een ander mens vertellen hoe iemand je gegrepen heeft
met zijn blik, z'n invoelende liefde?
Welke taal kan verklanken wat er na jaren nog in je leeft?
Herinneringen aan een stem die je leven veranderd heeft, met mededogen verdiept.
Die tegen jezelf in, groter was dan je eigen hart.
Een mens als een godsgeschenk.
Hoe moet je dat geluk invoelbaar maken voor velen?
Met Kerstmis componeerden Lucas en Mattheus een Midrasj, een historiserend verhaal van een Godsverschijning waarvoor nergens anders plaats was dan in een voederbak.
Of zoals zovelne in Israël op de vlucht terwijl stampende laarzen kinderen vermoorden.
Johannes pakt het anders aan.
Doet het met een grote ouverture die tot op heden ons nog sterk aanspreekt.
Vorig jaar werd de Vlaams-Nederlandse digitale bijbel meer dan 21 miljoen keren opgevraagd en het meest gelezen hoofdstuk was de ouverture van het Johannes Evangelie.
"In den beginne was het Woord, weerklank van God.
Dat Woord, (er staat daber, levenskracht,)
dat woord is vlees geworden, geïncarneerd,
echte humaniteit, leven voor mensen" (v. 1-2)
Grandioos hoe Johannes dat verdicht in die proloog.
Ver weg van de potentie van Jeruzalem laat Johannes Jezus naar de Jordaankloof gaan, daar waar het zoete water van het Hermon gebergte aan een wadi het zoute water van de Dode zee ontmoet.
De Heer tussen bitter en zoet.
Ondergedompeld door Johannes de Doper stijgt Jezus op onder de Geestkracht van Gods Levensadem. Een visioen voor een andere wereld van gerechtigheid. (v29)
Twee jonge mensen gaan Jezus achterna...
Twee jonge volgelingen van Johannes gingen Jezus achterna.
Jezus draaide zich om, en toen Hij zag dat ze Hem volgden, zei Hij:
'Wat verlangen jullie?' 'Rabbi,' zeiden zij tegen Hem (dat is in onze taal 'meester'),
'waar verblijft U?' 39
Hij zei: 'Kom maar mee, dan zul je het zien.'
Ze gingen met Hem.. en ze bleven die dag bij Hem.
Opmerkelijk hoe Jezus peilt naar hun diepste verlangen. Waar het echt om gaat.
En dan trekt Johannes de registers open in het begin van het tweede hoofdstuk.
Is het niet Gods hunker dat mensen zouden genieten van zijn wijngaard?
Vanaf nu zal elk hoofdstuk aanvangen met "Het was feest".
Maar wie geniet van het feest? Wie mag tot volle leven komen?
Op de derde dag...
De derde dag is steeds belangrijk. Dan gebeurt er iets definitief.
Hier zal duidelijk God's verlangen transparant worden.
Kana in Galilea-wingewest. Achterlijk gebied. Uitgebuit en goedkope werkkrachten.
"Ze hebben geen wijn meer..."
Het is een vrouw, zijn moeder die in dit verhaal de hoofdrol speelt. Die opmerkzaamheid.
Wat men hier belevend wil vieren is de liefde. Godsgeschreeuwd, hier lukt het niet.
Hier is bittere werkelijkheid: desillusie ondanks zovele afspraken, goede wil, trouw.
"Ze hebben geen wijn meer..." de velen die een geliefde verloren hebben of voor een tiende maal proberen het kanaal over te steken omdat dit de enige kans is op toekomst voor hun gezin. "Ze hebben geen wijn meer" want de geschonken vaccins zijn zo tegen vervaldag dat geen enkel arm land de prik tijdig in een arm krijgt.
Er klopt iets niet. Waarom zijn die kruiken niet gevuld?
Op deze blauwe planeet, zo uitzonderlijk in het universum waar alles voorhandig is...
waarom zijn miljoenen mensen op de vlucht?
Er is eten en drinken, energie en grondstoffen maar waarom kunnen velen hun facturen niet meer betalen?
Waarom vullen we die kruiken niet met kleine goedheid om mensen nabij te zijn?
Velen van ons hebben die klik naar liefde en mededogen al lang gemaakt.
Vrijwillig en dienstbaar.
Bladzijde na bladzijde zal Johannes beschrijven hoe zijn Woord aanklopt bij het gehoorbeen van mensen die Gods taal willen verstaan.
Nog éénmaal in zijn geschrift verschijnt Maria. Bij het kruis van haar zoon waarvan zojuist het hart doorstoken werd. Alles gegeven opdat mensen leven zouden hebben in overvloed.
"Moeder, zie daar uw zoon".
En de leerling zal horen wat jij op dat feest tegen de dienaren zei:
"doe maar wat hij u zeggen zal"
Ik herinner mij nog de autorit op het einde van mijn humaniora.
"Wat zijn je plannen", vroeg onze pa.
En ik verteld dat ik naar het seminarie wilde gaan.
De auto werd wat zwijgend aan de kant gezet.
Ik zag aan onze pa zijn desillusie omdat hij gehoopt had dat ik zijn bedrijf verder zou zetten.
Diezelfde avond vond ik op mijn nachtkastje een beduimeld boekje: "imitatio Christi" en daarin een onderlijnde tekst
die mijn pa mij wilde toevertrouwen ondanks zijn eigen zorgen:
"Ons Here veranderde water in wijn,
zal dat ' mensens hunker zijn"?
Straks mag ik in Jezus naam de beker opheffen.
Dit is het nieuwe verbond van Gods trouw aan zijn mensen.
Dit ben ik, zegt God. Neem mij, drink mij, wordt één met mij. Word mij.
Mijn Liefde is onuitputtelijk De wijn mag niet op.