de kloof tussen arm en rijk bestaan, en vergroot ze zelfs.

    Legt met zijn oor te luisteren naar wat zoals gezegd wordt, dan hoort men altijd opnieuw dat wantrouwen of al dat geld wel goed besteed wordt, of het niet ‘aan de vingers blijft plakken’, of de noodlijdende niet zelf schuld heeft aan zijn toestand, enz. Het blijft voor velen moeilijk om vanuit bekommernis en een gul hart afstand te doen van een deel (en soms een heel klein) deel van zijn bezit.

    Beelden van mensen in noodsituaties grijpen ons aan, we vinden het verschrikkelijk wat hen overkomt en prijzen ons tegelijk gelukkig dat wij aan rampen ontkomen. Tegelijk schuiven we de hulp en de verantwoordelijkheid af naar de overheid. ‘Wat kan IK daaraan doen?’, klinkt het. En toch… gelukkig nemen heel wat mensen het heft zelf in handen, vanuit hun bewogenheid om aan de ellende zelf iets te doen. Die ter plaatse gaan helden bij wederopbouw, die hulp aan zieken en gewonden bieden, die zich aansluiten bij hulporganisaties en soms op gevaar van eigen leven zich volledig inzetten voor zijn medemens. Zij kennen Lazarus wel. Zij vinden niet dat Lazarus eerst moet sterven om geluk te vinden. Iedereen heeft immers recht op een goed leven, ook voor de dood!

    Voor mij is dit de boodschap die vervat zit in dit verhaal: oog hebben voor het lot van de medemens en proberen te helpen waar mogelijk. Hem niet achteloos voorbijlopen. Je niet afvragen hoe hij in die situatie verzeild is gekomen. Jezus doet het met Lazarus ook niet. Hij stelt vast dat Lazarus arm en ziek is, hoe dat komt speelt geen rol.

    Jezus helpt, Hij houdt geen rechtspraak. Hij maant ons aan mensen in hun waarde te laten, te helpen en vreugde te scheppen in het kunnen en mogen bijdragen aan een beter leven voor hen die het moeilijk hebben in onze zogenaamde ‘welvaartstaat’.

    01-10-2007 om 21:17 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (1)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs