Op een berg wil zeggen: dichter bij de sterren en tegelijk ook wat verder weg van het alledaagse. Kansen om te relativeren, om het allemaal wat meer van op afstand te bekijken.
Terwijl Jezus aan het bidden is, verandert Hij van uiterlijk en worden zijn kleren stralend wit. Ineens zijn Mozes en Elia daar met Hem in gesprek. Drie idolen, drie sterren bij elkaar. En ze spreken met elkaar over heengaan en over voleinding van het leven in Jeruzalem.
Is het vermoeiend om naar die drie grote sterren te kijken? Of is het juist dat wat Petrus en de anderen wakker schudt en de vraag oproept: Laat ons hier drie tenten bouwen?
Dan is er plots een wolk, die de droom van Petrus doet uiteen spatten
en hem tegelijkertijd opnieuw wakker maakt. Want uit de wolk klinkt een stem: Dit is mijn uitverkoren Zoon; luister naar Hem.
Daar is ze weer, die wolk, dat tekstballonnetje waarin God op een bijbelse manier opnieuw uitleg geeft. De eerste keren was dat bij de Israëlieten in de woestijn, later bij Mozes op de berg Sinaï, recent nog bij de doop van Jezus door Johannes en nu weer opnieuw.
Petrus en de anderen waren destijds zo verbaasd dat zij er in alle talen over zwegen en aan niemand vertelden wat ze hadden gezien.
Ook wij zitten hier vandaag met zon dubbel gevoel. In de viering van 11 uur herdenken wij de overledenen van de voorbije maand en om 12 uur vieren wij de vrijwilligers van onze parochie.
Wij kijken vandaag naar de sterren aan onze hemel. Sommige sterren staan onbereikbaar ver, andere aanraakbaar nabij. En er zijn er kleine en grote.
Kleine sterren, van kindsterretjes, over sterretjes in de ogen tot
een sterretje in onze voorruit. Grote sterren, van filmsterren, popidolen en wereldsterren, tot onze heiligen. Allemaal mensen die ons aanspreken en inspireren, naar wie wij blijven opkijken, ook al zijn zij misschien gestorven.
Wij richten wij onze kijker dit weekeind op twee soorten sterren.
De eerste zijn de mensen die ons zijn voorgegaan. Die dierbare overledenen die voor ons voorbeeld-mens waren. Het denken aan hen vervult ons met dankbaarheid, ook al zijn zij niet meer bij ons.
De tweede soort sterren zijn onze vrijwilligers. Wat zij doen komt, niet in de kranten. Daarvoor is het te onopvallend en niet sensationeel genoeg. Zonder hun inzet is een parochiewerking onbetaalbaar. Zij doen zaken kosteloos maar niet waardeloos, gratis maar niet gratuit. Daarom zetten wij hen vandaag dankbaar in de bloemetjes.
De grote sterren op de berg, waarover Lucas ons vandaag vertelt, horen eigenlijk tot beide soorten. Enerzijds zijn Mozes, Elia en Jezus al lang niet meer onder ons. Toch is de invloed van deze grote sterren op ons leven veel groter dan we durven vermoeden. Want anderzijds zijn er nog altijd wetten gebaseerd op de boeken van Mozes. Nog altijd worden wij geïnspireerd door mensen met een klare kijk. Profeten zoals Elia, die onze blik verruimen en, als vanop een berg, opnieuw vergezicht geven. En wij noemen onszelf christenen, naar Jezus Christus.
Wij leven nog altijd vanuit zijn inspiratie.
Vanuit Jezus inspiratie zijn er wereldwijd miljoenen vrijwilligers, die met groot enthousiasme werken in duizenden verenigingen:
Jeugdleiders en -leidsters die elke week vergaderingen voorbereiden en kinderen al spelend begeleiden naar volwassenheid.
Mensen aanwezig in sportclubs, toneelverenigingen, zangkoren, socio-culturele verenigingen, die maar kunnen draaien dankzij hun onbetaalde steun en helpende handen.
Wereldwinkels, welzijnszorg, kom-op-tegen-kanker, solidariteitsverenigingen werken in derdewereldprojecten en bij kansarmen in eigen land, dankzij vrijwilligers.
Vrijwilligers bieden een belangrijke meerwaarde in rust- en ziekenhuizen. Zij verzorgen bloemen op de kamers, zijn mensen nabij met een luisterend oor of hulp bij de maaltijden.
Ook in onze parochie zijn overal vrijwilligers aanwezig. Als catechist in de doop-, communie- en vormselpastoraal, als zanger in het kerkkoor, als bloemschikker, lector, koster, predikant of voorganger in gebedsdiensten, in een liturgiegroepje, in het SAC, ter Schelde of het Klokske, in de parochieploeg en in de kerkfabriek of als een van de vele medewerkers bij de parochiefeesten.
Vrijwilligers, zij zijn de ruggengraat van onze maatschappij in het algemeen en van onze parochie in het bijzonder. Zij zijn onmisbaar. Zij geven zoveel
zomaar voor niets.
Die vele vrijwilligers zijn de sterren in onze ogen.
Dankzij hen kunnen we verder groeien naar Jezus droom: een wereld waar het voor iedereen goed is om te wonen. Ergens las ik het zo: als elke vrijwilliger een ster kreeg, werd het nooit meer donker!
Laten wij daarom, anders dan Petrus destijds, er niet over zwijgen, maar er juist aan iedereen over vertellen en vooral
er dankbaar voor zijn.
Amen.
Inspiratie uit een Ode aan de vrijwilliger, gevonden op Seniorennet.