Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Evangelie: Mattheus 16, 13-19 - 'Op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen'
- Vakantieviering -
We vieren vandaag het feest van twee grote meneren, Petrus en Paulus. En de vakantie is begonnen. Dus gaan wij op stap met die Petrus en Paulus. Zij beschermen ons niet tegen stakende luchtverkeersleiders, files of andere reisziekten. Maar zij zijn wel ervaringsdeskundigen. En dat toch wel op een redelijk spectaculaire manier.
Denk aan het bevrijdingsverhaal van Petrus, dat wij vandaag hoorden in de eerste lezing. Op een werkelijk miraculeuze wijze wordt hij gered uit de gevangenis: een engel verschijnt, zijn boeien vallen af, wachters vallen in slaap, deuren gaan open en Petrus staat buiten, vrij.
Ook het leven van Paulus zit vol verhaal. Het spektakel begint al met het verhaal van zijn roeping, op de weg naar Damascus. Door een licht uit de hemel verblind, valt hij van zijn paard op de grond. Hij hoort een stem: Saul, Saul, waarom vervolg je mij? Paulus antwoordt: Wie bent u, Heer? Waarop de stem: Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Hij wordt letterlijk door Jezus overdonderd.
Het is ongelooflijk wat er gebeurt als je besluit om met Jezus op pad te gaan.
Eigenlijk was Simon maar een eenvoudige visser, die met zijn familie leefde in Kafarnaüm, een dorpje aan het meer van Galilea. Het vissen heeft hij waarschijnlijk van zijn vader geleerd. Hij zal wel regelmatig naar de synagoge gegaan zijn. We weten dat hij getrouwd was. Zijn grootste kwaal is, dat hij nogal ondoordacht spreekt. En in zijn handelen is hij al even onbesuisd. Zo wordt verteld dat hij, bij Jezus gevangenneming, het oor afhakte van Malchus, een Romeinse soldaat.
En erg onfeilbaar blijkt hij ook al niet te zijn. Hij vergist zich nogal eens en een leugentje om eigen bestwil is hem niet vreemd. Maar geen haan die daar over kraait. En toch noemt Jezus hem vandaag Petrus. Dat betekent: steenrots!
Aan de buitenkant veranderde er waarschijnlijk niet zo veel. Voor zijn omgeving blijf hij gewoon wie hij was. Geen enkele medeapostel heeft er ooit aan gedacht om hun vriend Simon plots Petrus te gaan noemen.
Het is niet te geloven wat er gebeurt als je besluit om je door Jezus te laten leiden.
Saul was wel een geleerde jongen. Hij kwam uit Tarsis in Zuid-Turkije en was al jong naar Jeruzalem gekomen, om daar bij de geleerden de Schrift en de Wet te bestuderen. Hij wordt een gewetensvol Schriftgeleerde. Terecht is hij fier op zijn naam: Saul, zoals die grote koning van Israël.
Tot hij Jezus leert kennen. Van dan af heeft hij nog maar een doel in zijn leven: zijn zending voor die Christus ten uitvoer brengen, tot hij eens in Gods koninkrijk voorgoed met zijn Heer verbonden is.
Hij is niet langer de grote Saul. Niet ik leef, maar Christus leeft in mij, klinkt het nu. Van dan af aan noemt hij zichzelf Paulus. Dat betekent: de kleine, de geringe.
Zowel Petrus als Paulus hebben met, door en vóór Jezus heel wat doorstaan.
Petrus heeft Jezus live meegemaakt. Hij groeit in die tijd uit van visser tot visser van mensen, van trouwe leerling tot strijdvaardige leider. Om te eindigen met de marteldood aan het kruis.
Paulus groeit van felste vervolger tot felste verdediger. Hij overleeft allerlei tegenslagen, geselingen, een slangenbeet en een schipbreuk. Om te eindigen met de marteldood door het zwaard.
Ze hebben er ook allebei een andere naam aan overgehouden. Simon werd Petrus, Saul werd Paulus.
Twee heel verschillende mensen. Twee heel verschillende achtergronden. En toch zoveel gelijkenissen: ze zijn allebei door Jezus uitgekozen. Zij zijn allebei getuige van Jezus. Zowel Petrus als Paulus hebben als taak meegekregen om lief te hebben en te bemoedigen.
Petrus en Paulus, twee heel gewone mensen die, ieder op hun manier, soms klein en machteloos waren. Twee kleine mensen die geleidelijk gegroeid zijn in het liefhebben en ondersteunen van mensen.
Het is op dergelijke kleine, onvolmaakte mensen dat Jezus zijn kerk wil bouwen. Precies omdat ze klein, niet de grootste, willen zijn.
Het is met dergelijke mensen dat wij vandaag op vakantie, op reis, op stap trekken.
Aan alle Simons en Simonnekes, alle Sauls en Saulusen, maar ook aan alle Pieters, Pierres, Petras en andere Petrussen, Pauls, Paulas en andere Pollekes wens ik vandaag een zalig naamfeest en aan iedereen een fijne vakantie.
Het verhaal over de grootvader in de eerste lezing hebben wij teruggevonden in een map voor de vormselcatechese. Het is minstens 40 jaar oud, misschien nog heel wat langer. Het was nog te lezen op een lekker ouderwetse stencil. Een halve eeuw geleden dus, maar nog heel herkenbaar en actueel. En natuurlijk werd het toen gebruikt om aan jonge mensen de oorsprong en de betekenis van de eucharistie duidelijk te maken.
Het eerste wat mij opvalt in het verhaal is dat grootvader wil dat iedereen erbij is, alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Iedereen is erbij, iedereen hoort erbij, voor iedereen is er wat voorzien, voor iedereen is er een plaats aan tafel. In Brazilië nu is er alleen plaats voor de besten, voor de uitverkorenen. Bij die grootvader is er plaats voor iedereen.
Het is er ook gezellig. Iedereen is er ook heel grààg bij. Er is lekker eten, er wordt gepraat en gezongen, er worden spelletjes gedaan, er zijn geschenkjes voor iedereen. En grootvader vraagt hen allemaal om te blijven samenkomen. Niet alleen om hem niet te vergeten, maar ook omdat samenkomen belangrijk is. Als we blijven samenkomen, bewaren we een band. Als we blijven samenkomen, kunnen ruzies nooit lang duren, zegt hij. Ook daar is een belangrijke parallel met de eucharistie. Als Jezus bij zijn leerlingen kwam, waren zijn eerste woorden altijd: Vrede zij u Sjaloom! Christenen zijn vredebrengers. Zij bewerken de vrede en houden haar in stand.
En als grootvader er niet meer is, blijven zij samenkomen. En zij doen net zoals vroeger toen hij erbij was, of proberen dat toch. En het is net of grootvader weer bij hen is. Niet alleen zijn herinnering, maar ook zijn geest, zijn boodschap, zijn inspiratie leeft verder. De verwijzingen naar de eucharistie zijn overduidelijk.
Minder duidelijk is natuurlijk de tweede lezing, het evangelie. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, bezit het eeuwig leven, zegt Jezus. Wat moeten we met zo een uitspraak? Het is niet te verwonderen dat de Joden het niet begrepen en er een discussie over begonnen. Hoe kan je het vlees en het bloed van Jezus eten en drinken? Hoe kan Hij zijn lichaam en bloed aan de mensen weggeven? En hoe kan brood vlees worden?
Misschien is het goed eens even na te denken over de betekenis van brood.
Brood is niet alleen voedsel, het is door de eeuwen heen en in vele talen een belangrijk symbool. Brood is wat mensen nodig hebben om te leven. Wij gaan werken om ons brood te verdienen. We moeten zorgen dat er brood op de plank is. Als we iets niet kunnen missen, noemen we het: broodnodig. En Jezus zelf formuleert het ook in het Onze Vader: geef ons heden ons dagelijks brood.
De bekende Nederlandse dichter Hans Andreus schrijft het zo in één van zijn liefdesgedichten. Ik heb je liever dan brood, al zegt men dat het niet kan, en al kan het ook niet.
Maar ik heb je liever dan brood.
Eigenlijk is dat wat Jezus bij het laatste avondmaal tot zijn leerlingen zegt. Ik wil voor jullie brood zijn. Ik wil voor jullie onmisbaar zijn. Zo onmisbaar en zo nodig, zo levensnoodzakelijk als brood. Brood om van te leven, niet letterlijk, maar toch heel werkelijk, heel echt. En blijf dus samenkomen, om mij niet te vergeten, maar niet alleen daarom. Blijf samenkomen om ook voor elkaar brood te zijn, om te blijven doen wat Ik voor jullie gedaan heb.
Er is nog iets belangrijks aan brood als symbool.
Brood groeit niet aan de bomen of op het veld. Brood is iets dat gemaakt wordt en gemaakt door vele mensen. Er is heel wat nodig om brood te krijgen. Je moet graan zaaien en dat graan verzorgen en oogsten. Je moet het malen en verwerken tot bloem. Je moet die bloem bewerken en kneden en dan nog het brood bakken. Meestal wordt er door vele verschillende mensen aan gewerkt. Het brood dat wij eten is al door vele mensenhanden gegaan. Voor elkaar brood zijn gaat dan nog veel meer betekenen: samen werken, samen komen, vrede brengen.
En dat is ook wat wij ons voornemen als wij in de eucharistieviering van dat brood eten.
Wij roepen dan als het ware onszelf uit tot vredebrengers. Deelnemen aan die maaltijd eindigt niet als de mis gedaan is. We nemen het mee in het verdere leven van die week. Als wij het brood van Jezus eten, willen wij ook ons leven afstemmen op Hem.
Die boodschap krijgen de eerste communicanten en vormelingen mee bij hun voorbereiding. En het wordt straks voor hen nog eens herhaald. Maar het is goed dat wij er ook nog eens over nadenken. En dat wij voor die jonge mensen een voorbeeld kunnen zijn. Want voorbeelden van volwassenen hebben zij broodnodig
Evangelie: Johannes 3, 16-18 - 'Zozeer heeft God de wereld liefgehad'
Lieve mensen,
wat me in eerste instantie opvalt is; dat er in de bijbelteksten vandaag, helemaal geen sprake is van een H. Drievuldigheid, of van een Drie-Ene-God.
De leer van de goddelijke drie-eenheid werd pas in de 4e eeuw tot dogma verheven.
Wel wordt in de bijbel herhaalde keren over de drie-ene-God gesproken.
Jezus zendt zijn apostelen uit met de opdracht: en doop hen in de naam van de Vader, Zoon en H. Geest of zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zendt ik U
Wat horen we dan vooral in de teksten vandaag?
In de 1ste lezing horen we hoe Mozes weet heeft van JHWH s barmhartigheid en hoe hij die ook afsmeekt om zijn volk nog een nieuwe kans te geven Mozes is er vast van overtuigd dat JHWH zijn volk niet in de steek laat, dat JHWH houdt van Zijn volk, dat JHWH Zijn belofte houdt van; Ik zal er zijn!
En in het korte evangelie spreekt Johannes zijn grote bewondering uit voor Zijn zo goede, allesomvattende God!
Als we naar de wereld kijken via de dagelijkse nieuwsberichten waarin oorlog en geweld in Irak en Kroatië centraal staan, waarin vluchtelingen in schamele bootjes aan de kust van Italië en de honger in Afrika centraal staan, waarin het opruimen van straatkinderen voor de schone schijn van het WK-voetbal in Brazilië centraal staan, dan is het verleidelijk om een zwartboek van de wereld uit te geven en al de plagen extra in de étalage te zetten.
Maar als je dan het evangelie vandaag naast het zwartboek legt dan moet je als gelovige even doorslikken: Zo zeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn Eniggeboren Zoon heeft geschonken, omdat al wie in Hem gelooft niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou kennen
Dat God van onze wereld kan houden, dat Hij zon wereld laat verder bestaan, lijkt ons soms zo onbegrijpelijk.
Inderdaad, als we God zien als een almachtige tovenaar, die het lijden met een toverstokje kan veranderen in geluk, dan is dit evangelie niet te verteren.
Maar God laat zich niet kennen als een tovenaar. Hij is één en al liefde en juist door de liefde is Hij soms zo achteloos.
Moest Hij onze wereld niet hartstochtelijk liefhebben, zou het met die wereld al lang gedaan geweest zijn.
God, Hij is dat enorm reservoir van warme genegenheid. Een genegenheid die uitbreekt in een schepping, als Hij in doffe klei vrijheid en geluk boetseert.
Geen trucjes en ook geen toeval ligt aan de grondslag van ons bestaan. Als een Vader die verwekt en nooit zeker is van wat het worden zal, maar die hoe dan ook, gedreven blijft door Zijn liefde.
En als het misloopt met die vrijheid en soms loopt het mis - heel onze geschiedenis is daar een illustratie van zal Hij zelf solidair mee de gevolgen ervan dragen, tot op het kruis alstublieft. En dat niet één keer, maar telkens opnieuw blijft Hij ons bezielen en begeesteren om uit elk lijden te verrijzen tot liever leven.
Zo zien we dat God aan het licht komt... daar waar mensen gemeenschap vormen... Daar waar mensen proberen die naam van God waar te maken: ik-zal-er-zijn-voor-u... Wees-er...
Vandaag gedenken we onze dierbare overledenen. We hangen seffens hun kruisjes op aan de levenszuil. Waar mensen elkaar troosten en dragen in moeilijke dagen, als je iemand verloren hebt die je dierbaar was... daar wordt iets zichtbaar van Gods naam: ik-zal-er-zijn-voor-u... Wees-er...
En gans het schooljaar werd er hard gewerkt aan gemeenschapsopbouw! De 8 jarige kinderen en hun ouders werden in onze parochiegemeenschap goed onthaald om een fijne eerste communie te vieren. De 12-jarigen bereidden zich voor op hun vormsel. Ze leerden door zovele medewerkers en voorgangers iets kennen van wat er allemaal leeft in onze parochiegemeenschap.
Het PT werkt hard om de Verrekijker aan ons voor te leggen, om samen naar nieuwe werkvormen te zoeken, om samen wat wakker te liggen van onze parochiegemeenschap en vooral van de mensen die er wonen. Door ons vele van die mensen aan te trekken kunnen we misschien heel veel voor hen en zij voor ons betekenen Kijk maar al naar Jambo .
De volgende zondagen worden we bij elkaar geroepen dankend om wat we allemaal mochten beleven en wat de toekomst biedt zoals een nieuwe zomertentoonstelling, een fietsenzegening, vakantievieringen
En telkens gaan we van hieruit naar huis om een goed mens te zijn in onze straat of ons appartementsgebouw. Telkens gaan we van hieruit naar huis met weer een dieper besef wat een goddelijke mensen we kunnen zijn in ons gezin, familie en buurt en weten we dat alleen op die manier Johannes woorden: zo zeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gezonden, opdat wij allen zouden leven, en niet verloren gaan , werkelijkheid kunnen worden!
Lieve mensen, zijn we niet allen voortdurend op zoek naar Diegene die onze oorsprong is en zo moeilijk te vatten ?
Daarom ben ik toch op zoek gegaan naar een woordje meer uitleg over die H.Drievuldigheid, of zoals we het nu onze Drie-Ene-God noemen
De Drie-Ene-God doet de theoloog, Jaques Haers, denken aan een huwelijk of een hechte vriendschap: het verbond tussen man en vrouw vormt iets nieuw, het huwelijk!
Het huwelijk is veel meer dan de som van man en vrouw. Een hechte vriendschap ook! Je hebt elk van de 3 elementen nodig om het huwelijk of de vriendschap te vormen en toch kunnen de drie elementen op zichzelf bestaan.
Zelf moest ik denken aan het kijken naar een 3dimentionele film!
Je doet het met een speciale bril! Zonder die bril zie je alle figuren, zowel voorwerpen als mensen, niet mooi afgelijnd. Ge ziet ze met verschillende randjes waardoor ze vervormd gezien worden, alsof elke figuur er twee tot drie keer over elkaar staat. Maar de bril brengt al die randjes mooi op elkaar zodat er slechts één figuur te zien is, en nog helemaal in perspectief, niet zomaar plat zoals op een foto, neen, helemaal zoals je ze echt in het leven ontmoet.
God, Hij die onze oorsprong is, zomaar niet te vatten in woorden. Wel in het geloof, dat Hij ons liefheeft en Zijn liefde in ons gelegd heeft, opdat wij die Liefde zouden doorgeven, zodat iedereen kan leven en niemand verloren gaat
Dit is zo een van die evangelieteksten waarbij er op de preekploeg een eerbiedige stilte valt. Meestal staan we niet te springen om hierover te preken, en we horen elkaar denken: "Heer, laat deze kelk aan mij voorbijgaan..."
Maar misschien is de tekst niet zo overkomelijk, en maken wij het te moeilijk. Het evangelie is als een geweldige mooi gerecht, alles even voedzaam. Maar alles tegelijk binnenspelen, dat is de bedoeling niet.
Er is duidelijk aan deze tekst door Johannes hard gewerkt, hij is rijk en diep. Wie hierop studeert, zal er deugd aan hebben. Maar het evangelie is niet alleen voor geleerden geschreven en voor mensen die er op willen studeren. Het is ook voor de gewone mensen, zoals Jezus predikte voor ongeletterde vissers en vrouwen aan de haard. En dan, denk ik, volstaat het om uit dat prachtige gerecht een paar lekkere stukjes te kiezen om rustig tot ons te nemen. Zonder een indigestie te krijgen. En de volgende keer kunnen we een ander stukje nemen, want het evangelie, dat bederft niet.
Uit het evangelie zou ik één stukje willen nemen, de kers op de taart, als u wil. Er staat dat de Vader ons aan Jezus gegeven heeft. Het staat er zelfs vier keer. Eigenlijk zijn wij het niet die Jezus gekozen hebben. Zoals veel in het leven hebben wij hem gekregen. Zoals kinderen ons geschonken worden, zoals we iemand tegenkomen met wie we dan een heel leven samen blijven, zoals heel het leven ons gegeven is.
En als Jezus ons dat vandaag vier keer laat horen, is het om ons dubbel gerust te stellen. De Vader vertrouwt ons toe aan Jezus. En een goede vader heeft het beste voor met zijn kinderen. En Jezus zal dat vertrouwen van zijn vader niet beschamen. Zijn bidden is een uiting van zijn bekommernis om ons. En hij heeft ons het eeuwig leven geschonken, want daartoe heeft de Vader Jezus naar ons gezonden.
Het eeuwig leven.... ik denk dat we eigenlijk niet kunnen vatten wat die woorden juist betekenen. Wij blijven nog in deze wereld, wij kunnen niet weten of kennen waarheen Jezus ons is voorgegaan. Het enige dat we als gelovige kunnen begrijpen, is dat we gerust mogen zijn in de toekomst. Wij behoren God toe. Die troostende boodschap wil Johannes doen horen vandaag.
Want ondanks alle beloftes van een veilige toekomst is troost, ook voor wie Jezus is tegengekomen, soms heel hard nodig. Dat was zeker zo voor die leerlingen, vrouwen en mannen die zich aan zijn woord bleven vasthouden, ook als hij uit hun gezicht verdwenen was. Het kan soms heel donker worden, ook als we weten dat er ergens nog zon schijnt. Maar gaan we dat licht ook nog terugzien?
Het was voor die kleine groep angstige gelovigen heel donker, als ze gingen schuilen in de bovenzaal, het zaaltje waar Jezus van hen afscheid had genomen. Misschien gingen ze daar schuilen, om de echo van zijn troostende woorden nog te horen. Misschien gingen ze daar schuilen, om elkaars hand vast te houden. Als het heel donker wordt in het leven, is het enige dat we soms nog kunnen, elkaars hand vast te houden.
Om te laten voelen, want woorden schieten te kort: je bent niet alleen. En soms is het de enige manier om het evangelie in praktijk te brengen: elkaar niet loslaten, tegen beter weten in, omdat het de enige manier is die ons nog rest om de naastenliefde tastbaar te maken.
En als we elkaar handen aanraken, krijgen we misschien genoeg hoop, om ze tot een gebed te vouwen. Zoals dat groepje in dat zaaltje. Bidden is sterker dan we durven denken, in deze moderne tijden. De paus heeft gebeden aan de Palestijnse muur. Oost-Duitse christenen hebben gebeden in de weken voor de val van de Duitse muur.
Een linkse Duitse krant schrijft vandaag daarover: "Bidden helpt, want het betekent dat er altijd hoop is.".
Als we elkaar niet loslaten in het donker, als we kunnen bidden tegen beter weten in, is er hoop. Die hoop kan ons staande houden, ook in deze tussentijd, tussen het heengaan van Jezus en de bevrijdende komst van zijn Geest, die alles anders zal maken. Bidden in het donker is belijden: er komen andere tijden.
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.