Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
Bijbels gezien spreken we nooit van de vasten, wel hier en daar over het vasten! Maar over onze kerkelijke vasten rept men in de bijbel geen woord!.
Omwille van de bijzondere 40-dagentijd die regelmatig voorkomt in de bijbel, en de oproep die in die bijzonder sterke tijden dan gedaan wordt, kiest ook de kerk meer voor dit woordgebruik.
Op deze eerste zondag van, onze 40-dagentijd, zijn het elementen van de natuur die tot onze verbeelding spreken. Zoals de zondvloed die Noach overleefde en de woestijn waarin Jezus, na zijn doop in de Jordaan, thuis is bij de wilde dieren.
We weten hoe vele eeuwen voor Christus de mensen in de natuurverschijnselen, tekenen van de goden gezien hebben.
Maar de bijbel wijst elke vergoddelijking van de natuur af! De schepping herbergt geen geheimzinnige, goddelijke krachten, waaraan de mens in een blind noodloot wordt onderworpen.
Het verhaal van de zondvloed staat in het eerste boek, het boek Genesis, van de bijbel. Dit boek is 1en al opkomen voor de eerbied en de zorg voor de schepping!
Ook omwille van dit weten installeerden we in onze parochie het platform Ecodroom!
De regenboog is een kosmisch gebeuren, een heelal gebeuren, met het fundamenteel religieus gevoel van geborgenheid: het besef er te mogen zijn. Het zich gedragen weten door Iemand die het goede wil voor allen. De regenboog wil een brug zijn tussen hemel en aarde, een teken van Gods onvoorwaardelijk Ja-woord aan zijn schepping!
We lezen ook dat er zich nooit meer een vloed zal voordoen die de aarde zal vernielen! Vandaag hoor ik hierin dat het de diepste wens van Noach en zijn volk, was, dat het nooit meer zou gebeuren. En tegelijk hoor ik ook de oproep die aan Noach gedaan wordt om op te staan. Ik hoor hoe Noach, oproept om geen dieren- en plantenrassen uit te roeien door eigen consumptie. Ik hoor de roep van Iemand, van God, die met Zijn schepping alleen maar de mens ten dienst wil zijn. We kennen toch de Tsunami in Zuidoost Azië, die omwille van de 10e verjaardag, op 26 december, over gans de wereld herdacht werd.
En de aardbeving in Haïti die, na 5 jaar, op 12 januari herdacht werd.
Vieringen werden georganiseerd waarin overlevenden zich gedragen weten door alle hulpverleners, door enkele vooraanstaanden die hun medeleven nog steeds betuigen en echte verbeteringen trachten aan te brengen.
Vieringen waarin overlevenden elkaar dragen doorheen de moeilijke heropbouw van hun leven
We zagen deze week nog in het Tv-programma, Iedereen beroemd, hoe een schooldirecteur in Haïti, zijn nieuw schooltje toonde. Het kon heropgebouwd worden met ingezamelde gelden over heel de wereld. En we zagen hoe een jongetje, waarvan heel zijn gezin in de aardbeving omkwam, opgenomen werd in een nieuw gezin met zes kinderen. We zagen hoe gelukkig de Papa was om deze jongen nieuwe levenskansen te bieden, en vooral geborgenheid om het leven terug aan te kunnen
Is het niet zó dat God zijn verbond met ons onderhoudt?! Hoe kunnen wij er zelf gestalte aan geven?
Met deze vraag worden we geconfronteerd tijdens onze jaarlijkse 40-daagse woestijntijd.
Jezus trekt de woestijn in! De plaats waar Zijn volk, 40 jaren verbleef zoekend naar het beloofde land! Hij maakt de beweging omgekeerd! Zopas gedoopt in de Jordaan trekt Hij zich even terug uit het beloofde land van melk en honing waarin Hij opgroeide Het werd een tijd van inkeer, een plek en een tijd waarin een beslissende levenskeuze moest worden gemaakt.
Spijts het desolate gevoel dat je in een woestijn kunt hebben, werd het ook een tijd en een plek waar Hij zich mocht gedragen weten door Zijn Vader.
Jezus, die zich geroepen wist als Noach in zijn tijd, bereidt er zich voor, op Zijn Messiaanse taak. De taak die erin bestaat om Gods verbond, dat Hij reeds sloot in het verhaal van Noach, met de mensen opnieuw gestalte te geven. En wij? Hoe kunnen wij dat?
Hoorde jullie ook de oproep van Alain Remue? De voorzitter van de cel vermiste personen? Hoorde je zijn oproep om meer zorg te dragen voor elkaar?
Hoorde je hoe moeilijk het is om de ware boodschap van de vraag, over te brengen?
Zorg dragen voor elkaar! Veel meer dan een smsje, een telefoontje. Het begint veel vroeger! Wanneer zeg ik halt aan wat ik zie gebeuren? Wanneer durf ik zeggen: stop, en nu geen pint meer! Hoeveel aandacht heb ik voor de signalen, soms vage, soms duidelijke, die anderen uitsturen?
Wanneer loop ik een eindje mee op iemands pad, breng ik iemand naar huis omdat ik wat ongerust ben? Wanneer mag iemand zich echt gedragen weten door mij? Hoe kunnen wij die toegezegde verbondenheid, dat gevoel van zich gedragen weten van Godswege waarmaken?
Broederlijk delen roept op om mee te vechten voor zuiver en voldoende water voor Boeren als Marco die in hongernood komen door de opwarming van de aarde en door het ontginnen van de goudmijnen in Peru! Boeren die zich gedragen mogen weten door enkele NGOs, door westerlingen die wakker liggen van de vernietiging van de aarde, in onze consumptiemaatschappij
Het probleem is groot en complex. We mogen de bocht niet te kort nemen. We kunnen ons wel grondig toeleggen op het probleem om er van hieruit toch ons steentje aan bij te dragen
En dan worden we vandaag extra opgeroepen voor de noden in onze eigen grootstad! Het is onze mazenzondag! In al zijn bezorgdheid is Marc fier wanneer hij onze bijdrage mag afgeven! Enkele mensen kunnen zich een beetje gedragen weten door ons. Wij die iets van ons genoeg meegeven.
Ja lieve mensen, we horen in de lezingen hoe altijd opnieuw van Godswege medeleven, geborgenheid en goedheid wordt toegezegd! Ook vandaag is het niet anders.
Dat we geborgenheid en ons gedragen voelen, mogen ervaren en dat we het ook met grote zorgzaamheid aan anderen geven, dat wens ik ons zelfs meer dan 40-dagen lang.
Ik wil me wel eens bezinnen - 6e zondag B 2015 - Jan
Zesde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 14 en zondag 15 februari 2015
Eerste lezing: Leviticus 13, 1-2.45-46 - 'Wie een huidziekte heeft, moet buiten het kamp blijven'
Evangelie: Marcus 1, 40-45 - 'De melaatsheid verdween en hij was gereinigd'
Misschien hebben we er nooit aan gedacht, maar voor de vier evangelisten is het duidelijk dat Jezus de situatie niet zomaar aanvaardt.
Voor Hem is de norm niet zoals die voorgeschreven wordt, maar wel zoals het zou moeten zijn. Dat komt heel sterk tot uiting in het evangelie van vandaag. Een evangelie dat direct samenhangt met de eerste lezing.
Daarin maken we kennis met de strenge wet van Mozes in verband met melaatsen: ze moeten zich kenbaar maken door in gescheurde kleren en met loshangend haren rond te lopen, ze moeten roepen dat ze onrein zijn, en ze moeten buiten de gemeenschap leven.
De wet schrijft voor dat melaatsen moeten uitgestoten worden, en ze mogen niet in de nabijheid van anderen komen.
En bij die wet legt Jezus zich niet neer. Neen, hij zegt Dit moet veranderd worden. Dat is precies wat Jezus in het evangelie van vandaag in zijn eentje doet:
Hij jaagt de melaatse niet weg, integendeel, Hij raakt hem zelfs aan - wat Hij helemaal niet mag en nog meer: ondanks het verbod nadert onze melaatse Jezus, en hij zegt: Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.
En met die woorden toont hij aan dat hij echt gelooft dat Jezus hem kan helpen. Jezus is daar eigenlijk door gepakt zodat Hij hem inderdaad helpt.
En dank zij dit vertrouwen geneest Hij de man, en schenkt Hij hem nieuw leven.
En zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wij zelf staan in dit verhaal. Is ons geloof ook zo sterk, en zijn onze woorden even sterk en vol vertrouwen als die van de melaatse?
Wat we ons bij dat verhaal zeker ook moeten afvragen, is in hoever we ons aan Jezus spiegelen. Staan ook wij kritisch tegenover een wet die geen of weinig kansen geeft aan mensen in nood?
Maar onze maatschappij heeft nog altijd veel uitgestotenen. We hoeven daarom niet noodzakelijk te denken aan Ebola of melaatsen.
Ieder van ons kent wel een verstoteling, met wie hij geen contact meer heeft. Ieder land, elke stad, elke buurt hebben verstotelingen, hebben hun spiritueel Molokaï, waarin ze mensen als afgeschreven isoleren.
Ik denk daarbij aan de vele verslaafden met wie we liefst geen contact hebben, aan de psychisch of fysiek gestoorden, aan de mensen die financieel gefaald hebben, aan de ouders van wie de kinderen een stommiteit begaan hebben.
In een aantal families is er zo een zwart schaap, wordt meestal gemeden en leeft dikwijls geïsoleerd.
Zo gemakkelijk verdenken wij daarbij al die mensen van schuld, nalatigheid of minstens van zwakheid, onbekwaamheid of onevenwichtigheid. Lees maar de krant, volg het journaal, luister naar het geroddel in je omgeving of familie.
Misschien heb je zelf ook het akelige gevoel dat je door je uiterlijk, door je onvermogen, door je afkomst geïsoleerd bent, vereenzaamd, door velen gemeden, levend op een soort Molokaï.
En toch kunnen we er iets aan doen
Zorg dat je eerst met je zelf in het reine komt, zorg dat je zelf goed in je vel zit, straal dit uit naar anderen, laat zien dat er een wil is om anderen te helpen, en dat je vooral genezende woorden kunt uitspreken en op een dag zullen, ongemerkt en onbewust, zullen mensen genezen door alleen al jouw aanwezigheid en door jouw woorden, door jouw goedheid te ervaren.
Dat moeten we onthouden voor vandaag. Daar kunnen we iets aan doen.
Vandaag zijn hier veel mensen aanwezig die iemand verloren hebben de voorbije weken. Vandaag zijn hier veel mensen die graag een hand voelen op hun schouder van iemand die hen steunt. Vandaag zouden al deze mensen onze hand moeten voelen.
Het evangelie van vandaag eindigt anders zeer menselijk.
Zorg er voor dat ge aan niemand iets zegt vraagt Jezus na zijn wonderbare aanraking.
En wat doet de man? Hij begint zijn verhaal in het openbaar te vertellen met als gevolg dat Jezus niet meer openlijk in de stad kan komen.
Waar heb ik dit nog gezien?
He, kom eens hier ik moet u iets vertellen, maar hou het onder ons, aan u kan ik dit wel vertellen niet verder vertellen . Herkenbaar?
Hoe moeilijk is dit? Je weet iets, je wil het wel voort vertellen. Men ziet het aan uw gezicht dat ge iets meer weet en dan kunnen we dikwijls niet zwijgen. Het kan zo gewichtig zijn, we genieten van de spanning. Maar we beschamen wel het vertrouwen van iemand die iets aan ons heeft toevertrouwd.
Ja vrienden, we zijn dikwijls niet beter dan de uitgestotene die naar Jezus kwam.
Ons verhaal eindigt dat Jezus naar buiten ging en hij liep naar een eenzame plek om daar te bidden
Hij trok zich terug om bij God en bij zichzelf te zijn. Hij wilde alleen zijn.
Dat zouden wij ook eens meer moeten doen
Misschien zouden we dat vandaag kunnen vertalen, kunnen aanvullen met: Ik wil me wel eens bezinnen, mediteren, nadenken een reflectie inlassen of tot jezelf en tot rust komen...
En als je dit gedaan hebt, dan ben je misschien klaar om anderen te genezen.
Met een beetje hulp van Gabriel Buyse en Romain Debbaut
Het leven is een kinderhemdje . kort en vuil. Is het dat niet wat Job zegt? Geslagen door de miserie, alles kwijt, tot en met zijn kinderen, ziek, uitgelachen, zijn leven is letterlijk en figuurlijk een mesthoop. En hij wordt heel kwaad op God, vertelt het verhaal. Hij roept: Waarom!? En hij begrijpt er niets van, ook als God op het einde van het verhaal in de bijbel iets van zich laat horen.
Job is geen fantasie.
Hoeveel mensen maken niet hetzelfde mee? Hoeveel mensen treuren niet gebroken op de mesthoop van hun leven? Hoeveel mensen roepen vandaag niet: Waarom!? - als ze nog stem hebben
Gelukkig, af en toe kan er hoop opflakkeren. dan proberen mensen recht te staan, gaan ze op zoek naar verlossing uit hun miserie, zoeken ze de redder waarover ze zoveel horen. Dat lezen we vandaag in het evangelie: uit heel dat stadje komt men naar dat huis waar Jezus was. Over hem werd verteld dat hij mensen kon genezen, dat hij ze kan bevrijden van hun boze demonen, van al wat hen kwelt. Hij was een goed mens, hij maakte mensen beter, hij bracht ze troost. Het stadje, waarin het verhaal vandaag zich afspeelt, heet dan ook: dorp van de troost, dat is de betekenis van de naam Kafar-nahum.
Maar er staan een paar rare dingen in het verhaal. Jezus, zo wordt verteld, geneest er wel velen, maar niet allemaal. En ineens is hij weg, de eenzaamheid in. En als zijn leerlingen zeggen: ze zoeken u allemaal, zegt hij: we gaan verder ..
Het evangelie wil dus helemaal niet beloven dat wie Jezus volgt, van al zijn miserie verlost zal zijn. Hij is een goed mens, hij helpt mensen opstaan, letterlijk en figuurlijk, hij zal er wel genezen hebben, een slimme mens als hij.
Maar lijden en ziekte en eenzaamheid bleven in de wereld. En als we het hele verhaal van Jezus kennen, dan weten we dat het kwaad ook hem ingehaald heeft. Dat hij, nog veel eenzamer dan Job, geslagen en kapot, uitgeroepen heeft: God, waarom!? Waarom hebt Gij mij verlaten?
Waarom wordt er dan nog over hem verteld? Omdat hij toch vele mensen hoop heeft gebracht. Omdat hij zijn geloof in hun hart heeft geplant, dat die schijnbaar verre God, die onmachtig lijkt en niets doet, toch sterker is dan kwaad en dood. Omdat hij de tekens heeft leren zien in deze wereld, die wijzen naar de verlossing, naar de betere toekomst, naar het onverwoestbaar goede dat ons beloofd is.
En zijn leerlingen hebben stilaan die tekens begrepen, ze hebben geleerd hoe ze met de ogen van het geloof naar hem moesten kijken, en dan hebben ze ingezien: maar hij is niet weg, hij kan niet weg zijn! Hij leeft onder ons, dat zegt ons hart, zijn Vader houdt hem in het leven en zal ons allen in leven houden.
Die tekens zien wij ook. We lezen ze in zijn verhaal, en ze lichten op in elke hand die een ander mens recht helpt, als hij hulpeloos en teneergeslagen is. Die tekens verschijnen in de aandacht die we geven, het luisteren, de glimlach, die een mens kan hoop geven. Die tekens tonen zich in al het goede waartoe mensen in staat zijn, in naastenliefde, in wetenschap, in vooruitgang die geluk brengt.
En die tekens horen we in de stilte, als we tot inkeer proberen te komen, ja, in de stilte die Jezus opzocht, om te bidden, om te kunnen luisteren naar de stem van zijn Vader, diep in ons, die ons de toekomst belooft.
Het evangelie roept ons elke keer op om in die hoop Jezus te volgen: om ook onze hand uit te steken, om oog te hebben voor wie neerligt, om de stilte op te zoeken en te luisteren, en ja, om ook ons kruis op te nemen zoals hij. Als hij ons kan raken zoals hij zijn leerlingen geraakt heeft, dan zullen we geloven dat wij, zoals de schoonmoeder van Petrus, ooit zullen opstaan uit het kwaad, uit wat ons verdrukt, uit de duisternis die ons bedreigt.
Hij kan de demon van de wanhoop uit ons verdrijven.
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.