Vandaag hoorden we in de eerste lezing hoe Samuel tot driemaal toe door God bij zijn naam geroepen wordt. En hoe Samuel antwoordt: Spreek Heer, uw dienaar luistert.
Ook vandaag, maar dan in het evangelie, vernemen we hoe Johannes de Doper twee van zijn leerlingen, Andreas en zijn broer Simon Petrus, wijst op Jezus die voorbijgaat en over Hem zegt: Zie daar het Lam van God. De twee leerlingen horen hem dat zeggen en gaan Jezus achterna. Jezus keert zich om, ziet dat zij Hem volgen, en vraagt: Wat verlangt gij?
Ze antwoorden: Meester, waar verblijft U? waarop Hij hun zei hun: Ga mee, om het te zien. Daarop gingen zij mee en zagen waar Hij zich ophield.
Toen we vorige week afscheid namen van de drie koningen, vertelden ze dat ze in een droom gewaarschuwd waren om niet naar Herodes terug te keren, en dat ze langs een andere weg naar hun land terug gingen (Mattheüs 2, 12). Ze kregen dus de opdracht om langs een andere weg terug te gaan.
Drie heel verschillende verhalen, waarin telkens op een verschillende manier, soms in een droom, soms in gedachten en soms rechtstreeks, een uitnodiging, een vraag gesteld wordt, waarop de betrokkene ingaat.
Een opdracht krijgen en je daar door aangesproken weten. Een vraag
en het antwoord daarop. Dat is wat we roeping noemen. Misschien wel omwille van dat roepen van de Heer in het verhaal van Samuel.
Een opdracht, een roeping. Het lijkt niet meer van deze tijd. Maar toch.
Alle scouts en oud-scouts onder jullie kennen nog altijd de leuze Be prepared, Wees paraat, sta klaar, wees voorbereid, de opdracht waarmee oprichter Baden Powell zijn allereerste verkenners voorhield om altijd paraat te staan ten dienste van de medemens.
Een vergelijkbare voorbeeld:
Ik kijk nogal eens graag naar de televisieserie NCIS. De hoofdrolspeler en teamleider Leroy Jethro Gibbs zwaait daarin te pas (en soms te onpas) met de leuze Semper Fi, afkorting voor de Latijnse spreuk Semper fidelis die "altijd trouw" betekent.
Ook in Chiro-middens stond Trouw altijd hoog in het vaandel.
Vragen, opdrachten en leuzen blijken dus niet zo wereldvreemd.
Wat verlang je? vraagt Jezus in het evangelie.
Waar houdt Gij U op? Waar logeert U?, is de wedervraag van de leerlingen. Dat is een vraag om meer te weten te komen over dat Lam van God: Hoe is Jezus thuis bij God?
Iemands verblijf, iemands woning, vertelt heel veel over diens levens-gesteldheid. Ben je er welkom en mag je er binnen? Of blijf je gewoon aan de deur staan?
Wat verlang je? Die vraag van Jezus wordt vandaag ook aan ons gesteld. Wat vragen, wat hopen wij van Hem? En hoe is het als Jezus ons als Zijn woning kiest? Staat zijn stoel en onze koffie dan al klaar?
Op die niet-zomaar-een vraag volgt niet-zomaar-een antwoord.
Veel van dat vragen en antwoorden, van dat roepen of geroepen worden vind ik terug in het lied De Heer heeft mij gezien van Huub Oosterhuis, dat we straks, na de communie, nog gaan zingen. Als we goed luisteren, klinkt dan ook voor ons: De Heer heeft mij gezien.
Soms voel ik God ook dichtbij mij, voel ik Hem aanwezig bij wat ik doe. Maar heb ik voor Hem gekozen, of kiest Hij voor mij?
Als we kijken naar de lezingen van vandaag, dan begrijpen wij dat zien of gezien worden, dat roepen of geroepen worden, vooral in religieuze zin. Maar het gaat veel verder dan dat, zo blijkt uit het lied van Oosterhuis.
Zien of gezien worden, roepen of geroepen worden, zit in al onze menselijke relaties.
In al ons doen en laten, is er een God die ons nabij is. Zoals de bomen in de regen, zijn van Hem doordrenkt. Hij ademt onze adem, zoals de wind. Hij vormt de intieme band tussen geliefden, tot in hun slaap.
Zoals bij de leerlingen, komt Zijn vraag onverwacht. Hij kan een nieuw licht ontsteken in mijn nacht, een nieuwe impuls geven aan mijn leven en mij opnieuw doen geboren worden. Hij doet mij kijken met nieuwe ogen, met een andere blik.
Zo kan een jongeman al twintig jaar in zijn omgeving een meisje hebben geweten... tot hij opeens het meisje ziét. We zeggen: met andere ogen. Dan gebeurt er iets aan zo'n jongen. Dan gebeurt er iets met dat meisje.
Zo kunnen wij opeens door de Heer gezien worden. Daar blijf je niet dezelfde onder. Als de Heer in liefde naar ons omziet, dan gebeurt er iets met ons. Dan word je opnieuw geboren. En dat is aan jou te zien.
Als wij zo willen kijken en op zijn manier met mensen begaan zijn, dan neemt de Heer ook ons onvermogen voor lief. Dan geeft Hij ons een levend hart. Dan wordt ook in onze handen Zijn naam geschreven.
Plots schiet mij een ander kerklied te binnen, van héél lang geleden. Heer, dicht bij U wil ik waken. Ik hoor het nog zo klinken "Heer dicht bij u wil ik waken, waar gij uw hoede spreidt. Mijn hart zal uw schaduw smaken, oh wondere aanwezigheid. ..."
Als de Heer het Lam Gods is
dan wil ik wel bij Hem waken, dan wil ik wel de kleine dienaar zijn die over Hem wil herderen.
Amen.