ALLERHEILIGEN
We stonden samen voor het rode licht aan het zebrapad.
Een veel te grote jongen in een kinderwagen, Zeven, acht jaar wellicht,
spastisch, ongedurig.
Een jonge vrouw, was het zijn moeder,
voelde zijn onzekerheid en wreef spelend door z'n zwarte krullenbos.
Hij spande zijn lijf als een boog, armen uitgestrekt in ongecontroleerde stuiptrekking. Ogen die angstig ronddraaiden.
Ze kuste zijn voorhoofd, toen boog ze dieper tot aan zijn lippen
en er schoof een glimlach over hem, iets moois.
Heel even was je getuige van iets groots.
Het licht sprong op groen.
Allerheiligen spreekt van heiligen, van 'heel-gemaakte', helende mensen,
mensen met naam en vooral zonder naam, gekend en vooral ongekend,
mensen van vroeger en mensen van nu in wie onze God
- Hij die heet- "Ik zal er zijn voor u"-
zich heeft mogen uitleven omdat zij zich inleefden in Hem.
Je kan ze goed herkennen zei het evangelie daarjuist:
Heilig zijn zij die met hun kleinheid maar ook met hun kracht voor God staan,
die hun leven als een geschenk uit zijn handen durven te beleven.
Ze kunnen genieten van de vreugde van anderen
maar ook empathisch zijn bij verdriet.
Die hongeren en dorsten naar gerechtigheid voor ieder mens,
die tegen hoongelach willen opkomen voor het klimaat of mensen zonder papieren
en doorgaan met zachte moed, zonder hardheid of bitterheid.
Die een groot hart hebben voor al wat zo kwetsbaarheid is in de medemens.
Ze stralen iets van vrede uit.
Staan recht in hun schoenen, doorzichtig en zuiver van hart.
Ach nee, heiligen zijn geen helden, geen perfecte mensen.
Ze kennen hun klein menselijkheid, hun lidtekens,
maar toch wordt er iets door hen zichtbaar van Gods Woord:
"Ik zal er zijn voor jou in lengte van dagen".
Je trekt je aan hen op, je laat hen je krullen strelen wanneer je spastisch leeft.
Je herkent in hen het beste van jezelf.
Ze zijn meer aanwezig dan wij op het eerste gezicht zouden denken.
Ze stralen vooral iets uit:
vreugde, warmte, liefde die meer is dan mensenwerk.
Bij hen voel je je thuis.
Ach laten we vandaag voor één keer eens intens die verbondenheid beleven met mensen van vroeger en nu, van dichtbij en veraf.
Ze lieten sporen na in ons leven.
Mensen om te her-inneren, een plek te geven in ons diepste binnenste,
een plek waar ze blijven spreken,
waar wij ons voeden aan hun woorden en hun waarden,
aan hun gegrepen zijn - door God en mensen.
Neen, wij staan niet op ons eentje in deze grote wereld.
De dagen worden korter, de vergankelijkheid voelbaar.
Dit is een dag met een geweldige inhoud.
Ja een mens is meer dan een lijf, meer dan een verhaal, meer dan relatie.
We hebben iets van doen met onze Oorsprong die ons overstijgt,
die groter is dan ons hart,
groter dan ons verhaal van zoveel goeds en zoveel stommiteiten.
Allerheiligen is meer dan een kerkhof bezoeken uit postume beleefdheid.
Het is bewust worden van dat ietsje meer dat alles anders maakt.
Het is die tedere kus op angstig rondraaiende ogen,
die zoen op onbeheersbare spasmen.
Een zoen van liefde. Grenzeloos over tijd, plaats en ruimte heen.
Zo ontstond ons vermoeden,
ja dat vertrouwen dat al onze lieve doden op één of andere manier,
wie zal het zeggen, bij God zijn thuisgekomen,
geborgen in zijn vaderlijke en moederlijke liefde.
Als je dat beseft springt het levenslicht op groen.