Ik maakte deze week een wandeling op onze Linkeroever.
Het is duidelijk herfst. Dat kun je zien aan de bladeren van de bomen die allemaal van kleur beginnen te veranderen. Maar wat me vooral opviel, was dat alle grote bomen nu hun zaden beginnen uit te strooien. En ze doen dat ieder met hun eigen vorm, ieder op hun eigen manier.
De grootste zijn zeker die glanzend bruine van de wilde kastanje. Ze zitten in een dikke bolster die openbarst als ze op de grond vallen. Die van de tamme kastanje zitten ook in een bolster, maar dan één met fijne stekeltjes. De eikels hebben geen bolster nodig.
Die hebben gewoon een hoedje op. De pluizenbollen van de plataan hebben zelfs geen kapje nodig. Die groeien gewoon héél dicht bij elkaar in een bol.
Onder de boomzaden zijn er ook kunstvliegers. Zoals de zaden van de linde, die met twee of drie aan een klein blaadje, als een parchute naar beneden kronkelen. En vooral de zaadjes van de esdoorn die, meestal twee aan twee, als een helikopter elegant naar beneden cirkelen.
En dan staan er nog bomen waarvan de lange peulen een beetje lijken op grote snijbonen: met zwarte peulen met zaadjes in. Ik denk dat het johannesbroodbomen zijn.
Jezus heeft het vandaag over mosterdzaadjes. Die zaadjes zag ik bij ons nergens. Misschien omdat ze zo klein zijn. Amper 1 of 2 millimeter groot. En toch groeit er uit elk van die kleine zaadjes op één jaar tijd een plant, neen een stuik van bijna twee meter hoog. Zo groot dat er zelfs vogels hun nest in kunnen bouwen. En aan die struik komen bloemen, waaruit peultjes groeien van ongeveer 3 cm, met daarin een rijtje mosterdzaadjes.
Over die bloemen, zaadjes en struiken heeft Jezus het als zijn leerlingen Hem vragen om hun geloof sterker te maken.
Neem een voorbeeld aan dat mosterdzaadje, zegt Hij. Het is een wonder dat uit zo’n klein zaadje zo’n grote struik kan groeien. Dus zelfs al heb je maar een piepklein geloofje, ook dat kan groeien, én groot én sterk worden.
Zo gaat het ook met de zaadjes bij de engel in de winkel uit de eerste lezing. Zaadjes die de oorlog stoppen of die zorgen dat de kleine mensen op de wereld het beter hebben, die zijn niet te koop.
Die kan je alleen maar zaaien en laten groeien en groot worden. En dat lukt nog het best als je er niet alleen voor staat, als je het samen doet.
Ook kinderen worden klein geboren. Maar ze worden groot en sterk.
Zeker als ze het samen kunnen doen: met elkaar, door elkaar en voor elkaar, zoals de leerlingen van Jezus.
Amen.