Als kleine jongen ging ik met mijn vader naar de wedstrijd België-Holland van de oude gloriën. Na 5 minuten was er al een Hollands been gebroken, nadat de Belgische links-back nog eens geprobeerd had zijn legendarisch sliding-tackle te demonstreren. Zelfs oude gloriën zijn niet meer wat ze geweest zijn. Wat voorbij is, komt niet meer terug
Is dit hier een reünie van oude gloriën? Er is hier wel wat ouderdom verzameld, en glorierijk is het verleden dat ons hier bijeen brengt zeker.
Maar is hier alleen nog plaats voor nostalgie, en loopt onze beweging in het heden amper op krukken rond? En dan wil ik het niet hebben over naamsveranderingen. Ik wil het niet hebben over Arco. Ik wil het niet hebben over dalende ledenaantallen. Allemaal niet plezant, maar misschien toch de hoofdzaak niet.
Hoofdzaak is voor mij de vraag, of onze christelijke gemeenschap nog iets te vertellen heeft over de uitbouw van onze maatschappij, deze wereld, zijn politiek, zijn economie, zijn structuur en cultuur. Of is godsdienst helemaal teruggedrongen tot in de huiselijke sfeer?
Ik denk dat we vandaag hier vieren dat het evangelie niet alleen onze hyperpersoonlijke zielezaligheid kan bevorderen, maar dat het ook deze wereld kan verbeteren. Christenen zijn wereldverbeteraars.
En wat ons daartoe drijft, is de profetische stem die klinkt in de bijbelse traditie. We hoorden ze in het evangelie: waarop worden we afgerekend? Op wat we doen voor de mens letterlijk op straat. Voor hen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. In deze tekst herhaalt Jezus de herhaalde oproep van vele profeten in het oude testament, die uitbuiting van armen, wetsverkrachting, machtsmisbruik van hen die de macht hadden, fel aan de kaak stelden. Solidariteit met armen, opkomen voor zwakkeren, recht doen geschieden, het is een goddelijke opdracht.
Hoe we dat doen hangt van de omstandigheden af. Persoonlijke inzet voor de mens naast ons, gul zijn, goede nabuurschap uitbouwen, een vriendelijk woord, een hand uitsteken om te helpen, eerlijk zijn en niet foefelen, we kunnen dat allemaal. En daarnaast is er het samen, de actie schouder aan schouder, verenigingen en organisaties, de hefbomen om onze samenleving op te tillen naar een hoger niveau van menswaardigheid.
We hebben hier in Vlaanderen een sterke traditie van eigen christelijke organisaties, die hun evangelisch opdracht voorbeeldig hebben opgenomen, wat er ook aan soms terechte kritiek op kan gegeven worden.
Nu verandert er heel wat, niet alleen de namen.
Misschien vrezen velen onder ons dat die prachtige traditie die nog in ons leeft, voorgoed naar de knoppen gaat. Maar ik denk dat het belangrijkste niet is of de christelijke organisaties zoals die we gekend hebben, gewoon verder zullen bestaan. Ja, het is nodig dat christenen elkaar vinden, zich organiseren om hun christelijke inspiratie levend te houden, telkens opnieuw te vertalen in een hedendaagse taal, samen te zoeken hoe hun maatschappelijke inzet trouw kan blijven aan het evangelie. Ik denk ook dat christenen dat zullen blijven doen, gedreven als ze worden door de geest van Jezus.
Maar of de organisaties van nu en gisteren dezelfde moeten blijven, dat zal de tijd uitwijzen. Ik zou daar ook niet ongerust over zijn. De crisissen die we meemaken zijn misschien nodig om wat nederiger te worden. Het kan geen kwaad dat de mensen van goede wil zich meer verenigen om samen die betere wereld op te krikken en dat de strijdbijl tussen tsjeven, blauwen en sossen begraven wordt.
Maar essentieel is dat christenen het woord van Jezus blijven horen: Om aan armen de goede boodschap te brengen heeft God mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating aan te kondigen en aan blinden het licht in hun ogen, om verdrukten in vrijheid te laten gaan. Het feest van Hemelvaart betekent, dat die opdracht van Jezus ons toevertrouwd wordt. Als de kerk hieraan trouw blijft, is het vanzelfsprekend dat zij in deze samenleving een rol te spelen heeft. En die samenleving kan daar alleen maar beter van worden.
Hier zitten vele oude krijgers, die soms letterlijk op de barricades hebben gestaan om de wereld te verbeteren.
Zij geven hun fakkel door aan de volgende generatie. En zij mogen gerust zijn. Het licht van die fakkel, het is door Jezus ontstoken. En wij geloven dat dat vuur niet zal gedoofd worden.