Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Derde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 24 en zondag 25 januari 2009
Eerste lezing: Jona 3, 1-5.10 - 'Jona's optreden in Nineve' Evangelie: Marcus 1, 14-20 - 'Roeping van enkele vissers'
Net als vorige week krijgen wij in het evangelie van vandaag weer een verhaal over de roeping van de eerste leerlingen. En die roeping gebeurt op een heel eenvoudige manier. Zo eenvoudig dat het voor mensen van onze tijd eigenlijk heel moeilijk te begrijpen is. Veronderstel maar eens even dat er nu iemand op zoek zou gaan naar medewerkers om een kerk, of een andere gemeenschap, op te bouwen die meer dan tweeduizend jaar zou moeten standhouden. Waarschijnlijk zou die persoon dan beginnen met een profiel op te stellen waaraan die medewerkers moeten voldoen. En vervolgens zou men de kandidaten uitgebreid gaan screenen en testen en aan allerlei proeven onderwerpen. Jezus doet het anders. Hij spreekt gewoon een paar simpele vissers aan. En wat nog merkwaardiger is: die mannen laten meteen hun netten in de steek en volgen Hem. De enige aansporing of informatie die ze krijgen is: "De tijd is rijp en het koninkrijk van God is ophanden. Bekeer u en geloof in de goede boodschap".
Onbegrijpelijk of toch ook weer niet? Simon, Andreas, Jacobus, Johannes: waren dat dan supermensen? Hebben die niet even getwijfeld en zich afgevraagd of ze het wel zouden kunnen, of ze van het ene moment op het andere hun vertrouwd leventje zouden achterlaten? Wie waagt er nu zomaar een sprong in het onbekende? En: zou dat ook in onze tijd nog kunnen? Zo radicaal misschien niet, maar het kan wel. En het gebeurt ook. Mensen worden ook nu nog geregeld gevraagd om een taak op zich te nemen, of uitgedaagd om hun grenzen te verleggen. En heel dikwijls is de eerste reactie dan: dat is niets voor mij, ik kan dat niet, ik ben daar niet voor opgeleid, ik heb daar geen tijd voor. Maar enkelen wagen het toch. Zij vinden de tijd rijp, zij geloven in de boodschap. En dan gebeurt soms een klein wonder.
Een paar voorbeelden. Sinds enkele jaren wordt in onze parochie de catechese van de vormelingen gedragen door ouders. Bij een eerste ouderavond wordt er gevraagd wie er dit jaar bereid is om mee te werken. Dat houdt in: wie wil er een paar avonden samenkomen om de catechese voor te bereiden en dan ook een zaterdag of een zondag daadwerkelijk catechese geven aan de vormelingen? De meeste mensen denken dan: dat is toch niets voor mij, ik kan dat niet. Maar ieder jaar zijn er die de stap wagen. En dan ondervinden ze dat ze het wél kunnen, als ze maar samenwerken en elkaar bemoedigen en inspireren. En achteraf horen we dan dat ze er heel veel deugd aan beleefd hebben. Hetzelfde zien we bij de voorbereiding van de eerste communicanten. Ook hier worden ieder jaar weer ouders gevonden die vrijwillig willen meewerken. Dit jaar weer een pak meer dan de vorige jaren. Ouders die vinden dat voor hun kinderen de tijd rijp is en die de goede boodschap mee willen doorgeven.
Het is trouwens niet alleen in de kerk dat we dat meemaken. Hoeveel mensen zetten zich niet actief en met hart en ziel in voor de school van hun kinderen in een oudercomité of werkgroep? In een buurtcomité of in de organisatie van straatfeesten? Hoeveel jongeren zijn niet actief in een jeugdbeweging of een sportclub? En hoeveel van die mensen dachten aanvankelijk niet dat ze er het talent niet voor hadden, dat de tijd hen ontbrak, dat ze het niet gingen kunnen? De laatste zomers was er op zondagavond op televisie het programma "Fata Morgana". Een gemeente werd daar uitgedaagd om een vijftal opdrachten uit te voeren en sterren te behalen. Daarvoor was telkens de medewerking vereist van honderden vrijwilligers. Een week tijd kregen ze om een bouwwerk in elkaar te steken, een kunstwerk na te maken, een reuzetapijt te weven, noem maar op. En ook hier weer: de eerste reactie was vaak: ik kan dat niet, dat is niets voor mij. Tot men zag hoeveel anderen er meededen en het aantal vrijwilligers groeide maar aan. En we weten natuurlijk allemaal dat in dat programma wel een en ander zal gemanipuleerd zijn, maar toch. De inzet van die duizenden mensen, daar kon je toch niet naast kijken.
Als mensen ingaan op een uitnodiging, een uitdaging, een roeping, dan kunnen ze niet anders dan een sprong nemen in het onbekende. En ook vandaag blijft God ons roepen, niet om ons leven radicaal te veranderen, maar toch om vaak in heel kleine dingen mee te werken aan zijn Rijk. En daarvoor is altijd een stukje bekering nodig. Of verandering of herbronning, een nieuw inzicht. Net zoals bij die eerste leerlingen. Ik kom nog even terug op dat evangelie. Jezus zegt daar tot die vissers: "Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken". Die zin is lang opgevat als een uitnodiging om mensen in de netten te vangen zoals men vissen vangt. Om mensen te bekeren tot het enige, ware geloof. En ze dus in onze kerk, in ons clubje te krijgen. Maar we kunnen het ook anders begrijpen. Vissers van mensen zijn erop gericht andere mensen op te vissen. Mensen die dreigen te verdrinken, die kopje onder aan het gaan zijn. En dan komen we regelrecht bij pater Damiaan. Hij probeerde geen mensen in zijn netten te vangen, hij viste de mensen in miserie op. Dàt opvissen van mensen, dat kunnen wij eigenlijk allemaal. Op de plaats waar we zijn, in het milieu waarin we ons bevinden. Daarvoor is de tijd altijd rijp. Als we tenminste geloven in de goede boodschap
Vorige week hoorde ik op de radio een jonge moslim zeggen: 'Als ze me toelaten, dan ga ik vechten in Gaza! Ik ben van niemand bang, van niemand!' en dan wat stiller: 'behalve van Allah!'. Dat greep me toch wel aan en zette mij aan t denken.
Een jongen vol branie die ingetogen zegt dat hij bang is van Allah! Hij geeft Allah dus duidelijk een plaats in zijn leven, meer nog, hij stelt zelfs zijn handelingen af op wat hij de wil of het woord van Allah meent te zijn. Fanatiek zul je misschien denken, maar is dat wel zo?
Ik vraag me af wanneer ik zou vragen aan mijn kinderen, op die leeftijd, of ze bang zijn voor God, wat hun antwoord wel zou zijn. Ik denk dat ze me eerst stomverbaasd zouden aankijken, en schouderophalend iets zouden antwoorden in de zin van: 'Moet dat?' of 'Waarom?' en in het meest voor de hand liggend geval: 'Zeg moeder, wat vraag je nu weer!'. Gesprek over,terug naar belangrijker dingen.
Nu is het natuurlijk wel zo dat wij, Christenen, niet meer opgevoed worden met een Godsbeeld dat angstaanjagend is. Jezus heeft het meermaals zelf gezegd dat we God als een liefhebbende Vader moeten beschouwen, dat vergeving van zonden en misstappen nog altijd kan. Wij geloven niet in een God die ons ten allen tijde kan of wil straffen en dat is goed. Het is geruststellend dat wij mogen vertrouwen op Gods goedheid, maar het zet tegelijk de weg open naar een verregaande onverschilligheid. Wij gaan daardoor misschien steeds minder rekening houden met Gods wil en zijn geboden in ons leven!
Daarom is het goed terug het zo gekende verhaal van de jonge Samuel nog eens te horen. Samuel, zo jong als hij was, hoort de stem van God en geeft er gehoor aan. Hij biedt zich aan en antwoord. Het is de stem van God en het antwoord van Samuel dat een omkeer zal brengen, zowel in het leven van Samuel als voor Israël . Door wat hij hoort begint ook Samuel te zien! Hij ziet de misstanden die heersen en hij zal zijn roeping vinden als profeet en aldus veranderingen teweeg brengen. Zijn naam zal door allen geëerd en geacht worden. Hij zal op voorspraak van God zelve Saul zalven als eerste koning van het volk Israel. Steeds weer zal Samuel bij de Heer te rade gaan en zal hij het woord dat God tot hem spreekt volgen.
Het verhaal van de roeping van de leerlingen is van een heel andere orde. Hier is verwachting en hoop. Johannes geeft het aan: 'dat is de man die jullie moeten volgen, dat is Jezus, het Lam Gods!'. En de leerlingen gehoorzamen hem en gaan Jezus achterna. Zij spreken Hem ook dadelijk met Meester aan. Zij volgen Hem maar ze halen er ook de anderen bij! Zo groot is hun vertrouwen, dat zij bereid zijn een ander leven te beginnen. Misschien zouden ook wij een man als Johannes kunnen gebruiken om ons de goede weg aan te wijzen.
Zo roept God nog steeds mensen om Zijn Zoon te volgen. Het is niet gemakkelijk in deze tijd van eeuwig lawaai Zijn stem te horen. En toch het is niet altijd stilte die we nodig hebben om te horen. Wij kunnen ook zien! En begrijpen waar God ons wil heen sturen, wij kunnen ook zien waar het fout gaat.
Zijn stem kan ook diep in ons klinken en zich in gevoelens van medeleven uiten en in een aangeboren rechtsgevoel. Een gevoel dat ons doet steigeren bij het zien van onrecht en leed, een gevoel dat ons aanzet tot protest... en, moeten wij nu bang zijn voor God? Zolang wij Zijn stem willen horen, zolang wij willen zien wat juist is en wij het lichtend voorbeeld van Zijn Zoon willen volgen, zolang zal Hij een Goede Vader voor ons zijn en daar hoeven wij niet bang voor te zijn.
Hopelijk vond de doop van Jezus niet echt plaats de tweede zondag van januari. Anders zou Hij het wel eens verschrikkelijk koud kunnen gehad hebben . Overal ligt ijs nu. Soms een prachtige zwarte spiegel. Soms een dikke laag sneeuw erop. Op kleinere vennen en grachten kun je redelijk veilig schaatsen, toch kun je maar beter uitkijken. Lang geleden dat er zo´n winter is geweest. Mooi voor sommigen, lastig voor anderen al dat bevroren water. Maar eigenlijk moet water helemaal niet stilstaan en bevroren zijn. Het moet leven en stromen, leven voortbrengen en levensbron zijn. Alle leven komt toch voort uit water, zeggen de geleerden en ook voor ons gelovige en zoekende mensen heeft het water toch een levengevende betekenis. We dopen onze kinderen met water en onze doopcatechisten maken het water voor de kindjes zelfs een beetje warm om ze niet al te zeer te laten schrikken.
Ook Johannes de Doper doopt met water, zoals hij zelf verkondigt. Het was en is een teken van omkering. Door het water gaan wil zeggen, een nieuw mens worden. Johannes bedoelt, kind van God worden, mogen ervaren, mogen weten, dat je er nooit alleen voor staat. Kind worden van de nieuwe wereld van liefde, vrede en gerechtigheid. Daar hoort meteen een opdracht bij, dat je daaraan ook je eigen bijdrage moet leveren en dat je er al je talenten voor moet inzetten. Johannes staat daar niet toevallig aan de Jordaan. Het is de plaats waarlangs destijds het joodse volk het beloofde land binnenging. Ze waren 40 jaar door de woestijn getrokken, een plaats van droogte en eenzaamheid, een plaats van bezinning en loutering. De laatste barrière was het water van de Jordaan. Nu, zeker in het droge seizoen is dat niet veel meer dan een brede beek. Maar het is wel een symbolische plek. Het deed hen zeker denken aan het water van de Rietzee dat ze hadden doorgestoken. En daarachter, achter de Jordaan, daar lag het Beloofde Land, het vruchtbare land, het land van melk en honing. Johannes kiest juist deze plek om te dopen. De mensen moeten de woestijn ingaan, zich bezinnen, zich vanbinnen louteren om zich te laten dopen, door het water van de Jordaan te gaan en als nieuwe mensen boven te komen.
Dat is niet toevallig. Water is leven gevend. Water brengt vruchten voort. Op dit feest van de Doop van de Heer worden wij uitgenodigd terug te kijken naar ons eigen doopsel. We herinneren het ons uiteraard niet meer. Maar we mogen teruggrijpen naar de diepe betekenis. We mogen dat water niet laten bevriezen en tot ijzige mensen worden, maar mogen vertrouwen op Gods nabijheid en ook met onze mond, met ons hart, met onze ogen oren handen en voeten, vruchten voortbrengen.
De doop van de Heer is geen ijzig stilstaand oud gegeven. Het is het opnieuw vieren van onze eigen doop, zodat we steeds weer opnieuw kinderen van deze nieuwe tijd mogen zijn, kinderen van God mogen zijn, van het grote Geheim dat God is. Jezus zelf maakt een glimp van dat geheim zichtbaar en wij mogen zijn voorbeeld navolgen door vruchtbaar stromend, liefdevol en leven gevend als water te zijn. Een mooie boodschap aan het begin van dit prille en koud begonnen nieuwe jaar, dat de warmte van Gods liefde uit ons hart mag stromen.
Rond vreemdeling en de openbaring - Openbaring van de Heer B 2009 - Jan
Openbaring van de Heer B 2009 - Zaterdag 3 en zondag 4 januari 2009
Eerste lezing: Jesaja 60,1-6 - 'Jeruzalem, de zon gaat over u op' Evangelie: Mattheüs 2, 1-12 - 'Wij komen uit het Oosten'
Toen de wijzen uit het oosten in Jeruzalem arriveerden en vroegen naar de plaats waar dat bijzonder kind geboren was, was er geen kat die van iets wist. Meestal is dat zo: degenen die het moeten weten, weten van niets. De mensen zagen met zon groot verlangen uit naar de geboorte van de Messias; En dan gebeurt het onder hun ogen en ze zien het niet. Geestelijk blind zijn ze geworden .
Waarom moet God altijd mensen van buitenaf vreemden mag je wel zeggen - gebruiken om ons op iets te wijzen of om ons iets te tonen? Er is iets aan de hand en we beseffen het niet. We hebben ogen en we zien het niet, we hebben oren en we horen het niet, we hebben een tong en we spreken niet, we hebben verstand en we verstaan het niet.
Eén van de merkwaardige dingen in ons land is bijvoorbeeld, onze houding tegenover vreemdelingen en tegenover godsdienst. Mensen uit het oosten komen ons land binnen, doen de moskeeën vol lopen. Die mensen vallen op hun knieën neer en aanbidden God en wij: de modale mens neemt er aanstoot aan.
God gebruikt mensen van buitenaf om ons iets te tonen. Om te zeggen dat er iets aan de hand is. We weten het wel, maar we doen er niets aan. En net als Herodes, voelen we ons alleen maar bedreigd en vragen we ons af: wat kunnen we daar tegen doen?.
En dan beginnen we! We vaardigen een deel wetten uit. Het verbod op het dragen van een hoofddoek. Religieuze symbolen zijn verboden op het werk. De kruisbeelden worden uit de klaslokalen gehaald. De kerststal onder de kerstboom op openbare plaatsen is verboden. Sinterklaas mag geen kruis op zijn mijter hebben. We graven putten voor een ander en zijn er intussen al lang zelf ingetuimeld. Maar we beseffen het niet. Godsdienstvrijheid staat in onze grondwet geschreven, maar het mag enkel binnen de muren, verborgen voor het oog van anderen.
Weet je beste mensen, ik heb het daar soms heel moeilijk mee. Onze koning moet op zijn kousenvoeten zijn kerstboodschap uitspreken en zijn tong afbijten om maar geen enkel religieus woord uit te spreken. De koningin van Nederland begint met: Vandaag vieren we de geboorte van Jezus Christus, zoon van God. Ze moet helemaal niet bang zijn om naar God te verwijzen. En ze eindigt met nogmaals te verwijzen naar het kersttafereel. Na haar toespraak kunnen mensen luisteren naar een Engelse versie van psalm 134, met vertaling erbij: "Komt de Heer nu loven, dienaars van de Heer. Gij die in zijn tempel staat in dit avonduur.
Beste mensen, zijn wij eigenlijk bereid om tot God te bidden en ons te laten genezen van onze geestelijke blindheid om klaar te zien wat Hij in ons leven aan het doen is?
We worden al zo veel misleid door de wereld rondom ons Zijn wij bereid om opnieuw deemoedig te worden, om als simpele herders op zoek te gaan naar de waarheid, naar dat kind? Naar wat voor u en voor mij belangrijk is in dit leven? Dingen waar ALLE mensen, zonder onderscheid, beter van worden. Naar die waarden waar de wijzen uit het Oosten op zoek naar waren
Wist je dat de wijzen uit het Oosten de eerste oecumenische dialoog vertegenwoordigden in het christendom? Joodse herders en vreemde mannen van buiten Israel kwamen naar de kribbe en bezochten dat wondere kind. Dit betekende heel wat in die tijd!
En wat hebben wij daar nu mee te maken? Wat hebben wij gemeen met hen, met die vreemden?
Weet je dat wij bidden juist zoals onze Joodse broeders en zusters, dat wij belijden dat God de Schepper is van het heelal en dat hij de Heilige is? Dat doen zij ook. Weet je dat wij bidden zoals onze Islamitische broeders en zusters, dat wij belijden dat God de Almachtige is, de Volmaakte, de Onsterfelijke. Dat doen zij ook. Weet je dat wij bidden zoals onze Hindoe broeders en zusters, dat wij belijden dat God de Ene onbeschrijfelijke is. Dat doen zij ook. Weet je dat wij bidden zoals onze broeders en zusters boeddhisten, dat wij belijden dat de Uiteindelijke Werkelijkheid niet kan uitgedrukt worden? Dat doen zij ook. Weet je dat wij zijn zoals de mensen zonder godsdienst? Dat wij zijn zoals andere mensen van goede wil, dat wij met hen belijden dat de rechten van de mens, van de vrouw en van het kind fundamenteel zijn?
Dan moeten wij toch niet steeds zeggen dat al die anderen vreemdelingen zijn? Wij bidden toch tot dezelfde God? Wij noemen hem alleen anders. Kunnen we met deze gedachte niet een stukje dichter bij mekaar komen?
Het is gemakkelijk om een hoop nadelen op te sommen, van de komst van al die mensen uit het Oosten en het Zuiden. Mijn bedoeling vandaag is enkel: laat ons zien wat we kunnen betekenen voor mekaar. In het evangelie wordt gesproken van magiërs uit het oosten. Je kan ze ook nomaden of vluchtelingen noemen. Of asielzoekers Kunnen we niet proberen hen een beetje minder als vreemdelingen te beschouwen?
Met de godsdiensten uit het Oosten belijden wij dat God stilte en Adem (inspiratie, nieuw leven ) betekent voor ons. En met de Joden en de Moslims belijden wij dat God Woord is. Woord is boodschap iets om te volgen een goede raad Stemt deze gemeenschappelijke belijdenis niet tot vrede?.
Deze vrede wensen wij u van harte voor heel 2009. Laat ons zoeken wat ons bindt en niet naar wat ons als vreemdelingen tegenover mekaar zet.
Hun vrede zij met u
Naar een idee van Paul Beernaert. en Antoine Rubbens
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.