Beste vrienden,
Mark Twain heeft ooit gezegd: Over de teksten in de Bijbel die ik niet begrijp maak ik me geen kopzorgen, maar wel over die teksten die ik maar al te best begrijp.
Wanneer ik eerlijk ben gaat het me met de tekst van vandaag net zo. Ik heb op zn minst een vermoeden van de belangrijkheid van de vraag die Jezus hier aan zijn vrienden en vriendinnen stelt. Wie zeggen de mensen dat ik ben?
En wanneer ik erover nadenk wordt me zelfs wat bang om het hart, want het lijkt me dat die vraag die Jezus stelt, van levensbelang is, dat mijn eigen gelovig zijn er uiteindelijk zelfs ten dele van afhangt.
Maar wat als ik de vraag misschien niet goed begrepen heb, of wanneer ik ze verkeerd beantwoord?
Reeds de eerste vraag die Jezus stelt: Wie zeggen de mensen dat ik ben? - bezorgt me kopzorgen, om niet te spreken van sommige antwoorden die de mensen je geven als je hen die vraag stelt.
Ik zie vandaag in mijn verbeelding
een wandeling. Iemand wandelt met zijn vrienden en moet eigenlijk een slecht nieuws overbrengen. Ze denken dat hij de Messias is die met veel roem zal overwinnen en het rijk Gods zal installeren. Zijn boodschap is echter, neen ik ben een Mensenzoon en zal moeten lijden en zelfs sterven. Hij draait op de wandeling niet rond de pot en stelt rechtstreeks de vraag: Wie zeggen de mensen dat ik ben?.
Wat als die vraag vandaag nog eens gesteld zou worden?
De beelden over Jezus die in omloop zijn tart werkelijk elke verbeelding.
Meer dan een derde van onze tijdgenoten in West Europa zeggen bv: Jezus, leefde 2000 jaar geleden. Maar vandaag is de wereld heel anders dan toen, en daarom heeft Hij voor mij geen grote betekenis meer.
Er is nog iets van geloof maar het heeft geen effect meer.
Een kwart van de bevolking zegt: : Jezus was gewoon een mens, maar wel een fantastische mens. Hij wilde de mensen naar het goede leiden en daarom kan Hij ook vandaag nog tot voorbeeld worden genomen. Er is nog geloof maar we staan niet met vlag en wimpel te zwaaien.
De tweede vraag die Jezus stelt vind ik persoonlijk veel moeilijker. Wie denk jij dat ik ben?
Hier gaat het niet om de mening van iemand anders, maar om mijn eigen persoonlijke relatie met Hem. Hij vraagt me heel direct: Wat beteken ik, Jezus, voor jou, Jan
.Hoe belangrijk ben ik voor jou? Vertrouw je me ook dan nog, wanneer je niet alles van mijn boodschap, en wanneer je niet alles wat in je leven gebeurt, begrijpt?
Die vraag is voor mij een uitnodiging, een uitdaging om zijn persoon en zijn boodschap beter te leren kennen en te zien.
Wie denk jij dat ik ben?
Als ik uit eigen ervaring mag spreken zie ik graag zijn gelaat of zijn schaduw of zijn uitgestoken hand
in de schone en positieve momenten in mijn leven.
Ik zie hem als ik boven op een berg zit en de natuur bewonder. Ik zie hem als ik geniet van vrienden, van familie rondom mij, van de schittering in hun ogen wanneer we samen toffe momenten beleven.
Ik zie hem in het gelaat van onze kinderen en kleinkinderen.
Ik zie hem als ik de vele vrijwilligers bezig zie in onze maatschappij. Zij die het doen om te helpen, om te steunen, om hun talenten te delen om van mekaar te genieten
.
Ik zie hem als ik voor een kunstwerk sta, soms eeuwenoud, soms hedendaags.
Ik zie hem als ik de muziek hoor die mij boeit, een vioolconcerto, een simpel lied in het West Vlaams dialect, of een lied in een Franse tekst die ontroert.
Maar ik zie hem niet als ik de miserie rondom ons zie. De honderd duizenden vluchtelingen die het thuis niet meer zien zitten en naar een betere en veilige wereld willen komen.
De lange rijen wachtenden die we zien. Wij zien niet de miserie die ze gekend hebben en die hen deed beslissen te vluchten.
Ik zie hem niet in het geweld dat mensen mekaar aandoen. En dan zeker niet in het geweld omwille van een geloof. Ik zie hem niet in Syrië, in Bagdad, in dat bootje in de Middellandse zee, in het beeld van dat aangespoelde kind.
Ik zie hem niet in het geroddel, de afgunst, het wantrouwen, het gebrek aan een positieve instelling dat wij allemaal ondervinden of zelf uitstralen.
Ik zie hem niet als 3/4 van het nieuws negatief is en mij neerslachtig maakt.
Wat zeggen de mensen die ik ben?
Vorige week nog hebben we met vrienden een halve avond gepraat over zou er nu iets zijn na de dood of niet? Ik geef toe, soms is het gemakkelijker te zeggen: er is niets, Hij bestaat niet dan er heilig van overtuigd te zijn dat er een God of een hemel of een hiernamaals is..
Dat maakt ons zwak, dat maakt ons klein. Ik wou dat ik andere woorden kon uitspreken nu
maar ik ben wie ik ben.
Op 18 november zal in de kathedraal een nieuw kunstwerk voorgesteld worden. De man die het kruis draagt. Tot de 20e eeuw heeft hedendaagse kunst altijd zijn plaats gevonden in het kerkelijk milieu. Elk kunstwerk was in in zijn tijd, het laatste echte nieuwe kunstwerk dateert van 1924 las ik, maar dat is eigenlijk niet waar. Voor 2 jaar is een schitterend beeldje onthuld dat een symbool moet zijn voor alle misbruiken die in de kerkwereld gebeurd zijn. De man die zijn kruis draagt is een groot bronzen werk van Jan Fabre. Een levensgrote man draagt in de palm van zijn hand een kruisbeeld dat dubbel zo groot is. Het kruis balanceert op zijn uitgestoken hand. Controversieel, dat zal wel, niet elke gelovige zal zich comfortabel voelen bij dit werk. Het beeld lokt reflectie uit, het dwingt je je gedachten en geloof scherp te stellen.
Het geloof is ook een evenwichtsoefening. Momenten van gedeelde overtuiging wisselen af met vragen en onzekerheid. Het is de wankelbaarheid van de mens. Mensen hebben momenten van diepe godsverbondenheid, en dan zie je hem
.maar ook momenten van diepe vertwijfeling en dan zie je hem niet.
Waarom vertel ik dit? Omdat elke vorm van kunst kan helpen om het antwoord te formuleren op de vraag: Wie denk jij dat ik ben?
Hoe zei Jezus het al weer in het evangelie van daarnet? Als iemand achter mij wil komen moet hij ook zijn kruis opnemen: Wat een straffe uitspraak is dat!
Ik wou dat wij dat konden.
Als onze woorden maar overeen komen met onze daden, of onze daden overeenkomen met onze woorden.
Dat is al een eerste stap.
met een idee van Frank There