Lieve mensen,
Ik wil graag beginnen met een verhaaltje, dat jullie allemaal kennen:
Op zondagnamiddag wandelt boer Bavo langs zijn akkers om te genieten van de vruchten van zijn noeste werk door de week. Vandaag komt hij mijnheer pastoor tegen. "Dag Bavo", zegt de pastoor, "zijn dat uw patatten hier? Ze zien er goed uit" "Ja”, zegt Bavo, “dit zijn mijn patatten en die zien er goed uit, maar ik heb er heel hard voor moeten werken: ploegen, planten, mesten, onkruid verwijderen, spuiten tegen ziektes, .. "
Dat kan allemaal goed zijn, Bavo", zegt de pastoor, "maar zonder de hulp van Onze Lieve Heer zou dat toch niet gegaan zijn!"
Ze wandelen verder tot ze komen bij een akker vol prachtig graan. "Mooi", zegt de pastoor, "Ook van u, Bavo?" "Ja", antwoordt de boer, "maar niets voor niets. Weet ge, ook hier heb ik geploegd, mest gevoerd, onkruid gewied, groeistoffen gespoten, ..."
"Vergeet vooral niet dat Onze Lieve Heer ook hier veel aan geholpen heeft, Bavo" antwoordt de pastoor.
Ze wandelen nog een hele tijd door en overal is het hetzelfde liedje... boer Bavo vertelt over zijn zwaar werk en de pastoor betrekt er telkens de hulp van Onze Lieve Heer bij, tot ze uiteindelijk op het laatste stuk grond van de boer komen.
Vraagt de pastoor ook nu weer aan Bavo: "en is dit ook grond van u?"
"Ja", zegt Bavo, "dit stuk is ook van mij!"
"Maar dit staat helemaal vol met vuil, distels, doorns en ander onkruid!", zegt de pastoor.
"Dat klopt", zegt Bavo", hier heb ik Onze Lieve Heer eens alleen laten werken!"
Een mopje, zullen jullie zeggen. Maar eigenlijk is het géén mopje.
Het zou té gemakkelijk zijn om Onze Lieve Heer alles alleen te laten doen en Hem voor alles te laten opdraaien. Maar … zo werkt God niet.
Hij heeft geen andere handen dan de onze, geen andere ogen dan de onze, geen andere mond dan de onze.
Dat wil zeggen dat mensen zèlf op zoek moeten gaan naar de manier waarop ze
- de patatten op hun akker en het graan op hun veld laten groeien;
- de ruzies, oorlogen en andere problemen kunnen oplossen.
Heeft God daar dan niets mee te maken? Toch wel.
Hij is het die het laat regenen en de zon doet schijnen. Hij zorgt voor groeikracht. Maar mensenhanden moeten zorgen dat de oogst rendeert.
God is het die in het hart van de mensen het verlangen naar liefde en vrede gelegd heeft. Maar ieder mens die in God gelooft, moet proberen zo te leven, dat geschillen worden bijgelegd en ruzies worden opgelost; dat mensen mens-worden aan elkaar.
Christus is daarbij onze voorbeeld-mens. Maar wij zijn degenen, die het moeten doen. Wij zijn de ‘boeren’ op ‘Zijn veld’.
Christus heeft geen andere handen, dan onze handen
om vandaag zijn werk te doen.
Jezus heeft geen andere voeten, dan onze voeten
om de mens te geleiden op Zijn weg.
Hij heeft geen andere mond, dan onze mond
om aan de mensen te verhalen
hoe Hij leefde, stierf en weer verrees.
Christus heeft geen andere hulp, dan onze hulp
om de mensen nader tot Hem te brengen.
Maar als onze handen nu eens drukker zijn
met ander werk dan met het zijne?
Wie heeft Hij dan
... om over zijn liefde te vertellen?
... om zijn Licht te verspreiden?
... om Hem te loven, voor wat Hij voor ons heeft gedaan?
Wie?
Helpen om ‘Zijn graan’ van liefde te laten groeien.
Dat is een opdracht voor ons allemaal. Amen.