Over sjoemelaars die knoeien met belastingen, maten en gewichten moet ik waarschijnlijk niks uitleggen.
Maar wat is een rentmeester en wie is de onrechtvaardige mammon.
Een rentmeester is iemand die renten beheert en ontvangt. Simpel vertaald: beheerder of econoom. Mammon is een woord uit het Midden-Oosten dat schat, geld, voordeel, winst, rijkdom of bezit betekent. In de bijbel is de Mammon de personificatie van geld of rijkdom, de geldzucht, voorgesteld als een heidense afgod, de geldduivel.
Jezus vertelt ons vandaag weer eens een parabel. Maar wel een lastige. Hebben jullie het er ook zo moeilijk mee, dat de Jezus die onrechtvaardige rentmeester, die fraudeur, de hemel in prijst, omdat hij met overleg te werk ging? Dan ben je lang niet de enige.
Het is nochtans niet zo moeilijk. Ik probeer het uit te leggen met een ander, vergelijkbaar verhaal:
Jantje kwam opgewonden thuis. “Papa”, roept hij, “Weet je wat er vannacht bij Mieke gebeurd is?” “Nee, schat, vertel het maar!” “Wel, er is daar ingebroken! Een dief is heel stilletjes binnen geslopen en heeft de televisie, de computer en geld meegenomen. Zou dat bij ons ook kunnen gebeuren?” “Nee hoor schat! Wij hebben sterkte sloten op alle deuren. Die dief kan bij ons niet binnen.”
Gelukkig was Jantje de dief snel vergeten. De volgende morgen was een zaterdag. Dan slapen papa en mama uit. Maar Jantje is al wakker en verveelt zich. Hij gaat een beetje boven op de zolder spelen. Eerst loopt hij een oud nachtkastje omver. Daarna valt met veel lawaai een stapel dozen omver.
Opeens roept papa van beneden: “Wat ben je aan het uitspoken, Jantje? Je zou beter een voorbeeld nemen aan die dief van bij Mieke!, die was tenminste stil. Die heeft niemand wakker gemaakt.”
Zelfs van een dief kun je iets leren! Net als van een oneerlijke rentmeester.
Ik had nooit eerder op een zo eenvoudige manier horen uitleggen wat Jezus eigenlijk bedoelt wanneer Hij die rentmeester prijst, die met overleg te werk ging.
Vergeet vooral niet dat het verhaal van Jezus een parabel is.
In vele parabels van Jezus, er sprake is van een "heer", die bijna altijd kan vereenzelvigd worden met "de Heer".
Deze keer is dat niet het geval. En daarom raken we verward, zijn we een beetje in twijfel.
Het verhaal van de inbreker is in feite ook een parabel. Maar daarbij denken we er nog niet aan om in die inbreker "de Heer" te zien.
Als we een beetje terug bladeren in het evangelieboek, dan merk je dat (Lucas 15, 1-2) Jezus een hele reeks parabels vertelt en dat telkens tollenaars en zondaars van allerlei slag, maar ook farizeeën en schriftgeleerden, naar Hem kwamen luisteren.
Misschien kiest Jezus het voorbeeld van de rentmeester, juist omdat de tollenaars ervaring hebben met het beheren en ontvangen van renten, juist omdat de sjoemelaars ervaring hebben met het verkleinen van korenmaten en het vervalsen van weegschalen en misschien ook omdat Hij weet dat de farizeeën en schriftgeleerden de bijbel zeer goed kennen (en dus ook het verhaal bij Amos, onze eerste lezing).
Jezus probeert met deze parabel om zijn publiek op het verkeerde been te zetten, om hen uit hun schelp te lokken.
Let wel, Hij praat het gedrag van de rentmeester niet goed. Neen, Hij blijft hem slecht en onrechtvaardig noemen. Maar Jezus dwingt zijn toehoorders om eens goed naar het gedrag van die rentmeester te kijken, en in te zien hoe deze, door schulden kwijt te schelden en geld uit te delen, vrienden heeft gemaakt. Enkel daarom wordt hij geprezen.
Zo moeten de luisteraars ook hun bezittingen delen met de armen, om een plaats te bekomen in het Rijk Gods. Dan zullen ook zij daarom door God worden geprezen.
Op het onuitgesproken verwijt dat de rentmeester oneerlijk is, reageert Jezus met de vraag of de toehoorders zelf wel betrouwbaar zijn wanneer het om geldzaken gaat. Als ze eerlijk zijn, zullen ze inzien dat ze misschien meer op die fraudeur gelijken dan ze zouden willen.
Als zij (lees: wij) hun bezit voor zichzelf houden, en niet bereid zijn te delen met de armen, zijn ook zij onbetrouwbare beheerders die verkeerd met het geld van hun heer omgaan.
Want ook zij (lees: wij) zijn niet de eigenaars van hun bezittingen. Deze zijn immers door God aan hen toevertrouwd met de bedoeling deze goed te beheren en met de armen te delen.
Ook Amos vaart uit naar zijn toehoorders. Amos, die bij leven zelf een schapenboer en vijgenkweker was, weet waarover hij spreekt. Hij kent de trucen van de foor. Hij weet wanneer en hoe er gefoefeld wordt. Hij heeft het waarschijnlijk ooit zelf gedaan.
Zijn publiek zit in hetzelfde schuitje als de onbetrouwbare rentmeester.
Ik wil jullie of mezelf niet meteen een etiket van oplichter of bedrieger opplakken. Toch zijn ook wij in hetzelfde bedje ziek.
Als volgelingen van Jezus zouden wij kinderen van het licht moeten zijn.
Jezus zegt: je kunt niet God dienen en het geld. Je moet een keuze maken. Want je kan geen twee heren dienen. Het is óf God, óf de mammon.
Als je kiest voor de god van het geld, dan worden de anderen daar zeer dikwijls het slachtoffer van en dan maak je jezelf tot slaaf van het geld.
Jezus’ alternatief is een nieuwe manier van leven: in solidariteit en vriendschap met God en met de medemensen
Het gaat dus om kiezen of … delen.
Het is een basiskeuze waardoor je je leven laat beheersen: óf aardse bezittingen óf het koninkrijk Gods. Dat is de keuze waarvoor Jezus ons stelt: ofwel bij het oude blijven, ofwel je afkeren van al wat kwaad is in de wereld, in jezelf.
Zeg nu niet: ik heb geen kapitaal, geen geld om te verdelen. Bekijk het ruimer. Het gaat niet zozeer om geld en zeker niet alléén om geld. Het gaat om delen van alles wat deelbaar is: have en goed, voedsel, geluk en vriendschap.
We begonnen deze viering met: “De enige manier om een vriend te hebben, is er één te zijn” en het spreekwoord: “In nood leert men zijn vrienden kennen”. Een ander bekend gezegde is: “gedeelde smart is halve smart, gedeelde vreugde is dubbele vreugde”!
Als je al je troeven benut om anderen te helpen, om met hen het leven in al zijn volheid te delen, dan is er echt een licht in jou opgegaan, dan ben je op weg om een kind van het licht zijn. Amen.
Een beetje inspiratie gevonden bij Trudy Vester, bij Harrie Brouwers en bij Dick Wursten.