Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 25-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Christus koning laten zijn - Christus Koning B 2012 - Fred

    Christus Koning B 2012 - Zaterdag 24 en zondag 25 november 2012

    Eerste lezingDaniël 7, 13-14 - 'Zijn heerschappij is eeuwig'
    EvangelieJohannes 18, 33b-37 - 'Gij zegt dat Ik koning ben'

    Het feest van Christus Koning werd door Paus Pius XI ingesteld in 1925. Het werd toen gevierd op de laatste zondag van oktober. Pas in 1970 werd het verplaatst naar de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Indertijd was het eigenlijk een triomfantelijk feest. Christus werd gevierd als de heerser, de koning van het heelal.

    Voor een jeugdbeweging als de Chiro was het indertijd één van de hoogdagen. In de parochie was er een viering en jeugdhulde, er werden liederen gezongen, men trok in stoet door de straten en het feest werd afgesloten met krentenkoeken en chocomelk.
    Meer dan een halve eeuw geleden trokken wij met de hele school naar de kathedraal in Antwerpen. Die kathedraal zat toen afgeladen vol en het koor zong van "Christus vincit, Christus regnat, Christus imperat". Christus overwint, Christus heerst, Christus regeert. Het refrein van dat lied klonk echt triomfantelijk en het werd herhaald en herhaald.

    We leven intussen wel in een andere tijd. 
    Een volle kathedraal om Christus Koning te vieren, wie durft er nog aan te denken? En hoe krijgen we Christus als koning van het heelal nog verkocht aan de buitenwereld, aan onze kinderen en kleinkinderen? De kerk heeft veel van haar pluimen en aantrekkingskracht verloren. Maar misschien is het wel goed dat we dat triomfalisme en dat grote gelijk een beetje zijn afgeleerd.

    Misschien is het ook maar goed dat we Christus niet meer te vaak "koning" noemen. Want niet alleen de kerk heeft van haar pluimen verloren, ook de koning. De koningen van deze tijd kennen al lang niet meer het ontzag, de eerbied en de bewondering die ze vroeger hadden. 
    Integendeel, magazines en boeken die uitpakken met schandalen of smeuïge verhalen over de koninklijke familie worden gretig gekocht en gelezen.
    Trouwens, ook in de Bijbel, met name in het Oude Testament staan koningen zelden in een gunstig daglicht. Koningen zijn daar oorlogsstokers, potentaten, die misbruik maken van hun macht. 
    De farao, de koning van Egypte bijvoorbeeld, is de grote verdrukker van de Israëlieten. En tijdens hun woestijntocht en in het beloofde land worden zij ook nog voortdurend bedreigd door koningen en hun legers.

    En toch zijn er in Israël koningen gekomen. Maar in heel wat bijbelse teksten wordt benadrukt dat een koning in Israël 'anders' moet zijn dan de andere. "Hij zal opkomen voor de misdeelden, recht doen aan de minsten, Hij zal de machten die ons dwingen, breken en binden. Hij zal de redder zijn van de arme, een vriend voor wie niemand heeft". Zo lezen we in de psalmen.
    Jezus gaat in zijn antwoord aan Pilatus nog een stap verder. "Mijn koninkrijk is niet van deze wereld" zegt Hij. Hij is als koning helemààl anders dan wat we gewoon zijn. Hij is de koning die geboeid, als een terechtgestelde, voor de vertegenwoordiger van de grootste machthebber van zijn tijd verschijnt. Die niet gekomen is om te heersen, maar om te dienen. Die zich niet beroept op de macht, maar alleen op de waarheid. Die uit liefde zijn leven zal geven.

    Helemaal anders ook dan de koningen of de machthebbers uit onze tijd. Wat voor een koning kan Christus voor ons zijn? Wat kan het feest dat we vandaag vieren voor ons nog betekenen? Ik ben er over gaan fantaseren en ik zou een beetje een gedurfde vergelijking willen maken. Ik zal vooraf maar meteen zeggen dat die vergelijking theologisch en exegetisch langs geen kanten klopt. 
    Ik heb ze niet gevonden in de geleerde en gezaghebbende geschriften die wij wel eens raadplegen bij het voorbereiden van een homilie. Ieder van U mag ervan denken wat hij wil.
    Maar misschien kunnen wij Christus een beetje zien als de koning uit een schaakspel. De koning is het allerbelangrijkste stuk, de speler die zijn koning kwijtspeelt is verloren. Het doel van het spel is de koning ten allen prijze te beschermen of te verdedigen. Maar de koning zelf kan op het bord niet veel doen. Hij kan hooguit één vakje vooruit of achteruit of opzij. 
    Meer niet.

    De andere stukken kunnen veel meer. Een loper en een toren kunnen een hele rij beslaan, een koningin zelfs in alle richtingen. Een paard kan gewoon over de andere stukken springen. En de pionnetjes, ja, die kunnen ook maar één vakje opschuiven, maar ze zijn wel met acht. En als ze samen oprukken, kunnen ze een heuse aanval opzetten, kunnen ze heel wat bereiken.
    De koning zelf kan bijna niets, hij beweegt eigenlijk alleen maar als het echt niet anders kan. Maar alle andere stukken werken in zijn dienst, proberen hem te verdedigen, te bewaren. Dank zij die andere stukken kan de koning koning zijn. Zonder die andere stukken is hij totaal machteloos. Zij zorgen ervoor dat hij koning is, dat hij koning blijft.

    Nogmaals, deze theorie of deze vergelijking is totaal waardeloos als exegese, als uitleg van een tekst uit de bijbel. Maar het is misschien wel het overwegen waard. Want het zou een opdracht kunnen zijn voor ons allemaal. 
    De meesten van ons zijn allicht gewoon maar pionnetjes, maar daarin staan we niet alleen. We kunnen samenwerken als we dat willen. En hier en daar is er onder ons wel een toren of een loper die wat meer kan dan een simpel pionnetje.
    Of een paard dat opvallend moedig of ondernemend is. Of zelfs een koningin, zo iemand naar wie we kunnen opkijken. 
    Maar allemaal samen hebben we als opdracht Christus koning te laten zijn …

    25-11-2012 om 09:54 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat is een ramp? - 33e zondag B 2012 - Gie

    Drieëndertigste zondag door het jaar B 2012 - Zaterdag 17 en zondag 18 november 2012

    Eerste lezingDaniël 12, 1-3 - 'In die tijd zal uw volk worden gered'
    EvangelieMarcus 13, 24-32 - 'Hij zal zijn uitverkorenen verzamelen'

    Als de patatten eens een keer aanbranden, dan is dat geen ramp, ook al moet je opnieuw beginnen koken. Als de inktpot omvalt bovenop de tekening waaraan je een hele week lang aan gewerkt hebt, dan valt dat heel zwaar en dan is er veel moed nodig om opnieuw te beginnen. 
    Maar wat als er een trein ontspoort en in zijn vaart tientallen mensen de dood in jaagt. Of wat als er orkaan over het continent jaagt en bij zijn doortocht alles doet overstromen en een paar miljoen mensen dakloos achterlaat. 
    Dat is een ramp! 

    De weerkundigen geven lieve koosnaampjes aan de orkanen, alsof ze daarmee het leed kunnen verzachten. Ook voor ons lijken rampen minder ramp-zalig als ze ver van ons bed gebeuren of als er geen eigen verwanten bij betrokken zijn. 
    Wat als iemand te horen krijgt dat hij of zij kanker heeft en te horen krijgt dat er niets meer aan te doen is. Of als iemand door een hersenbloeding gedeeltelijk verlamd raakt. Dan is dat voor die persoon en zijn directe omgeving ook een regelrechte ramp. 
    Wat als een autofabriek zijn deuren sluit en tienduizend mensen zonder werk op straat komen staan. Ook dat is voor de getroffen personen en families een ramp. 
    Wat als de beperkte vrede in het Midden Oosten aan flarden wordt geschoten met wederzijdse bommen. Ook dat is een ramp. Zij het van een heel andere aard.

    Elke ramp, groot of klein, heeft altijd iets schokkends, zowel voor de slachtoffers als voor degenen die met hen verbonden zijn. 
    Voor ieder van de slachtoffers vergaat de wereld! Op zijn minst dat stukje wereld waarin zij hun eigen vertrouwde plek hadden. 
    “… Het zal een tijd van nood zijn, zoals er eerder nog geen is voorgekomen zolang er volken bestaan…” zo beschrijft de profeet van het boek Daniël. En het evangelie van Marcus vervolgt: “… de zon zal verduisterd worden, de maan zal haar licht niet meer laten schijnen, de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse machten wankelen …” 

    Dan gaat Jezus verder met een gelijkenis, een kleine parabel. “Let toch eens op de vijgenboom”, zegt Hij, “Als de twijgen zacht worden en de bladeren zich openvouwen, dan weet je dat de zomer in aantocht is”. 

    Het zou wel handig zijn als die parabel een antwoord zou kunnen bieden, bijvoorbeeld aan de werklozen van de autofabriek. 
    Maar hoewel alle voormelde rampscenario’s enigszins gelijken op de verschrikkingen aangekondigd in de bijbelboeken, toch is de bedoeling van het evangelie helemaal anders. 
    De profeet van het boek Daniël wil de mensen bemoedigen. Ook Jezus wil wel degelijk “goed nieuws” brengen. Met zijn parabel van de vijgenboom wil Hij de mensen bemoedigen. In het putje van onze herfst zegt Hij: “let op de vijgenboom”. Hij wil meegeven: let op de signalen, let op alle tekens van verandering, hoe klein ook. De oorlog is nog nooit blijven duren. De magere jaren geraken wel voorbij. 

    Jezus’ antwoord is niet concreet genoeg om de werklozen van de autofabriek een klopje op de schouder te geven. 
    Zijn antwoord kan niet voorkomen dat er bommen vallen tussen Israël en Gaza. Het kan ook niet verhinderen dat het geweld escaleert. 
    Jezus’ vergelijking wil bemoedigen en vertrouwen geven. 
    Hetzelfde vertrouwen als dat van de boer die zaait vóór de winter, en weet dat het daarna terug lente wordt. … Maar hij moet natuurlijk wel zaaien… 
    “Geloof”, zegt de oosterse dichter Tagore, is vergelijkbaar. Het is “zoals een op de vogel, die al begint te zingen als de nacht nog donker is”. Alsof die aanvoelt, veel meer dan wij, dat in het donkerste van de nacht, altijd de nieuwe dag begint. 
    Iedere ommekeer is begonnen met een eerste stap. Iedere genezing is begonnen met een aanraking. Ieder lied begint met een eerste noot.

    Elke ramp stelt mensen voor een uitdaging: Wat doe je eraan? Wat ga je doen om te voorkomen dat zo'n ramp weer opnieuw gebeurt? 
    Natuurlijk weten we dat sommige rampen gewoon niet te voorkomen zijn. Andere rampen misschien wel, dank zij verbeterde inzichten. Dank zij de moderne techniek en de hedendaagse medische wetenschap kan veel onheil worden voorkomen. 
    Toch is het niet zozeer de vraag: wat doe ik eraan, om een dergelijke ramp te voorkomen? Een veel belangrijkere uitdaging is: wat doe ik ermee? Hoe ga ik ermee om? Want elke ramp brengt een hoop ellende, een hoop lijden met zich mee. Zowel voor de betrokkenen als voor hun omgeving.
    Hoe ga ik ermee om als iemand die mij dierbaar is opeens de boodschap krijgt: je hebt kanker? Hoe pak ik het op? Wat doe ik ermee als er in mijn omgeving een ramp gebeurt, in welke vorm dan ook. 

    Zeg ik dan: “Oh! wat erg” en blijf ik verder passief aan de kant staan? 
    Of kijk ik de andere kant op, onder het mom van: wat ik niet zie, daar heb ik niets mee te maken. 
    Of probeer ik een helpende hand te reiken om het leed te verzachten. 

    De onderliggende vraag aan ieder van ons is: ben je een mens die echt meevoelt met het lief en leed van anderen, of laat het je allemaal koud?

    Een ramp, lijden, pijn, heeft uit zichzelf geen enkele zin, maar het kan wel zin krijgen door de manier waarop mensen ermee omgaan. Op voorwaarde dat je meevoelt, je je betrokken voelt. 
    Maar meevoelen is een heel lastige eigenschap. Eerlijk gezegd, het leven is veel gemakkelijker, als je ongevoelig bent voor wat anderen overkomt. Het leed van anderen meevoelen, daar ben je constant mee bezig. 

    Een meevoelend mens zijn, is zeker niet altijd gemakkelijk. Maar het kan ook heel verrijkend zijn. Het kan je een soort innerlijke blijheid geven, als je merkt dat gedeelde smart, toch een beetje halve smart wordt. Als je ziet hoe mensen, met wat hulp, toch hun kruis kunnen dragen of een ernstige crisis te boven komen, dan kun je alleen maar blij zijn dat je daarbij, misschien maar een klein beetje, hebt meegeholpen. 
    Zolang er meevoelende mensen zijn, zolang mensen “zacht” willen worden voor elkaar, zolang is er hoop voor deze wereld, “onze” wereld. 

    Misschien zou daarin juist de bemoediging kunnen zitten, en kunnen we op die manier de “blijde boodschap” begrijpen van Jezus’ parabel: 
    Wanneer je deze dingen ziet gebeuren, dat mensen zacht willen worden voor elkaar, zoals de twijgen van de vijgenboom, dan kunnen mensen zich opnieuw openvouwen, dan staat het vlak voor de deur, dan weet je dat de zomer in aantocht is. 
    Ja, ik geloof dat het kan. 
    Amen. 

    Inspiratie deels gevonden in een preek van pater Henk Tolboom. 

    18-11-2012 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11.11.11! het klinkt al jaren in onze oren - 32e zondag B 2012 - Hilda

    Tweeëndertigste zondag door het jaar B 2012 - Zaterdag 10 en zondag 11 november 2012

    Eerste lezing1 Koningen 17, 10-16 - 'Van een handvol meel maakte de weduwe een broodje'
    EvangelieMarcus 12, 38-44 - 'De arme weduwe offerde het meest'

    Voor de meeste onder ons, is 11 november een wettelijke feestdag omwille van een vredesbestand!
    In Radio- en Tv-programma’s  brengt men vandaag de herinneringen aan die grote oorlog weer tot leven!
    Niet om ons terug opstandig of weemoedig te maken, wel om ons sterk te maken in ‘vredesbrengers!’

    Sinds de jaren ’60 ontwaakt de grote 11.11.11.-actie!
    Mensen die de ongelijkheid in de wereld zien! Mensen die vol idealisme spreken in naam van allen die in het zuidelijk halfrond in armoede moeten leven omwille van de uitbuiting door de rijke landen in het noordelijk halfrond!  
    Scholen, zowel gemeentescholen als stadsscholen als christelijke scholen werden wakker geschud om naar de ongelijkheid in de wereld te leren kijken. Om de jongeren hun aandacht ook te richten op de ontwikkeling van de mensen in het zuiden, zoals op hun eigen ontwikkeling om mooie en goede volwassenen te worden!
    De kolonialisatie werd beoordeeld en het missioneringwerk werd kritisch onder de loep gehouden!
    Een evolutie in de tijd en in het denken die we niet konden en mochten tegenhouden…

    In die jaren ‘60 werd er aan ons aller deur geklopt door de Chiro-, scouts- en KSA-meisjes en jongens, om geld in te zamelen voor die grote 11.11.11.-actie!
    Zelf heb ik daar mooie herinneringen aan!
    Het kon stortregenen heel de dag zodat we ons ‘s middags al moesten gaan opdrogen thuis! Het kon bitter koud zijn, het kon al vriezen dat ’t kraakte, dat elke kom warme soep of chocomelk deugd deed! 
    We behoorden tot de oudsten van de groep en mochten dus het langste rondtrekken! Wild enthousiast voor de zaak van het onrecht van de armoede in het zuiden!
    We trokken eerst naar de ‘rijke’ straten van de parochie, om toch al een sommetje bij elkaar te halen, om nadien naar de meer rustige, stille straten te trekken en ja zelfs ook daar waar onze minst rijke mensen woonden, zeg maar de armen! Kon je dat zo indelen? Ja! Dat is gewoon realiteit! We mogen dat niet onder stoelen of banken steken.
    ’s Avonds trokken we dan naar de bordeelstraat aan de rand van de parochie! Ja, we durfden ’s avonds nog buitenkomen en in de voor velen ‘ongure buurt’ rondlopen… 
    En weet je wat nog het strafste was: in die voor velen ongure buurt, werden we warm ontvangen. We moesten binnen komen staan omdat het zo koud of zo nat was, terwijl de meisjes  hun portemonnee haalden op zijn verborgen plekje, en ze gaven gul van het weinige dat ze ’s nachts mochten overhouden…

    Het heeft ons toen als jonge meisjes en jongens, al bewust gemaakt hoe die jonge vrouwen daar terechtkwamen en ook hoe mensen in barre omstandigheden ‘doorgoede mensen zijn’, ‘delen van het weinige dat ze hebben’ en ‘in hun kracht gaan staan’ om te overleven. 

    Jezus zou er van gestraald hebben! Hij zou ons gezegd hebben: “goe bezig, doe zo voort..”

    En wij, we hebben voortgedaan en we laten ons nog altijd raken door de ongelijkheid in de wereld, ver weg en dichtbij!

    Veertien dagen geleden hoorden we en lazen we de woorden van onze Bisschop Mgr Bonny in de Radio, TV en kranten…
    We hoorden hoe hij de visietekst voorstelde met als titel:
    ‘Een houtskoolvuur met vis erop en brood ’!
    We hoorden hoe hij ons opriep om naar Jezus te kijken! Naar Jezus’ manier van in de wereld staan, Jezus’ manier van mede-mens- zijn, van leider-zijn…  
    Jezus trok van dorp naar dorp, van gemeente naar gemeente, van stad naar stad, Jezus trok naar de mensen, naar de mensen die leefden rond het houtskoolvuur met vis erop en brood…
    Jezus zag de mensen die door anderen niet werden opgemerkt of mensen die door anderen werden afgewezen riep Hij bij zich… zo was Jezus! 

    Ook in het evangelie dat we zojuist hoorden trekt Jezus na de vele discussies met die schriftgeleerden naar het tempelportaal waar mannen en vrouwen toegelaten zijn.
    En het is weer Jezus die ziet wat de anderen niet zien…

    Hij zag déze vrouw, die vanuit haar armoede gaf aan wie nog armer was dan zij, en plaatste haar centraal. Hij stelde haar tegenover allen die zich de waarheid over God toe-eigenden.
    Er staat: Ze 'offerde alles waar ze van leven moest'. Wat we mogen lezen als: Ze gaf niet ‘wat ze had’, maar ze gaf alles vanuit ‘wie ze was’.

    Jezus geloofde dat Gods waarheid maar op één manier kan worden verkondigd: door mensen die wat ze van God bergrepen hebben niet hoeven te verkondigen, maar in hun eigen leven, “werkelijkheid laten worden, laten voelen en zien aan de anderen”.

    Moeten wij nu bij het beluisteren van de twee ‘weduwe-verhalen’ ook alles wat we bezitten, alles wat we zelf nodig hebben om te bestaan,  wegschenken zoals zij? 
    Zeker niet! Maar hun gedrag confronteert ons wel met ons christen-zijn… met de vraag hoe wij naar mensen aan de rand van de maatschappij kijken, ver weg of dichtbij.

    Deze weduwen hadden niets te verliezen, niets te beschermen, niets te verdedigen. Ze ondervonden elke dag dat ze God en de mensen groot nodig hadden, die hun een eind bij de hand namen.

    Is dat niet het mooiste in deze verhalen? Dat we onze menselijkheid maar echt kunnen leren doorheen onze armoede, doorheen het toegeven, dat ook wij God en de mensen nodig hebben, die ons in staat stellen, om mededogend te worden, om meevoelend en om ruimhartig te zijn. 

    Dit wonder van de lege handen bestaat nog, zelfs in onze directe omgeving. 
    In Jan Wouters, onze nieuwe parochieassistent, die onze Lukaskapel openstelt voor de straat-amen, en daklozen.
    In ons allemaal, wij die ons engageren voor een ander, en op dat ogenblik daadwerkelijk ‘zorg dragen’ voor die ander. 
    Het kan hier in elk van onze parochiale groeperingen zijn, of in het asielcentrum, of in de wereldwinkel, bij licht en liefde, of bij 11.11.11., of vooral gewoon thuis en in onze straat..
    Het kan overal, dat wij die onschatbare schat van delen zonder berekening zijn, vanuit het putteke van onze ziel, in ‘het zorgen voor elkaar’.
    Zoals onze Bisschop Mgr. Bonny zo goed verwoordde. Hij verkondigt in zijn visietekst het volgende:” iedereen groot of klein, vanaf hij/zij kan denken en praten, vanaf de eerste communie tot aan de ziekenzalving, zou zich de vraag kunnen stellen: “Wie is de mens waarvoor ik zorg draag?” Met die woorden sluit hij onze viering van 450 jaar bisdom Antwerpen af.
    Luisterend naar zijn woorden en ons hart hebben we dan gebeden:
    “Overal waar 2, 3 of meer mensen elkanders sterkte delen en zwakheid dragen… daar bent Gij, God, in ons midden. Als wij met 2, 3 of meer wat brood en vis willen delen… doet Gij de honger naar gerechtigheid herleven. Als we samen de beker heffen op een toekomst voor allen…. 
    Houdt Gij in leven de dorst naar Uw werkelijkheid. Amen.”

    Bron:Maria Wittevrongel, Dominicaanse familie Knokke en onze bisschop Mgr Bonny

    11-11-2012 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    04-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doe de poort open - 31e zondag B 2012 - Jan

    Eenendertigste zondag door het jaar B 2012 - Zaterdag 3 en zondag 4 november 2012

    Eerste lezingJesaja 53, 10-11 - 'Gij moet de Heer uw God beminnen'
    EvangelieMarcus 10, 35-45 - 'Gij zult de Heer uw God beminnen'

    Misschien hebt ge in Antwerpen, of elders, op de deurpost van een huis waar een joodse familie woont, wel eens een kokertje gezien, een zogenaamde Mezoeza. 
    En dan hebt ge u misschien ook wel afgevraagd wat dat betekent. Het woord mezoeza betekent niet meer en niet minder dan 'deurpost'.  In het kokertje zit een kleine perkamentrol, waarop een tekst staat, de basistekst van het jodendom, de tekst die we hoorden in het evangelie.

    'Luister, Israël, de Heer is onze God, de Heer is de Enige. U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten. We hebben het niet gelezen maar in de schrift gaat Jezus nog verder: “ De geboden die ik u vandaag voorschrijf, moet ge in uw hart prenten. Spreek er telkens opnieuw met uw kinderen over, zowel thuis als onderweg, wanneer u slapen gaat en opstaat.  Grif ze in de deurposten van uw huis en op de poorten van uw stad'.”
    Dat laatste zal wel wat moeilijker zijn, onze stad heeft geen poorten en mochten ze er zijn, dan zouden ze niet open staan voor zulke gedachten.
    De Mezoeza, met de basistekst van het joodse – en ook van ons - geloof, wordt aan de deurpost bevestigd wanneer men de woning betrekt. 

    Je kunt het vergelijken met een soort inwijding van het huis. En later, elke keer wanneer mensen het huis betreden  of uitgaan, wordt de mezoeza even aangeraakt onder het zeggen van de tekst: 'Luister, Israël, de Heer is onze God, de Heer is de enige'. 
    Deze tekst, die iedere jood minstens twee maal per dag zegt – als een soort morgen – en avondgebed - heet het Sjema-gebed. Sjema betekent luisteren. Met dit woord begint immers de tekst: Sjema Israël - 'Luister, Israël...'.

    Goede vrienden, luisteren, echt luisteren naar iemand, is heel moeilijk. We praten meer en gemakkelijker dan dat we zwijgen en aandachtig luisteren. 
    De basis van Liefde tussen mensen is dat men goed naar elkaar kan luisteren. 
    Mensen zeggen: “we kunnen goed samen praten”, maar eigenlijk bedoelen ze “we kunnen intens naar elkaar luisteren”. We hebben goede aandacht voor elkaar. Dat is niet eenvoudig. 

    Ken je het gevoel dat je met iemand spreekt, en dat de ogen van de ander wegdraaien. Die luistert niet echt naar je. 
    (klap) Zie je dat je niet aan het luisteren was?  Ik voel dat van hier…..
    Echt luisteren naar iemand is niet altijd gemakkelijk, we zijn zo snel weg met onze gedachten… 
    Wij zijn allemaal dagelijks met duizend en één dingen bezig. We hebben het allemaal zo druk.  Zozeer soms dat het ons te veel wordt. Dan kan ineens op een dag de vraag zich opdringen: moet dat zo echt verder? Waar komt het nu eigenlijk echt op aan? Wat is nu eigenlijk het belangrijkste in mijn leven?
     
    Het is met die vraag dat de schriftgeleerde bij Jezus komt. Hij is schriftgeleerde, dus kent hij de wetten van Mozes zeer goed. 'Wat, meester, is nu het belangrijkste? Wat is het belangrijkste gebod?'. 
    Als antwoord op de vraag wijst Jezus eerst naar het Sjema-gebed: Luister Israël... Het eerste en voornaamste is luisteren, je openstellen, aandachtig zijn. 

    Maar het nieuwe is dat Jezus er een andere tekst, uit het boek Leviticus, aan toevoegt.  Hij zegt: “Het tweede is dit: u zult uw naaste liefhebben als uzelf.  Een ander groter gebod, groter dan deze twee, is er niet.”
    De liefde is het belangrijkste gebod, maar die staat of valt met luisteren en actieve aandacht.
    Er zijn natuurlijk tegenstellingen in de kerk, dat heeft te maken met het feit dat mensen zeggen: hier voel je de liefde van God, en anderen zeggen: hier voel je de liefde van de mensen…de vraag is of ze niet beiden hetzelfde zeggen? . 
    Mensen zeggen: het gaat in de kerk om het geloof in God, het gaat om de liturgie, het gaat om het gebed. Anderen zeggen: het gaat er¬ om hoe je leeft, hoe je met je medemensen omgaat, hoe je het lot van de minsten in de wereld aantrekt. Maar in werkelijkheid gaat het om allebei.
    Vrienden, “GODSLIEFDE EN NAASTENLIEFDE “ zijn als twee koplampen, gevoed door dezelfde energiebron.
    Wie slechts met één koplamp rijdt, is een gevaarlijk chauffeur.

    Je hebt ze alle twee nodig, ze zijn met mekaar verbonden…
    God en de naaste is ook zo.  Deze gedachte mag ook een troost zijn bij hen die deze dagen diegenen herdenken die er niet meer bij zijn.  Het is voor een gelovige anders, als je gelooft dan hou je van de naaste, dan ben je dichter bij uw naaste, ook als die er niet meer is.
    Om een ander beeld te gebruiken:  Godsliefde is de wortel,  naastenliefde is de stengel en de bloem, die aan deze wortel ontspringt.  

    Ik heb nog een ander voorbeeld…
    Er is een portier in een abdij en hij moest naar het gebed,  maar de bel ging aan de poort. Hij wist niet wat hij moest doen:  zijn gebedsplicht vervullen of de poort opendoen.  Aan de abt die toevallig daar voorbij kwam op weg naar de kerk, vroeg hij wat hij moest doen. De abt antwoordde: 'DOE DE POORT OPEN, WANT GOD STAAT AAN DE DEUR !'

    Zo moeten we de twee elementen zien, en juist beslissen wat voor ons belangrijk is.  Het klinkt als een politiek programma, waarover nu gesproken moet worden en waar verzoening naar voor zal moeten komen, compromissen, anders komen ze er niet uit. 
    Heb uw God lief en uw naaste zoals u zelf.
    Dat is het. Ik zou zeggen: 'Spreek er met uw kinderen altijd opnieuw over, wanneer ge thuis zijt en onderweg, wanneer ge gaat slapen en wanneer ge opstaat. Grif deze tekst in de deurposten van uw huis, en op de poorten van uw stad'.  
    Ideeën van Frank There en G.Buyse

    04-11-2012 om 09:03 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs