Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Na het voorlezen van de parabel van de verloren zoon, zegt de voorganger:
“Wat een verhaal…een zoon die alleen aan zichzelf denkt, een andere die gewoon doet wat hem gevraagd wordt en een vader die tussen de twee staat. Het zou een eigentijds verhaal kunnen zijn.
Om hier iets over te zeggen, moet men een ervaringsdeskundige zijn. Is er iemand onder ons die al zo eens iets heeft meegemaakt?”
Stilte…
en dan antwoordt de predikant vanuit de kerk:
“Ja ikke”
en hij kom naar voor.
Predikant:
Ik had het niet slecht bij ons vader. Eigenlijk kreeg ik al wat ik nodig had. We hadden alles, Veel grond, personeel, verdiensten, luxe…
En toch zag ik zoveel wat ik niet had. Wat vrienden me in het oor fluisterden, wat ik nog extra zou kunnen bezitten. Het speelde in mijn kop.
Ik werd ook niet overal aanvaard, ja een beetje gepest, fils à papa… ik was mijn manier van leven wel wat beu.
Toen kreeg ik een advies van een bankier. Die zei: “vraag uw deel van uw erfenis, ge hebt er recht op, en trek de wereld in”
Ik had beelden gezien van schitterende eilanden en stranden met bruine lijven, ik had Tomorrowland gezien en vond dit fantastisch, ik wilde nieuwe vrienden, nieuwe horizonten. Feesten, de hele nacht door….
Eigenlijk verschoot ik dat mijn vader zo gewillig was. Hij is te goed voor deze wereld.
Toen ik dat pak geld in mijn handen had, kon mijn geluk niet meer op.
Nam het eerste vliegtuig en vloog naar een warm land. Ergens waar men alles kon bieden waarvan ik droomde. Ik kreeg nieuwe vrienden, als ik maar trakteerde… Wat een leven zeg. Laat die broer van mij maar werken.
Mijn geld was sneller op dan ik had durven vermoedden. Ik had ook heel veel nieuwe vrienden. Toen ik stopte met trakteren stopten zij met hun vriendschap.
Maar geen nood, ik zou hier wel als seizoen arbeider aan de slag kunnen…Toen ik echter doorhad wat men mij wilde betalen trok ik het binnenland in. Wist ik veel dat ze daar zo arm waren. Dat mensen hier wegvluchten omdat ze niet kunnen overleven. Niemand kon mij hier helpen. Ik heb honger geleden, afgezien zelfs, varkens gehoed en ik was jaloers op hun eten.
Met andere vluchtelingen uit die streek ben ik terug naar Europa gereisd.
Hierover wil ik niet vertellen Dit was mensonterend. We werden uitgebuit.. In een schamel bootje de zee over. Wij werden behandeld als vee.
Uit eerlijke schaamte en met veel geluk en hulp van mensen en instanties, die ik niet kende, ben ik terug geraakt.
En wie zag ik eerst? Mijn vader, alsof hij altijd al op uitkijk gestaan had.
Ik vreesde een uitbrander maar hij viel in mijn armen en was blij mij weer te zien. Hij organiseerde onmiddellijk een grootse BBQ met alles er op en er aan. De vreugde was blijkbaar groot.
De voorganger komt tussen:
Daar word ik heel kwaad van. En ik ben ook een ervaringsdeskundige. Ik ben de oudste van vijf kinderen, en dat was geen pretje. Altijd het voorbeeld geven, altijd die jongeren moeten laten voorgaan, altijd mijn verantwoordelijkheid opnemen en de zaak van ons vader rechthouden en dat heb ik ook gedaan.
Maar als dan die snotneuzen alles in hun schoot gegooid krijgen, ook als ze het beestje hebben uitgehangen, dan krijg ik het. Dat is gewoon onrechtvaardig!
De predikant antwoordt:
Maar broer toch. Als je moest weten hoeveel spijt en verdriet ik heb. Als je moest weten hoeveel armoede ik gezien heb en hoeveel oppervlakkig plezier, en hoeveel tegenstellingen….dan zou je anders praten.
Je hebt gelijk, jij bent de beste zoon. (daarom sta jij daar en ik hier…) Maar mijn ogen zijn geopend nu en dankzij de houding van ons vader, krijg ik een tweede kans.
Laat ons samen verder leven en aandacht hebben voor mekaar en dankbaar zijn voor wat wij hier hebben….
We denken steeds dat het op een ander beter is, maar het is hier dat ik de liefde ervaar en veel echte vriendschap.
Het is hier goed zo !
Voorganger:
Broer, je hebt een woord gebruikt dat me raakt. Liefde. Ons vader is rechtvaardig: want ik kom niets tekort, integendeel. Omdat ik jaloers ben, besef ik dat niet. Maar bovenal ziet hij ons alle twee graag. En die liefde gaat boven alle stommiteiten die we kunnen doen. Ik moet blij zijn met zo’n vader. En ik moet blij zijn, dat mijn broer heelhuids terug hier is.
Evangelie: Lucas 13, 1-9 - 'Geduld met de onvruchtbare vijgenboom'
Als wij het over fruitbomen hebben, vooral in het voorjaar, dan denken wij spontaan aan de uitbundige bloesems van appel- en perenbomen.
In Jezus tijd gaat het meestal over vijgenbomen of over wijngaarden.
Maar een vijgenboom is helemaal anders dan een appelboom of een perelaar. Er komen namelijk geen bloemen aan deze boom. Er is zelfs een boeddhistisch gezegde: zoeken naar een bloem in een vijgenplant, om iets aan te duiden dat eigenlijk onmogelijk is.
In de bijbel komen wel vijgen of vijgenbomen ter sprake. Het begint al bij het verhaal van Adam en Eva. Als zij het aards paradijs worden uitgestuurd, gaan zij zich kleden met vijgenbladeren.
Maar dan die boom daar in het paradijs. Dat was toch een appel!
Dat staat er niet expliciet. Er staat: de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en kwaad.
Mensen hebben zich daar altijd vragen over gesteld. Ook al 400 jaar geleden, toen de gebroeders Van Eyck het Lam Gods schilderden. Je weet waarschijnlijk dat ze al een aantal jaren bezig zijn met de restauratie van dat grote schilderwerk. Daarbij kwam aan het licht dat Eva eigenlijk geen appel in haar hand heeft, maar een ander soort fruit, een gebobbelde soort citroen, die ook wel adamsappel genoemd wordt.
Maar we wijken af. We hadden het over vijgen of vijgenbomen.
Een aantal jaren geleden waren verse vijgen bij ons totaal onbekend. Toen kenden we alleen maar van die gedroogde, platte vijgen die werden ingevoerd. En natuurlijk kenden we ook de uitdrukking vijgen na Pasen, al begrepen we niet waar die zegswijze vandaan kwam. Er is trouwens een verband tussen beide.
Vijgen zijn pas rijp in de zomer en dat is zeker altijd na Pasen. Maar droge vijgen waren er wél en die mochten ook in de weken voor Pasen, tijdens de vasten, gegeten worden.
Na Pasen, als de vasten voorbij was, konden de mensen terug eten wat ze maar wilden, en waren die droge vijgen plots overbodig. Niemand wou dan nog van die platte vijgen. Vandaar de uitdrukking vijgen na Pasen. Je zou het kunnen vergelijken met chrysanten na Allerzielen.
Ook in het evangelie horen we regelmatig over vijgenbomen. Denk bijvoorbeeld aan het verhaal van Zacheüs, die in een vijgenboom klom om Jezus beter te kunnen zien.
Het eerste verhaal over een vijgenboom lezen we bij Marcus.
Hij vertelt dat Jezus een vijgenboom in blad zag staan en ging kijken of er misschien iets aan te plukken viel. Maar de boom had alleen bladeren. Niet verwonderlijk, want het was niet de tijd van de vijgen. Daarop zei Hij tegen de boom: in eeuwigheid zult gij geen vrucht meer dragen, niemand zal nog vruchten van jou eten! Toen de leerlingen de volgende morgen langs de vijgenboom kwamen, zagen zij dat die helemaal verdord was.
Was Jezus dan zon slechte kenner van de natuur, dat Hij in de vroege lente al vijgen aan de boom verwachtte? Integendeel! Dat blijkt uit zijn verrassende antwoord:
Je moet op God vertrouwen. Als je iets aan God vraagt, twijfel dan niet, maar geloof dat het zal gebeuren. Dan gebeurt het ook.
Dan zal je niet alleen doen wat Ik met die vijgenboom gedaan heb, maar zelfs als je tegen die berg zegt: kom van je plaats en laat je in de zee vallen.
Als je iets aan God vraagt, geloof dan dat je het al gekregen hebt. Dan krijg je het ook.
Een soort yes, you can!, als je er maar in gelooft
Dat Jezus wél een kenner van de natuur was, blijkt trouwens uit zijn andere uitspraken: Leer uit de vijgenboom. Wanneer zijn twijgen al zacht worden en beginnen uit te botten, dan weet je dat de zomer in aantocht is of Iedere boom wordt gekend aan zijn vruchten; men plukt geen vijgen van dorens, men oogst geen druiven van een braamstruik.
Uit de lezing van vandaag blijkt trouwens dat Jezus ook wél verstand heeft van tuinieren. Jezus vertelt een gelijkenis over een vijgenboom die al jarenlang geen vruchten geeft. Maar in plaats van de boom om te hakken, wil de tuinman hem bemesten en een tweede kans geven. Het is een parabel over het geduld van God, de tuinman, die aan ieder mens een tweede kans, een tweede adem wil geven.
Is Jezus de tuinman?
Is God de tuinman?
Neen, maar Hij gebruikt zoals de tuinman wél alle mogelijke middelen om onze aandacht te trekken. Dan plots lijkt het of Hij zegt: Mens, knip, nu heb Ik je aandacht, nu ben je aanspreekbaar.
Ook bij Mozes gaat het een beetje zo.
Mozes is opgegroeid aan het hof van de farao. Hij komt daarna terecht bij de Midjanieten, waar hij de schapen gaat hoeden van zijn schoonvader Jethro.
Mozes kent dus zowel de planten in de paleizen als alle soorten planten in de natuur.
Juist dat maakt hem zo nieuwsgierig en ontvankelijk voor het nieuwe.
Toch staat hij heel verbaasd te kijken naar die brandende doornstruik.
Dat vreemde verschijnsel wil hij van nabij bekijken.
Hij wil het begrijpen.
Maar het omgekeerde gebeurt. In het vuur ziet hij God: als een vuur dat nooit uitdooft, zoals de zon nooit ophoudt te branden.
Mozes wordt aangestoken door dat goddelijk vuur. God ráákt Mozes in de doornstruik.
Je weet hoe doornstruiken zijn. Als je erin komt, dan geraak je er niet gemakkelijk meer uit.
Vanuit het brandend braambos ziet God hoe Mozes bezig is met de schapen van de kudde en zegt: Ik zie dat jij een goede herder bent. Voortaan zal jij mijn volk Israël hoeden.
God ráákt Mozes in zijn verbondenheid met zijn volksgenoten. Hij gaat in op hun kwetsuren.
Ook Jezus zoekt iedere keer opnieuw onze aandacht, met alle mogelijke middelen.
Dan lijkt het of Hij zegt: Mens, knip, nu heb Ik je, nu ben je aanspreekbaar.
Tuinman Jezus, nu Jij mij aanzet om de grond van mijn bestaan, de grond rond mijn onvruchtbare vijgenboom, toch nog eens opnieuw te bewerken, wil ook ik wat meer aandacht geven, ook aan de mens die dreigt uitgesloten te worden.
Zoals Jezus spreekt God ons steeds weer aan, in de doornstruik van onze woestijn.
Heer, in het vuur van mijn woestijn kom Jij me tegemoet. Heer, nu Jij mij aanspreekt in die braamstruik; God, die Jezelf noemt Ik ben die is of Ik zal er voor u zijn; Heer, die naar ons omziet, ook ik wil er een beetje meer zijn in dienstbaarheid.
Misschien is dat de houding die wij moeten proberen aan te nemen: ik zal er zijn voor u
Aangesproken door de Heer aanspreekbaar worden voor mensen.
Heer, wil Jij opnieuw een brandend teken zijn van onze zorg voor elkaar, welgemeend en wereldwijd, en leer ons delen, metterdaad en steeds opnieuw, naar het voorbeeld van Jezus, waardoor mensen opnieuw een tweede kans krijgen om volop mens te zijn.
Jezus, wil Jij ook vandaag de tuinman zijn in ons leven, die ons niet omhakt maar toch weer een nieuw adem geeft.
Evangelie: Lucas 9, 28b-36 - 'Zijn gelaat veranderde van aanblik'
Lieve mensen
Roepende stilte! Het thema van deze viering!
Naar de verhalen uit de bijbel luisteren is niet altijd zo aangenaam.
Het eerste verhaal, uit het oude testament, lijkt op wat horror! En toch..
Het doorsnijden van dieren en de 2 helften over elkaar leggen zodat je er kunt tussen wandelen waren uitgeschreven rituelen om een contract te sluiten tussen 2 grondbezitters, of handelaars, of .
In dit verhaal werd het wel een bijzonder contract! God sluit en verbond met Abraham!
De fakkel en de rook verwijzen naar het mysterie dat God er steeds is, zoals Hij zijn volk uit de slavernij haalde en als een lichtende vuurzuil of een wolk hen doorheen de woestijn bleef begeleiden.
Roepende stilte!
Het tweede verhaal is er een uit Jezus leven! Jezus waarover we ontelbare keren lezen dat Hij een berg opgaat om zich even te bezinnen, en te bidden. Vandaag, met zijn leerlingen, de berg Tabor op!
Jezus, de roepende stilte!
Wie van de bergen houdt, weet wat dat betekent! Het is een weg uitstippelen en die weg gaan zoals die zich voordoet. Sommigen doen dat van kindsbeen af met het gezin, en kennen de zweepslagen om de top te halen.
Anderen leren dat later kennen en zetten een speciale berg zoals de Mont Blanc of de Mont Everest op hun bucketlist!
Anderen vertrekken uit solidariteit voor hun zoon, die de berg kanker moet zien te overwinnen.
Het wordt voor velen een ware pelgrimstocht, of een straffe expeditie!
Zo n berg bestijgen vraagt wel wat aandacht en inzet, is even je genegen tv-reeksen vergeten, de voetbaluitslagen en andere wissewasjes vergeten. Het is het overbodige achterwege laten, de ballast afwerpen samen met alles wat we doen zonder geestdrift en zonder ziel.
Zo n berg bestijgen is toch zijn verdriet meedragen : die pijnlijke last waarmee we opstaan en waarmee we gaan slapen.
En eens de top bereikt voelen we ons onnoembaar gelukkig in ons totaal uitgeput afgepeigerd lichaam! Ware euforie!
We genieten van de schoonheid en van het wondergebeuren!
We voelen ons werkelijk dichter bij de hemel dan ooit tevoren!
De roepende stilte werkt!
Dat was ook de ervaring van de Jezus leerlingen!
Ze zagen hoe hun Jezus stralend nieuw werd in verbondenheid met Elia en Mozes! Twee belangrijke profeten die heel wat betekend hadden voor hun voorouders en voor de mensheid tot op vandaag.
Het was een euforisch moment waarin ze zich uitverkoren bij hun Jezus wisten en zijn Vader.
Zó wilden ze nog lang bij Hem blijven, zelfs tenten opzetten om er en tijdje samen te wonen
Maar Jezus zou Jezus niet zijn als Hij hen niet vlug terug met beide voeten op de grond zette.
Kom, zei Hij, koester dit moment, en laten we naar beneden gaan, naar onze familie, onze buren, onze dorpsgenoten die ons groot nodig hebben. En zo geschiede.
Jezus, de roepende stilte zelf!
Ook de bergbeklimmer op de Mont Blanc, of Mont Everest, wordt vlug terug naar beneden geroepen!
Allereerst is het de natuur die je veilig stelt. De ijskoude striemende wind doet je verkleumen, geeft het risico op vallen en roept je naar beneden!
Je familie, je vrienden, je werk, roepen je terug naar beneden!
Zo ben je vlugger terug op weg naar huis dan je ooit vermoedde.
Maar anders!
De roepende stilte! Je voelt ze aan de lijve.
Thuisgekomen merk je hoe mensen heel andere bergen te verzetten hebben.
Je zoon vecht nog steeds tegen zijn kanker.
De kleinzoon van je vriendin vecht met zijn aangeboren hartafwijking.
Je buurvrouw moet maandelijks de touwtjes aan elkaar knopen om de maand betaalbaar door te komen.
Volkeren in het zuiden, zoals in Guatemala, strijden nog steeds tegen corruptie en machtsmisbruik.
Je hart is beroert, en je ziet zoveel belangloze inzet en zoveel trouw onder kleine, gewone mensen.
Je hart is dankbaar en je voelt je gezegend omdat je t gehaald hebt en je je gewone weg kunt verderzetten.
De roepende stilte! Ze doet je zon deugd!
Hier, vandaag de berg Tabor bestijgen is, stappend in de schaduw van Jezus,
God op het spoor komen.
Zelf dichterbij komen en heel de werkelijkheid van ons bestaan laten meespelen in Zijn vraag en ons antwoord, in Zijn roepende stilte!
Vandaag de berg Tabor bestijgen geeft ons een diepe innerlijke vrijheid en kracht!
Evangelie: Lucas 4, 1-13 - 'Door de Geest naar de woestijn gevoerd'
Vorige woensdag heeft Herman hier palmtakjes van vorig jaar verbrand voor de askruisjes. Het was indrukwekkend: eerst een vlammend vuur, dat doofde in een grote zuil van rook tot aan het plafond van de kerk. We konden onze tocht door de woestijn niet beter beginnen.
Want dat is onze vasten: we doen die zwerftocht van veertig jaar, die Israël maakte nog eens over. En zij liepen daar niet doelloos rond: ze vertellen dat dag en nacht Jahweh hen voorging, ze zagen hem overdag als een grote rookzuil, en ’s nachts als een vlammend vuur.
God was bij hen, dat hebben ze daar geleerd. Die tocht was voor hen geen ramp, maar een louterende weg naar de redding. In de woestijn zijn ze God tegengekomen en gehoord, in de woestijn hebben ze zijn barmhartigheid en zijn kracht ondervonden, in de woestijn hebben ze geleerd waar het in het leven op aan kwam, in de woestijn is hun geloof gegroeid dat een goede, liefdevolle macht ons draagt en beschermt.
Ze hebben geleerd dat God ons niet in de steek laat. Ze hebben ondervonden dat wij, mensen, dus dankbaar moeten zijn. Zwervers in de woestijn zijn we, we hangen af van wat we krijgen. Alles, ook onze talenten, onze kracht, ons vernuft, en de mensen die ons omringen, hebben we niet zelf gemaakt, maar gekregen. Zo omringt ons die goede, liefdevolle macht.
Ze hebben ook geleerd, dat van al wat mensen opjaagt en voortdrijft, er eigenlijk weinig belangrijk is. De mens leeft niet van brood alleen, van materieel bezit. Belangrijker is: hoe komen we aan dat brood? Is het eerlijk verdiend, of profiteren we van andermans arbeid? Wat doen we ermee?
Houden we het jaloers voor onszelf, of delen we het? Belangrijker is Gods woord, die ons oproept om ons te bekommeren om de zwaksten onder ons.
In het evangelie vandaag horen we hoe ook Jezus, in het spoor van zijn volk, naar de woestijn trekt, om er te zoeken waar het op aan komt, wat God van hem verwacht. En hij heeft Gods oproep gehoord. Dat blijkt als de duivel opduikt. Die duivel is een beeld van die andere stem, die Gods woord wil overstemmen. De stem die ons verleidt om ‘ons goesting’ te doen. Om bezit en macht te aanbidden. Om hoogmoedig te denken dat wij moeten heersen, en anderen gehoorzamen.
Jezus geeft aan die verleider geen gehoor. Op Gods woord volgt hij de andere weg. De weg van de dankbare nederigheid. Samen met hem in de woestijn leren we zien hoeveel we gekregen hebben, van God, en van de mensen die hij ons geschonken heeft. En die dankbaarheid zal ons in staat stellen dienstbaar te zijn voor de mens naast ons. Ook hij is een zwerver, op zoek naar een gastvrij onderdak, ook zij kan niet overleven zonder een uitgestoken hand.
Op die dankbare dienstbaarheid zullen we getest worden, als we uit de woestijn komen. Dat zal de proef op de som zijn, om te kunnen uitmaken of we Gods lichtend vuur gevolgd hebben. Staat er om het einde van het evangelie niet ergens: “Wat je voor de minste van de mijnen gedaan hebt, heb je voor mij gedaan”?
Evangelie: Lucas 6, 39-45 - 'Een boom kent men aan zijn vruchten'
Wegwijzerviering - Een viering waar ook de families, eerste communicanten en vormelingen centraal staan
Kennen jullie het liedje van Bart Peeters: Brood voor morgenvroeg?
Het is dikwijls de vraag van mama of papa voor ze s avonds gaan slapen: hebben wij wel brood voor morgenvroeg? Want morgenvroeg hebben we brood nodig. Om te ontbijten en om de brooddoosjes te vullen voor de school en het werk. Als er geen brood is, hebben we een probleem.
Ook als we op tocht gaan met de familie of de jeugdbeweging, nemen we meestal brood mee. Zeker als die tocht een tijd gaat duren en als we honger gaan krijgen. Dan maken we een picknick of een knapzak klaar: brood voor onderweg. En dan denken we s avonds ook: hebben we wel brood voor morgenvroeg?
Want brood kan je niet zomaar ergens gaan plukken. Brood groeit niet aan de bomen zoals fruit. Of je kan het niet uit de grond halen zoals groenten. Om brood te maken moet er heel wat gebeuren. Je hebt graan nodig en daarvoor moet je eerst zaaien en oogsten. Dat graan moet je malen tot bloem of meel, dan moet je er water bijdoen en gist en zout. Dat moet je heel goed kneden, laten rijzen en dan bakken. Dan pas heb je brood.
De eerste communicanten hebben het vandaag trouwens ook ondervonden. Is jullie brood al klaar? Hebben jullie goed geluisterd naar het verhaal van het brood deze morgen?
Brood kunnen wij niet missen, brood hebben we alle dagen nodig. Als mama en papa gaan werken, noemen we dat hun broodwinning. We zeggen van mensen dat ze goed hun brood verdienen. In het Onze Vader is er ook zo een zinnetje: geef ons heden ons dagelijks brood. Dat betekent: geef ons wat we elke dag nodig hebben om te leven.
We hebben zo een woord in onze taal: wat we niet kunnen missen hebben we broodnodig. We hebben het zo nodig als brood. Brood kennen alle mensen in alle landen, in alle culturen, in alle tijden. Ook lang geleden.
Toen Jezus wist dat Hij niet lang meer zou leven en niet lang meer bij zijn vrienden, bij zijn leerlingen zou zijn, heeft Hij hen bij elkaar geroepen aan tafel. En Hij wilde dat zij aan Hem zouden blijven denken en dat ze zijn boodschap en zijn voorbeeld niet zouden vergeten.
En Jezus heeft toen ook brood genomen. En geen appels of olijven of prei of kokosnoten. Hij nam brood. Omdat brood is iets was dat ze allemaal kenden en omdat ze begrepen dat zij allemaal brood nodig hebben. En ook omdat je brood kan breken en met mekaar kan delen. Je kan niet alles in stukken breken, zeker niet met je blote handen, maar brood wel. Een appel of een ajuin of een kokosnoot kan je niet breken. Brood wel. En dat gaf Jezus ook als teken.
En die avond zei Jezus tot zijn leerlingen: Ik wil voor jullie brood zijn. Ik wil zijn wat jullie alle dagen nodig hebben en niet kunnen missen. Ik wil dat brood voor jullie breken en delen. En dat moeten jullie ook doen, als jullie mijn vrienden willen zijn en blijven. Dan moeten jullie breken en delen met elkaar.
We hebben Jezus nodig als brood. En soms vergeten wij dat wel eens, wij allemaal. Soms vergeten we dat we Jezus nodig hebben en dat we moeten delen. Soms denken we ook wel eens dat we geen brood nodig hebben. We hebben ons dan misschien volgestopt met chips of snoep en dan hebben we geen honger meer aan tafel. Maar ook dat is niet gezond, dat weten we wel.
We hebben Jezus broodnodig. En daarom is het goed dat we regelmatig samenkomen om elkaar daaraan te herinneren. We kunnen op veel manieren en op veel plaatsen samenkomen met elkaar. Eén van die mogelijkheden is hier in een kerk, met een groep mensen die allemaal in Jezus geloven.
Dan komen we samen, zoals hier, met mensen die binnen een paar maanden een grote stap gaan zetten in hun jonge leven. En dan is zo een samenzijn voor ons even belangrijk als brood voor onderweg.
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.