Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Evangelie: Marcus 9, 2-10 - 'Dit is mijn Zoon, de Welbeminde'
Lieve mensen,
we hoorden zojuist; hoe Jezus, Petrus, Jacobus en Johannes met zich meenam op de berg Tabor.
Bij dat mysterievolle gebeuren, waar hun Meester ging schitteren in wit gewaad en Elia en Mozes in gesprek gingen met Jezus, was Petrus zo onder de indruk van dat moment dat hij uitriep: 'Laat ons hier drie tenten bouwen'. Eén voor Elia, Eén voor Mozes, en Eén voor hun Meester, Jezus.
En Jezus zei: "Neen, Petrus! Jij gaat ons hier niet gezellig bij elkaar zetten op de berg. Elia en Mozes, zetten ons aan om terug naar beneden, naar onze mensen te gaan. "
Zij wachten op ons.
En die uitroep van Petrus bracht me bij onze eigen parochie met de Verrekijker als parochieteam, dat waakt over de 5 platvormen, waarin onze Parochie onderverdeeld is.
Het platform Linkeroever dot com (LO.com) bundelt alle krachten in de parochie die werken aan gemeenschapsopbouw.
De .com in de naam staat zowel voor communicatie als community.
En dit platvorm wordt voorgesteld door een grote tent!
Niet om ons in op te bergen dicht bij het Mysterie!
Wel om "samen sterk" onze parochiegemeenschap levendig te houden.
Onze tent bestaat eigenlijk uit drie tenten...
Een eerste tent om samen te vieren, plezier te maken, te genieten... zoals bij het pannenkoekenfeest, het Anneke Mossel Reuzenmosselfeest, de 4 seizoenen, de PlePlo BBQ, de Communie- verjaardag- en jubileumfeesten... en nog zoveel meer...
Kortom voor de goede dingen des levens.
Een tweede tent om samen te wenen, te rouwen, in de put te zitten...
Want naast ons plezier in het leven, hebben we ook pijn en verdriet, ziekte en dood.
Met de werkgroepen van Samana, van de Rouwgroep, van Beweging.Net en alle anderen, proberen we, onze door tegenslag getroffen mensen te behoeden, tegen de daaruit voortvloeiende eenzaamheid en miserie...
Kortom het is de tent voor de pijnlijke en moeilijke dingen van het leven.
En dan is er de derde tent om samen met het 'Mysterie' te zijn... Kortom om alleen te zijn, om na te denken, om te bezinnen, om... Kracht te putten
Drie tenten om vanuit te gaan, en terug thuis te komen, na vele ontmoetingen onderweg op 't Sint-Anneke, zoals:
- na 'n mooie Okranamiddag,
- of na een goed Samanabezoek,
- of na een competitieve petanquenamiddag ,
- of na een boeiende leerrijke catechesevoormiddag, of na...
Terug thuis komen, met een goed gevoel "erbij te horen" in onze parochiegemeenschap.
Als we dat bereiken in ons samenzijn, dat mensen terug naar huis kunnen vertrekken uit één van onze tenten met het gevoel;
erbij te horen, gehoord te zijn, gezien te zijn, mee-delend te mogen zijn, dan ervaren we zelf dat schitterende Tabormoment en gaan ook onze gezichten stralen als de zon, dan gaan ook onze kleren wit als licht worden...
Dan houden wij de moed en de innerlijke Kracht om, hier en nu, bewust en doordacht, menslievend, verder te gaan.
De tijd is vervuld en het koninkrijk Gods is nabij. Bekeer u en geloof in de blijde boodschap. Zo eindigt het evangelie vandaag. Geloof in de blijde boodschap. Het klinkt toch wel vreemd in deze tijd, wanneer we eens om ons heen kijken. Geloof in de blijde boodschap. Het zijn mooie woorden, maar hoe kunnen we ze concreet invullen?
Hoe vullen we dat in voor bijvoorbeeld de mensen in Gaza of in Oekraïne? Of in Jemen of Congo? Welke blijde boodschap kunnen we hen aanbieden? En hoe vullen we dat bijvoorbeeld in voor de mensen die naar deze gedachtenisviering zijn gekomen, terwijl zij langzaam weer hun leven in handen proberen te nemen na het verlies van een geliefde?
Welke blijde boodschap kunnen we geven aan mensen die uit hun land zijn moeten vluchten, zonder te weten waarheen? Aan mensen die hun relatie zagen stuklopen en alleen achterblijven? Aan studenten die, na een lange en stressvolle blokperiode, toch een negatieve uitslag te verwerken kregen? Aan mensen die na een zoveelste doktersonderzoek weer slecht nieuws hebben moeten horen?
Krijgen we misschien een blijde boodschap in die eerste lezing, waar Noach met zijn ark weer aan land komt? Ogenschijnlijk wel, want God maakt een belofte: "Nooit zal er weer een vloed komen die de aarde zal verwoesten." Kunnen we dat gaan vertellen aan de mensen die wonen in Pepinster of andere gemeenten in de Vesdervallei? Of in India, Bangladesh, Vietnam en andere landen waar overstromingen nog altijd vaak voorkomen?
Is het dan allemaal kommer en kwel wat we in die lezingen te horen krijgen? Toch niet. Want in diezelfde eerste lezing geeft God een teken van zijn verbond met de mensen. En dat teken is een boog, hoog in de wolken. Die boog is voor God een teken van het verbond tussen Hem en de aarde. "Wanneer ik op de aarde de wolken samenpak, en de boog in de wolken zichtbaar wordt", zegt God, "dan zal Ik denken aan het verbond tussen Mij en alle levende wezens."
Het is een beeld dat de gelovige Joden van vroeger ongetwijfeld aansprak. Zij zagen de goedheid van God en zijn bekommernis om de mensen in die schitterende regenboog. We weten intussen dat het gewoon een natuurverschijnsel is, maar het blijft mensen aanspreken. Nog altijd worden kinderen naar buiten geroepen om te kijken als er een regenboog aan de hemel staat.
Trouwens, wanneer komt die regenboog te voorschijn? Als het onweer voorbij is, als de wolken beginnen op te trekken. De regenboog kondigt beter weer aan. In feite brengt die regenboog een blijde boodschap. En als dat misschien te sterk uitgedrukt is, die regenboog is in ieder geval een teken van hoop. De hoop dat er een einde komt aan het onweer, dat het niet blijft en blijft regenen. De hoop dat er een blijde boodschap mogelijk is.
Misschien is het tegenwoordig een beetje een vergeten deugd, die hoop. We leggen ook in de kerk al te vaak de nadruk op geloof en liefde. We belijden in elke viering ons geloof en we roepen ook altijd op tot solidariteit, tot naastenliefde. Maar ze zijn eigenlijk met drie: geloof, hoop en liefde. En die hoop komt soms wat in de verdrukking.
Want, er gaat nogal wat fout in onze wereld, maar niets is uitzichtloos. Mensen gaan op de vlucht, maar ze kunnen elders worden opgevangen en opnieuw beginnen. Mensen zien hun relatie stranden, maar ze maken nieuwe contacten. Studenten kunnen falen, maar ze creëren nieuwe kansen voor zichzelf. Mensen moeten verder zonder een geliefde, maar ze vinden steun bij elkaar. De boeren in Congo hebben het moeilijk, maar ze zetten zich samen in voor een ander landbouwbeleid, dat hen uit hun armoede kan halen.
Misschien is dat belangrijk, ook in deze vastenperiode, dat wij de hoop levendig houden. Dat we niet meedoen met het doemdenken en elkaar wijsmaken dat alles verloren is en dat het nooit meer goed komt. Er zijn toch zoveel initiatieven die genomen worden om de uitzichtloosheid van mensen tegen te gaan. De regenboog omspant de lucht, verbindt twee punten met elkaar, twee punten die immens van elkaar verwijderd zijn en geeft zo de mensen weer hoop.
De regenboog omspant ook alle kleuren en is daarmee ook het symbool van de verschillende mensenrassen. In deze tijd van broederlijk delen ook een teken van hoop voor mensen uit noord en zuid, uit oost en west. Voor rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet.
Evangelie: Marcus 1, 40-45 - 'De melaatsheid verdween en hij was gereinigd'
Doorheen de tijd heeft men gehandicapten steeds anders willen benoemen.
Gehandicapte werd "persoon met een handicap". Persoon met een handicap werd "invalide". Invalide werd "mindervalide".
Mindervalide werd "andersvalide". Andersvalide werd "persoon met een beperking". Persoon met een beperking werd "persoon met een specifieke zorgbehoefte".
Alsof daardoor de handicap minder erg wordt. Alsof een gehandicapte plots kan stappen, omdat het woord verandert; omdat hij een specifieke
zorgbehoefte heeft. Alsof er plots weer een been aan het lichaam staat omdat wereldvreemde mensen besluiten het anders te benoemen.
Die woordkeuze is enkel belangrijk voor mensen die zelf geen handicap hebben. Ze weten niet wat het is, ze begrijpen geen barst van waar ze
over praten. Zij moeten een realiteit die niet de hunne is, proberen duiden.
We moeten de mensen waarderen om wat ze wel kunnen en zijn, in plaats van hen uit te sluiten door ons woordgebruik.
Maar waarom begin ik daar over?
Paulus heeft het niet over mensen met een handicap, maar wel over joden en Grieken die geen lid zijn van zijn kerk. Andersdenkenden eigenlijk.
Jezus heeft het evenmin over mensen met een handicap. In feite heeft Hij het zelfs niet over wat wij vandaag "melaatsen" noemen. Hij heeft het over mensen met een huidaandoening die, naar normen van toen, "onrein waren", en uit de maatschappij moesten worden gesloten.
Voor beide groepen geldt bijna hetzelfde: omdat ze "anders" zijn, horen ze niet in de maatschappij.
Tot op vandaag hebben wij dikwijls nog dezelfde reflex: "wat Vals is, vals is". Wie vreemd gekleed gaat of een andere huidskleur heeft, bekijken we met een scheef oog. Wat vreemd is, eten we niet zomaar.
Ook mensen met wat we tegenwoordig "met een andere geaardheid" noemen, zitten voor ons soms nog in hetzelfde schuitje.
Omdat we bijna altijd onszelf als "normaal", als norm, nemen. Terwijl we in feite allemaal iets aparts, iets eigen, hebben. Wat we zelf, naar gelang het geval, onze goede eigenschap of juist ons kleine kantje noemen. In die zin hebben we allemaal een beperking. Door het feit zelf dat we de mensen afwijkend van "onze" norm, abnormaal noemen.
In beide gevallen gaat het over een soort angst voor het andere, voelen we het vreemd zijn ervan aan als een bedreiging.
"Normaal" is al een even omstreden aanduiding als "gehandicapt". Niemand wordt graag als abnormaal beschouwd.
Iemand met minder verstand, kan soms heel nauwkeurig werken.
Terwijl iemand met een groot intellect soms erg onhandig is. Die verstandige mensen zijn dan wel eens jaloers op de stielmannen die bij hen in huis de klusjes komen doen.
Het wordt hoog tijd dat we ons "etiket" over wat normaal is, opnieuw onder de loep nemen.
Het zou kunnen helpen om, in plaats van de klemtoon te leggen op het anders zijn of de beperking, wat meer op zoek te gaan naar de binnenkant.
Als we die "binnenkant" aanraken, zoals Jezus ook doet met de melaatse, dan gaat er een nieuwe wereld open. Dan worden mensen als het ware "genezen" en bevrijd. Dan gaan zij overal hun verhaal verder vertellen en verkondigen.
Op zijn minst moeten we, zoals Paulus het voorstelt, geen aanstoot nemen aan de anderen, de "buitenstaanders".
Maar evenmin hoeft het niet altijd aan de "andere" te zijn om de eerste stap te zetten. Om, zoals de melaatse, naar Jezus te gaan en te vragen: "Alsjeblief, wilt Gij mij reinigen". Misschien kan de oplossing er voor ons in bestaan dat wijzelf, zoals die melaatse, nederig knielend naar Jezus gaan, met onze nood, met onze verlangens, in het volle vertrouwen dat Hij ook onze nood zal lenigen, dat Hij ons "blind zijn" tegenover de anderen zal genezen en onze wonden zal helen.
Dan zullen ook wij onze genezing en bevrijding uitzingen: "Wie in uw liefde woont, wordt in liefde herboren".
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.