Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Bij de voorbereiding van deze homilie zat ik, zoals meestal, met de vraag: waarover gaan we het in de eerste plaats hebben? Over het evangelie of over de eerste lezing? Of, in deze vastentijd, over het symbool van de vlieger dat als een rode draad doorheen de vieringen loopt? En dan kwam ik tot de bevinding dat die drie thema's eigenlijk heel veel gelijkenissen vertonen. Beginnen we bijvoorbeeld met de vlieger. Zelf ben ik er nooit erg bedreven in geweest, maar een vlieger in de lucht houden is een hele kunst. En zoals het vaak het geval is wanneer een beroep wordt gedaan op onze behendigheid: wie het echt goed kan, vindt er veel voldoening in. Wie "De vliegeraar" van Khaled Hosseini heeft gelezen, weet dat ook in Afghanistan het jaarlijkse vliegerfestijn een heel belangrijke gebeurtenis was. Zo dus ook in Haïti. Maar het is niet alleen een hobby, een bedrevenheid, in deze tijd is het ook voor ons een symbool. Door een vlieger hoog in de lucht te laten bewegen kunnen mensen ook iets hogers ervaren. Ze ontstijgen als het ware even aan het aardse, het alledaagse. Samen met hun vlieger kunnen ze zo schitteren in de zon. En toch blijven zij het touw vasthouden dat de vlieger met de aarde verbindt. Ze blijven wel degelijk met hun beide voeten op de grond. Het is eigenlijk een mooi beeld van het leven. Dromen mag, streven naar hoger valt aan te moedigen. Maar als we ons verliezen in onze dromen, als we niet meer met onze voeten op de grond blijven, kan het fout lopen. Je mag dromen over je kinderen, je mag je een mooie toekomst inbeelden voor je kleinkinderen. Maar als je de band met de realiteit uit het oog verliest, ben je misschien verkeerd bezig. Dan kan je je kinderen opzadelen met een droom die ze niet kunnen waarmaken. Of hen een toekomst voorspiegelen die ze zelf niet wensen te kiezen. Dan laten we het touw los waarmee onze vlieger verbonden is. Wat is nu het verband met het evangelie? Drie leerlingen van Jezus beleven daar met Hem een droom, een visioen. En die droom hoort niet thuis in hun reële leven, maar heeft wel veel te maken met een realiteit die nog moet komen. De drie evangelisten die over het gebeuren vertellen, situeren het alle drie heel nauwkeurig in de tijd. Namelijk: zes dagen na de eerste lijdensvoorspelling van Jezus. Dat is geen toeval. Merkwaardig is ook dat de naam van de berg in geen enkele evangelietekst voorkomt. Ook al hebben wij het meestal over de berg Tabor. Maar de berg waar het over gaat zou heel goed kunnen verwijzen naar de berg waarop Jezus gekruisigd zal worden. Hij zal trouwens dezelfde drie leerlingen, Petrus, Jakobus en Johannes, vragen met Hem mee te waken en te bidden in de Hof van Olijven. De drie tenten, of de drie hutten die worden genoemd zouden ook wel een voorafbeelding kunnen zijn van de drie kruisen op Golgotha. Genoeg verwijzingen naar het lijdensverhaal om toevallig te zijn. Wat de leerlingen op die berg meemaken is eigenlijk een visioen van iets wat nog moet komen. Na Pasen gaan ze verschijningen meemaken van de verheerlijkte Jezus. Hier krijgen ze er al een voorsmaakje van. Maar, om het echt mee te maken, moeten ze eerst mee de lijdensweg afleggen. Pasen kan niet zonder Goede Vrijdag. Dromen kan niet zonder realiteit. Daarom moeten ze opnieuw naar beneden, de berg af. Er is beneden nog te veel te doen om nu reeds drie hutten op de berg te bouwen. Daarom ook drukt Jezus hen op het hart niets over het gebeurde te vertellen. Niet alleen omdat zulk een topervaring onmogelijk in woorden kan worden uitgedrukt. Maar vooral hierom: ze kunnen de volle omvang ervan pas begrijpen als ze eerst door het lijden zijn gegaan. Ze kunnen de lijdensweg niet ontlopen. De verschijning van Mozes en Elia moet ook in dat licht worden gezien. Ook Mozes kreeg de stenen tafelen van de wet op een berg en mocht daarboven ook Gods heerlijkheid aanschouwen. En ook zijn ontgoocheling was groot, toen hij met zijn stenen tafelen weer beneden kwam. Ook Elia ontmoette God op een berg en moest nadien voor wrede heersers vluchten in de woestijn. Het visioen van Jezus' verheerlijking moet de leerlingen helpen zijn weg door lijden en dood te aanvaarden. Zij moeten beseffen dat lijden en vernedering aan die heerlijkheid voorafgaan. Ze hebben immers de stem van God gehoord: "Dit is mijn welbeminde Zoon. Luister naar Hem". Zij moeten weer naar beneden en Jezus volgen op zijn weg naar het kruis. De droom mag voedsel geven aan de realiteit, maar mag de plaats van de realiteit niet innemen. En dan de eerste lezing, over Abraham. Ook daar klinkt een stem, die Abraham op reis doet gaan. Een stem die heil en zegen belooft. Voor ons, vanop een zo grote afstand, lijkt het allemaal eenvoudig. Abraham hoort de stem van God en dus laat hij alles achter en gaat vrolijk op weg naar een land waarvan hij in de verste verte niet weet waar het zich bevindt. Zo simpel is het natuurlijk niet. Abraham gaat op weg, maar heel waarschijnlijk vol angst en twijfel. Zijn tocht is lang en zwaar. En als hij sterft, is van al de beloften van God nog maar weinig uitgekomen. Er is nog geen groot volk uit hem voortgekomen en land bezit hij nog niet. Zijn droom zou pas veel later echt realiteit worden. Dromen mag. Dromen moet zelfs. Zonder dromen, zonder streven naar beter en hoger, bereiken we niets. Maar minstens één voet moet op de grond blijven, anders gaan we zweven. Laat de mensen in Haïti maar dromen over een uitweg uit hun armoede en hun ellende. Als de boodschap op hun vlieger ons bereikt, zijn we al een klein eindje op weg. Maar laten wij, samen met hen, toch ook beseffen dat er nog heel wat werk aan de winkel is. Volgende week krijgen wij in de vieringen heel wat concrete en visuele informatie over Haïti en het project van Broederlijk Delen. Dan wordt ook een beroep gedaan op onze solidariteit. Laten we intussen de droom maar zijn gang gaan en laat de vlieger maar schitteren in de zon
'Woestijnervaring' is een beeld dat soms gebruikt wordt voor de situatie waarin iemand terechtkomt als hij de draad van zijn leven kwijt is en elk houvast heeft verloren. Een leegte zonder uitzicht. Maar het kan ook een beeld zijn voor de eenzaamheid die je bewust opzoekt. Je zondert je af, weg alle beslommeringen en alleen bezig zijn met jezelf en met de zin van je leven.
De vastentijd kan voor ons een heilzame tijd worden als we er een woestijntijd van maken. We moeten niet ver weg gaan om in de woestijn te komen. We komen er vanzelf in als we af en toe onze wereld ronddom ons, en alles wat ons omringt, eens leeg maken. Als we alle bijkomstigheden wegruimen en ons welbewust bezighouden met die dingen die werkelijk boeiend zijn..
Het evangelie beschrijft hoe listig de duivel te werk ging om de diepste verlangens van Jezus los te weken. Hij greep zijn fysieke honger aan. Hij speelde in op zijn Godsvertrouwen. Uiteindelijk spiegelde hij hem voor dat hij de hele wereld aan zijn voeten kon krijgen, als hij voor hem wilde knielen. Wij noemen dat je ziel aan de duivel verkopen.
Drie keren doorzag Jezus de list van de duivel. Hij liet zich echter niet beetnemen.
Is de vasten, voor ons als christenen, niet een welkome kans om ons opnieuw te heroriënteren op onze bestemming als mens? Waartoe heeft God de mens geschapen, Beste vrienden, in de eerste lezing uit het scheppingsverhaal wordt heel mooi verwoord dat God de mens de volle verantwoordelijkheid gaf voor zijn schepping. Maar zoals we in het evangelie hoorden, wilde de mens meer. Hij wilde geen verantwoordelijkheid, nee, hij wilde macht, dé macht. Hij at met graagte van de boom van de kennis, maar het was een vrucht die hem zuur opbrak. In zijn wil om de macht te grijpen, botste hij op zijn naaktheid, en dat is een heel mooi beeld voor het feit dat hij geconfronteerd werd met zijn beperktheid: Hij was onderworpen aan de krachten van de natuur, hij was sterfelijk, hij moest zwoegen voor zijn levensonderhoud.
Als kind heeft dit verhaal mij altijd geboeid. Door de schuld van de erfzonde moesten wij naar school en moest ons vader alle dagen gaan werken. Het paradijs was niet meer voor ons. Elke tegenslag, elke pijn was het gevolg van die ene beet in de appel. Het feit dat we soms kou hadden, of dat mensen verdriet hadden of dat we niet konden kopen wat we nodig hadden, was allemaal de schuld van die 2 mensen in het aardse paradijs. Ze hebben dit er goed ingeramd half vorige eeuw.
Het genesisverhaal is geen historisch verhaal, geen wetenschappelijk verhaal, maar het toont ons hoe gelovigen, zelfs al heel heel vroeg, hebben ingezien en ervaren wat de oorsprong en de bestemming van de mens en de wereld is. Een verhaal, of beter een visie, die hoop biedt in deze vastentijd om te verstillen, kansen en tijd te nemen om af te tasten waar wij staan en hoe wij misschien stappen vooruit kunnen zetten Maar de bekoring blijft Als we zien hoe de moderne bekoring, de reclame onze gezinnen verziekt, onze samenleving beïnvloedt Reclame:. Of we nu willen of niet, we moeten zien of we zullen het horen. Hoe afstompend is het eigenlijk niet om ettelijke malen na elkaar, zelfs op dezelfde dag, dezelfde boodschap te aanhoren. Tot vervelens toe. Bij ons is alles goedkoper, uw geld brengt meer op, smeer u hier mee in en je ziet er beter uit, rijd in deze auto en uw buurman zal stik-jaloers zijn, surf snel naar onze website en je zult de hemel ervaren .. Het ergste is eigenlijk dat een aantal mensen er niet tegen kunnen of er aan toegeven. Dan is de reclame echt een bekoring of is het echt de duivel die u verleidt. Als volwassen mensen, als christen zouden we toch beter moeten weten ! . Sinds woensdag zijn we de vasten begonnen, een periode van 40 dagen waarin ons kansen worden aangereikt om even onze adem terug te vinden, en ons opnieuw bewust te worden dàt we leven en niet geleefd hoeven te worden. Een periode om ons opnieuw te oriënteren, om te kijken en te bekijken waar we staan. M. a.w. een periode om te verstillen, gas terug te nemen, een periode om tot inkeer te komen. Een periode ook waarin we over ons muurtje heen kijken om te zien waar we kunnen helpen. Dit jaar gaat onze aandacht naar Haïti, een land dat een paradijs zou moeten zijn, daar in de Caraïben, maar dat sinds mensenheugenis een hel is van armoede, uitbuiting, ziekte en ellende. Want ook daar gaat het om de macht: de macht van de rijken over de armen en de macht van de multinationals over de kleine boer. De kleine boer die zich daar tweehonderd jaar heeft bij neergelegd, maar die zich nu begint te organiseren, in de vaste wil op zoek te gaan naar een beter en een rechtvaardiger leven. Tegen de uitbuiting en tegen de machtshonger in. Geheel in de lijn van wat ik zojuist allemaal gezegd heb, hebben we vanuit de actie van Broederlijk Delen gekozen voor het symbool van de vlieger. Een vlieger kan maar de goede kant op gaan, kan maar hoogten scheren als hij verbonden blijft. Vandaar het touw. Zonder touw gaat hij de lucht niet in en eenmaal in de lucht en het touw breekt, dan gaat hij tollen, zijn vliegerzijn verliezen en naar beneden vallen. Het touw waaraan hij verbonden is, zorgt dat hij de lucht in gaat en steeds hoger en hoger. Zo ook de mens: de mens stijgt niet boven zichzelf uit, haalt geen hoogte, als hij niet verbonden blijft met God.
Zo, we gaan deze 40 dagen in. 40 is een symbolisch getal in de bijbel. Het staat voor een lange voorbereiding op een beslissend gebeuren. Dus: We luisteren niet meer blind naar de reclame, we bannen de nutteloze macht en maken het rondom ons regelmatig stil en geven de positieve dingen die we kunnen doen voor mekaar en voor onze medemens een nieuwe. kans. Succes. Jan Van Noten mits hulp van andere predikanten.
De zaligsprekingen: een paradox? â 3de zondag A 2008 - Martine
4de zondag door het jaar A 2008 - 2 en 3 februari 2008
Eerste lezing: Eerste brief van Paulus aan de christenen van Korinte 1,26-31 Evangelie: Matteus 5, 1-12
Ik wil met jullie eens kijken naar hoe er heel dikwijls met kinderen omgegaan werd en nog steeds wordt. Wat is het commentaar van volwassenen als kinderen fantaseren of gewoon blij kunnen zijn met kleine dingen? Een beetje minachtend, horen we soms: Ach, t zijn nog maar kinderen Kinderen horen dat en begrijpen dat als ze echt groot willen zijn, dit moeten opgeven. Wat is de commentaar van volwassenen als kinderen huilen of verdrietig zijn? Heel dikwijls kan je horen: Moet je daar nu voor huilen? Ik dacht dat je toch al sterker was hoor. Allé, t is allemaal voorbij, stop nu maar met verdrietig zijn. Ge zijt toch geen meisje zeker, gij zijt toch een flinke jongen. - Dit kan nog verder aangevuld worden met zinnen die het verdriet en de tranen zo snel mogelijk willen toedekken. En wat doen de kinderen? Ze duwen hun verdriet en pijn weg, want ze willen flink zijn en terug in de gunst van papa of mama komen. Wat is de commentaar van volwassenen als kinderen niet terugvechten, als kinderen vriend willen zijn met iedereen? Ja, ok, vriend zijn met iedereen, maar je mag je toch niet laten doen. Je moet terugvechten. Je moet laten zien dat ze met jou rekening moeten houden, je moet je boven de anderen zetten. Kinderen wringen zich in bochten om hieraan tegemoet te komen. En als het niet lukt, zwijgen ze in alle stilte, want papa of mama zijn anders niet tevreden over hen Heb je al eens stilgestaan bij wat zon reacties in kinderen teweeg kan brengen? Heel wat zaken van wat ze in zich dragen, worden verdrongen. Ze proberen zich een houding te geven opdat ouders, opvoeders, fier kunnen zijn over hen. Hun verdriet wordt weggeduwd, bepaalde capaciteiten moeten wijken. Ze gaan leven in functie van de anderen, in functie van wat de ander van hen verwacht. Kennen we dit ook? Zijn wij ook die kinderen? Proberen wij onszelf ook een houding te geven zodat we goed overkomen? En wat doen wij met onze kinderen? Kunnen wij onze kinderen, kleinkinderen gewoon laten zijn? Mogen ze zich uitspreken als ze komen vertellen over hun verdriet, hun angst, hun blijheid? Kunnen we luisteren zonder ze met onze commentaar de mond te snoeren?
Het evangelie van vandaag heeft hier alles mee te maken. De bergrede die we te horen kregen, staat haaks op onze wereld. Het is een beetje een paradox. En toch. We bekijken onze voorbeelden van daarstraks. Hoe zalig moet het niet zijn voor een kind (of voor een volwassene) als je ongecompliceerd kan zijn, zonder dat je je moet verantwoorden, zonder dat je in beslag genomen wordt door allerlei bijkomstigheden. Gewoon jezelf zijn, in alle eenvoud. (zalig de armen van geest )- Hoe gelukkig moet een kind (of een volwassene) zich niet voelen, als het zijn verdriet kan en mag toelaten, als het zich niet groot hoeft te houden, maar als het zijn gevoelens kan uiten in het bijzijn van iemand die hem begrijpt en ontvangt. (zalig die verdriet hebben)- Wat een geluk als je ruimte geeft aan iedereen (zalig de zachtmoedigen) Wat een geluk als je niet met je ellebogen werkt, koste wat kost carrière moet maken over de hoofden en ruggen van anderen (zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid). Gelukkig zijn er nog mensen die om anderen geven en zich inzetten voor anderen (zalig de barmhartigen). Geweldig toch dat er mensen zijn die zich niet inlaten met macht en aanzien, maar gaan naar dat wat echt belangrijk is. (zalig de zuiveren van hart ) Jezus komt vertellen dat God wel rekening houdt met wat mensen echt bezighoudt. Jezus spreekt woorden die leven geven. Hij laat horen dat Hij hen gezien heeft met al wat ze aan zorgen, pijn, inzet en verlangen in zich dragen en spreekt hen daarover toe. Hij moedigt mensen aan om te leven zonder masker, zonder schone schijn. Doen wat je voelt dat je te doen hebt, met je hart op de goede plaats. (zalig die vrede brengen) Wat een geluk als je kunt zijn wie je bent: geschapen door God, vol van liefde. Gelukkig wij die op deze manier onze weg verder gaan en in deze verbondenheid met God, anderen meenemen. Dan lost de paradox helemaal op in een betere wereld waar we allen van dromen.
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.