Lieve kerkganger,
We staan nog altijd voor een gesloten kerkdeur.
Door de coronacrisis blijft ons kerkgebouw gesloten. Zo blijft ook onze behoefte om, in deze tijd van ziektedreiging, onze nood te klagen, om onze angst of ons verdriet te delen. Om te bidden of een kaars te branden.
De gesloten kerkdeur belet ons ook vandaag niet om virtueel binnen te glippen en onze verBEELDIng te laten spreken.
Kom maar binnen.
De kerkdienst is nog niet begonnen. Er is helemaal geen kerkdienst vandaag.
De vorige virtuele kerktour eindigde in de weekkapel.
Daar maken wij ons klaar voor onze tocht naar Pasen. Geniet van de stilte in deze kapel. Luister naar de muren die hier onze kleine smeekbeden hebben gehoord, zelfs onze onuitgesproken gebeden.
Maar kijk vooral eens goed rond.
Misschien herken je de kleine altaartafel? Dat altaar werd gemaakt in de jaren 60, toen onze hele parochie op uittocht ging
naar de kelder van de meisjesschool, omdat de oude kerk werd afgebroken. Een beetje zoals wij, nog maar korte tijd geleden, tijdelijk verhuisden naar de Sint-Lucaskerk.
Op reis gaan met je hele gemeenschap. Het brengt ons naadloos bij de woestijntocht van Mozes, die met heel zijn volk uit Egypte wegtrok naar het Beloofde Land.
Een land van melk en honing, van druiven en graan in overvloed.
Zie je daar tegen de muur die lage communiebanken staan? Zij werden in 1909 gemaakt door de Gentse meubelmaker Remi Rooms (1861-1934). Vroeger vormden ze afsluiting van het koor. Als een virtuele muur om de 'social distance' te bewaren tussen de gelovigen en het Heilige Mysterie.
Zet je er even bij en kijk maar eens goed!
Voor Mozes met zijn volk de woestijn introk, hielden ze het joodse paasmaal, het Pesach.
Christenen noemen het meestal Pascha, het Aramese woord voor Pesach. Met die maaltijd wordt het einde van de joodse slavernij en de uittocht uit Egypte herdacht. Zo lezen we in het Bijbelboek Exodus:
"Dit is de wijze waarop gij het lam moet eten: uw lendenen omgord, uw sandalen aan de voeten, en uw staf in de hand. Haastig moet ge het eten, want het is Pasen voor Jahwe." (Exodus 12:11).
Afbeelding 1. Het joodse Pascha
Zo zien we het ook afgebeeld: het lam is geslacht, ze staan klaar om te vertrekken, de lendenen omgord, sandalen aan de voeten en de stok in de hand.
Het was een lange tocht in de woestijn. Veertig jaar lang vertelt de bijbel. Het volk lijdt dorst, en Mozes slaat het water uit de rots. En het volk lijdt honger. Dan zorgt God ervoor dat ze voedsel krijgen: brood uit de hemel, het wonder van het manna. Volgens het Boek Exodus:
"Toen ze in de woestijn waren, begon heel de gemeenschap van de Israëlieten te morren tegen Mozes en Aäron. Toen sprak Jahwe tot Mozes: 'Ik zal voor hen brood laten regenen uit de hemel. Iedereen mag elke dag net zoveel eten verzamelen als hij die dag nodig heeft. Ik zal hen daarmee op de proef stellen om te zien of zij mijn opdrachten uitvoeren. Zeg hun dat zij de zesde dag van de week tweemaal zoveel eten verzamelen als op de andere dagen. Israël noemde het brood manna. Het was wit als korianderzaad en smaakte naar honingkoek.'" (Exodus 16, 2, 4-5, 31).
Afbeelding 2. Manna, brood uit de hemel
Manna is een Hebreeuws woord waarvan de betekenis onzeker is.
Mogelijk betekent het: "wat is dat?", een naam waaruit de verbazing van de Israëlieten blijkt.
Ofwel is het afgeleid van 'mennu', een Egyptische woord voor 'voedsel', dat wij nog altijd kennen van onze spijskaarten.
Na lange tijd bereiken de Israëlieten het Beloofde Land. Het is een land van overvloed, van druiven en van graan. Op de panelen staan afbeeldingen van rijpe aren en van druivenranken met druiventrossen.
Afbeelding 3. Rijpe korenhalmen
Jezus zei over zichzelf: "Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toekomt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst." (Joh. 5: 35).
Ik ben het brood om van te leven, zei Jezus. Uw voorouders hebben in de woestijn het manna gegeten, en toch zijn zij gestorven. Zo is het niet met het brood dat uit de hemel neerdaalt: wie daarvan eet zal niet sterven. "Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dat brood eet, zal men leven in eeuwigheid." (Joh. 6: 48-51).
Zo werd manna het symbool van de eucharistie. Jezus is het ware voedsel, het geestelijk voedsel, dat het nieuwe leven onderhoudt.
Afbeelding 4. Druiven en wijnranken
"Ik ben de wijnstok, en jullie zijn de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets." (Johannes 15:5)
Brood en wijn zijn twee krachtige symbolen. Je moet de vele graankorrels malen om daarna van het deeg brood te kunnen bakken. Je moet de vele druiven persen om daarna van het sap wijn te kunnen maken.
"Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toe komt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst." (Joh. 6: 35).
"Wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven: op de laatste dag laat Ik hem opstaan. Want mijn vlees is waarlijk spijs en mijn bloed is waarlijk drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft met Mij verbonden en Ik met hem" (Joh 6: 54-56).
Brood en wijn, dat was ook het voedsel dat Jezus met zijn leerlingen deelde op die laatste avond samen.
Zo werden graan en druiven, brood en wijn, sterke symbolen voor de Eucharistie: gebroken brood en gedeelde wijn.
Afbeelding 5. Neem en eet
"Hij nam een brood, sprak het dankgebed, brak het brood in stukken en gaf het hun en zei: 'Dit is mijn lichaam, het wordt voor jullie gegeven'. Blijf dit doen om mij te gedenken." (Lucas 22:19)
"Na de maaltijd nam Hij ook van de beker en zei: 'Deze beker is het nieuwe verbond door mijn bloed; hij wordt voor jullie leeggegoten.'" (Lucas 22:20).
Afbeelding 6. Ze herkenden Hem bij het breken van het brood
Gebroken brood, dat was ook het teken waaraan de Emmaüsgangers Christus herkenden:
"Blijf bij ons Heer, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde." "Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe. Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem." (Lucas 24)
Gedeelde wijn, gedeeld bloed. Ook daarvan vinden we mooie symbolen.
Uiteraard het Lam Gods. De uitdrukking vinden we voor het eerst in het evangelie van Johannes. Johannes de Doper wijst naar Jezus met de woorden: "Ziet, daar is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt". (Joh. 1:29 en 1:36)
Afbeelding 7. Christus het Lam van God
En in Openbaring treedt Jezus op in de gedaante van een geslacht Lam.
"Toen zag ik midden voor de troon en omgeven door de vier dieren (de evangelisten) en de oudsten een lam staan. Het zag eruit alsof het geslacht was
" (5: 6 en volgende)
Dat tafereel zien wij in al zijn glorie uitgebeeld op het grote schilderij van Jan Van Eyck, dit jaar zo in de kijker staat.
Afbeelding 8. De pelikaan deelt zijn bloed
Maar er is ook de pelikaan met het bloed op zijn borst. Daarover vertellen verschillende legendes uit de Oudheid en de Middeleeuwen. Men geloofde dat pelikanen met hun eigen bloed dode jongen weer tot leven wekten en dat ze de jongen met hun eigen bloed voedden bij voedselschaarste.
De pelikaan heeft een lange snavel en een keelzak waaruit hij de jongen voert met halfverteerd voedsel, dat bloedrood is. De rode vlek op hun krop en keelzak lijkt op een bloedende wonde. Daaruit leidde het volksgeloof af dat de pelikaan zijn borst openpikt om met zijn eigen bloed de jongen te voeden.
De eerste christenen zagen er een symbool in voor Christus' zelfgave en de eucharistie.
"Ik ben gelijk aan een pelikaan in de woestijn". (Psalm 102:7)
De wonde van de pelikaan werd vergeleken met de wonde in de zijde van de gekruisigde Christus. Daarover lezen we:
"
één van de soldaten stak met een speer in zijn zijde en terstond kwam er bloed en water uit." (Joh. 19:34). En Johannes vervolgt: "Die het gezien heeft, getuigt ervan en zijn getuigenis is waarachtig en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook gij zult geloven." (Joh. 19: 35).
Herken je het oude tabernakel? Ook daarop staan in brons gebeeldhouwd zowel het Lam Gods als de pelikaan, als symbolen voor Christus.
Afbeelding 9. Het tabernakel
Tabernakel is een vreemd woord. Het is een Hebreeuws begrip dat verblijfplaats of heiligdom betekent.
Het was, volgens de Hebreeuwse Bijbel een verplaatsbare tent die, voor de Israëlieten, symbool stond voor Gods verblijf in hun midden. Het Nederlandse woord tabernakel komt van het Latijnse woord tabernāculum, op zijn beurt afgeleid van het Latijnse woord taberna, wat zoveel betekent als winkel.
We herkennen het in taverne, dat er ook van is afgeleid. Een plaats voor eten en drinken, voedsel voor onderweg.
Zoveel beelden, en toch blijven wij letterlijk een beetje op onze honger zitten. Omdat we, noodgedwongen, onze zondagse communie en het delen met elkaar moeten missen. Dat broodnodige voedsel voor onderweg.
Daarom houden wij het beeld van Christus voor ogen.
Hij die zichzelf voor ons gebroken en gedeeld heeft. Jezus is het ware voedsel, het geestelijk voedsel, dat het nieuwe leven onderhoudt.
Afbeelding 10. Christus is verrezen, wandkleed
Je kent nog het wandkleed met de verrezen Christus, dat dikwijls vooraan in de kerk hing.
Laat het voor ons een teken dat we op weg zijn naar opstanding, op weg naar Pasen.
Amen.
Gie Stappaerts, 5 april 2020 04-04-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg 
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)
|