De titel van deze viering luidt: stilte voor de storm.
Deze week is als een tweede advent in het jaar. In deze week tussen Ons Heer Hemelvaart en Pinksteren wordt het stil en voelen we ons verlaten en verweesd achterblijven. In die stilte wordt er voor ons gebeden.
En de lezingen beginnen met het verhaal van de diaken Stefanus.
Stefanus geeft ons eerst en vooral hoop en ziet, temidden van zijn vervolging, de belofte die in vervulling zal gaan voor zich. Voor zichzelf ziet hij, hoe Jezus aan de rechterhand van de Vader staat om hem te verwelkomen!
Daarom is Stefanus zo opgaand in zijn getuigenis en heeft hij geen angst om te sterven!
Hij ziet voor zich, Jezus, die Hij gans zijn leven probeerde na te volgen en Jezus woorden kent hij nog zeer goed, woorden die hij herhaalt vóór zijn belagers: Heer Jezus, ontvang mijn geest en Heer reken hen deze zonde niet aan!
Zon straffe diakens komen we nu niet meer tegen! Het hoeft ook niet, want de samenleving ziet er heel anders uit dan ten tijde van de eerste christenen.
Het doet me denken aan de vele keren dat ik bij stervende mensen mocht zijn. In Hof ter Schelde sterven mensen op hoge leeftijd en velen zijn ook diepgelovig. Soms gebeurde het wel eens dat ze bij het aanvoelen van de naderende dood wat onrustig of angstig werden. Dan vroeg ik vooral wat en waarin ze hun hele leven geloofd hadden. Laat dit geloof, nu, op dit cruciaal moment, toch niet varen, zei ik dan altijd. Zullen we samen bidden? Vroeg ik ook meestal. Op die momenten maak je dan mee hoe stervende mensen rustig mogen worden wanneer ze zich terug verbonden voelen met God of O.L.Vrouw om dan niet veel later te kunnen inslapen voorgoed
.
Om dan terug te komen op die die eerste Christenen die nog één waren, niet verdeeld zoals doorheen de eeuwen gebeurd is.
En toch of we ons nu Katholiek, protestants, of anglicaans, noemen, dit zijn slechts onze voornamen!
Christen is onze achternaam! Dàt is de naam waarop we fier mogen en moeten zijn!
Het is zoals een Bompa fier is wanneer zijn zoon hem een kleinkind geeft dat zijn achternaam draagt!
Een Bompa die zo graag heeft dat de eigenheid en de specificiteit van zijn familie wordt doorgegeven aan allen die na hem zijn naam zullen dragen
maar tegelijk ook fier is over zijn andere kleinkinderen
Zo ook bidt Jezus fier tot zijn Vader, opdat we allen zijn Vader zouden herkennen, erkennen en ons zouden bekleden met de zo specifieke wijze waarop Jezus zich met zijn Vader verbonden wist. Hij bidt om eenheid met zijn Vader zoals Jezus zichzelf verenigd geweten heeft met Zijn Vader. Hij bidt om ons vertrouwen in Zijn Vader zoals Hijzelf vol vertrouwen opkeek naar Zijn Vader en deed wat die goddelijke Stem van Zijn geweten Hem influisterde. Hij bidt fier tot Zijn Vader opdat we allen als christen door het leven zouden gaan, Jezus en onze eigen achternaam waardig!
Jezus zocht meestal een stille plek om te bidden.
Vele jaren geleden schreven vrienden een wenskaart aan onze Koen en Kaat bij hun huwelijk met de volgende woorden: We wensen dat je samen velden van tederheid mag ontginnen voor elkaar. Dat je een plek van thuiskomen en van inzet naar buiten mag zijn. Dat je bij alle broosheid en weerbarstigheid van het leven er ook ontzettend veel deugd aan mag beleven.
Wel ik zie Jezus dat doen! Hij zoekt telkens die stille warme plek om zijn Vader te ontmoeten, om de relatie met zijn Vader innig en intens te houden, om na een deugddoend gesprek weer verder te trekken. Die eenheid met zijn Vader was als een verborgen motor voor al zijn handelen.
Zo bidt Jezus ook voor ons, dat we de relatie met zijn Vader innig en intens houden. En we doen het nog ook!
Elke zon- en feestdag komen wij hier samen in deze vertrouwde warme plek, weg van de autostradefiles, van de werkdruk en het lawaai, om samen te luisteren, zingen en bidden.
Elke dag maken we het even stil voor onszelf, in bed of aan tafel, of bij de gebedsscheurkalender, of bij de mooie appelbloesem, of bij een vriendelijke goeie morgen die ons verrast,
Het zijn grote of kleine plekken waarvan we liefst met vernieuwde geestdrift en energie terug weg gaan. Waar we de Kracht en moed bewaren om bij alle broosheid en weerbarstigheid van het leven, velden van tederheid te blijven ontginnen voor mekaar en allen die we ontmoeten. Gewoon om het vol te houden in het leven
Ja, wij gaan verder, met God in ons en met ons. We dragen Hem zoals de zoom aan ons kleed of onze broek, we dragen Hem niet altijd langs buiten, maar zeker aan de binnenkant. We dragen Hem ook als onze verborgen motor. Als gelovigen, kunnen we niet zonder!
Heb jet ook gelezen? Zaterdag 27 april stonden 48 stralende gezichtjes rond het altaar, vóór hun ouders broers, zussen, meter, peter, en vele mensen die ze graag zien!
En volgende zondag op Pinksterdag staan de vormelingen bijna op diezelfde manier te stralen!
Wat hopen we dat allen die deze dagen meevierden, nog lang nagenieten van deze intens mooie momenten. Dat ze in die momenten God een warm hart toedragen.
Wat hopen we dat ze er heel veel fotos van genomen hebben met hun ogen en hun hart. Fotos die ze in hun binnenzak steken om Hem later te herkennen wanneer Hij nog eens opduikt in hun leven!
Deze dagen van eerste- en plechtige communie doen me denken aan de jongeren vandaag.
Ze denken anders aan God dan wijzelf, ze denken anders over bidden dan wij
maar ze denken erover na. Ze spreken er zelfs over.
Want in de drukte van het leven zoeken ze ook naar stiltemomenten!
Ze gaan joggen! Ze volgen Yoga! Wat nu weer in is zijn sessie van
Ze doen het om de kern van hun bestaan niet te verliezen, om hun eigenheid niet te verliezen, hun wens om een goed mens te zijn niet te verliezen!
Ze houden op die manier hun denken en emoties wakker om zich niet boos te maken waar het niet nodig is, om in stresssituaties te kunnen blijven nadenken en niet roekeloos te handelen
Want ze willen een goede werknemer of werkgever zijn, ze willen en goede Mama en Papa zijn, een goede vriend of vriendin
Ja, ook de volgende generatie kan niet zonder bidden, al benoemen ze het heel anders!
En wij, wij bidden voor hen, zoals Jezus voor ons bidt, opdat ze zichzelf niet zouden verliezen in de drukte van het huidige bestaan
opdat ze contact zouden houden met de kern van hun bestaan, de kern die wij nog God noemen en waarmee wij innig trachten verbonden te blijven
Zo dikwijls beleven we nog zoveel moois, zoveel goeds, maar ook zoveel tegen, om verwonderd en dankbaar te bidden. Want we kunnen niet zonder om er samen heel veel deugd aan te beleven.
(bronnen: Coene, Debbaut, Bloggen Sint Anna ten Drieën)