Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Vierde zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 30 en zondag 31 januari 2010
Eerste lezing: Jeremia 1, 4-5.17-19 - 'Tot profeet heb Ik u bestemd' Evangelie: Lucas 4, 21-30 - 'Geen profeet is aanvaard in eigen stad'
De lezingen die we vandaag horen brengen enkele mensen samen, die een gezamenlijk kenmerk hebben: hun handelingen worden gestuurd door God.We hebben het hier over: Jeremia, Elisa, Elia, Jezus en Damiaan. De eerste drie zijn profeten uit het oude testament, dan is er Jezus de Messias en dichter bij ons Damiaan, die we nu de heilige Damiaan moeten noemen. Wat is er in hun handelen zo belangrijk dat ze ook voor ons wat te betekenen hebben?
Beginnen we met Jeremia. Van hem lezen we dat God hem voorbestemd had en ik citeer: Voordat hij in de moederschoot gevormd was! Dus ondanks zijn aanvankelijk protest en ik citeer weer: Ik ben te jong, ik kan nog niet praten volgt hij het woord van God. Omgord uw lendenen en trek er op uit. Hij volgt dit bevel ook, omdat hij weet, het is hem door God verzekerd, dat God hem zal bijstaan en steunen. Hij weet dat hij tegenkanting zal krijgen, maar dat weerhoudt hem niet zijn opdracht en roeping te volgen.
Dan komen we bij de twee profeten uit vroegere tijden.Allebei verrichten ze een genezingswonder. Elia wekte het kind van de weduwe in Sarepta uit de dood op en Elisa genas de Syriër Namaäm van een kwalijke huidziekte. De talrijke wondere genezingen die Jezus verrichtte moeten we niet opsommen, die zijn ons door de verhalen van de evangelisten genoegzaam bekend.
En dan komen we bij onze Vlaamse held en heilige: pater Damiaan. Zijn leven en werk, volledig voor en samen met de melaatse mensen op Molokaï, wie van ons kent ze niet? Buiten het feit dat zij allemaal geroepen zijn door God en genezingen kunnen doen, valt er nog iets op in hun handelswijze. Het is Jezus zelf die er ons attent op maakt. Zij werken niet in hun eigen vertrouwde omgeving.
Elia en Elisa gaan naar de heidenen, Jeremia brengt zijn boodschap ook ver van huis en tot woede van de mensen van Nazareth zijn heel veel wonderen gebeurd in Kafarnaüm. En onze Damiaan is ook niet in een kliniek in Leuven of Brussel gaan werken. Wat moeten wij daarin verstaan? Voor mij is dit althans duidelijk: God is er voor iedereen en niet alleen voor enkele uitverkorenen. Is het daarom dat Jezus zoveel tegenkanting kreeg omdat zijn woord en vooral zijn daden weerklank vonden bij iedereen, dat de boodschap die Hij bracht ook de niet joden kon bekoren, dat Zijn invloed zo groot werd dat het een bedreiging vormde voor de gevestigde orde?
Zo komt het natuurlijk tot een woeduitbarsting in de synagoge wanneer Jezus zegt dat het woord dat Hij zojuist gelezen heeft, namelijk een tekst van Jesaja, vandaag, en dan doelt Hij op zichzelf, in vervulling is gegaan. Hij wordt bedreigd maar, en zo staat het zo mooi vermeld:Hij ging tussen hen door en Hij ging zijns weegs. Hij laat zich niet afschrikken en gaat Zijn eigen weg.
Dat is natuurlijk eigen aan die mensen die zich geroepen weten, ondanks tegenkanting en verzet blijven ze doen wat ze als opdracht gekregen hebben of wat ze voor zichzelf uitgemaakt hebben dat dit de weg is die ze moeten gaan. Ze beperken zich niet tot hun eigen vertrouwde kringetje, waar ze zeker zijn van applaus en waardering. Neen ze durven zich op onbekend terrein begeven, ze durvenhun nek uitsteken Voor mij is dit de boodschap die ik vandaag uit de teksten krijg. God is er voor ieder van ons en als wij die boodschap verstaan dan weten we ook dat er van ons iets verwacht wordt. Het is natuurlijk niet iedereen gegeven alles op te geven en verre oorden op te zoeken om goede daden te verrichten. Gelukkig kunnen we ook steun geven aan diegenen die het wel doen.
Vandaag is er een bijzondere omhaling voor de Damiaanactie. Een gelegenheid om onze goede daad dichtbij te doen voor mensen ver weg, voor mensen die misschien niet tot onze cultuur en geloofsgemeenschap behoren, maar wel in de eerste plaats mensen in nood. De profeten hebben het voorgedaan, Jezus heeft het nog eens herhaald en Damiaan heeft en zijn levenswerk van gemaakt.
Wij weten allen hoe het hem vergaan is. Dat hij zijn liefdeswerk met de dood zou bekopen. Dat moet hij geweten hebben, in die tijd was er immers nog geen geneesmiddel tegen lepra gekend. Ondanks dit weten heeft hij toch van die stinkende chaos waar alleen onrecht, willekeur, ziekte en dood de plak zwaaiden bij zijn aankomst, een normale leefgemeenschap kunnen maken. Gemakkelijk is het niet gegaan, we weten dat hij veel tegenkanting ondervond, niet het minst bij zijn kerkelijke overheid, maar gedreven door een unieke stroom van energie die zijn bron heeft in God, heeft hij het onwaarschijnlijke kunnen bereiken: een menswaardig bestaan voor zijn zieke mensen en uiteindelijk begrip voor de titanenstrijd die hij voerde.
We weten dat het sterven van Damiaan geen einde heeft gemaakt aan zijn werk. Ook nu nog gaat de strijd tegen deze ziekte door, zovelen die aan dit werk hun beste zorg besteden rekenen op onze hulp vandaar het tweede mandje bij de omhaling.
Weet je nog? 2 jaar geleden zongen we hier samen zes weken lang voor Haïti! We zongen het lied van broederlijk delen en zamelden geld in onder het motto: Geef Haïti een kans! En een kans kregen ze via broederlijk delen uit heel Vlaanderen. 12 dagen geleden werd de hoofdstad Porte au Prince en enkele km daarrond totaal verwoest door die verschrikkelijke aardbeving! Dagelijks kijken we naar de afgrijselijke beelden of juist niet omdat we er niet meer tegen kunnen. Dagelijks wordt ons hart geraakt en spreken we er over op het werk, op straat, in de vergaderingen en thuis aan tafel.
Haïti lijdt! Een land is verwoest! Steun Haïti via het rekeningnr 000-0000012-12 Eén nummer voor zovele organisaties samen! Woensdag keken we naar TV 12-12 en vrijdag luisterden we ganse dag naar radio 12-12. Zovele scholen, bewegingen, groeperingen en enkelingen tonen zich solidair. Ongelooflijk wat een solidariteit er tot stand komt bij ons en over bijna heel de wereld.
Eén grote solidariteit met zon grote verscheidenheid. Het is natuurlijk veel complexer dan deze enkele schamele woorden. Toch is het een goede illustratie van één lichaam dat bestaat uit, en vooral dóór zoveel ledematen!
Heb je ook het nieuws gehoord uit Rumst waar de winkel en de woonst van de ambachtelijke bakker van de oude kneder verleden zondag totaal uitbrandden? Heb je het nieuws gehoord en de beelden gezien van de stom geslagen bakker, met de krop in de keel, door de geweldige solidariteit van zijn gemeentebewoners die ook een benefit avond opzetten en allerlei acties organiseren om deze bakker zo vlug mogelijk terug aan een woonst en vooral een winkel te helpen. Weer één grote solidariteitsbeweging met n grote verscheidenheid aan acties!
En te Leuven worden de poorten van AB InBef gesloten door de arbeiders. De verscheidene vakbonden slaan de handen in elkaar en heel de arbeidersgroep strijdt mee tegen het ontslag van de 263 werknemers. Wat een solidariteit! Na 14 dagen wordt er terug aan tafel gezeten om te praten en zijn de ontslagen ingetrokken Nogmaals, lieve mensen, het is allemaal veel complexer dan de krantenkoppen ons laten weten, maar het werkt en het leeft!
Ook in Korinthe was er 30 jaar na Jezus dood al een heel grote verscheidenheid aan volgelingen van Jezus, aan christenen Spijtig genoeg groeide er tegelijkertijd een grote onenigheid onder hen want vele groeperingen vonden dat zij alléén het bij het rechte eind hadden. Daarom roept Paulus met de eerste lezing op tot, eenheid in verscheidenheid. Daarom vraagt hij om het doel niet uit het oog te verliezen, om ieder in eigen groepering te blijven geloven wetend dat ook de anderen hetzelfde goede doel nasterven.
Is het niet vanuit zulke gedachten dat jonge mensen samen gezocht hebben naar een missie voor onze parochie? En zei hebben die in de mooie woorden uitgedrukt waaraan we hier wekelijks herinnerd worden: Missie Dit is het antwoord op de vraag: wat is onze opdracht en waar gaan we voor in de komende tien jaar ?
In onze kerkgemeenschap op Linkeroever zijn alle mensen van goede wil van harte welkom, ongeacht hun leeftijd, geslacht, herkomst of geloof, en nodigen we iedereen uit om, dag na dag, bij vreugde en bij pijn, en met een eigentijdse vorm en taal, samen het leven te vieren omdat we geloven dat we op die manier van het huis van God een warme thuis kunnen maken en een stukje dichter komen bij de ontdekking van de hemel.
Toch schitterend dat we allemaal hieraan mogen meewerken? Ieder met zijn talenten, ieder zoals hij gebekt is! De woorden van Paulus, we hebben ze begrepen en slagen er al heel dikwijls in om ze te verwezenlijken. Proficiat, zou ik zo zeggen!
We horen ook een stukje uit het evangelie van Lucas. We horen hoe Jezus terug te Galilea, naar de tempel gaat en voorleest uit de boekrol van Jesaja! Hij kiest een stukje uit, dat lijkt of het op hem geschreven staat.
Hij weet zich gezalfd. Om aan armen de goede boodschap te brengen, om aan gevangenen hun vrijlating aan te kondigen en aan blinden het licht in hun ogen, om verdrukten in vrijheid te laten gaan, en een jaar af te kondigen dat de Heer welgevallig is.
Het stukje dat Hij leest zijn woorden van een profeet en houdt een opdracht in. De profeten leven in de vaste overtuiging dat God door hen spreekt en het woord dat ze spreken, als het ware van Godswege is. Maar nergens zegt Jezus dat Hij, zoals de profeten, een woord van God ontvangt en daarom spreekt. De zovele woorden van JHWH in het oude testament zijn met Jezus geboorte in vervulling gegaan. Hij zelf wordt wat in het oude testament geschreven staat. Hij wordt het woord Gods met de mensen. Hij wordt de vele beloften die in het oude testament gedaan werden. Hij wordt de Immanuël, God met ons.
Hij wordt mens met de mensen en tegelijk God met de mensen. In Jezus laat God aan ons zien, horen en voelen hoe Hij met de mensen wil zijn. Hoe Hij met ieder, in ieder en door ieder van ons wil zijn om zijn opdracht verder te zetten. Met de geboorte van Jezus wordt het goddelijk in de mens geopenbaard. Alleen met ons hoofd en ons hart, met onze handen en voeten kunnen wij zijn diepste verlangen, zijn droom waarmaken. Wij zijn allemaal uitverkorenen om zijn Rijk uit te bouwen. Is dat niet fantastisch? Misschien is het pretensie hebben te denken dat we uitverkorenen zijn, maar neen hoor! Dat is werken! Kei hard werken! Maar we mogen ook zingen, vechten, huilen, bidden, lachen en bewonderen ! Daarvoor krijgen we, hier en nu, met het Lucasevangelie, vanuit het woord dat in vervulling gegaan is, een heel jaar de tijd!
Tweede zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 16 en zondag 17 januari 2010
Eerste lezing: 1 Korintiërs 12, 4-11 - 'Eén en dezelfde Geest, die aan ieder zijn gaven uitdeelt' Evangelie: Johannes 2, 1-12 - 'De bruiloft te Kana in Galilea'
Jullie kennen waarschijnlijk het schilderij de boerenbruiloft van Pieter Breugel. Er is veel volk aan tafel. Er wordt er muziek gespeeld, uitbundig gegeten en gedronken. Maar aan de feesttafel zit onder de luifel alleen de bruid.
Het trouwfeest dat ons vandaag wordt voorgeschoteld, is ook zon eigenaardig feest. We weten zelfs niet wie er trouwen. Daarover wordt door Johannes met geen woord gerept. Het is een groot feest, waarop de familie, de vrienden en de hele buurt zijn uitgenodigd. Zoals daar gebruikelijk, duurde het feest verschillende dagen en werd er overvloedig gedronken. Het draait, zowel voor Breugel als voor Johannes duidelijk niet om de trouwers, maar om het feest. Breugel maakt er een wondere tekening van,
Johannes wil ons een wonderteken geven. Hij wil ons duidelijk maken dat er méér aan de hand is, en hij doet dat aan de hand van wat wij een wonder, een mirakel zouden noemen. Toch is zijn verhaal over de bruiloft in Kana maar een kapstok om er een teken van Gods tussenkomst bij de mensen aan op te hangen. Wij zouden dus ook een héél ander verhaal kunnen vertellen. Het hoeft niet over een feest te gaan. Het zou zelfs over een ramp kunnen gaan. Maar laten we het tussen mensen houden.
Over een huwelijk bijvoorbeeld. Niet bepaald een huwelijksfeest, maar een huwelijk dat al een aantal jaren loopt, en waar een beetje sleet op komt. De grote liefde is wat bekoeld door de sleur. Tevéél water in de wijn van elke dag. Of juist te weinig water, te weinig spoeling, zodat alles troebel wordt. De echtgenoten, we hoeven ze niet bij naam te noemen, want het zou best een beetje over onszelf kunnen gaan, zien elkaar niet meer zitten. Niet omdat er een ander zou zijn, maar omdat de atmosfeer, het water vervuild is. De filters zijn verstopt geraakt. Het water wordt troebel. Wees gerust, er komen geen politieke instanties aan te pas. Dit is géén Zennewater.
Iemand die het goed met hen meent (in een sprookje zou zij zeker een fee of een petemoei heten, maar bij Johannes is het Maria, de moeder van Jezus) legt de vinger op de wonde. Zij stelt vast dat de relatie is verschraald, verzuurd, verwaterd. Het is geen wijn meer is haar diagnose. Maar is er ook een uitweg, een oplossing? Petemoeien kunnen ook niet alles, en zeker niet alleen. Dus spreekt Maria haar zoon aan. Een gebed dus. Toch krijgt ook zij niet meteen respons, integendeel. Jezus antwoordt dat zijn tijd nog niet gekomen is.
Toch is haar gebed het begin van een oplossing. Vol vertrouwen vraagt Maria aan de dienaars: doe maar wat Hij u zegt. En dan gebeurt het. Zij vullen de zes grote kruiken met water. Natuurlijk hadden zij kunnen antwoorden, letterlijk dan: loop zelf naar de pomp. Maar dat doen zij niet. Ook de dienaars hebben blijkbaar vertrouwen in die jonge Rabbi. Hooguit hebben ze binnensmonds gemompeld wij kunnen niet tóveren! Je kent deze spreuk waarschijnlijk wel, al komt ze niet van de Bond zonder naam: Het onmogelijke doen we direct. Wonderen duren iets langer. Op verzoek wordt er ook getoverd. En af en toe gebeurt er zelfs een mirakel
In het Italiaanse Marino, even ten noorden van Rome, is er eerste weekeind van oktober Druivenfestival. Al meer dan 400 jaar is het de traditie dat er dan wijn spuit uit de fontein op het dorpsplein. De inwoners van het plaatsje zien elk jaar reikhalzend uit naar die miraculeuze transformatie. Maar in 2008 liep het anders. Door een verkeerde koppeling stroomde de wijn uit de kranen van de bewoners van het stadje, tot grote vreugde van een groot deel van de bevolking dat snel flessen en emmers met wijn vulde. En terwijl de burgemeester de wachtende bevolking met glas in de hand probeerde te paaien met de woorden het onmogelijke doen we direct, maar wonderen duren iets langer, stroomde bij de propere huisvrouwen, die het gedoe op het dorpsplein juist wilden vermijden, de frisse wijn uit de keukenkraan.
Van water écht wijn maken gaat wel anders. Misschien gaat het niet zo snel als op het bruiloftsfeest bij Johannes. En meestal loopt het niet zo vlot als op het dorpsfeest in Marino. Er is tijd nodig om aan water de kleur en de smaak van wijn te geven. Ongeveer de tijd nodig om de druiven te laten groeien en rijpen om ze daarna te plukken en te laten vergisten.
Een relatie die in de loop van de tijd is uitgeblust, opgedroogd, kan alleen worden gevoed, door ze opnieuw bij de bron te brengen. Een relatie die in de loop van de tijd is vastgeraakt, vastgelopen, kan alleen worden losgemaakt, door er opnieuw tijd in te investeren. Misschien ongeveer de tijd nodig om aan water opnieuw de kleur en de smaak van wijn te geven. Is het méér wonder, naarmate het minder tijd nodig heeft of sneller gaat. Of is het minder wonder, naarmate je er méér tijd in investeert? Mij lijkt het alleszins méér wonder, als het effect ervan wat langer aanhoudt. Het (afval)water van de sleur vervangen door water van frisheid, is dat dan geen wonder? Ook al is het maar water, het eau-de-vie van het leven. Amen.
Inspiratie deels geput uit Het vat (van de liefde) is af door Kris Depoortere in Kerk & Leven van 6 januari 2010.
Verleden week liepen ze nog lustig zingend te zoeken naar het kindje in de kribbe, de drie koningen. En toen ze het gevonden hadden, ging de hemel voor hen open, de glimlach van dat kindje en van zijn lieve ouders maakte heel hun lange lastige reis goed. Als ze terug naar huis gingen, zullen ze nog harder gezongen hebben.
Maar dan hebben ze de kroon aan de kapstok gehangen, en hun mantels in de kast. Het is maandag geworden, de maandag na de vakantie en na de feestdagen. Zo is voor ieder van ons het leven terug normaal geworden, en hebben we ondervonden dat zo'n maandag in het nieuwe jaar heel goed lijkt op die maandagen in het oude...
In ons kerkelijk jaar gaat dat ook zo: na de feestdagen, komen de zondagen doorheen het jaar. Vandaag is het de eerste daarvan. En die zal lijken op de tweede, en op de derde. Op deze zondag begint Jezus in ons evangelie aan zijn openbaar leven, aan zijn taak. En ik stel me voor dat hij er zich goed bewust van was: de taak die hij op zich nam, zou zeker niet elke dag een feest zijn. Vele dagen in Jezus openbaar leven zullen op elkaar geleken hebben, en ook hij zal hebben moeten vechten tegen sleur. De Zoon van God was een échte mens, - een mens om mee te leven, zingen we in het lied - en het leven van elke mens wordt door sleur bedreigd.
De evangelisten ook Lucas vandaag vertellen dat hij begon met zich te laten dopen door Johannes. Hij was de enige niet. Je kan zeggen dat die doop een daad van nederigheid was: Jezus schaart zich tussen de gelovige, zoekende mensen die zich willen bekeren, die weten dat ze niet perfect zijn en hun zwakheid aan God willen toevertrouwen. Jezus plaatst zich niet boven de anderen. Hij wil onopvallend aan zijn taak beginnen.
Hallo! hoor ik nu mensen hier in de kerk denken. We hebben daarnet toch in het evangelie gehoord, dat zijn doop helemaal niet onopvallend verlopen is? De hemel die open gaat, een duif boven zijn hoofd, en dan die stem vanuit de hemel: Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde... Ik durf denken dat de mensen toen er niets van gemerkt hebben. Zoals Jezus ook in de rest van zijn leven voor velen niets bijzonders geweest is. Als het echt zo duidelijk zou geweest zijn wat hij betekende, zou het met hem anders afgelopen zijn, denk ik. Hij is Gods Zoon, hij brengt Gods reddende aanwezigheid onder ons: dat is alleen maar zichtbaar voor wie in hem gelooft. Stilletjes aan zijn er mensen bij hem gekomen, die in hem iets meer zagen. En naarmate die zich voor hem open stelden, werden zij ook gegrepen door de geest die hem bezielde, ging zijn vuur in hen ook branden. Daar is veel tijd voor nodig geweest. Hun geloof is er een met vallen en opstaan geworden. Het werd bedreigd door de sleur van het dagelijks leven, en door de schijnbare nederlaag die Jezus, en zij met hem, geleden heeft. Maar ze zijn blijven geloven, naar zijn voorbeeld. Hij bleef zijn blijde boodschap uitdragen, elke dag, ook toen alles grijs en mistroostig werd, en ook toen de nacht van het lijden over hem kwam. In dat geloof zijn zij hem zijn gaan zien zoals hij echt was, en wisten ze: dat is de Zoon van God, de welbeminde. Dat zijn ze gaan inzien als ze konden terugkijken op die tijd dat Jezus bij hen was. Hun geloof heeft die tijd nodig gehad.
Een paar weken geleden was er op TV een film over een schilderij van Johannes Vermeer, het meisje met de parel. Misschien kennen jullie het: een mooi meisjesportret, aan haar linkeroor een prachtige parel. Als je vlak bij dat schilderij staat, zie je die echter niet: alleen wat vegen verf. Je ziet de schoonheid pas van op afstand. Zo lees ik ook dit verhaal over de doop van Jezus. Van dichtbij, op het moment zelf, heeft niemand iets gezien. Maar op afstand, als het geloof de tijd heeft gekregen om te groeien, dan is men gaan zien wie Jezus echt is. En dat geloof heeft men verder verteld, aan de volgende generaties en tenslotte aan ons.
We beginnen onze zondagen door het jaar, het leven gaat weer zijn gewone gang. En dikwijls zullen we met onze neus op het schilderij van ons leven zitten, en weinig meer zien dan wat grijzer alledaagsheid. Dan zou dat overgeleverd geloof in ons moeten kunnen branden. In het licht van dat geloof kunnen we zien dat die schijnbare grijsheid in werkelijkheid een prachtige parel is. Met Jezus zijn wij allemaal geroepen om de welbeminde kinderen te zijn van de Vader. Zo is de Blijde Boodschap, die Jezus vandaag begonnen is te verkondigen.
Weinig verhalen uit de Bijbel zijn zo verweven met volksgeloof en volkse gebruiken als het feest van Driekoningen. En het is verbazend hoe weinig we er echt over weten. Om te beginnen is het feest van Driekoningen liturgisch al een verkeerde naam. We vieren vandaag het feest van de Openbaring. Driekoningen is een typische benaming van het volk.
Matteus is de enige evangelist die het verhaal brengt. En hij heeft het niet over koningen. Hij zegt ook nergens dat ze met drie waren. Hij heeft het over wijzen of magiërs die een ster volgen. Meer niet. Pas in de negende eeuw worden het koningen en krijgen ze ook namen: Caspar, Melchior en Balthazar. Ze werden aanzien als vertegenwoordigers van de drie mensenrassen en van de drie toen bekende werelddelen. Dat heeft dan toch met de openbaring te maken: de komst van de Messias wordt op die manier geopenbaard aan alle volkeren. Maar waren het nu koningen? Allicht niet. Ze waren wel geen armoezaaiers, ze waren in staat een lange en moeilijke reis te ondernemen, ze hadden dure geschenken bij zich én ze gaan raad vragen bij Herodes, een echte koning. Maar zelf zullen ze wel niet aan het hoofd van een koninkrijk hebben gestaan. En hun land zo lang in de steek hebben gelaten.
Waren het dan magiërs? Niet in de betekenis van tovenaars. Het waren geen mensen met speciale kennis of bovennatuurlijke gaven. Vermoedelijk waren het wel mensen die iets meer van de sterren begrepen. Ze kwamen uit het oosten en met name in Babylonië waren toendertijd wel sterrenkundigen.
Waren het dan wijzen? Ja en nee. Wijs waren ze zeker, want ze gingen op zoek naar de waarheid. En de echte wijze weet dat hij altijd moet blijven zoeken. Maar ze waren niet echt verstandig in een andere betekenis. Want een dergelijke tocht ondernemen, dagen en dagen lang, met de middelen die ze toen hadden, met alleen maar een ster om hen de weg te wijzen, en om dan uiteindelijk aan te komen bij een kind in een stal het is niet echt een toonbeeld van rationeel denken. En dat kind overladen ze dan met geschenken, ze slaan de raad van koning Herodes in de wind en keren langs een andere weg naar huis terug. Is dat het gedrag dat wij van wijze mensen verwachten?
Zoals we in het openingswoord van deze viering konden horen: meer dan koningen, magiërs of wijzen waren het dromers. Mensen die nog een droom hadden over hun leven en over de wereld en die bereid waren alles in te zetten om die droom na te jagen. Om die droom te verwezenlijken. Ze gingen niet alleen een ster achterna, ze gingen ook een droom achterna.
We zijn net een nieuw jaar ingestapt en we zouden in dit licht nog een paar nieuwjaarswensen kunnen uitspreken. Wat gaan we elkaar toewensen voor 2010? Dat we koningen gaan worden? Het lijkt mij in deze tijd niet echt een aantrekkelijk vooruitzicht en ik denk niet dat velen van ons die wens koesteren. Integendeel, als iemand hardop durft te zeggen: "Ik wil koning worden", riskeert hij hooguit een vermelding in de eindejaarsshow van Geert Hoste.
Willen wij elkaar dan toewensen dat we magiërs gaan worden? Ook niet het eerste waar we aan denken bij het uitwisselen van wensen. Onze twee beroemde Franken, Deboosere en De Winne mogen dan al onze belangstelling voor de sterren en de planeten hebben aangewakkerd, echte magiërs willen we niet zijn. Tenzij we natuurlijk in een VTM-programma als "Het zesde zintuig" willen terecht komen.
Wensen we elkaar dan wijsheid toe? Dat klinkt al beter, al moeten we opletten hoe we die wijsheid invullen. Laat ons maar wijs zijn in de zin van bedachtzaam, niet te snel oordelend, vol levenswijsheid. Maar laten we niet te veel de wijsneus uithangen en elkaar van alles proberen wijs te maken.
Ik wil iedereen toewensen dat we dit jaar veel mogen dromen. Ook hier moeten we weer opletten voor de dubbele betekenis van dat woord. Marco Borsato leert ons dat dromen bedrog zijn. Maar veel onsterfelijker zijn de woorden van Martin Luther King: "I have a dream".
Ik wens niemand dromen toe die ons de realiteit doen ontvluchten. Maar wel dromen die ons in beweging zetten, zoals die mannen uit het evangelie. Dromen die ons doen opleven, die de moeite waard zijn om na te streven. Dromen die precies meer zin geven aan het leven. Laten we maar dromen bij de geboorte van een kind in onze familie of vriendenkring. Laten we maar dromen bij een kind dat voor het eerst naar school gaat en later voor het eerst naar de grote school. Laten we maar dromen bij die tiener die bezig is zelf zin te geven aan zijn of haar leven. Laten we maar dromen bij het mogelijk begin van een mooie relatie. Laten we maar dromen bij die nieuwe uitdaging in ons werkmilieu. Laten we maar dromen bij de voorbereiding van een concert, een tentoonstelling of een ander project waar wij achter staan en in geloven.
Blijven wij maar dromen in 2010. En volgen wij maar die ster, misschien tegen beter weten in. En nemen wij, als het moet, maar eens een andere weg. Misschien wacht ons wel een openbaring. Ik wens iedereen in het nieuwe jaar veel om van te dromen
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.