Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Speklaagjes. Zo ziet de evangelietekst er een beetje uit. Verschillende dingen zegt Jezus hier, die elk op zich vragen om over na te denken. Waarschijnlijk heeft de evangelist enkele uitspraken van Jezus die de leerlingen zich herinnerden en doorgegeven hebben, bij elkaar gezet omdat ze met elkaar verband hielden. En ik moet denken, inderdaad, aan speklaagjes: niet alleen aan het vlees, maar ook aan middeleeuwse gebouwen. De gevels waren soms opgebouwd uit lagen rode en witte steen, en vormden toch één geheel.
Ik ga niet proberen over elk laagje in de tekst iets te zeggen: teveel spek leidt tot een indigestie. Wat mij het meeste treft zijn twee lagen: Jezus zegt iets over mensen die buiten de kring van de leerlingen staan, en Jezus zegt iets over wie in die kring staat. En het verband tussen beide is: wie is voor of tegen hem?
De tekst begint met Johannes, die komt klagen: iemand geneest zieken in Jezus' naam, en hij is niet van ons! Dat kan toch niet! Nu moeten jullie weten dat een paar bladzijden vroeger de leerlingen zelf geprobeerd hebben een duivel uit te drijven, toen Jezus niet in de buurt was. En het lukte hen niet. Ik stel me voor dat ze stikjaloers zijn op die buitenstaander.
Jezus is duidelijk.
Wie werkt in zijn naam, wie goed doet voor mensen in nood, die is voor Jezus, zelfs al staat op zijn identiteitskaart niet apostel of pastoor of christen. In de naam van Jezus betekent: proberen te handelen zoals hij, mensen oprichten, dus: een blijde boodschap verkondigen voor wie neergeslagen is en in de greep van het kwade. Het doet me denken aan een zinnetje uit Johannes: In het huis van mijn Vader zijn vele woningen: er is in het Rijk Gods plaats voor heel veel verschillende mensen van goede wil.
En eigenlijk, zegt Jezus hier, speelt het dan geen rol of ze het juiste etiket hebben. De jonge kerken, die deze teksten lazen in hun vieringen, kregen te horen dat ze een open kerk moesten zijn, verdraagzaam, en dat ze niet mochten neerzien op die anderen, die niet van ons zijn. We horen vandaag dezelfde oproep. En we weten dat onze Kerk, dat wij, niet altijd een voorbeeld van een open Kerk zijn en geweest zijn.
En dan wordt er een tweede dikke laag in de tekst geschoven. Jezus spreekt over die binnen zijn, en ik denk dat hij het over twee groepen heeft. Hij heeft het over de kleinen: dat zijn niet alleen de kinderen, maar al die nederige, gewone, kleine mensen die op hem hun hoop stellen, en op de Kerk en haar leiders, die zijn werk zou moeten verder zetten.
En, zo lees ik de tekst, hij heeft het over de groten. Met name over zijn apostelen, want deze passage speelt zich af als Jezus met hen alleen is. Ik heb de indruk dat Jezus zich kwaad begint te maken. Vorige zondagen hebben we het ook al gehoord: de apostelen, zij die de zaak in handen moeten gaan nemen als hij er niet meer is, snappen er voor de zoveelste keer niets van.
Ze hebben nog maar pas ruzie gemaakt over wie de grootste zal zijn, ze verstaan niets van wat Jezus herhaaldelijk zegt over zijn lijden en over het kruis dat zij ook moeten opnemen, en nu weer beginnen ze over wij, de goei, en zij. Hij kent zijn pappenheimers. Hij weet dat apostelen, kerkvorsten, ook brave katholieken en deftige burgers, zwaar in de fout kunnen gaan.
Judas was de eerste, en niet de laatste. Tegen die groten heeft hij het dan: zij die de kleinen zouden moeten leiden en begeleiden, zij die in zijn spoor al weldoende zouden moeten rondgaan. Hij waarschuwt: wie gedreven wordt door ambitie, wie hoogmoedig onderscheid maakt tussen wij en zij, die kan ontsporen.
Hij kan het spoor kwijt raken van Jezus, het spoor dat leidt naar nederigheid, openheid, dienstbaarheid, en naar het kruis. Slechts zo vindt hij de weg naar het Rijk Gods. Maar wie bekoord wordt door macht en eigendunk, geraakt makkelijk op het spoor van machtsmisbruik en onderdrukking. En dan geraken de kleinen hun hoop kwijt, hun vertrouwen in het evangelie van de nederigheid, dan kunnen ook zij toegeven aan de bekoring van misbruik en geweld.
Wie slecht leiding geeft, kan een ander naar de ondergang leiden. Jezus voorziet het, en gebruikt straffe taal. Een molensteen, voor wie zijn macht misbruikt en de zwakkeren meesleurt in de verdoemenis. En hij wrijft het zijn apostelen nog eens goed in: het is minder erg een gebrekkig lijf te hebben, dan te leven met een geest die verminkt is door verdorven ambitie en hoogmoed.
En wij, waar liggen wij, tussen die lagen? Ik denk, we hebben een stukje van elk: leeft er in ons niet iets van de buitenstaander, die twijfelt, het lastig heeft met de Kerk, en probeert een eerlijke mens te zijn? Zijn wij ook niet de kleine mens, die hoopt op het evangelie, maar het alleen zo moeilijk heeft om die weg te volgen? En zijn wij toch ook niet af en toe de sterke, die leiding geeft, die verantwoordelijk voor een ander, waarvan het welzijn van ons mee afhangt?
Zo kan die tekst ook ons aanspreken, als persoon en als gemeenschap. Jezus veegde zijn apostelen de mantel uit, wetend dat ze niet perfect waren, maar ook in het vertrouwen dat ze ooit zijn weg zouden gaan. Elf van de twaalf hebben dat gedaan, en zijn ons voorgegaan.
Vandaag is het aan ons, om met vallen en opstaan, hun spoor te volgen.
Evangelie: Marcus 9, 30-37 - '
De Mensenzoon wordt overgeleverd'
Over enkele weken zijn er weer verkiezingen. En meer en meer worden we overal geconfronteerd met slogans en wervende campagnes van de diverse partijen. Want ze willen natuurlijk allemaal winnen, of op zijn minst vooruitgaan. En de kranten en televisiezenders pakken geregeld uit met peilingen en enquêtes die ons vertellen welke partij de grootste is of zal worden en welke politicus de populairste of meest betrouwbare.
De beste willen zijn, het is niet alleen typisch voor verkiezingen of eigen aan politici. De voorbije week is in Vlaanderen een nieuwe televisiezender van start gegaan en meteen stonden de kranten vol van voorspellingen over een oorlog om kijkcijfers.
Niet zo lang geleden, bij de Olympische Spelen, werden de gouden, zilveren en bronzen medailles heel nauwkeurig per land geteld en vergeleken met de buurlanden.
En geregeld worden prijzen uitgereikt voor de beste zanger of zangeres of groep. En Oscars, niet alleen voor de beste film, maar ook voor de beste mannelijke én vrouwelijke hoofdrol of bijrol, voor de mooiste muziek, de knapste effecten, het beste scenario, noem maar op. Om toch maar zoveel mogelijk mensen te kunnen plezieren met de titel van de beste of de grootste.
En het is niet alleen te merken bij zogenaamd bekende personen. Sommige mensen willen een mooier huis, een grotere auto of een meer avontuurlijke reis dan hun buren of familieleden. Vroeger werden kinderen op school er zelfs toe aangezet de eerste te zijn en dus beter dan de anderen.
De beste of de grootste willen zijn, het is eigenlijk heel menselijk.
Dat de leerlingen van Jezus daarover een discussie hadden, mag ons dus absoluut niet verwonderen. Het is van alle tijden, het is eigen aan de mens. Het is trouwens opvallend dat Jezus in dit evangelie, dat eigenlijk weer een lijdensvoorspelling is, zegt: "De Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen van de mensen". Hij zegt niet: in de handen van de hoge heren, de schriftgeleerden, de machthebbers, de oudsten. Neen, Hij zegt: in de handen van de mensen. Wat mensen elkaar kunnen aandoen is blijkbaar al erg genoeg.
En wat mensen elkaar kunnen aandoen, en waarom, konden we ook horen in de eerste lezing, de brief van Jakobus. "Waar komen bij u die vechtpartijen en ruzies vandaan?" vraagt Jakobus. "Toch alleen van uw eigen hartstochten die u niet met rust laten. Ge begeert dingen die ge niet kunt krijgen."
Het was toen al zo. Nagenoeg alle ruzies, conflicten, moordpartijen en zelfs oorlogen komen voort uit het verlangen om iets te willen hebben dat men niet heeft. Of uit de drang om de grootste, de beste, de eerste te zijn.
Als Jezus hoort dat zijn leerlingen zich daarover hebben druk gemaakt, beseft Hij dat zij Hem weer eens niet hebben begrepen. Ze durven echter geen uitleg vragen, misschien uit angst om Hem echt te begrijpen en de gevolgen die dat inhoudt voor henzelf. Want dan gaan zij zich verplicht zien Hem ook na te volgen in hun eigen leven.
En daar zijn ze nog niet aan toe.
Om het wat duidelijker te maken plaatst Jezus een kind in hun midden. Maar deze keer zegt Hij niet dat ze moeten worden als kinderen. Hij stelt het kind niet als voorbeeld. Natuurlijk niet. Want kinderen zijn mensen in het klein, ze zijn volwassenen in wording. En ze willen een spel of een sport ook winnen, ze hebben ook al de drang in zich om de grootste, de beste of de eerste te zijn.
En tot op zekere hoogte is daar ook niets verkeerd aan. Ambitie moeten we niet gaan afremmen. De drang om te presteren kan tot goede resultaten leiden.
Bij de Olympische Spelen moeten atleten hun best doen om te winnen.
Een politicus die zijn idealen wil verwezenlijken in de maatschappij, moet er eerst voor zorgen dat hij de verkiezingen wint. En een televisiezender mag mikken op een zo groot mogelijk publiek.
Waar het om gaat is dat we niet de beste of de grootste moeten proberen te zijn tegen elke prijs. Ten koste van wat dan ook. En vaak ten koste van anderen. Of door hen kwaad te doen of schade te berokkenen. Of met oneerlijke of ongeoorloofde middelen. Ambitie is goed, zolang ze niet leidt tot naijver. Competitie en concurrentie kunnen stimuleren, maar ook uitmonden in bittere strijd en haat en wreedheden.
Jezus neemt het kind niet als voorbeeld, Hij stelt het kind centraal.
Hij beschouwt het kind als het middelpunt, Hij wil dat het kind alle aandacht krijgt van iedereen. En niet de vraag wie de beste of de grootste is. Het kind wordt in het midden geplaatst omdat het kwetsbaar is en klein, omdat het vaak niet meetelt in de bikkelharde concurrentiestrijd. Het kind kan geen bedreiging zijn voor iemand die de grootste wil worden.
Want de vraag is niet wie uit de kring het grootst is, de vraag is wie in het centrum van de kring staat en wie bereid is deze kleine, zwakke en kwetsbare mens in Jezus' Naam op te nemen.
Dat is ook de boodschap die Jezus zijn leerlingen in dit evangelie meegeeft.
Het is alsof Hij tegen alle grote mensen van de wereld zegt: zo voorzichtig en liefdevol en teder je hebt om te gaan met dit kind, zo behoedzaam heb je om te gaan met elkaar. Laat dat de leidraad zijn in uw omgang met andere mensen.
Zijn consequentie: elkaar liefhebben - 24e zondag B 2012 - Gie
Vierentwintigste zondag door het jaar B 2012 - Zaterdag 15 en zondag 16 september 2012
Eerste lezing: Jacobus 2, 14-18 - '
Geloof zonder werken is dood '
Evangelie: Marcus 8, 27-35 - '
De Mensenzoon moet veel lijden '
De manier waarop een vraag gesteld wordt, kan een zeer groot verschil maken.
Wie denkt ge wel dat IK bén? zou Jezus op een wat hautaine toon kunnen zeggen. Besef je wel wie hier voor u staat?
Of Wíé zegt ge?, met een ondertoon van hoe durven ze!
Maar blijkbaar worden de vragen door Jezus niet zo tendentieus gesteld. Zijn toon lijkt veeleer op die van een rustige enquête. Wie zeggen de mensen dat Ik ben? of Wie zegt gij dat ik ben? zijn simpele vragen, waarop wel honderd verschillende antwoorden kunnen volgen.
Wie zeggen de anderen dat ik ben? vraagt Jezus eerst.
De antwoorden variëren een beetje, maar geven wel een beeld van wat de grote omgeving over Jezus denkt: wél een profeet, maar niet de grote figuur waarop iedereen in Israël zit te wachten.
Daarna vraagt Hij: "Wie zegt gij dat Ik ben?"
Waarom stelt Jezus eigenlijk die vraag? Is dit een soort verkiezingspoll om te vernemen hoe Hij er voor staat? Of is het eerder een suggestieve vraag om te kunnen vertellen waar Hij voor staat, wat zijn opdracht is?
Deze vraag, gericht aan zijn leerlingen, is eigenlijk heel anders. Het lijkt wel of Jezus zegt: mijn beste apostelen, wij trekken nu al meer dan een jaar samen op. Ik heb jullie voorgedaan hoe je met mensen kan omgaan. Wat heb je daarvan onthouden? Wat heb je daaruit geleerd?
Beschrijf dan eens, met enkele woorden, wie Ik (voor jullie) ben. Wat Ik voor jullie kan betekenen. Vertel dan eens wat je met mijn boodschap van plan bent.
Die vraag kwam helemaal onverwacht. Zij hebben geen hapklaar antwoord klaar. Zij staan met hun mond vol tanden. Gelukkig maar dat Jezus geen punten geeft op de antwoorden die hij krijgt
Er volgt maar één antwoord, dat van Petrus: Gij zijt de Christus, Gij zijt de Messias.
Ook al ziet dat er voor ons correct uit, het lijkt wel of Petrus de titel van het volgende hoofdstuk is gaan lezen, zonder het lopende hoofdstuk helemaal uit te lezen.
Zijn antwoord valt bij Jezus niet erg in de smaak. Vooral niet als Die even later verteld dat de Mensenzoon (want zo noemt Jezus zichzelf) veel zal moeten lijden en door de leiding van het volk verworpen zal worden. Dan valt Petrus door de mand. Die consequentie stond niet op zijn spiekbriefje.
Stel je even twee mensen voor die in honderd gebaren en twintig talen tegen elkaar zeggen: ik hou van je, jij bent de liefste, jij bent de mooiste. Dan is de volgende stap: ik wil overal met jou naartoe, ik wil je overal volgen. Daarna is het consequente vervolg: ik wil alles met je delen, wat er ook mag gebeuren.
Als wij bij de verkiezingen, op basis van het kiespropaganda of andere beloften, onze stem willen geven aan een kandidaat, eventueel aan een partij, dan is het consequente gevolg van die belofte, dat die kandidaat of die partij gedurende de volgende jaren probeert om waar te maken wat er beloofd werd.
Wat Petrus doet, gelijkt op wat wij dikwijls doen bij de verkiezingen: hij geeft aan Jezus zijn hele voorkeurstem. Maar dan met als opdracht: haal Jij nu maar de kastanjes voor ons uit het vuur. Wij zullen wel toekijken wat Je er van terecht brengt.
Jezus hééft een héél goed programma. Hij wil dus wel op een lijst gaan staan. Meer zelfs. Hij is bereid om zijn nek uit te steken voor alle beoogde doelstellingen. Maar Jezus weigert om zomaar de kop van jut te zijn. Hij wil niet op een lijst gaan staan met als opschrift de Messias, een vlag die in die tijd een héél andere lading dekte.
En Hij verwacht ook dat Petrus achter hem komt staan en volgt. Figuurlijk én letterlijk. Op dezelfde lijst en met dezelfde consequenties. Niet als satan (wat zoveel betekent als tegenstander of dwarsligger), maar als medestander, als opvolger, als volge-ling.
En met volgen bedoelt Jezus het héle plaatje, alles erop en eraan, de consequenties. Zelfs tot de dood aan het kruis.
Als Jezus ook aan ons vraagt "Wie zegt gij dat Ik ben?"
Is ons antwoord dan, net als bij Petrus, een dood-doener om er ons vanaf te maken? Of mag Hij erop rekenen dat wij er ook de consequenties bijnemen. En daarmee bedoel ik niet letterlijk de dood aan het kruis. Maar wel met de aandacht, de liefde voor de kleine mens, zonder compromis.
Ook al wordt het dan voor onszelf minder comfortabel. God heeft mensen aan mensen toevertrouwd, op Zijn consequentie: dat ze elkaar liefhebben.
25 augustus ll. genoot ik van een feest ter gelegenheid van een 90ste verjaardag van een Nonkel!
Nonkel zat tussen zijn schoonzussen en nichten aan de eretafel! Zijn glimlachende uitstraling, zegt hoe hij geniet! Een gegeven moment schakelt hij pront zijn beide hoorapparaten uit en legt ze naast zich neer op tafel!
Tot één van zijn kleinzonen toekomt en hem met zijn aanwezigheid en felicitaties blij verrast!
De hoorapparaten gaan terug op zijn plaats en een korte communicatie doet hem nog meer stralen!
De kleinzoon komt met zijn muziekbandje een speciaal voor grootva gemaakt liedje zingen! Muziekboxen worden geïnstalleerd, de micro wordt opgesteld en daar staan ze! 4 gasten van 17 jaar, met hun elektrische gitaar, hun drumstel, hun keyboard en hun stem, speciaal voor de grootva van één van hen! Nonkel krijgt de tranen in zn ogen en geniet volop van wat die jonge gasten, speciaal voor hem, brengen!
Daverend applaus raast door de tent en Nonkel weet niet waar staan van geluk! (De jonge gasten pakken alles terug netjes in en verdwijnen om diezelfde avond nog op te treden tijdens hun chirofuif in hun eigen dorp!)
De hoorapparaten van Nonkel liggen terug te rusten op tafel naast zijn bord! Maar Nonkel straalt, de glimlach gaat niet meer weg van zijn gezicht!
Ja, wie hoorapparaten draagt weet ervan, het omgevingslawaai kan zo erg zijn, dat je je hoorapparaten al eens uitzet!
Maar
Het leven kan veel moeilijker zijn dan dat leven met hoorapparaten!
Het kan zo moeilijk zijn dat we nu en dan al eens onze oren sluiten voorwat er rondom ons te horen is!
Het leven kan zo druk zijn dat we al eens stilletjes thuisblijven en geen zin hebben voor buren, voor babbeltjes in de supermarkt, voor vrolijke of droeve verhalen.
Het leven kan ook zo zwaar zijn dat we nog weinig buiten komen, dat we nog weinig contact hebben met mensen van ver af van dichtbij!
Dan hebben we zorgen genoeg, dan moeten we onze zelfredzaamheid aanspreken en alles doen om ons hoofd boven water te houden! Dan moeten we kiezen voor onszelf, om de dagen goed door te komen.
En.. dan wachten we misschien stilletjes, hopen we dat iemand ons zal vinden, ons zal tegemoet komen Maar weet lieve mensen, niet zonder één teken van leven, niet zonder één woord of gebaar van bekendmaken
Deze week op TV in Iedereen beroemd
Man uit Grobbendonk wordt gevraagd om op facebook te komen! Doen ze samen open! Er staan niet veel fotos op! Neen, ik zit in moeilijke papieren, ben zopas uit de echtgescheiden!
Alleen fotos van de kinderen? Ja, die draag ik in mn hart! Naar de oorzaak van scheiden durft ze vragen? Als doofstommen naast elkaar leven! was het antwoord! Mn vrouw heeft een goede zaak en gaat ervoor, heel druk en wij, wij praatten niet meer met elkaar! Ik voelde me alleen achterblijven en ontmoette iemand die wel praatte met me Fout, maar ja, t is gebeurd! Nu moet ik alleen verder om de brokken van mn leven te lijmen
Die man uit Grobbendonk, op den dool in Antwerpen, op het mooie wandelterras aan de Schelde! De blik op oneindig! Hij wordt aangesproken en doet kort zijn verhaal! Ongemakkelijk, zoekend naar woorden probeert hij te zeggen wat zwijgen kan doen met ne mens! Hoe niet meer praten, een mens radeloos kan maken! Hoe aangesproken worden een mens terug in beweging kan zetten! Een grote wending aan zijn leven kan geven
Hij verliet alle kijkers met de woorden: mensen, blijf praten, blijf spreken met elkaar, sluit je niet af, je relatie en zelf heb je dat zo groot nodig om niet af te knakken, om in beweging te blijven!
De man in het evangelie die terug te horen kreeg, wordt niet met naam genoemd! Misschien wel omdat het iedere man, iedere vrouw kan overkomen!
In de oudere teksten van de bijbelvertaling staat bij Jesaja in de eerste lezing: zeg tegen iedereen die radeloos is: Houd moed, wees niet bang, Hier is uw God.
Radeloos! Iedereen weet wel wat het betekent!
Het is een oermenselijk gevoel en het maakt geen onderscheid tussen rijk of arm, zwart of blank, oud of jong, intelligent of dom! Allemaal hebben we al wel eens een moment gekend dat radeloosheid ons overspoelde. Die man op TV heeft het gevoeld en om gezet in werken aan verandering
Ik werkte in het Revaliatiecentrum waar vele mensen werden opgenomen die door een beroerte getroffen werden!
Allen werden ze overvallen door radeloosheid! Ze voelde zich allen als iemand die geen kant meer opkon! Hun leven leek afgebroken, leek hier te stoppen!
Maar dan komen de artsen aan hun bed, het verzorgend personeel, de therapeuten, de vrijwillige medewerkers, het dagelijks bezoek van hun dierbaren. Allemaal mensen die hen komen bemoedigen; die zeggen: we zijn er.
Hoorden we daarjuist niet bij Jesaja: zeg aan het volk: hier is uw God?
Wel dàt is het toch wat daar gebeurd!
Voor die getroffen mensen kunnen al die goede mensen die het goed met je voorhebben en je werkelijk mee uit die ellende willen helpen groeien,
zijn, als van God gezonden!
Het kunnen allemaal mensen zijn die zoals in Jesaja door God beloofd wordt: hier is uw God!
Terwijl ik dit zeg denk ik er ook over dat het heel pretentieus kan klinken! Mogen wij echt denken: hier is uw God?, wanneer we bekommerd naar iemand toegaan? Misschien niet, maar wel meer laten doorsijpelen dat alleen maar door mensen, door ons iets van onze God zichtbaar en tastbaar in het leven kan worden.
Dàt is toch het bijzondere van Jezus geweest! Hij nam de man terzijde, weg van grote menigte. Raakte hem aan, keek naar de hemel, liet door zijn gebaar God binnenkomen in dit gebeuren en zie de man hoorde en sprak goed.
Jezus had maar één taak: God in het leven brengen van iedereen die naar Hem toekwam opdat ze nooit meer alleen verder hoefden te gaan, en dat kon Hij alleen maar door Zijn warme aanwezigheid.
Marinus van den Berg kan zo mooi verwoorden wat mensen en onszelf kan overkomen, wat mensen en wij voor elkaar kunnen betekenen:
Jij hebt mij gezien en niet alleen maar bekeken.
Jij hebt gehoord wat ik nog niet kon zeggen
Jij hebt vermoed wat verborgen in mij leefde.
Jij gaf mij meer dan ik vroeg.
Door jouw vriendschap hervind ik mezelf.
Zelfs zijn leerlingen hadden het toen nog niet begrepen.
Water zoals gezegd een recht voor iedereen, maar is dat wel zo?
Wij leven met zuiver water dat ook makkelijk bereikbaar is. We hoeven de kraan maar open te draaien en het stroomt, zolang we willen en zoveel we willen.
Ik hoef hier niet meer een pleidooi te houden voor omzichtig om te springen met dit kostbaar goed, iedereen kent de noden in andere landen waar mens ,dier en de hele natuur kreunen en vergaan door gebrek aan water. Hoe dikwijls maken we zelf niet de verzuchting: het is slecht verdeeld in de wereld!
En dan te bedenken dat het water, waar wij zo nonchalant mee omgaan miljarden jaren oud is. Steeds opnieuw gerecycleerd en altijd opnieuw gebruiksklaar! Dat is toch wel één van de grote gaven die de Schepper ons gegeven heeft. We weten allemaal dat het dankzij het water op onze planeet leven, ja, alle leven mogelijk is. Het is immers ook de grote zoektocht van iedereen die zich met het heelal, wetenschappelijk bezighoudt, waar is het andere hemellichaam waar ook water en van daaruit leven te vinden is?.
Het traag stromende water van meren en laaglandrivieren dat zo rustgevend is, het onstuimige water van bergstromen en watervallen dat zo mooi is, het verwoestende water van vloedgolven, overstromingen en dijkbreuken. We vrezen het razende geweld van brekende golven aan rotskusten, we kennen het allemaal, we zoeken het op en bewonderen het ,en we zijn ontzet van zijn tomeloze kracht.
In de heilige schriften komen we het water voortdurend tegen: Mozes die zorgt dat zijn volk niet door het water tegengehouden wordt. Er is het verhaal van de zondvloed, het water van de Jordaan werd als zeer bijzonder gevonden, denk maar aan de dopen die er plaats vonden.
Al zeer vroeg heeft de mens de reinigende werking van water herkend en gebruikt, niet alleen uit hygiënisch oogpunt maar ook voor talrijke rituelen die allemaal met reiniging, niet alleen van het lichaam maar ook van de geest te maken hebben. Vandaar ook de talrijke geboden in de joodse wet die met reiniging verband houden. Het zijn niet enkel de geboden die in de Tora vermeld staan, die gevolgd moeten worden maar ook de overgeleverde gebruiken, Jezus noemt ze de overlevering van de voorouders
Nu kennen we dat ook: sommige gebruiken , of zelfs wetten, gaan soms een eigen leven leiden. Mensen gaan meer aandacht geven aan het zeer strikt uitvoeren van voorschriften en vergeten de eigenlijke boodschap, het waarom ervan. Het is hier dat Jezus optreedt tegen het overdreven gewicht dat aan het ritueel wordt gegeven, dat het soms aanleiding geeft tot volledig uit verband gerukte conclusies. Iemand die zijn handen niet wast, zou een slecht mens zijn? Ook de profeten hebben voor Jezus in alle toonaarden protest aangetekend tegen het onzinnig gebruik van de rituelen. Hier haalt Jezus Jesaja aan die reeds fulmineerde tegen het huichelachtig gedrag van de oudsten die God eerden met hun lippen maar niet met hun hart!. Niet dat de gebruiken fout zijn maar ze hebben hun ziel, hun waarde verloren omdat het waarom verdwenen is. Het wordt een ritueel om het ritueel, het moet aan anderen tonen hoe vroom men wel is .
Herkennen wij ons hierin? Gaan wij naar de kerk omdat anderen het zouden zien en daaruit conclusies trekken? Of is het een goede gewoonte en houden wij aan goede gewoontes? Als wij een kruisteken maken, denken we er dan aan wie we noemen, in wiens naam we het maken?
We komen al bijna op het terrein van de mindfulness, de therapie die mensen tracht evenwichtig en bewust te laten handelen en zo in evenwicht te komen met hun leven.
Als we echter bewust de levenslessen die Jezus ons altijd opnieuw geeft, volgen en te trachten ze te begrijpen en toe te passen, dan zullen we al die nieuwe gedragstherapieën niet nodig hebben. Jezus wou geen lippendienst en geen gehoorzaamheid aan mensenwetten. Hij riep de mens op tot vrijheid, niet tot bandeloosheid maar vrijheid vanuit een goed geweten en een gelovig hart. Een leven dat mogelijkheid tot ontplooiing van talenten geeft en durf om verantwoordelijkheid te nemen en te dragen.
Hebben we dan helemaal geen voorschriften meer nodig? Moeten we de dingen die ons overgeleverd werden allemaal overboord gooien? Mensen zullen altijd wetten en geboden nodig hebben al was het maar om een aangename leefomgeving te hebben, maar Jezus spoort ons aan om goede keuzes te maken, te leven vanuit ons hart, de liefde van God moet ons hart beheersen, alleen dan zal onze keuze, die in gemaakt wordt,, de goede keuze zijn.
Erwin Roosen verwoordt het zo:
Als Jezus die woorden van Jesaja ook tot mij zou spreken,
Zou Hij op heel wat momenten gelijk hebben , God
Want vaak eer ik Je wel met de lippen, maar is mijn hart heel ver van Jou
Vaak spreek ik over Jouw droom , maar zijn het holle woorden,
Die geen invulling krijgen in mijn dagelijks leven.
Blijf mij daarom uitdagen, om met heel mijn hart
Voor Jou te kiezen. En laat mij geloven dat Jij
Alleen maar het beste met mij voorhebt.
Inspiratie gezocht en gevonden bij Rob Moens o.p. Genk en Jan Bastiaens
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.