27ste zondag door het jaar C 2007 - 6 en 7 oktober 2007
Eerste lezing: Habakuk 1, 2-3; 2,2-4 Evangelie: Lucas 17, 5-10
Heer, geef ons meer geloof ! Met die vraag komen de apostelen vandaag bij Jezus. Maar Jezus antwoord maakt duidelijk dat het eigenlijk niet gaat om meer of minder geloof. Waar het wel op aankomt is dat het geloof een écht geloof is.
Ofwel geloof je, zegt Jezus, en blijf je in alle omstandigheden vertrouwen op God, ofwel geloof je niet en vertrouw je Hem niet. Een tussenweg is er eigenlijk niet.
Dit neemt niet weg dat geloof of vertrouwen niet zo simpel is. De mensen zeggen: t geloof gaat achteruit, want er gaat minder volk naar de kerk. Alsof alleen in de kerk een achteruitgang in het geloof is vast te stellen.
Ik denk dat, in het algemeen, het geloof of het vertrouwen op heel veel punten achteruit gaat.
Geloof je nog in je eigen veiligheid ?
Geloof je in je eigen kunnen en mogelijkheden ?
Is je gezondheid safe ? Wat mag je nog eten ?
Geloof je nog in de firma die je tewerk stelt ?
Geloof je nog in het gerecht ?
Vertrouw je de mensen waarmee je samenleeft?
Geloof je nog in de toekomst voor je kinderen ?
Ons geloof, ons vertrouwen wankelt op oneindig veel vlakken!
Wie of wat mag je nog vertrouwen, waarin mag je nog geloven ? Er zijn geen zekerheden meer.
Hoeft het ons te verwonderen dat mensen het dan moeilijk hebben om te geloven in God als rondom hen weinig is dat ze nog kunnen vertrouwen ?
2600 jaar geleden al stelde de profeet uit de eerste lezing, de man met de rare naam Habakuk, de vragen die ook wij nog altijd stellen:
Waarom, God, laat Gij het allemaal toe?
Waarom laat Gij vliegtuigen neerstorten op de mensen?
Waarom lijden er wereldwijd honderden miljoenen mensen honger?
Waarom grijpt Gij niet in in de burgeroorlog in Soedan, in Afghanistan, in Irak? Waarom laat Gij toe dat mensen gemarteld worden, opgesloten, verkracht, vermoord?
Waarom doet gij niets tegen het misbruik van kinderen, tegen de vrouwenhandel, tegen het fundamentalisme, tegen het terrorisme?
Waarom verhindert Gij niet dat jonge moeders en vaders sterven? Waarom zet Gij daardoor hun kinderen in de kou?
Beste vrienden, op die vragen zijn er maar weinig antwoorden. Ik ken een menselijk en er is een goddelijk.
Eerst het menselijke. En dat is zeer eenvoudig: niet God, wel de mens is verantwoordelijk voor veruit het meeste lijden.
Niet God moordt en brandt en plundert en hongert, wel de mens.
Niet God heeft de wapens gemaakt waarmee dorpen en steden worden uitgemoord.
Niet God boort vliegtuigen in gebouwen, niet God sleept vrouwen uit hun huizen en kinderen in auto's om ze te misbruiken,
niet God plaatst bommen in drukke winkelstraten,
niet God pleegt al deze misdrijven, wel de mens.
We zouden dus beter ophouden met God verantwoordelijk te stellen voor dingen die we zelf doen. Maar misschien is het wel typisch voor onze soort: dat we het nooit zelf geweest zijn, maar altijd anderen. In dit geval dus God.
Hij is de eindverantwoordelijke, dus is het allemaal zijn schuld. Hij zou maar beter aftreden.
Vrienden, ge hoort meteen de verschuiving.
Niet God gaat het voor ons oplossen, nee, dat moeten we zelf doen, met zijn hulp.
Geloven alleen is niet voldoende; we moeten doèn. Geloven is een werkwoord. Doen, zegt Jezus. Niet blijven staan, maar bewegen. Doen zegt Cardijn, niet blijven staan, bewegen
Doen zegt Johannes 23, niet blijven staan, doen zegt Moeder Theresa, doen zegt Damiaan, doen zegt M.L.King. Doen en er in geloven.
Ons geloof kan klein beginnen en stilaan sterker en sterker worden.
Ons geloof kan zijn als een mosterdzaadje, een van de kleinste zaadjes, maar het kan uitgroeien tot een reuzenboom.
Ons geloof kan zelfs zo sterk worden dat het de kracht heeft een moerbeiboom, en die is groter dan een eik, te verplaatsen vanuit de vaste grond naar de zee.
Een moerbeiboom heeft daarbij zeer diepe en wijdvertakte wortels zodat hij zelfs in de dorste gronden kan gedijen.
Het is dus een boom die zeer moeilijk te ontwortelen is. Maar een sterk geloof heeft toch die kracht.
Dit voorbeeld is natuurlijk symbolisch.
Dus gaan we best eens op zoek naar de werkelijkheid achter het beeld, en dan komen we alras tot het inzicht dat wijzelf die boom zijn, en dat Jezus dus zegt: ruk uzelf los uit uw egoïsme, uw materialisme, uw aanbidding van maatschappelijk aanzien.
Ruk uzelf los uit uw comfortabel leventje, uw gemakzucht en uw pleziertjes.
Los daarvan, zegt Jezus, plant uzelf als de moerbijboom in zee. En de zee, dat is niet zomaar de zee, nee, dat is de bron van alle leven. De zee, dat is in dit beeld dus God.
Leef met God, leef voor God. Geloof in die God.
Pas dan kan je je inzetten voor zijn droom, pas dan breng je Hem aanwezig in deze wereld. Pas dan onderdruk je de oorlog, maak je de woestijn weer vruchtbaar, roei je honger en ellende uit.
Met zon geloof kun je bergen verzetten. Willen we samen eens een berg verzetten?
Met dank aan Miguel Dehondt, Herman Gabriels, Jozef Kleyn
08-10-2007 om 21:25 geschreven door de preekploeg
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)
|