Soms kan de titel van een viering je op het verkeerde been zetten.
Neem nu vandaag: “Mensen uit één stuk”. Het doet mij, ongewild, denken aan popjes in lego-steentjes.
Daaraan denk ik ook altijd als mensen “uit-elkaar-gaan”. Daar kom ik straks nog op terug.
We lezen al een aantal weken uit het evangelie van Mattheus. Tussen de lijnen door zien we, dat tussen het publiek ook de hogepriesters, oudsten en schriftgeleerden dichterbij schuiven. Dat komt natuurlijk omdat Jezus van langsom meer kritiek geeft op die gevestigde orde. Hij verontrust hen.
Met uitspraken als: “de laatsten zullen de eersten zijn”, met vreemde parabels over: ‘de zonen in de wijngaard van hun vader’, over ‘ontrouwe wijnbouwers’ of over ‘de genodigden op het bruiloftsfeest’, voelen zij zich danig op de tenen getrapt.
Vorige week kwamen er schriftgeleerden, vooral sadduceeën, met een concrete vraag, in verband met de belasting aan de keizer. Hun schrikkelvraag werd door Jezus handig ontmijnd.
Vandaag zijn het de farizeeën die Jezus op de rooster willen leggen. Zij komen met een concrete vraag over het voornaamste of hoogste gebod.
Ook nu komt Jezus weer sterk uit de hoek. Zo sterk dat de farizeeën met de mond vol tanden staan.
“U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand, dat is het eerste en grootste gebod”, zegt Jezus.
En dan doet Jezus wat de farizeeën zelf zo vaak doen: Hij maakt het ene gebod tot het dubbelgebod van de liefde, door er een tweede gebod aan toe te voegen. “Het tweede gebod is daaraan gelijk”, zegt Hij, “U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangen heel de Wet en de Profeten.”
Wat dat tweede gebod precies inhoudt, staat, anders gezegd, ergens meer vooraan in het evangelie van Mattheüs (Mt.7,12): “Behandel de anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.”
De anderen, wie zijn dat?
Daarover lezen we in de eerste lezing (Ex.22, 20-26): “U mag een vreemdeling … het leven niet moeilijk maken … Weduwen en wezen moet u geen onrecht aandoen … Als u aan iemand … geld leent, … gedraag u dan niet als een geldschieter ... Als u iemands mantel in pand neemt, dan moet u die voor zonsondergang aan hem terug geven ... “
Over díé anderen gaat het dus: vreemdelingen, weduwen en wezen, en mensen die geen geld, geen kleren en waarschijnlijk ook geen eten hebben.
Als je die mensen behandelt zoals je zou willen dat ze jullie behandelen, beste farizeeën, of moet ik zeggen: “beste parochianen”, dan zal het jullie vergaan zoals Mattheus een paar hoofdstukken verderop schrijft (Matt. 25, 34-45): “Dan zal de Mensenzoon tot de mensen aan zijn rechterhand zeggen: Kom binnen in de nieuwe wereld van mijn Vader, het rijk zoals het door God bedoeld is vanaf de schepping.
Want toen Ik honger had, gaven jullie Mij te eten. Toen Ik dorst had, gaven jullie Mij te drinken. Toen Ik een vreemdeling was, namen jullie Mij in huis. Toen Ik naakt was, gaven jullie Mij kleren. Toen Ik ziek was, zochten jullie Mij op. Toen Ik gevangen was, kwamen jullie naar Mij toe…”
Maar daarover meer, over precies een maand. Wat dat is het evangelie dat we zullen lezen bij het feest van Christus Koning.
Een maand is kort dag. Het rijk Gods is helaas nog niet voor morgen. Er is nog véél werk aan de winkel. Maar we kunnen wel ons steentje bijdragen en zelf een beetje meewerken aan die ommekeer.
Geloven dat het kan, dat ook ons steentje helpt. Misschien tegen beter weten in. Een vriendelijk gezicht, een helpende hand, een steuntje of een opbeurend woord. En dat niet alleen voor onze eigen kring, onze eigen bubbel, maar voor iedereen die ons pad kruist. Wat minder ergernis voor storend gedrag,… het zou onze omgeving al wat zonniger maken.
Het rijk Gods wordt niet met grote stenen gebouwd, maar met kleine en mooie steentjes die elk van ons kan bijdragen.
Kleine onderdeeltjes waarin we het mooie van onszelf laten zien. Misschien zijn dat wel die lego-steentjes waar ik het in het begin over had. De steentjes waaruit “mensen uit één stuk” worden gemaakt.
Amen.
met een knipoog naar een preek van Ria Van Aken, “Gebouwd met kleine en mooie steentjes”, 24.10.2011