Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Het onderwerp van dit weekend duidelijk: de Heilige Familie en wat het voor ons in deze dagen nog betekent. Toch wil ik nog even blijven stilstaan bij de eerste lezing over het kind Samuel.
In het boek Samuel wordt een belangrijke gebeurtenis verteld over de geschiedenis van Israel, namelijk het installeren van het koningschap. Toch is het niet zo dat de koningen Saul en David vermeld worden. Nee, de voornaamste persoon blijft Samuel. Uit de jongen die zo jong aan de tempel en aan de dienst van God gegeven werd, groeit een grote profeet en ziener.
Opvallend in de verhalen van de bijbel is de geboorte van een kind uit onvruchtbare of oude ouders. Denken we maar aan Isaac, aan Jozef (zoon van de oude en onvruchtbare Rebecca), Samuel dus en Johannes de doper.
Het waren allemaal kinderen die door gebeden en het afsmeken aan God, ondanks alle onwaarschijnlijkheden, toch het daglicht zagen. En meer dan dat. Allemaal zeer bijzondere mensen werden, sterk toegewijd aan God en belangrijk in de heilsgeschiedenis van hun land en volk.
De geboorte van Jezus uit het ongehuwde meisje is de overtreffende trap in deze reeks. Met deze verhalen willen de bijbelse schrijvers aangeven hoezeer het kind in kwestie een geschenk van God is.
Maar we vieren vandaag het feest van het gezin van Nazareth: Jozef, Maria en Jezus. Het is nog een jong feest en het werd ingesteld door paus Leo 13 aan het einde van de 19e eeuw om het belang van het christelijk gezin aan te geven!
De tijden zijn veranderd, er zijn verschillende vormen van samenleven ontstaan. Ook andere culturen zien niet altijd het gezin centraal staan, maar hechten soms meer belang aan het grotere familieverband.
Als we spreken over de heilige familie gaat het over een kerngezin, Jozef, Maria en Jezus, waar we echter bitter weinig van weten. Ze zullen de joodse voorschriften wel trouw gevolgd hebben: er is de opdracht in de tempel van de baby Jezus, er is de jaarlijkse tocht naar Jeruzalem om de uittocht uit Egypte te gedenken. Veel meer weten we niet over dat huisgezin .Het waren alleszins zorgzame en bezorgde ouders: ze zochten wel 3 dagen naar het kind dat zich in onze ogen een beetje als een opstandige puber gedroeg en het gezelschap van anderen verkoos. Wel een herkenbaar gedrag voor ouders van leeftijdsgenoten.
Het antwoord dat Jezus geeft zet natuurlijk alles in een ander perspectief: Jezus geeft aan dat boven zijn wereldse vader, Jozef de timmerman, Hij zijn hemelse vader verkiest. Dat dit antwoord iedereen met verstomming slaat is begrijpelijk. Er wordt echter verder geen commentaar aan gegeven alleen het droge zinnetje: Hij ging met hen mee naar Nazareth en was hen onderdanig.
Wat moeten wij nu met dit verhaal?
Bij Lucas wordt Maria regelmatig geconfronteerd met onmogelijke situaties. Het begint al met de boodschap van de engel en dat was maar het begin van de vragen die de opvoeding en het volwassen leven van haar kind met zich brachten. En hier zit misschien voor ons het antwoord: Maria is iemand met een open geest en hart die de gebeurtenissen die in haar leven voorkomen een plaats weet te geven. Zij bewaarde alles in haar hart, ze gaf zichzelf de tijd om tot begrip, vertrouwen en geloof te komen. Want ondanks alle beproevingen is zij nooit ontrouw geweest aan haar antwoord: mij geschiedde naar Uw woord.
De schriftteksten van deze dag doen ons nadenken over onze benadering van God, die voor sommigen de familiale banden en andere verbintenissen overstijgt. Maar niet altijd krijgt God de plaats in ons leven die Hij verdient.
Wij geloven te vaak dat wij het zelf zijn ,die ons leven richting geven. Het evangelie roept ons op vertrouwen te hebben dat God het goed met ons voorheeft, en dat wij toch maar best de weg die onze grote voorganger, en dat is Jezus, ons door zijn leven aangeeft.
Tot slot nog een korte bezinning van Erwin Roosen:
Met Kerstmis ben ik familie van Jou mogen worden, God, omdat Jij in mij Mens werd en mij Jouw liefde gaf, zoals je dat elke dag doet, bij iedereen die in Jou geleeft. Graag wil ik je daarvoor danken. Bij Jou voel ik me thuis!
Misschien heeft Jezus dat ook wel gevoeld, toen Hij Jou op zijn twaalfde Vader noemde. Het doet mij deugd wanneer ik af en toe mag ervaren dat Jij er bent, ook voor mij!
Inspiratie gevonden bij diverse teksten o.a. J. Van Gerven
Evangelie: Matheus 1, 1-25 - 'De stamboom van Jezus in de nacht'
Er waren vier mensen die zich voorbereidden op dit kerstfeest. De een kon dagenlang achter zijn computer zitten. Op elk uur van de dag kon hij met iedereen, waar ook ter wereld, in contact staan en een gesprek beginnen. De wereld is zo klein geworden! Via Google Earth had hij toegang tot elke plek op aarde. Via Facebook en Twitter met mensen over heel de wereld. Een beetje meewarig herinnerde hij zich de eerste zinnen van het kerstevangelie over een keizer die wilde weten hoeveel mensen er in zijn rijk woonden en die zijn onderdanen opriep zich te laten registreren in de plaats van afkomst. Daar hoeven we tegenwoordig ons huis niet meer voor uit, dacht hij bij zichzelf. Enkele muisklikken zijn voldoende.
De tweede verheugde zich op de kerst. Ze had een uitstekende maaltijd bereid, het huis was versierd met lichtjes, van binnen en van buiten. Al haar familie en vrienden zou ze om zich heen verzamelen. Het kerstverhaal had ze maar weggelegd. Dat paste niet in de sfeer, vond ze, zo armoedig. Mensen die onderweg zijn, zonder dak boven hun hoofd... Nee, dat hoorde niet bij het veilige gevoel in haar warme huis. De donkere wereld moest maar buiten blijven.
De derde, een drukke veertiger, zocht in haar drukke agenda waar zij de tijd vandaan kon halen. Die stond helemaal vol gepland met afspraken. Tijd, zij kon niet eens tijd vinden om er ook maar even aandacht aan te besteden. Haar uren waren bezet, haar hoofd zat vol. Waar moest het kerstfeest nog bij? Geen plaats in de herberg, las zij in het kerstverhaal. Zo is het helemaal, dacht zij: geen plaats.
De laatste, een man die getekend was door het leven, vond Kerstmis elk jaar weer een ramp. Als die dagen maar vlug voorbij zijn... Dat zoete sfeertje, hij werd er mottig van. Het echte leven lijkt er van geen kanten op. De wereld is hard. Je moet vechten om overeind te blijven. Mensen laten je vallen als een baksteen. Kerstmis? Nee, niks voor hem.
Toen de dag van Kerstmis aanbrak, kwamen ze toch allemaal van hun plek, de een na de ander, zonder het van elkaar te weten. Er was iets onbestemds, iets dat knaagde, zeurde, om aandacht vroeg. De man keek op van zijn beeldscherm, waarmee elke verbinding mogelijk was en hij zag dat hij alleen was. De vrouw met haar feestelijk huis keek naar buiten, het donker in, en zag alleen haar eigen gezicht weerspiegeld in de ruiten. De vrouw met de volle agenda voelde dat ze overliep van veel te veel. De man die zijn leven lang geknokt had, voelde de spanning van zijn gebalde vuisten.
Vier keer een portret van mensen, die wij allemaal kunnen zijn, of toch stukjes ervan. Stukjes uit het leven gegrepen. Mooie levens, goede levens, pijnlijke levens. En toch klonk er ergens bij ieder van hen iets door dat knaagde, dat zeurde, dat aandacht vroeg. Zou je het verlangen kunnen noemen? Verlangen naar verbondenheid, verlangen om niet langer alleen te zijn, verlangen naar leegte en stilte, verlangen om eindelijk gekend te zijn in wie je bent? Zon gewoon menselijk verlangen, dat horen we in het verhaal van dat kind, geboren in een stal.
De woorden klinken niet zo hedendaags: Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer. De entourage is heel ongewoon: een kind in een voerbak, herders op bezoek en lichtglans die hen omstraalt.
Maar de boodschap is simpel: hemel en aarde en een God die met mensen wil zijn. God verbindt zich met ons in de geboorte van Jezus. Met ieder van ons!
Is het dat niet wat ons vandaag samenbrengt vanavond/vandaag? Het diepe verlangen om gekend, gezien en bemind te zijn? En daarin mekaar bevestigen en versterken?
Er is zoveel duister in de wereld. De kranten en TV staan er bol van. En toch... elk jaar weer is er weer het moment dat de donkere uren van de dag niet meer toenemen en het licht opnieuw groeien gaat. Dat positieve levensgevoel mogen we bij elkaar wakker maken. Dat wat in de natuur gebeurt, gebeurt ook voor ons, in ons en door ons.
In de geboorte van het kerstkind mogen wij zelf aan het licht komen en mogen wij ons spiegelen in zijn licht. Zoals een dichter ooit verwoordde: Als Christus niet voor mij was geboren, dan was Hij nooit geboren.
En die vier personages? Misschien komt u ze wel tegen, buiten op straat of ergens in uzelf.
Kijk mekaar dan aan en weet: ook in deze mens spreekt het verlangen, ook in deze mens wordt het licht geboren, klein als een pasgeboren kind, kwetsbaar, maar niet te stuiten.
Twee vrouwen ontmoeten elkaar - 4e zondag advent C 2012 - Fred
Vierde zondag van de advent C 2012 - Zaterdag 22 en zondag 23 december 2012
Eerste lezing: Micha 5, 1-4a - 'Uit u wordt geboren die over Israël zal heersen'
Evangelie: Lucas 1, 39-45 - 'Gezegend de vrucht van uw schoot'
De profeet Micha is één van de minder bekende profeten uit de Bijbel. In de eerste lezing vandaag kondigt hij de nieuwe koning aan en zegt: "Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer." Zoals zo vaak spant de profeet de boog van het verleden naar de toekomst. Dat is wat bijbelse profeten voortdurend doen.
En ook op deze vierde adventszondag horen we een belofte: er zal een nieuwe koning aantreden, iemand die als een herder het volk zal weiden en vreugde zal brengen. Voor het volk van Israël, een geteisterd volk, klinkt die boodschap en die belofte als muziek in de oren.
Als wij ons vandaag klaarmaken voor het kerstfeest van morgen of overmorgen, kijken we ook uit naar wat meer rust en vrede, naar meer rechtvaardigheid en minder armoede, naar meer vreugde en minder ellende. Ook wij voelen vaak het verlangen naar een herder, een leider die van aanpakken weet, die zegt: Yes, we can, in de naam van God kunnen we wel wat doen.
Maar die leider zegt dan wel: yes, we can: wij samen moeten er wat aan doen, wij samen moeten onrechtvaardigheid en armoede aanpakken en werken aan die vrede.
De mensen hebben het net als vroeger nog altijd niet zo gemakkelijk. En daarom snelt God ter hulp. Ik vond ergens deze simpele beschrijving van de menswording. Op een dag besloot God dat Hij mens wilde worden, ergens op een andere plek dan in de hemel. De aartsengelen lieten Hem sterren en planeten zien, maar op geen daarvan wilde Hij wonen.
Toen wezen ze Hem op de kleinste van alle planeten, de aarde, en daar was een onooglijk stadje dat Nazaret heette, en daar woonde een meisje dat bad tot God om een betere wereld. 'Ja', zei God, 'daar, uit dat meisje wil ik geboren worden, als het kleinste van alle mensenkinderen.'
En in het evangelie is dat meisje zwanger en ze gaat op bezoek bij haar nicht, Elisabeth. Twee vrouwen die elkaar ontmoeten. Twee vrouwen waar iets wonderbaars mee aan de hand is. Allebei zijn ze zwanger. Tegen de verwachtingen in. Elisabeth is al op jaren en Maria heeft nog geen omgang met een man. Elisabeth doet denken aan Sarah, de vrouw van Abraham uit het oude Testament. Ook zij werd als onvruchtbaar beschouwd en ook zij zal op hoge leeftijd een kind baren, een kind van de belofte.
Want, ook al zijn de leerlingen van Jezus veelal mannen en ook al is de top van de kerk vandaag nog altijd een mannenwereld, vaak zijn het toch vrouwen die een centrale rol spelen bij belangrijke gebeurtenissen. Hier staan de moeder van Johannes de Doper en de moeder van Jezus aan het begin van onze heilsgeschiedenis. En later zullen het ook vrouwen zijn die als eersten de verrijzenis verkondigen.
En in het evangelie vandaag ontmoeten die twee vrouwen elkaar. In het evangelie van Lucas vinden wel meer ontmoetingsverhalen. Jezus die Simeon en Hanna ontmoet, of de boetvaardige zondares, of Maria en Marta, Zacheüs en later ook de twee leerlingen van Emmaüs. Lucas stelt ons Jezus voor als een man die altijd onderweg is, door stad en dorp, op zoek naar mensen. God is op zoek naar zijn volk en Hij bezoekt zijn volk.
De ontmoeting tussen Elisabeth en Maria is niet alleen een ontmoeting tussen twee vrouwen, maar ook tussen twee generaties. Een generatiepact hadden zij toen nog niet nodig. En eigenlijk is het ook een ontmoeting tussen twee werelden: naar algemeen menselijke en joodse maatstaven is Johannes de hoogstgeborene. Zijn ouders behoren tot de priesterklasse en wonen in Juda, dicht bij de hoofdstad Jeruzalem. Maria daarentegen is een jong, ongehuwd meisje uit Nazaret in het minderwaardig geachte Galilea.
En toch erkent Elisabeth, de oudste, in de jonge Maria haar meerdere. Vervuld van de Geest, noemt zij haar de gezegende onder de vrouwen, de moeder van de Heer. Manu Verhulst legt in één van zijn bezinningsteksten Maria deze woorden in de mond: "Weet je waarom ik zo gelukkig ben, Elisabeth? We zijn maar kleine mensen, we hebben nooit iets te vertellen, we zijn arm, we zijn vrouwen. Als God mij nu uitkiest om moeder te worden, als God met mij iets voorheeft, dan toont Hij daarmee dat Hij aan onze kant staat. Hij roept geen koningin en geen kasteelvrouw, maar Hij vraagt mij. Eigenlijk is het altijd zo geweest met ons volk.
Als ze honger leden of klein waren, dan vooral liet Hij hen voelen dat Hij niet veraf was. Daarom ben ik zo gelukkig. Het zal veel mensen moed geven, als ze dat horen. Ook later, wie weet, vele eeuwen later."
Maar dat zijn woorden van Manu Verhulst.
Mooie woorden, maar het is niet eens zeker dat de twee vrouwen zoveel tegen elkaar gezegd hebben. De kracht van een ontmoeting kunnen we niet afmeten aan het aantal woorden dat wordt uitgesproken. Of aan de tijd dat iemand aan het woord is geweest. Soms is een ontmoeting met weinig woorden veel zinvoller dan bij mensen die honderduit tegen elkaar praten. Weinig zeggen en zelfs helemaal zwijgen kan ook een teken zijn dat mensen elkaar begrijpen, zonder woorden heel dicht bij elkaar zijn.
Zo schrijft Judith Herzberg in het gedicht Ziekenbezoek:
Mijn vader had een uur lang zitten zwijgen bij mijn bed.
In de tijd toen er nog echte communisten bestonden en wij er dan tegen waren, lazen die jongens en meisjes vlijtig de werken van Lenin. Een van die boeken heet: Wat moeten wij doen?....
Kijk, dacht ik bij het lezen van het evangelie van vandaag, er zijn vragen die altijd terugkomen. Johannes de Doper roept op tot bekering, omkeren, zich afkeren van het leven dat je tot nu toe vanzelfsprekend vindt. Hij raakt mij, ik besef dat het anders moet, maar wat moet ik dan wel doen?
Er vallen in zijn antwoord een paar dingen op. Om te beginnen verwacht hij géén geweldige offers. Hij vraagt helemaal niet dat we gaan leven zoals hij: kemelshaar, sprinkhanen, wilde honing, woestijn... Hij vraagt ook niet de poort van de tempel of van de kerk plat te lopen. Zijn antwoord is een echo van de profeet Hosea: barmhartigheid wil Ik, en geen offer, en meer dan brandoffers, wil Ik kennis van God... wie barmhartig is, kent God, wie God kent, is barmhartig...
Dat is helemaal niet spectaculair. Hij vraagt de mensen niet hun gewone leven op te geven, maar het te beleven in barmhartigheid: als je meer dan genoeg hebt, deel dan met wie te weinig heeft, hou je aan de regels en profiteer niet van anderen, maak geen misbruik van je macht, maar wees tevreden met wat je hebt...
Dat is een blijde boodschap voor wie in nood is: God roept op om met hen te delen, om hun leven beter te maken, en het is een blijde boodschap voor ons allen: wij zijn in staat om Zijn wil te doen, wij kunnen God leren kennen en gelukkiger worden: gewoon een goede mens worden, zo eenvoudig is het.
We horen al de boodschap van Kerstmis: Gods aanwezigheid onder ons is geen overdonderende oerknal, maar wij ontmoeten Hem in een kind, in eenvoudige mensen, in een gezin dat het moeilijk heeft. We kunnen Hem kennen als we kijken met de ogen van de barmhartigheid naar anderen en naar onszelf...
Geen beter weekend dus dan een met dit evangelie om onze aandacht te vragen voor Welzijnszorg. Er is dadelijk een omhaling, is een rekeningnummer om te storten. Het gaat niet alleen, en zelfs niet hoofdzakelijk, om het geld. Het gaat erom dat we ons blijven bekeren, omkeren, naar wie ons nodig heeft. Dat moet een gewoonte worden, een ingebakken levenshouding, als we Johannes willen volgen, als we met hem op weg willen gaan naar Jezus.
Vrijgevigheid, ontwikkelingshulp, hulpverlening, het is geen mode in deze tijd van efficiëntie en voor wat hoort wat. Ik ben het helemaal niet eens met de trend om acties zoals Welzijnszorg en Broederlijk Delen, 11.11.11 en Artsen zonder Grenzen, al die vormen van georganiseerde en persoonlijke solidariteit af te schaffen omdat het niets zou uithalen of omdat er toch alleen maar geld aan de vingers blijft plakken. Uiteraard moeten we onze solidariteit goed besteden, en waar iets fout loopt moet men ingrijpen.
Maar ik ben er van overtuigd dat het een kernopdracht is van het evangelie om samen met alle mensen van goed wil op te komen voor een belangeloze, gulle, barmhartige inzet voor de naaste. Ja, met het risico dat we soms naïef zijn of dat er geprofiteerd wordt. Het is beter te geven dan te krijgen. In deze roeit het christendom tegen de stroom in: het evangelie stuurt ons in de andere richting, weg van de hel van het ieder voor zich.
Wat moeten wij doen om mee te roeien? De tijden veranderen: de meesten van ons zijn geen tollenaars, we zijn geen soldaten. De kern van het antwoord kennen we, de toepassing moeten we telkens opnieuw vertalen. We moeten dus blijven zoeken, luisteren naar het evangelie, ons bezinnen, en ook: praten met elkaar om nu leerling van Jezus te zijn.
De geeft me de gelegenheid om als staartje aan deze preek te verwijzen naar de tekst die onze bisschop een paar maand geleden lanceerde. Die is een discussietekst, een vertrekpunt om met heel ons bisdom na te denken over de vraag Wat moeten wij doen? En we willen al lang in onze parochie een breed overleg opzetten, om na te denken over onze toekomst. En kijk: de bisschop en wij samen, gaan eindelijk die plannen in praktijk omzetten!
We zijn lid van de federatie Antwerpen Centrum, samen met de andere parochies van de binnenstad.
Binnen de federatie organiseren we een aantal gesprekken met allen die zich op een of andere manier voor de toekomst van onze kerk interesseren. Een eerste bijeenkomst met mensen van die andere parochies is gepland op 15 januari. We spreken die eerste bijenkomst ook af hoe we de volgende gesprekken gaan organiseren. Als je op 15 januari wil meegaan, of als je hoogte wil gehouden worden van de verder planning en de resultaten weest gerust, je zal zeker daarna nog de kans krijgen om een woordje mee te praten - , laat het dan weten aan Herman, aan Annemie, aan mij, aan de andere leden van het PT. Achteraan in de kerk ligt een tekst met wat meer informatie.
Tweede zondag van de advent C 2012 - Zaterdag 8 en zondag 9 december 2012
Eerste lezing: Baruch 5,1-9 - 'God toont zijn glorie in u'
Evangelie: Lucas 3, 1-6 - 'De mensheid zal Gods redding zien'
Het evangelie van vandaag lijkt wel de Wie is wie van de oudheid. Het staat vol met prominente namen van VIPs die de evangelist Lucas allemaal opsomt: keizer Tiberius, zijn landvoogd Pontius Pilatus, de gouverneurs Herodes, Filippus, Trachonitis en Lysanias en de hogepriesters Annas en Kajafas.
En dan, midden onder al die beroemdheden duikt er iemand op die in dat voorname gezelschap helemaal niets verloren heeft, iemand die er helemaal niet bij past.
Johannes de Doper, die onbehouwen rebel, waarvan ge alles kunt zeggen, behalve dat hij een diplomaat zou geweest zijn.
Terwijl de hoge pieten, op macht belust en jaloers voor alles en nog wat, het voor het zeggen hadden in het maatschappelijke en godsdienstige leven, was Johannes ergens aan de rand van de woestijn bezig met, in naam van God, - zo beweerde hij toch, - de mensen op hun nummer te zetten.
Hij verscheen daarbij als een halve gare. Matteüs vertelt over hem dat hij een kleed droeg van kameelhaar, wellicht uit een tweedehandswinkel.
Hij at sprinkhanen en wilde honing: geen gevaar voor dioxine; misschien gezond, maar toch excentriek. En de aanzienlijke religieuze leiders schold hij uit voor adderengebroed, wat ongeveer klinkt als ons woordje krapuul of erger nog mestkevers.
Johannes was een man met een rechte gang, die vol vuur datgene verkondigde wat zijn eigen innerlijke overtuiging was. En dat kostte hem uiteindelijk ook letterlijk zijn kop. Ten koste van zijn eigen leven klaagt hij het verkeerde gedrag van de mensen aan te beginnen bij de clan van de machthebbers op politiek en religieus vlak.
Daarbij zei hij dat ze zich moesten bekeren, anders gaan leven, bij voorkeur zo vlug mogelijk. Dat zijn zeer gewaagde uitlatingen.
Stel u voor dat ik vandaag zo gekleed, als een punker, voor u zou verschijnen en u op die manier zou uitschelden. Dat zou nog eens nieuws zijn om rond te vertellen. Dat zou snel in het parochieblad staan of in de gazet.
Het zijn niet altijd de groten der aarde die aandacht vragen voor God, en de mensen willen wakker schudden.
Zij moeten, uit hoofde van hun hoge functie en om hun positie te behouden, diplomatisch hun woorden wikken en wegen en mogen niet zeggen wat gezegd moet worden.
Dikwijls spreekt God heel duidelijk door onverwachte mensen, niet belust op carrière, door mensen die, net als Johannes de Doper, misschien wel voor gek versleten worden.
Zon onverwachte mens, zon zonderlinge man was Johannes de Doper: een rare kwast met een profetische boodschap, misschien wel voor elk van ons in deze adventstijd. Hij zegt ons: Bereidt de weg van de Heer. Graaft de heuvels af en maak de ruwe wegen effen.
Dat zijn wel grote en indrukwekkende woorden: wegen recht trekken, bergen en heuvels afgraven. Meer iets voor een aannemer met bulldozers en ander groot materiaal. In een Frans religieus tijdschrift stelde een theoloog voor om niet te spreken van Johannes de Doper maar van Jean le Bullddozer, in het Nederlands het best te vertalen als Jan de Bulldozer of Bob De Bouwer.
Maar toch een duidelijke boodschap voor elk van ons. Wanneer heuvels worden afgegraven, dan zijn die niet langer een belemmering om elkaar te zien en bij elkaar te komen.
In zoveel relaties van man en vrouw staat een berg van wantrouwen en eigenliefde in de weg, zodat ze elkaar niet meer kunnen zien, letterlijk en figuurlijk. Man en vrouw, graaf die berg af.
Ook tussen ouders en kinderen is er soms een betonnen barricade van onbegrip en achterdocht. Trek ze omver in deze tijd van voorbereiding op Kerstdag, het feest van de vrede.
Waar mensen samenwerken heerst soms een klimaat van verdachtmaking en misprijzen voor andermans werk: graaf die heuvel van misverstand en lichtgeraaktheid af zodat je elkaar weer vindt, ontmoet, steunt, bemoedigt en graag ziet: op gelijk niveau, op ooghoogte. Tussen haakjes: deze sfeer voelden we duidelijk vorige week op de wintermarkt van onze parochie: mekaar weer vinden, ontmoeten, steunen, bemoedigen en graag zien en op gelijk niveau
Dikwijls staat er een torenhoge berg van eigenliefde en zelfgenoegzaamheid tussen mensen die in dezelfde stad of buurt wonen, waardoor ze de noden en de problemen van hun medemensen niet meer zien. Antwerpen is daar niet vreemd aan. Breek die hoge berg toch af en maak in je hart plaats voor solidariteit en welzijnszorg.
En ook tussen God en sommige mensen staat er een hoge berg van ongeloof. De adventstijd is het moment om die berg af te graven zodat je weer oog krijgt voor wat God je te zeggen en te bieden heeft.
Johannes zal ons vandaag terug aan iets doen herinneren: Zijn persoon toont ons een andere, veel diepere dimensie van datgene wat advent eigenlijk betekent en bedoelt. Advent is meer dan de bezorgdheid om een mooi feest te hebben. Advent is de voorbereidingstijd op de komst van dat kind dat de wereld zal verbazen. En die advent eindigt niet gewoon maar omdat alle vier kaarsen op de adventskrans branden of omdat de lichtjes van de kerstboom branden. Neen, heel ons leven, zowel het uwe als het mijne, is als een steeds voortdurende advent. Een periode van verwachting en van voorbereiding op wat komen gaat
Johannes is de voorloper en een prediker van de omkeer, alhoewel hij van diegene waarvoor hij de weg bereidt, slechts een vaag vermoeden heeft. Noch lang nadat hij Jezus heeft gedoopt blijft hij onzeker en hij laat, vanuit de gevangenis, zijn leerlingen bij Jezus navraag doen: Zijt gij het die komen zal, of moeten we nog op een ander wachten?
Er zijn christenen die, op dag en uur nauwkeurig, kunnen zeggen waar ze Jezus hebben ontmoet. Sinds dat moment was voor hen alles duidelijk. Bij Johannes was dat niet het geval. Zoals de meesten van ons is ook hij een zoeker, iemand die in het halfduister tast, iemand die zich vragen stelt. Misschien vind ik hem daarom zo sympathiek en voel ik me bijna met hem verwant.
Ook Deo, die we vorige week begraven hebben, was zo iemand die duidelijk zei: ik weet het niet, maar ik blijf wel zoeken naar alle tekenen die Hij en jullie mij geven
Dat zoeken en verwachten en niet opgeven, dat is de boodschap van Johannes de Doper: een rare vogel met een deugddoende boodschap in deze tijd voor Kerstmis.
Hadden we maar meer zulke rare vogels en Deos in onze tijd!
Voor de meeste van onze kinderen en kleinkinderen is het een weekend te vergelijken met het Kerst weekend!
Bij de meeste van onze gezinnen komt dit weekend De Sint!
Allemaal hebben we er naar verlangd, vurig naar uitgekeken! Allemaal hebben we er ons op voorbereid, ieder op zijn eigen manier!
Allen hebben we er van wakker gelegen, ook ieder op zijn eigen manier!
Om vandaag en morgen je hart in je keel te voelen kloppen van vreugde en geluk! Van het zien van die blije gezichten! Van het zien van het pure zo kwetsbare enthousiasme bij het in vervulling zien gaan van die al zo lang gedane belofte!
Vandaag is het voor velen als met Kerstmis en is voor velen de tijd van wachten voor wat komen gaat, de adventtijd voorbij!
En heel dit gebeuren heeft alles van de bijbelteksten van vandaag in zich.
In Jeremia horen wij hoe hij, jemmerend over de ballingschap en de donkere dagen waarin het volk verkeert, uitziet naar de belofte van een vaste waarde! De koning die de naam JHWH onze gerechtigheid zal dragen!
Jeremia, een profeet, een ziener, een roeper, die de ellende van zijn volk niet langer kan aanzien en in hen de belofte van het goede dat komende is wakker schudt!
* Wat er ook gebeurde doorheen heel het voorbij jaar, dit weekend zijn kinderen en ouders dikke vrienden, spreekt gerechtigheid en barmhartigheid in elk ouder- en grootouderhart!
Psalm 25: Naar U levende, klimt mijn ziel. U vertrouw ik: dat Gij zijt. U verlang ik ooit te zien. Door de nacht zien uw ogen mij. (Huub Ooosterhuis)
* Zo heeft elk kind naar dit weekend uitgekeken!
Wat bang vanwege het bewustzijn van wat hij niet zo goed gedaan heeft vandaag, gaat een kind slapen. Maar vol vertrouwen, dat De Sint hem midden in de nacht ziet, slaapt hij in, hoopvol wachtend op zijn komst!
Lucas is de evangelist die we vanaf vandaag regelmatig zullen horen!
En het nieuwe kerkelijk jaar begint met een stukje uit Lucas evangelie, waarmee het voorbije jaar, veertien dagen geleden werd afgesloten, met bijna dezelfde woorden,m aar dan uit het Marcusevangelie!
Lucas is veel soberder in het beschrijven van de natuurrampen dan Marcus! Bij hem geen zonsverduistering, geen sterren die uit de hemel vallen, maar eenvoudig tekenen aan zon, maan en sterren.
Lucas geeft veel meer aandacht aan de mensen en hun gevoelens, waarover we niets hoorden bij Marcus.
Lucas schrijft over hun angst, radeloosheid en spanning over hoe zij de donkere tijden beleven en moeten doorkomen.
Lucas spreekt niet over het verzamelen van de uitverkoren van de Mensenzoon.
Een oproep tot vertrouwen is in de plaats gekomen want Lucas weet dat mensen en hun angsten van alle tijden is.
Hij roept hen op om standvastig te blijven en geeft hen ook een mogelijke methode mee!
Heft uw hoofd en bidt geeft Lucas aan als mogelijke hulp. Zodat ge de kracht zult hebben om niet ten onder te gaan in wat er gebeurt en gaat gebeuren.
Ik moet het aan de meeste van ons niet vertellen hoe de waarde van het leven niet bepaald wordt door wat ons overkomt, maar door de manier waarop wij omgaan met wat ons overkomt. Ons biddend vertrouwen en ons waakzaam blijven, houden ons nuchter en maken van ons sterke mensen die het leven aandurven zoals het zich aandient.
* Ook dat zien we vandaag bij dat grote kinderfeest gebeuren!
We zien hoe mensen, ook zij die in grote armoe leven, alles doen om hun kinderen en kleinkinderen vandaag, blij en al was het maar even 'heel gelukkig te maken. Iedereen zoekt en vindt wegen om zijn kinderen en kleinkinderen in deze dagen niet in de kou te laten staan. Met een groot vertrouwen durven sommige moeders en grootmoeders in armoede, binnenstappen op de Ossemarkt of het Schoenmakerspkapelleke en durven ze uitkijken naar hulp van buitenaf.
En wij die zoveel te veel hebben leren onze kinderen geven van hun te veel. Leren hen, aan De Sint iets mee te geven uit hun speelgoedbakken voor de kindjes die niet zoveel hebben als zij
Zo wordt het vertrouwen van mensen in moeilijke omstandigheden niet beschaamd.
Want bidden alleen helpt niet!
Verwachten, vertrouwen en waakzaam blijven, horen samen in deze adventtijd!
Goddelijke belofte en menselijke inzet mogen niet van elkaar losgemaakt worden.
Heel de toekomst hangt af van de mensen en hoe ze zich opstellen. Heel onze toekomst hangt van onszelf af en hoe we ons opstellen!.
Zelfs God staat met zijn belofte machteloos als Hij niet de mensen vindt die zijn belofte waarmaken!
En dan nederig en deemoedig voelen, dat ook wij het slechts kunnen vanuit die goddelijke kracht die in ieder van ons geboren is. Niet opstaan en zeggen: zie eens hoe ik geef en enkele mensen blij maak Neen, in alle stilte, diep vanbinnen voelen en horen aan de stem van mijn geweten, dat ik de Kracht krijg om te kunnen blijven opkomen voor gerechtigheid. Diep vanbinnen voelen en horen aan de stem van mijn geweten, dat nederig ingaan op dat appèl, moeders en grootmoeders in armoede ook lichtpuntjes geeft om de weg van het leven verder te vinden.
Advent, gebeurt in de donkerste en koudste tijd van het jaar die het voor velen daardoor ook de moeilijkste tijd van het jaar maakt.
Welzijnszorg roept het van de daken! Armoede verjaart niet!
Schudt ons wakker om eerlijk en oprecht elke week een beetje licht te brengen bij ouderen in armoede. Ieder op zijn eigen manier, ieder binnen zijn eigen mogelijkheden.
De campagne vraagt aandacht voor een leefbaar inkomen voor ouderen in armoede
en ze hoopt en vertrouwt erop dat die vraag door beleidsmakers kan beantwoord.
Armoede doen verjaren. Armoede de greep op het leven ontnemen. Armoede niet levenslang laten duren. Het kan. We doen het.
We spelen een kaartspel voor meer verbondenheid met ouderen in armoede,
met ouderen in eenzaamheid.
We spelen tegen de uitsluitingsmechanismen van armoede.
Vier weekends lang trekken we onze sterkste troeven.
Vier weekends lang sluiten we ouderen-in-armoede in onze armen. Trekken we de kaart van warme verbondenheid om wat licht te brengen in de donkerste dagen.
Naar Jean-Paul Vermassen
Ons biddend vertrouwen en onze dagdagelijkse inzet, maken het verhaal van de advent zo mooi en zo puur, dàt maakt dat Gods belofte met Kertsmis, weer in de wereld mag komen en misschien een beetje werkelijkheid kan worden.
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.