Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 08-12-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waardering, een eerste stap naar waardig - Tweede zondag van de Advent C 2024 - Gie Stappaerts

    Tweede zondag van de Advent C 2024 - Zondag 8 december 2024
     
    Eerste lezing: Filippenzen 1, 3-6. 8-11 - 'Onberispelijk op de dag van Christus'
    Evangelie: Lucas 3, 1-6  - 'Heel de mensheid ziet Gods redding'

    We begonnen deze viering met de titel: “Waardering, een eerste stap naar waardig”, gevolgd door een “dikke duim” bij het ontsteken van de tweede adventskaars.

    Benieuwd wat er daarover in de lezingen van vandaag terug te vinden is. 

    Het begint met een stukje uit de brief van Paulus aan de Filippenzen. Dat is een brief die Paulus rond het jaar 61-62 vanuit de gevangenis schreef aan de christen gemeente in Filippi.
    Paulus denkt aan hen in zijn gebeden en zegt dat zij goed bezig zijn. Hij moedigt hen aan en zegt: “moge uw liefde steeds rijker worden aan inzicht en fijngevoeligheid, om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt”. 
    De lezing uit het evangelie is nog een stuk ouder. Lucas beschrijft hoe Johannes optreedt in de streek rond de Jordaan en bekering predikt tot vergeving van zonden. Hij doet daarmee wat Jesaja al méér dan 700 jaar eerder heeft opgeschreven: “Een stem van iemand die roept in de woestijn: Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht”. 
    Wat moeten wij met al die stokoude woorden aanvangen? 

    Al moeten we de tekst liefst niet al te letterlijk nemen, toch zit er misschien nog iets in waar we vandaag iets mee kunnen aanvangen. 
    Nemen we Paulus om te beginnen. Hij schrijft dat hij God altijd dankt wanneer hij aan de christenen in Filippi denkt. 
    Wat een wonderlijk fijne boodschap. Is het niet fantastisch om te weten dat iemand God om jóu dankt? Het zit misschien niet altijd in onze dagelijkse reflex: we hebben vaak allerlei zorgen die onze eerste aandacht krijgen. Maar wat kan het veel met een mens doen om bedankt te worden. 

    Wij mogen God danken om de liturgiegroep die de viering heeft samengesteld, om de koster die vandaag weer alles in onze kerk heeft klaargezet, om de lector, om de operator, om de organist die zorgt voor de muziek, en om jullie allemaal: de aanwezigen in deze viering. 

    Zoals Paulus aan de Filippenzen bemoedigend zegt dat ze “goed bezig” zijn, mogen ook wij God danken: voor de ouders die elke morgen de boterhammen smeren voor hun kinderen, voor de verpleegkundigen die elke dag de bedden opmaken in het ziekenhuis, voor de vrijwilligers die mensen met een taalprobleem helpen om een sollicitatiebrief schrijven… Iedereen die meewerkt aan Gods plan. Fijn dat al deze mensen een relatie met God opbouwen, en samen gemeenschap vormen rond onze Heer. 
    En toch blijf ik met het gevoel zitten dat Johannes daar, zonder gehoor, maar wat zinloos staat te roepen in de woestijn van onze tijd. 

    Misschien hebben we dat rechtmaken van de paden, dat vullen van de dalen en dat slechten van de heuvels wel tè letterlijk genomen. Langs snelwegen en e-wegen snellen mensen aan elkaar voorbij, terwijl ze anderen achterlaten langs vergeten kronkelpaden. 
    Even terug naar de bemoedigende woorden van Paulus: “moge uw liefde steeds rijker worden aan inzicht en fijngevoeligheid, om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt”. 

    Hij roept ons op om op zoek te gaan naar inzicht, om de juiste keuzes te maken. Dit houdt in dat elke mens de ruimte, de kansen en mogelijkheden moet krijgen om zijn eigen leven vorm te geven. Ook de kleine, de kwetsbare of zoekende mens is waardevol en heeft zijn bijdrage te leveren aan de samenleving. Iedereen moet de kans krijgen om zijn steentje bij te dragen, om met passie zijn roeping te volgen.

    Het is aan ons om dat mogelijk te maken. 

    Als we de oproep van Paulus toepassen op de woorden van Jesaja in het evangelie, dat iedere kloof moet gedicht worden om de paden van de Heer gereed te maken, dan mogen we daarin verstaan dat we de hindernissen moeten aanpakken die ons gelovig luisteren in de weg staan. Christus is de weg naar God, ook al vinden we die niet altijd. Als we de obstakels aanpakken en de paden van de Heer volgen, dan zullen ook onze daden gunstig zijn voor de zwakken in de samenleving. 

    Advent is een belangrijke periode om daar bewuster mee bezig te zijn. In de adventsweken staan we stil, maar blijven we niet onbewogen. We hebben extra oog en oor voor Gods vraag om het goede te doen. Bijdragen aan een goede samenleving gebeurt via dagelijkse vriendelijkheid, vrijwilligerswerk, zorg in opvoeding, verzorging van ouderen… 
    Misschien kan dat ons voornemen zijn voor de komende week: niet alleen antwoorden op de vraag van God om het goede te doen, maar ook waarderen waar dit gebeurt. Dat moet niet alleen in het grote, maar vooral in vele kleine goede daden te gebeuren.

    Om mee te werken aan de samenleving zoals God ze voor ogen heeft, is de campagne van Welzijnszorg voor waardig werk een belangrijke oproep. In de campagne maken we het werken aan Gods Rijk heel concreet. 
    Als geheugensteuntje is er dan dat kaarsje op de adventskrans. Dat kleine vlammetje herinnert ons eraan dat God naar ons onderweg is.

    Zijn wij ook naar Hem onderweg?

    Amen.

    08-12-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-12-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Werk maken van gerechtigheid! - Eerste zondag van de Advent C 2024 - Marc Tassier

    Eerste zondag van de Advent C 2024 - Zondag 1 december 2024
     
    Eerste lezing: Eerste boek Tessalonicenzen 3, 12-4, 2 - 'De Heer sterke uw hart'
    Evangelie: Lucas 21, 25-28. 34-36  - 'Uw verlossing komt nabij'

    Wegwijzerviering, een viering waarop de eerste communicanten en vormelingen, families met kinderen en iedereen van harte welkom is

    Als we naar het nieuws kijken, helaas, dan worden we met onze neus op de feiten gedrukt: er is veel en grote miserie in onze wereld. En in de tijd van Jezus was dat niet anders. Dat hoorden we in het evangelie. 

    Nu wil Jezus ons niet bang maken, maar moed geven. Ja er gebeuren erge dingen. Maar, zegt hij, blijf hopen, want ooit zal er vrede komen. Dat was het sterke geloof van Jezus: God zij dank zal ooit alles goed komen.

    Die vrede kan er echter alleen maar komen als wij klaar blijven staan om koning van de vrede in ons midden te verwelkomen en met hem op tocht te gaan naar de betere wereld. Onze rugzak moet vol zitten met de vrede die we aan mekaar geven, met onze eerlijkheid, met onze goede wil. Met kerstmis zullen we zingen: vrede op aarde aan de mensen van goede wil. 

    Maar hoe kunnen we blijven hopen, als er zoveel erge dingen gebeuren? Die hoop kan blijven branden, misschien soms als een klein vlammetje, zoals in het begin van de viering. Ze kan blijven branden, als we oog hebben voor als de kleine lichtjes die telkens opnieuw, hier en daar weer opflakkeren, die zeggen: “wees niet bang, er komen betere tijden.”

    Ooit, nog niet zo lang geleden, zijn er in Japan twee steden helemaal verwoest door atoombommen. Dat was iets om alle moed te verliezen. Ook de natuur was verwoest. Er stonden in Hiroshima een heel oude prachtige boom, een Ginkgo Biloba. Helemaal kapot was hij.  

    Maar na een tijdje zagen de overlevende mensen dat er een wonder gebeurde: de Ginkgo begon terug blaadjes te krijgen. En stilaan begon er ook op andere plaatsen, uit en boven het puin, nieuw groen te groeien en te bloeien. Dat gaf de mensen moed. Samen met de Ginkgo ging ook hun stad stilaan terug opgroeien en bloeien. Uit de verwoesting is nieuw leven ontstaan. 

    Opperbeste meisjes en jongens, jullie zijn de nieuwe hoopgevende blaadjes van de Ginkgo.

    Jullie staan hier vol goede wil, in jullie ogen staat te lezen dat jullie het goed menen, jullie zijn voor ons, volwassenen die misschien al te veel hebben meegemaakt en soms de moed verliezen, een vlammetje van hoop. Jullie dagen ons uit om te blijven geloven in een wereld waar het goed is voor iedereen, voor kinderen én voor grote mensen.
    Met elke kind begint de wereld opnieuw, en krijgen we de kans om hem beter te maken.

    Het is onze grote verantwoordelijkheid, grote mensen, om die kleinen niet te ontmoedigen, maar om op hun tocht aan te moedigen, en om met hen mee te gaan.  

    01-12-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-11-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laten we alle eer brengen - Christus Koning jaar B 2024 - Hilda Sas

    Christus Koning jaar B 2024 - Zondag 24 november 2024
     
    Eerste lezing: Daniel 7, 13-14 - 'Zijn heerschappij is eeuwig'
    Evangelie: Johannes 18, 33b-37  - 'Gij zegt dat Ik koning ben'

    Lieve mensen,
    Ik was ’n Chiromeisje tussen 1955 en 1970! Jezus werd als Chr Koning gevierd met optocht naar de Kerk en terug.
    Op 11 oktober 1962 ging het Tweede Vaticaans Concilie van start.

    Onder Paus Johannes XXIII die een frisse wind bracht om het geloof dichter bij de mensen te brengen.
    Vandaag lezen we hoe twee koningen tegenover elkaar staan: Jezus en Pilatus. Ze voeren een gesprek over koningschap, een gesprek vol misverstanden, zoals er meer zijn in het Johannes-evangelie. 

    Dit feest gaat terug op de woorden van Jezus aan Pilatus: “Gij zegt dat ik koning ben. Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, opdat ik voor de waarheid zou getuigen.” (Joh. 18, 37) 
    Pilatus die het niet helemaal begrepen had liet op het kruis het opschrift INRI aanbrengen, wat betekent 
    “Jezus van Nazareth, Koning der Joden”. 

    Wat Jezus eigenlijk bedoelde was dat zijn koninkrijk niet van deze aarde is, maar behoort tot het Koninkrijk van God.
    Dat koninkrijk is een wereld van rechtvaardigheid, goedheid, en waarheid.
    Jezus was eigenlijk de Koning van de waarheid.

    Pas in 1925 werd het hoogfeest van Christus Koning ingesteld door Paus Pius XI naar aanleiding van de 1600-jarige viering van het concilie van Nicea. Het deed nadenken over wie Christus Jesus was en is voor ons gelovigen. 
    Er zijn vele soorten van visies op dezelfde figuur van Jezus. 

    Wat hen allen bind is dat Jezus “de Christus” is, wat het Aramees is voor “de Messias”, “de gezalfde”. 
    De koningen werden in de oudheid tot koning gezalfd. 
    Vandaar de verbinding tussen koningschap en Messias.

    Christus Koning verwijst meteen naar de drie messiaanse functies, naar het drievoudig ambt van Jezus: Profeet, Priester, en Koning. 
    Ten diepste heeft iedere gelovige die drie functies ontvangen bij het doopsel, of bij ons geboren zijn in ’n christelijk gezin.
    Ieder van ons is in zekere zin koning, priester en profeet. 
    Het is aan ieder van ons om dit ook uit te stralen. e komen aan het altaar wekelijks om deel te nemen aan het breken en delen van het brood,.
    We komen ons voeden aan het levensverhaal van Jezus, zijn voorgangers en zijn navolgers. 
    We zorgen hier voor elkaar en verder voor ieder die bij ons aanklopt of voor wie wij iets kunnen betekenen, door onze voortdurende aandacht.

    Zo hebben we allemaal deel aan het universeel priesterschap vanuit ons doopsel en geboren zijn in ’n christelijk gezin.
    En weten wij ons allemaal ook geroepen om als profeet onze stem te laten horen in de wereld, God ’s stem te laten klinken, in alle stilte, zonder roepen, Stem van ons geweten!  

    “Kinderen van God” – zijn: geen pure devotie, geen triomfalisme.
    Het betekent wel dat we allen prinsen en prinsessen zijn die ooit als koning of koningin mogen en moeten fungeren.
    Jezus had dat sterke bewustzijn van hemzelf als “Zoon van God” en daardoor ook “Zoon van Mensen”.
    Hij zelf heeft ons gevraagd om dit nooit te vergeten en om zelf zonen en dochters van mensen te zijn, die in Zijn voetspoor, Zijn waarheid verder zouden beleven en zo ook doorgeven…

    Zijn waarheid: “Als de Liefde die ons innerlijk uitnodigend beroert en tot wederliefde bezielt.”
    Laat ons vandaag klinken opdat we ons leven lang, knappe prinsen en prinsessen zouden zijn.
    Opdat we de goesting zouden behouden, en nooit zouden opgeven, er te zijn voor de ander, voor wie het minder goed heeft dan wijzelf, het eerst…

    Laten we zó alle eer brengen aan De Messias! De Gezalfde! Onze stille Koning van de Waarheid. Zonder triomfalisme van weleer.
    En hoe we dat zo trouw doen, dat horen we heel deze viering lang.

    Bronnen: drs. Paulus van Mansfeld, prof. dr. Gerard Rouwhorst
    Het Eerste Concilie van Nicea was een concilie van christelijke bisschoppen die bijeengeroepen waren in Nicea in Bithynië (het hedendaagse İznik in Turkije) door de Romeinse keizer Constantijn I in 325. 
    Dit eerste oecumenisch concilie was de eerste poging om consensus te bereiken in de Kerk door middel van een vergadering die het hele christendom vertegenwoordigde.

    De belangrijkste resultaten van dit concilie waren de regeling van de christologische kwestie betreffende de aard van Jezus en zijn relatie met God de Vader en de Heilige Geest, de opstelling van het eerste deel van de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel, het regelen van de datumberekening van Pasen en de afkondiging van het vroege  canoniek recht.

    24-11-2024 om 17:47 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-11-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hou van elkaar - 32ste zondag door het jaar B 2024 - Paul Jolie

    Tweeëndertigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 10 november 2024
     
    Eerste lezing: Eerste boek Koningen 17, 10-16 - 'Van een handvol meel maakte de weduwe een broodje'
    Evangelie: Marcus 12, 38-44 - 'Deze arme weduwe offerde het meest'

    Goede vrienden, 

    Vandaag hebben  we twee lezingen beluisterd die mooi op elkaar aansluiten en die ons uitnodigen om na te denken over de diepere zin van vrijgevigheid. 
    In de eerste lezing ontmoet de profeet Elia een weduwe in het stadje Sarefat. Deze vrouw heeft bijna niets meer. Toch vraagt Elia haar om hem te eten te geven. En de weduwe doet wat haar gevraagd wordt. Zoals beloofd, komt ze nadien niets tekort. 

    Wat deze weduwe laat zien, is een buiten-gewone daad van vrijgevigheid, maar ook een buiten-gewone daad van vertrouwen. Ze geeft niet omdat ze een overschot heeft, maar omdat ze gelooft in Gods belofte en kracht om te voorzien in wat zij als mens nodig heeft. 
    In het evangelie van Marcus zien we een soortgelijke situatie. Jezus en zijn leerlingen zijn in de tempel, waar veel rijke mensen grote bedragen in de offerkist werpen. 

    Maar dan ziet Jezus een arme weduwe die slechts twee kleine muntjes geeft, vrijwel niets in materiële waarde. 
    Toch wijst Hij haar aan als een voorbeeld voor zijn leerlingen, omdat zij “alles gegeven heeft wat zij bezat, alles waar ze van leven moest.” De weduwe geeft van haar armoede, niet van haar overvloed. Haar gave is niet groot in waarde, maar onschatbaar in oprechtheid en vertrouwen. 

    Wat kunnen wij vandaag leren van deze twee weduwen? 

    Ten eerste laten zij ons zien dat vrijgevigheid niet afhankelijk is van hoeveel we bezitten. Of we nu veel of weinig hebben, we kunnen altijd iets geven: materiële middelen, maar ook tijd, aandacht, liefde… En wat hierbij primeert, zijn onze intenties, de zuiverheid van ons hart, niet de grootte van onze gaven.
    Ten tweede worden we uitgedaagd om ons vertrouwen in God te hernieuwen. 
    Het leven kan ons soms brengen naar momenten van grote onzekerheid, waarin we het spoor bijster zijn of erger nog, waarin we niet meer weten of en hoe we zullen overleven. 

    In die tijden worden we uitgenodigd om, zoals de weduwen, te vertrouwen op Gods voorzienigheid. Hij kent onze noden en zal ons niet verlaten. 
    Dit betekent niet dat we zondermeer de dingen op hun beloop moeten laten, dat we niet zelf onze verantwoordelijkheid moeten opnemen, maar wel dat we daarenboven mogen vertrouwen op zijn voorzienigheid en zorg. 

    Tenslotte roept het evangelie van vandaag ons op tot nederigheid en eenvoud. De rijke mensen in de tempel gaven grote bedragen, maar Jezus prijst hen niet. Hij kijkt verder dan het uiterlijk en wijst er ons op dat ware grootheid ligt in nederige overgave en vertrouwen op God. 

    Wanneer we geven, laten we dat dan niet doen om gezien of geprezen te worden, maar laten we dit nederig en vol vertrouwen doen, uit liefde en dienstbaarheid, zoals Jezus ons heeft voorgeleefd. 

    Amen.

    10-11-2024 om 07:11 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    03-11-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hou van elkaar - 31ste zondag door het jaar B 2024 - Marc Tassier

    Eenendertigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 3 november 2024
     
    Eerste lezing: Deuteronomium 6, 2-6 - 'Mijn geboden moet ge in uw hart prenten'
    Evangelie: Marcus 12, 28b-34 - 'Er is geen ander gebod voornamer dan deze twee'
     
    Wegwijzerviering - Een viering waarop de eerste communicanten, vormelingen, families en iedereen meer dan welkom is
     
    Vandaag zijn jullie ingestapt in de trein van het evangelie. Die trein volgt het spoor van Jezus, het spoor naar een betere wereld waar vrede is en rechtvaardigheid  en alle kinderen gelukkig kunnen zijn.
     
    Maar wat moeten wij doen op het juiste spoor te kunnen blijven? Dat hoorden we in de evangelielezing daarnet. Het antwoord op die vraag: ‘wat moeten wij doen?’ is heel simpel, het zijn maar twee regeltjes. “Hou van God, zoveel als je kan” is het eerste.
    Maar waar zie of hoor  ik God, hoe kan ik van hem houden? Gelukkig is er het tweede regeltje: “Zie je naaste graag, zo graag als je van jezelf houdt.” Als ik naar mijn naast kijk, dan weet ik wat God van mij vraagt.   
      
    De naaste is de mens naast jou, in de kerk, op school, thuis, overal waar we mensen tegenkomen. Moet ik daarvoor geweldige dingen doen? Meestal is het heel eenvoudig, iemand zo graag zien als jezelf. Ik denk aan de oma die ik onlangs op een boemeltrein tegenkwam, ergens tussen Lier en Berlaar.
    Ze vroeg iets aan de vrouw tegenover haar. Die nam haar telefoon, tikte een nummer in en gaf de telefoon aan oma. En die zei “Anneke, is de papa thuis?” Papa was niet thuis.
    Dan vroeg oma: “Anneke, bel hem eens op, ik heb mijn telefoon vergeten en die steekt nog in het stopcontact. En ik ben er niet gerust in.” Anneke zei blijkbaar niet direct ja, want dan zei oma: “ik zit op de trein op weg naar Brugge, met gordijntjes om op te hangen op het kot van Joeri, en ik bel met de telefoon van iemand anders, en ik ken het nummert van papa niet vanbuiten. Ga je hem bellen?”
     
    Anneke zei waarschijnlijk niet  enthousiast “Ja oma”, want oma drong nog eens aan en gaf dan de telefoon terug. En ze zei dat ze er niet helemaal gerust in was, want Anneke was zo ne puber, je kent dat wel… En Joeri was haar kleinzoon, en ze zat op de trein met zijn gordijntjes…
     
    We stelden haar gerust: met die telefoon, dat zou wel meevallen.
     
    En ik dacht bij mezelf: oma zit hier uren op een trein om de gordijntjes van haar kleinzoon te gaan ophangen. En ze moet Anneke smeken om even moeite te doen.
    En ik vroeg me af: welke kleinkind gaat er uren op een boemeltrein zitten om gordijntjes bij oma op te hangen? 
     
    Die gordijntjes van oma, dat is geen wereldnieuws. Dat is heel eenvoudig iets doen voor uw kleinkind dat ge graag ziet. Dat is iets doen voor uw naaste, iets dat ge ook graag zou hebben dat iemand het voor u doet.
    Uw naaste liefhebben als uzelf, meer is het niet.
     
    Maar al die kleine daden van naastenliefde zetten ons op het spoor van het evangelie.
    Ze zullen de wereld zoveel mooier maken. 

    03-11-2024 om 15:54 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-10-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zie je Hem/hem zitten? - 30ste zondag door het jaar B 2024 - Gie Stappaerts

    Dertigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 27 oktober 2024
     
    Eerste lezing: Jeremia 31, 7-9 - 'Blinden en lammen zal ik terughalen'
    Evangelie: Marcus 10, 46-52 - 'Rabboeni, maak dat ik zien kan'

    Zie je Hem/hem zitten?” hebben we als titel, als thema gekozen voor deze viering.

    Daarbij staat Hem, met een hoofdletter, voor Jezus, maar ook hem, met een kleine letter, voor Bartimeüs. 
    Ik was dus verbaasd toen ik in een commentaar las: ”Dit is een verhaal met drie personages”. Daarmee zijn dan bedoeld: Jezus, zijn volgelingen en een individuele mens.

    De laatste van die drie is een blinde bedelaar, langs de weg. Hij is niet zomaar iemand, hij wordt met naam en toenaam vernoemd: Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Zie je hem zitten?
    De eerste kennen we ook met naam en toenaam. Het is Jezus de Nazarener, Zoon van David en hij wordt door Bartimeüs Rabboeni genoemd, geliefde meester. Zie je Hem zitten?
    Gek genoeg zien wij het derde personage niet meteen zitten. Ze zijn nochtans met velen. “Zijn leerlingen en heel wat mensen” schrijft Marcus. 

    Die maken zelf duidelijk een onderscheid tussen henzelf en de mensen langs de weg. Dus snauwen ze Bartimeüs toe dat hij zijn mond moet houden. Voor hen kan het niet dat iemand die Jezus niet ziet, hem Zoon van David en Rabboeni kan noemen.
    Het uitroepen van Jezus tot Zoon van David was trouwens een riskante zaak, een daad van verzet tegen de Romeinen. Ook om die reden snauwen de gezellen van Jezus hem toe om te zwijgen. Voor hen is iemand die naast de weg zit, een buitenstaander. Dus een blinde én een bedelaar.

    Maar Bartimeüs schreeuwde nog harder: “Zoon van David, heb medelijden met mij.”
    En nu komt Jezus tussenbeide. Hij blijft staan en zegt: “Roep hem eens hier”. Dan voeren de gezellen een opdracht van hun Meester uit, en schakelen over van snauwen naar bemoedigen. In feite veranderen zij daarbij van ‘wegjagers’ in ‘verkondigers’ van Jezus’ boodschap. Nu roepen ze allemaal tot de blinde: “Heb goede moed, sta op, Hij roept u.” 

    En dat is letterlijk én figuurlijk een roeping van Bartimeüs. Een oproep tot opstaan, tot verrijzenis! 
    Bartimeüs gaat ook volledig in op die roeping. Hij werpt zijn jas weg, springt overeind en gaat naar Jezus. Hij doet eigenlijk wat Jeremia schijft: “Jubelen van vreugde”, Gods lof verkondigen en roepen: “De Heer heeft redding gebracht“. 

    Jezus zelf heeft manueel geen enkele ingreep uitgevoerd, geen zalf op de wonde gestreken, zelfs geen handen opgelegd. In zekere zin heeft Bartimeüs zichzelf genezen, zichzelf bevrijd. Jezus kan dan ook bevestigen: “Ga, uw vertrouwen is uw redding.” Uw geloof heeft u genezen. 

    Wat is de boodschap voor ons? Wie zijn wij in dit verhaal? Het antwoord is meervoudig: 
    Soms zijn we de blinde (die niet wil zien, of die geen aandacht wil hebben voor wie aan de kant van onze weg zit). 
    Gelukkig zijn we ook soms degene die dat juiste duwtje in de rug geeft en durft vragen: “Wat kan ik voor je doen?”

    Daar wordt niet alleen degene die geholpen werd beter van, maar gaat er ook in onszelf iets jubelen van vreugde. Amen.

    Inspiratie gevonden in “Als het woord de weg is” (2020) van Marcel De Pauw m.s.c.

    27-10-2024 om 06:47 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    20-10-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dienstbaar leven - 29e zondag door het jaar B 2024 - Fred Van de Velde

    Negenëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 20 oktober 2024
     
    Eerste lezing: Jesaja 53, 10-11 - 'Hij gaf zijn leven als zoenoffer'
    Evangelie: Marcus 10, 35-45 - 'De Mensenzoon is gekomen om zijn leven te geven'
     
    Vorige week mochten wij weer eens naar de stembus. We moesten niet meer, we waren niet verplicht, maar we mochten wel. En wat bleek? Ongeveer een derde van de mensen is niet opgedaagd. Ze hadden waarschijnlijk allemaal hun reden, maar de meeste verklaringen die we hoorden waren in deze trant: ze houden geen rekening met onze wensen, ze doen toch niets voor ons, ze doen niet wat wij willen.
     
    In feite is deze houding goed te vergelijken met die van die twee leerlingen van Jezus uit het evangelie. Jakobus en Johannes vragen aan Jezus: “Meester, wij willen U vragen iets voor ons te doen.” Het is wat wij ook vragen van onze politici, van onze burgemeesters en schepenen binnenkort. Wat kunnen of willen zij voor ons doen? En als ze iets voor ons doen, dan krijgen zij onze stem.
     
    Waarschijnlijk was Jezus fel ontgoocheld over die vraag van zijn twee leerlingen. Hij was jaren met hen opgetrokken en had hen geleerd en voorgedaan hoe we vooral aandacht en liefde moeten hebben voor de meest kwetsbare mensen. En dan komen zij met de vraag: wij willen U vragen iets voor ons te doen.
    De leerlingen draaien de rollen om. En Jezus laat er geen twijfel over bestaan. Belangrijk is niet wat zij willen, het komt er niet op aan dat zij de grootste en de belangrijkste worden. De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om dienaar en zelfs slaaf van allen te zijn.
     
    Want dat was dus de vraag van Jakobus en Johannes. Ze wilden naast Jezus mogen zitten, rechts en links van Hem, op de ereplaatsen. We kunnen weer een parallel trekken met de recente verkiezingen. Een dag na de uitslag, en soms zelfs al een paar uur erna, wordt er al onderhandeld over wie in de gemeenteraad mag plaatsnemen, wie eerste schepen mag worden en de belangrijkste na de burgemeester, wie de meest interessante bevoegdheid krijgt.
    Het is wat wij soms verwijten aan onze politici en het wordt wel eens opgeworpen als reden waarom mensen niet zijn gaan stemmen. Die politici zijn vooral bezig met hun eigen postjes, met hun eigen profijt. Ze denken niet genoeg aan het algemeen belang, ze zetten zichzelf op de eerste of de meest interessante plaatsen.
     
    We moeten ons durven afvragen of wij niet in hetzelfde bedje ziek zijn. Want het is niet alleen in de politiek dat mensen de beste of de meest waardevolle plaats opeisen. Het gebeurt ook in nogal wat bedrijven of werkmilieus, in scholen, in verenigingen en ja, ook in de kerk.
     
    En niet alleen in het beroepsleven is dat zo, vaak ook in die bewegingen waar wij als vrijwilliger actief zijn. Ook wij durven onszelf af en toe de vraag stellen: wat brengt het voor mij allemaal op? Welk voordeel heb ik erbij zoveel uren van mijn vrije tijd te besteden aan dit ideaal? 
     
    En we kunnen de vraag hier nog iets fundamenteler stellen. Dat geloof in die Jezus, rond wie wij hier elke week samenkomen, wat brengt het ons op? In elke viering bidden wij voor een aantal concrete intenties. Wij bidden om hulp en steun als wij problemen hebben, maar lost het die problemen ook op?
     
    Soms horen we mensen die iets heel erg meemaken zeggen: “Een God die zoiets toelaat, daar geloof ik niet in. Nu ben ik mijn geloof echt wel kwijt.” Misschien komt die gedachte ook op bij mensen die hier aanwezig zijn om een geliefde te gedenken. Voor hen is het te hopen dat zij andere mensen in hun omgeving hebben die hen kunnen bijstaan in deze zware tijden.
     
    Het is immers door mensen dat God tot ons komt. Door mensen, door het werk en de houding van andere mensen. God is geen tovenaar, geen Sinterklaas die geschenken door de schoorsteen gooit. Wij zingen het nogal eens: Hij komt tot ons gans onverwacht, in duizend, duizend dingen. En die duizend dingen krijgen wij van elkaar, van mensen die ons nabij zijn.
    Want de tijd is voorbij dat wij tot een heilige konden bidden om onze problemen  op te lossen. Vroeger waren sommige heiligen gespecialiseerd in bepaalde ziekten of kwalen en zij moesten het dan maar oplossen voor ons. En als er geen genezing kwam, was het die heilige zijn schuld.
     
    Maar zo werkt het dus niet. Het is door mensen dat God werkt. Het zijn mensen die zijn boodschap, zijn droom, zijn ideaal kunnen waarmaken. Of niet. Conflicten, oorlogen, ruzies worden door mensen gemaakt of veroorzaakt. En evengoed kunnen mensen die conflicten proberen op te lossen of de gevolgen ervan draaglijk maken voor elkaar. God heeft het lijden niet gewild en zal het ook niet wegnemen.
    Door mensen wil Hij ons wel bijstaan in dat lijden. 
    Dat is de boodschap die wij in het evangelie horen. Je moet niet de grootste of de belangrijkste willen zijn. Wie groot wil worden moet een dienaar zijn, de slaaf van iedereen. Het is misschien niet meer voor iedereen iets van deze tijd, maar het is vandaag ook missiezondag.
    Mensen die werken aan missionering, die zich dienstbaar opstellen voor kwetsbaren en kansarmen, vragen zich ook niet af: wat heb ik erbij te winnen, welke voordelen zijn er voor mij bij te halen? Neen, hun vraag is: wat kan ik voor jullie doen? Net het omgekeerde van wat die twee leerlingen aan Jezus vroegen.
    Laten wij in ons eigen leven die vraag ook maar omkeren: wat kan ik voor anderen doen? 

    20-10-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-10-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mogen genieten van elkaars rijkdom - 27e zondag door het jaar B 2024 - Annemie Castelein

    Zevenëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 6 oktober 2024
     
    Eerste lezing: Genesis 2, 18-24 - 'Zij zullen volkomen één worden'
    Evangelie: Marcus 10, 2-16 - 'Wat God verbonden heeft, mag een mens niet scheiden'

    Beste mensen,

    Deze keer begin ik mijn preek met veel schroom, de evangelietekst over verbondenheid spreekt vooral gehuwden aan en ergert mensen die jammer genoeg deze verbondenheid met pijn hebben moeten verbreken. Dit is inderdaad een delicate kwestie!

    Het komt in vele families voor dat mensen scheiden. Dat gebeurt niet zomaar.

    Het is meestal het eindpunt van een lang en pijnlijk proces. En zelfs als het met wederzijdse toestemming gebeurt, blijft er toch nog vaak een gevoel van mislukking over. En door een liefde die mislukt,  kunnen mensen wonden oplopen die heel veel pijn doen en moeilijk genezen. 

    In het evangelie keert Jezus zich ondubbelzinnig tegen de manier waarop het in zijn tijd geregeld werd. Toen was het de man toegestaan zijn vrouw te verstoten, maar aan de vrouw werd niet het minste recht toegekend. 

    Jezus gaat daar tegenin: hij grijpt terug naar de oorspronkelijke bedoeling nl.  dat man én vrouw  samen vollediger mens zouden mogen zijn.  Dat is het ideaal. En dat ideaal krijgt in het huwelijksakkoord een vaste vorm.  Het is goed dat die verbintenis door veel wetten wordt beschermd.

    Maar het kan gebeuren dat deze twee mensen om allerlei redenen – waar je als buitenstaander niet kan over oordelen – er niet in slagen om aan hun relatie voldoende zuurstof en diepgang te geven. Als dat na zorgvuldig en eerlijk onderzoek door de betrokkenen – en diegenen die hun nabij zijn – duidelijk wordt, dan is het in overweging te nemen dat het aan die man en die vrouw niet gegeven is op die manier met elkaar verbonden door het leven te gaan. (aldus Roger Burggraeve). 

    Natuurlijk is dat geen oplossing voor elke relatie en kan een verbondenheid tussen man en man, of vrouw en vrouw even waardevol beleefd worden. Jezus roept gehuwden op tot exclusieve trouw, maar verkondigt tegelijk de mildheid van een barmhartige God. 

    Van een kerkgemeenschap –zoals de onze- mag je verwachten dat ze blijft herinneren aan het ideaal van duurzame liefde, maar niet dat ze wie daar niet in slagen, zou verstoten of als ontrouw zou beschouwen.

    Ik wil toch ook eindigen met te zeggen: elke mens is een uniek wezen en gaat in verschillende situaties een verbond aan met een ander. Zo groeit verbondenheid in een grote diversiteit, en kunnen  een geschenk zijn voor elkaar en mogen ze genieten van elkaars rijkdom. 

    06-10-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie is profeet?  - 26e zondag door het jaar B 2024 - Paul Jolie

    Zesëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 29 september 2024
     
    Eerste lezing: Jacobus 5, 1-6 - 'Uw rijkdom is verrot'
    Evangelie: Marcus 9, 38-43. 45. 47-48 - 'Wie niet tegen u is, is voor u'

    Goede vrienden, 

    We hoorden zonet twee lezingen die helemaal op elkaar zijn afgestemd. 

    Twee keer worden mensen gedreven door de Geest en beginnen ze te profeteren en wonderen te verrichten. En telkens zijn er anderen die hen dit - vanuit een gezagspositie - willen beletten. Maar zowel Mozes als Jezus wijzen respectievelijk de trouwe leerling Jozua en de apostel Johannes terecht: de Geest laat zich niet aan banden leggen. 

    Ook buiten de gevestigde orde treden ware profeten naar voor. 

    De beide lezingen plaatsen ons zo midden in de kerkelijke realiteit van vandaag! 

    Ook in onze tijd worstelen wij als parochiegemeenschap en als Katholieke Kerk met vragen die nauw verband houden met het thema van ware profeten die niet enkel van binnen, maar ook van buiten de gevestigde orde komen. 

    Enkele voorbeelden…
    -    Wie mag voorgaan in onze vieringen en waarom?
    -    Hoe ver reikt het draagvlak van onze parochie? Wie behoren tot onze kring en wie niet? En welke zijn hiervan de gevolgen?

    Maar ook breder…
    -    Waarom kunnen enkel celibataire mannen priester worden? Op welke gronden worden vrouwen uitgesloten van het priesterambt? 
    -    En hoe komt het dat er zo weinig religieuze roepingen zijn?  Is dit louter te wijten aan evoluties binnen onze samenleving?  Of heeft de Kerk hier zelf deels schuld aan door te lang enkel oog te hebben voor de eigen kring van gewijden en voor het eigen grote gelijk?

    Ik besef goed dat door deze vragen expliciet te stellen, nog niets is opgelost. Maar is het geen nuttig begin, vraag ik me af? 

    In de theologie bestaat op vandaag grote eensgezindheid over het inzicht dat God ten diepste aanwezig is in ieder mens en dat de Heilige Geest werkzaam is in de harten van alle gelovigen. 

    Dan is het ook wijs, willen wij als Kerk het plan van God met onze wereld bewerkstelligen, om de echte vragen te durven stellen en om evenwaardig de stem van alle charisma’s (gewijden en niet-gewijden, priesters en religieuzen maar evenzeer leken) te laten klinken en de inbreng van allen naar juiste waarde te schatten. 

    Zowel gewijden als leken kunnen profetisch spreken en handelen! 

    Net daarom is het zo belangrijk om het synodale proces dat Paus Franciscus tijdens dit pontificaat heeft op gang gebracht, te omarmen. 

    Wat is dit synodaal proces dan wel? Het is niet meer, maar ook niet minder dan de zo noodzakelijke dialoog binnen de Kerk tussen alle geledingen en alle roepingen. Weg van het klassieke spreken door de kerkelijke gezagdragers vanuit de hoogte. Eerst en vooral luisterend naar wat leeft bij de mensen. En samen met Gods volk op zoek gaan naar gedeelde oplossingen. 

    Maar, kunnen wij als “gewone” parochiegemeenschap hier wel toe bijdragen, hoor ik u denken? En zo ja, hoe?  

    Wel, dit kan heel eenvoudig, meen ik… 

    Door overal waar wij ons binnen en buiten de Kerk bewegen, de echte vragen rond Kerk en geloof te laten klinken. En door onbevangen, vanuit onze eigen relatie met God - met veel respect, empathie en christelijke naastenliefde - de eigen inzichten in de dialoog binnen te brengen. 
    Hopelijk komen wij zo allen samen,  vrouwen, mannen, gewijden, leken, jong en oud - stap voor stap - het plan van God voor de toekomst van de Kerk en de wereld op het spoor.

    Zijn wij daar toe bereid?

    Jazeker! De vele vrijwilligers die zich binnen onze parochiegemeenschap op zovele vlakken engageren zijn hiervan een duidelijk bewijs. Denk aan de mensen van het parochieteam, de Kerkfabriek, de catechese, de liturgiegroepjes, maar evenzeer aan de vrijwilligers van het SAC, van Anna3, van Okra, van Samana, en ga zo maar door… 

    Door de inbreng van al deze mensen trachten we van onze parochie een warme thuis te maken die ons een stukje dichter brengt bij de ontdekking van de hemel, zoals het zo mooi verwoord staat in onze visietekst.  

    Laten we mekaar oproepen en aanmoedigen om op deze weg van open dialoog en respect voor ieders verwachtingen, inbreng en talenten verder te gaan en om deze boodschap van gelijkwaardigheid en complementariteit van talenten en inzet ook te laten klinken bij onze kerkelijke overheid.  

    Amen.

    29-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat doe jij in vredesnaam? - 25e zondag door het jaar B 2024 - Fred Van de Velde

    Vijfëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 22 september 2024
     
    Eerste lezing: Jacobus 3, 16 - 4, 3 - 'Gerechtigheid, vrucht van de vrede'
    Evangelie: Marcus 9, 30-37 - 'De Mensenzoon wordt overgeleverd'

    Het is al even geleden, maar toen ik nog naar school ging, werden leerlingen ook gerangschikt naargelang van de punten die ze behaald hadden op de examens. Iemand was de eerste van de klas, iemand de tweede en helaas ook iemand de laatste. Vooral voor die eerste plaats werd vaak strijd geleverd, door leerlingen en indertijd ook dikwijls door ouders.


    Hoe leuk was het niet in de familie te kunnen vertellen dat je zoon of dochter de eerste was. In de school die ik mij herinner kreeg de eerste van de klas zelfs een erekaart, ondertekend door de directeur. En wie in alle jaren de eerste plaats had behaald, de zogenaamde primus perpetuus kreeg zelfs een kroontje van laurier.


    We hebben intussen andere ideeën over onderwijs en opvoeding, maar eigenlijk is die drang om de eerste of de beste te zijn, heel herkenbaar. En we vinden het op veel terreinen terug. Om te beginnen in de sport, maar daar is het vrij logisch. In de sport is er altijd een winnaar, de eerste, de snelste, de handigste of wat dan ook. Al kunnen we ons afvragen wat het nut is van het maken van lijstjes die rangschikken welk land in de Olympische Spelen de meeste medailles behaald heeft. En wat de verdienste is van de inwoners van dat bewuste land.


    Maar we vinden het niet alleen in de sport. We maken ook rangschikkingen van de beste ondernemer, het meest succesvolle bedrijf, het best bekeken TV-programma, de beste film, acteur of actrice enzovoort. En binnenkort zijn er weer verkiezingen en krijgen we lijstjes van de partij met de meeste stemmen en de man of vrouw met de meeste voorkeurstemmen.


    Het is allemaal heel menselijk en heel herkenbaar. Maar die drang om de eerste, de beste te zijn, of tot de beste groep te behoren, leidt onvermijdelijk tot competitie en tot strijd. En daardoor ook tot naijver, want om de eerste te zijn, moet men een ander overtreffen. En dat is waar bijvoorbeeld Jacobus ons voor waarschuwt in zijn brief, die wij hoorden in de eerste lezing.  Waar jaloezie en eerzucht heersen, schrijft Jacobus, daar treft men ook onrust en allerlei minderwaardige praktijken aan.


    En ook in het evangelie waren de leerlingen blijkbaar aan het redetwisten over de vraag wie van hen eigenlijk de grootste was.

    En Jezus maakt hen onmiddellijk duidelijk dat Hij een heel andere gedachtengang hanteert en een heel andere norm heeft. Hij plaatst een kind in hun midden. Dat kind is de norm. Wie één van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij, zegt Hij.


    We moeten er wel voor opletten dat we die situatie niet zomaar zonder nadenken verplaatsen naar onze huidige tijd. We kunnen in de verleiding komen om dit evangelie alleen maar te zien als een kindvriendelijke scene, die we bijvoorbeeld kunnen gebruiken in een eerste-communieviering. Maar onze houding tegenover kinderen is heel anders dan vroeger.

    Wij vinden kinderen vooral schattig, grappig dikwijls en meestal vertederend en sympathiek.
    Kinderen in die tijd echter kregen nauwelijks aandacht, ze telden eigenlijk niet mee. Ze werden meegedragen op de rug of de schouders en zodra ze konden moesten ze ook mee werken. Scholen waren er niet en op de universele verklaring van de rechten van het kind moesten we nog eeuwen wachten. Kinderen waren in de eerste plaats hulpeloos, totaal afhankelijk en rechteloos. Ze hadden geen recht van spreken.


    Een kind in het midden van de groep plaatsen en het omarmen, gaat helemaal in tegen de gewoonten en gebruiken van die tijd. Als we het tafereel willen verplaatsen naar onze tijd, zouden we geen kind in het midden plaatsen, maar een bootvluchteling. Of een dakloze, of een verslaafde. Of iemand die net zijn werk is kwijtgeraakt en zijn relatie heeft zien stuk lopen.


    Het is geen toeval dat we dit evangelie te horen krijgen op deze vredeszondag of in deze vredesweek. Al te vaak wordt de vrede immers bedreigd of verstoord doordat wij de eerste, de beste of de belangrijkste willen zijn. Dat is bijna altijd de oorzaak van conflicten wereldwijd, maar ook in kleinere maatschappijen, in onze directe omgeving.

    Wanneer een conflict tussen mensen helemaal is geëscaleerd en men geen oplossing meer ziet, dan horen we wel eens de uitdrukking: ze kunnen niet meer door dezelfde deur. Inderdaad, als wij halsstarrig en definitief de deur voor elkaar dichthouden, raakt een conflict nooit opgelost. Dan is een totale oorlog onvermijdelijk, zoals dat heet.

    Die oorlogen in de Gazastreek of in Oekraïne kunnen wij niet beëindigen of oplossen. En onze legers of onze politici ook niet. Maar alles begint klein, niet alleen afschuwelijke oorlogen, maar ook kleine conflicten. En we vinden die oorlogen, dat geweld en die gruwel natuurlijk allemaal verschrikkelijk. Maar laten we dan toch niet blind zijn voor de meningsverschillen en problemen die zich voordoen in onze eigen onmiddellijke omgeving. En laten we dan ook beginnen onze deur voor elkaar niet hermetisch af te sluiten.

    Ook al verschillen we grondig van mening, we kunnen nog altijd door één deur.

    22-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vast oriëntatiepunt - 24e zondag door het jaar B 2024 - Hilda Sas

    Vierëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 15 september 2024
     
    Eerste lezing: Jacobus 2, 14-18 - 'Geloof zonder werken is dood'
    Evangelie: Marcus 8, 27-35 - 'De Mensenzoon moet veel lijden'

    Gedachtenisviering - Viering waar we de overledenen van de maanden juni, juli en september herdachten

    Lieve mensen,
    Het lijkt me dat de vragen waarmee we vandaag geconfronteerd worden, die Jezus stelt, van levensbelang zijn, dat mijn eigen Christen zijn er uiteindelijk zelfs ten dele van afhangt.  

    Reeds de eerste vraag “Wie zeggen de mensen dat ik ben?” – doet nadenken. 
    En we weten het: 
    Meer dan een derde van onze tijdgenoten in West Europa zeggen bv: “Jezus leefde 2000 jaar geleden. Maar vandaag is de wereld heel anders dan toen, en daarom heeft Hij voor mij geen grote betekenis meer.”
    Een kwart van de bevolking zegt: : “ Jezus was gewoon een mens, maar wel een fantastische mens. Hij wilde de mensen naar het goede leiden en daarom kan Hij ook vandaag nog tot voorbeeld worden genomen.”   

    De tweede vraag die Jezus stelt vind ik persoonlijk veel moeilijker. 
    “Wie denk jij dat ik ben?” 
    Hier gaat het niet om de mening van iemand anders, maar om mijn eigen persoonlijke relatie met Jezus. Hij vraagt me heel direct: “Wat beteken ik, Jezus, voor jou, Hilda, voor jou Sas”?
    Hoe belangrijk ben ik voor jou? Vertrouw je me ook dan nog, wanneer je niet alles van mijn boodschap, en wanneer je niet alles wat in je leven gebeurt, begrijpt?”

    Die vraag van Jezus is voor mij een uitnodiging om zijn persoon en zijn boodschap beter te leren kennen. 
    Het Evangelie wordt m’n basiscursus om een goede christen te zijn.
    In Jezus hebben wij een vast oriëntatiepunt, Hij heeft ons getoond wat “echt mens zijn” betekent en wij geloven dat de goedheid en de mensvriendelijkheid van God in zijn persoon vorm heeft aangenomen. 
    Daarom toch willen wij ons leven ook op zijn houding en op zijn woord afstemmen.

    In Jezus leren we iets van “bevrijding”!
    Bevrijding van ieder mens die Hij ontmoette!
    Wanneer we vorige weken hoorden hoe Hij doven leerde om terug te horen en blinden leerde om terug te zien, dan bevrijdde Jezus deze gewone mens die hij ontmoette, uit zijn gevangenzitten en uit zijn eenzaamheid. 
    Een nieuwe wereld ging voor hen open!
    Een beetje hemel op aarde mochten zij voelen. 

    Wie leest het parochieblad en daarin het artikel ”De klapstoel”?
    Elke week wordt daarin iemand in de kijker gesteld die ja, werkelijk als een christen leeft. Iemand die het verhaal van Jezus meegekregen heeft.
    Mensen die door hun manier van inzet, hun manier van werken, ‘mensen bevrijden’…

    Wanneer Petrus niet akkoord gaat met Jezus voorspelling van de lijdensweg die Hij nog af te leggen heeft, leert Jezus hem en zijn vrienden “om te gaan met de tegenslagen en het lijden” dat op hun weg komt en nog zal komen, het lijden dat echt deel is het leven.
    Ja, lieve mensen, zeker vandaag worden we er mee geconfronteerd. 
    Nu, nu we samenzijn rond onze overleden parochianen…

    En ik kwam deze week de tekst van Charles Peguy weer tegen en wil die jullie niet onthouden…

    Het kleine meisje hoop 
    Het geloof waar ik het meest van hou,
    zegt God, is de hoop.
    Nee, liefde, zegt God, dat verwondert me niet.
    Maar wat me verwondert, zegt God, is de hoop.
    Daar ben ik van ondersteboven.
    Ze zien toch wat er in de wereld allemaal omgaat
    en ze geloven dat het morgen allemaal omslaat.
    Wat een wonder is er niet voor nodig
    dat zij dat kleine hoopje hoop nooit als overbodig ervaren 
    maar met voorzichtige gebaren
    in hun hand en in hun hart bewaren,
    een vlammetje dat keer op keer weer
    wankelt en dreigt neer te slaan
    maar altijd weer weet op te staan,
    en nooit wil doven.

    Hoop is een heel klein meisje van niks.
    Zij stapt op tussen  twee vrouwen
    en iedereen denkt: 
    die vrouwen houden haar bij de hand, die wijzen de weg.
    Maar daarvan heb ik meer verstand,
    zegt God, ik zeg:
    het is dat kleine meisje hoop dat al wat tussen mensen leeft
    hun heen en wee geloop, licht en richting geeft.

    Want het is dat kleine meisje hoop
    - ,je ziet het zwak zijn, bang zijn, beven,
    je denkt soms dat het zo onooglijk is ­ 
    het is dat kleine meisje hoop
    dat de mensen zien laat, zien soms even,
    wat in het leven mogelijk is.

    Het geloof, zegt God, waar ik het meest van hou, 
    de liefde waar ik het meest van hou, is de hoop. 
    Geloof, dat verwondert me niet. Liefde, dat is geen wonder.
    Maar de hoop, dat is haast niet te geloven. 
    Ikzelf, zegt God, ik ben er van ondersteboven.
    Charles Péguy    Vertaling Frans Van Bladel sj

    Ja lieve mensen, al breng ik nu deze kleine hoop in ‘n profane tekst, toch durf ik zeggen dat ons wekelijks samenkomen hier, met Jezus’ levensverhaal in ons midden, m’n goede basiscursus blijft.

    Jezus, m’n ankerpunt om het vol te houden… te blijven groeien in christen-zijn (met open ogen en open oren in het leven te staan, …)

    (bronnen: preken online, Franck Tirré)

    15-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oren openen en mond laten spreken - 23e zondag door het jaar B 2024 - Annemie Castelein

    Drieëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 8 september 2024
     
    Eerste lezing: Jesaja 35, 4-7a  - 'Oren van doven worden geopend; de tong van stommen zal jubelen'
    Evangelie: Marcus 7, 31-37 - 'Hij laat doven horen en stommen spreken'

    Beste mensen,4

    Op hoeveel manieren kan een mens doof zijn? En op hoeveel manieren kan hij stom zijn? 

    Het is soms angstwekkend vast te stellen dat mensen niet horen  wat iemand anders zegt, of dat ze gewoonweg niet luisteren wanneer iemand anders aan het woord is. En pijnlijker nog, dat ze niet verstaan wat iemand zonder woorden probeert te zeggen… Een blik, een gebaar, een attentie, een geschenk kan zoveel zeggen; en toch gebeurt het dat het niet wordt herkend, niet wordt gehoord. Om niet te spreken van de manieren waarop mensen elkaar brutaal de mond snoeren met ‘wat weet jij daarvan?’ en ‘begin je daar nu weer over?’ Zo blijven we doof en stom voor elkaar. 

    Jezus wil die man die doof was en gebrekkig sprak laten aanvoelen dat hij nabij wil zijn.

    Er is één woord dat we zeker moeten horen. Daarom staat het er in het Aramees, de taal die Jezus sprak: ‘Effata’. Dat woord is niet alleen voor die man bedoeld. Het is het woord dat God door de mond van Jezus tot ons allemaal richt: ‘Effata! Ga open!’

    Doorbreek de knellende banden waarin je nodeloos gevangen zit, en open je oren voor elk bevrijdend woord. Ga open en ontvankelijk in het leven staan, niet bekrompen en niet bang voor nieuwe dingen, zeker als je wat ouder wordt. Geniet dankbaar van al het goede dat we van medemensen krijgen, maar sta ook open voor het verdriet en de angsten van mensen naast je. Geniet van de schoonheid van de natuur en van al het mooie dat mensenhanden hebben voortgebracht.

    En blijf niet stom, durf ook te spreken! Woorden van bemoediging, maar ook woorden van protest, zeker wanneer iets op het spel staat dat voor jou heel waardevol is…

    Of  wanneer iemand je op de man/vrouw af vraagt: ‘geloof jij nog?’ Je wilt het niet verzwijgen, maar het valt je moeilijk iets te zeggen, ook omdat we het niet gewoon zijn daarover te spreken. 
    Jezus echter wil dat we van al die vormen van doofheid en stomheid genezen! 

    Hij wil zo graag dat mensen elkaar kunnen horen en met elkaar kunnen spreken. Je zou het christendom kunnen opvatten als een beweging van mensen die van Jezus leren met elkaar te communiceren.
    Vorige zondag, scheppingszondag is hier in de wegwijzerviering duidelijk gesproken over de zorg voor onze planeet, er is gebeden voor de gekwetste aarde en al haar bedreigde bewoners: de planten, de dieren, het veelkleurige en diverse leven. 

    In deze scheppingsperiode die loopt van 1 september tot 4 oktober wordt onze aandacht gevraagd voor ‘zorg voor de aarde en alles wat ademt en leeft’.

    Dat we durven onze oren te openen en onze mond te laten spreken in de zorg voor de aarde en voor elkaar! 

    08-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oh, wat een wonder - 22e zondag door het jaar B 2024 - Marc Tassier

    Tweeëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 1 september 2024
     
    Eerste lezing: Deuteronomium4, 1-2. 6-8 - 'Onderhoud de geboden van de Heer''
    Evangelie: Marcus 7, 1-8. 14-15. 21-23 - 'Gij laat Gods gebod varen'

    Wegwijzerviering, Scheppingszondag, een viering waar families met kinderen meer dan welkom zijn.

    Misschien zijn sommigen onder u verwonderd over het evangelie. Wat heeft schijnheiligheid en het afwassen van schotels te maken met de eerbied voor de natuur, het thema van deze scheppingszondag?


    Nu heeft het een met het ander wel iets, of veel, te maken, als we letten op de rode draden die de thema’s en verhalen in de Bijbel met elkaar verbinden. En een van die rode draden is een zinnetje dat we een paar keer in het evangelie lezen, en dat ook al bij de profeten in het Oude Testament voorkomt: “Ik wil liever barmhartigheid dan offers.” Dat zinnetje hoor ik ook op de achtergrond van deze tekst. 


    Een van de constanten in de prediking van Jezus is de kritiek op machtsmisbruik, en het voorbeeld dat hij gaf door naar mensen te luisteren, door mensen aan de rand van de samenleving te omarmen, door in plaats van te verwijten en bevelen, gewoon te vragen: “wat kan ik voor u doen?”  
    De mens eerst. Elke mens eerst. En dus eerst aandacht voor wie niet op de eerste, maar op de laatste plaats terecht gekomen is, door ziekte, door tegenslag, door onrecht, en ja, ook door eigen schuld. Want er is altijd een nieuwe kans voor wie, op zijn woord, tot inkeer kwam. 


    Jezus was barmhartig. Barmhartigheid is behoedzaam, eerbiedigt, beschermt. Barmhartigheid zoekt zichzelf niet, zij schuift haar eigenbelang, haar goesting, haar lusten, haar prestige opzij. Zij wil niet domineren en beheersen maar helpen en koesteren. In de warmte van de barmhartigheid kan een mens, dat broze wezen, openbloeien als een bloem. 


    Wij mensen zijn als bloemen. Wij ontstaan dankzij de natuur, wij gaan ten onder als de natuur ten onder gaat. En met diezelfde eerbied, voorzichtigheid, vriendelijkheid van de barmhartigheid moeten wij ook die natuur omarmen. Want zonder natuur zijn er geen mensen.

    Meer nog, zonder mensen is de natuur zinloos. Wat maakt het uit of onze aarde een vuurbal of een ijsklomp is, als er geen mensen zijn? Omdat er mensen zijn, moeten we ons ook om de natuur bekommeren. En die mens kan maar bloeien, als we mens én natuur niet uitbuiten, misbruiken, overleveren aan macht en geld, maar als we ze koesteren. Dan kunnen ook mensen geheeld worden. 

    01-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-06-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Groeikracht - Elfde zondag door het jaar B 2024 - Fred Van de Velde

    Elfde zondag door het jaar B 2024 - Zondag 16 juni 2024
     
    Eerste lezing: Ezechiël 17, 22-24 - 'Ik zal een nederig twijgje verheffen'
    Evangelie: Marcus 4, 26-34 - 'Het Rijk is als 'n mosterdzaadje'
     
    Wat is het meest kenmerkend aan de tijd van vandaag? Misschien dat we het allemaal toch zo druk hebben. De studenten staan voor de examens of zitten er al midden in. En het hele gezin deelt mee in de spanning en de drukte. Sommigen moeten het werkjaar afsluiten en alles in orde brengen voor de reis en de vakantie. En voor het zover is voelen we ons verplicht nog een pak mensen een bezoekje te brengen.
     
    We hebben het toch zo druk. En alles moet ook snel gaan. Voor een rustige wandeling hebben we geen tijd. We nemen snel de fiets (liefst die elektrische), of de auto en als we nog verder moeten het vliegtuig. En we moeten ons altijd haasten, want we moeten op tijd zijn voor het volgend TV-programma en binnenkort weer die volgende match. Gelukkig hebben we intussen fiber laten installeren en gaat onze internet verbinding nog sneller.
     
    De lezingen van vandaag geven toch een ander beeld. Ze stammen uit een tijd toen er nog geen internet bestond. En ook geen televisie, geen auto, geen trein of tram, geen vliegtuig. En ook geen wasmachine of droogkast, geen vaatwasser, geen koffiezetapparaat. Brieven werden met de hand geschreven en de meeste communicatie verliep gewoon mondeling.
     
    Alles ging toen gewoon veel trager en de mensen hadden ook meer geduld. Bij ons moet alles snel gaan. Als er een toestel hapert, bestellen we er vlug een nieuw en we vinden dat het morgen meteen moet geleverd worden. Elk probleem moet onmiddellijk worden opgelost. Vorige week zijn we gaan kiezen en nu vragen we ons af wanneer die regering eraan gaat beginnen.
     
    Daarjuist hoorden wij in de eerste lezing hoe God op een hoge berg een cedertwijgje gaat planten en dat zal een prachtige boom worden, waarin vogels zich zullen nestelen. En in het evangelie ging het over een mosterdzaadje. Ook dat begint piepklein en groeit uit tot een heerlijke struik met grote takken. En ook daarin zullen vogels nestelen. Alleen: we moeten daar jaren geduld voor hebben. Geduld en vertrouwen. De natuur zijn werk laten doen.
    Jezus vertelt die parabel en het is duidelijk dat Hij er het rijk Gods mee bedoelt. Dat rijk Gods  is begonnen als een klein, onooglijk mosterdzaadje. Met slechts een handvol mensen die erin geloofden. En ook hun geloof zat van bij het begin vol twijfel en onzekerheden. En er was ook al onmiddellijk veel discussie en onenigheid.
     
    Maar er was geduld en vertrouwen. Het rijk groeide en bleef groeien en overleefde de eeuwen. Zoals de natuur zijn werk doet in het plantenrijk, zo is het met het rijk Gods.
     
    Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet allemaal. Een zaadje of een takje kan uitgroeien tot een heuse boom, maar er kan van alles fout gaan. En de boer die zaait moet niet alleen geduldig wachten, maar ook zijn planten koesteren, verzorgen, beschermen tegen onkruid, bemesten enzovoort. En dan nog hopen dat langdurige droogte of een plotse storm niet alles teniet doet.
     
    Ook het rijk Gods, de kerk heeft stormen doorstaan. Tegenkanting en strijd, vervolging soms en innerlijke moeilijkheden en twisten. En we moeten niet blind zijn voor de eigen fouten. In de televisiereeks “Godvergeten” werd duidelijk hoe afschuwelijk het misbruik kon zijn van mensen die werden verondersteld mee aan dat rijk Gods te bouwen.
     
    Die fouten en misbruiken moeten we erkennen, maar we mogen er de moed niet bij verliezen. Want naast alle fouten en vergissingen hebben mensen die  probeerden mee te bouwen aan dat rijk Gods ook veel goeds gedaan. En meestal ging ook dat niet in een handomdraai, maar met veel geduld en vertrouwen.
     
    Ik weet niet of de mensen die hier zijn omdat ze een geliefde herdenken zich in deze woorden kunnen herkennen. Dat twijgje uit die cederboom nochtans kan het beeld zijn van een leven dat niet helemaal voorbij en vergeten is. Dat takje uit die grote boom blijft het leven verder zetten. En toont dat het leven niet zonder nut of betekenis is geweest. 
    Ieder leven komt voort uit een ander leven en bouwt er ook op voort.
    Kinderen delen in de erfenis van hun ouders en geven op hun beurt weer mooie bouwstenen mee. We krijgen er onze geliefden niet mee terug, maar we kunnen hen misschien herkennen in de volgende generaties.
     
    Toon Hermans heeft het ooit zo verwoord:
     
    De bomen  komen uit de grond
    en uit hun stam de twijgen
    en iedereen vindt het heel gewoon
    dat zij weer bladeren krijgen
    we zien ze vallen naar de grond
    en dan opnieuw weer groeien
    zo heeft de aarde ons geleerd
    dat al wat sterft zal bloeien.

    17-06-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-06-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie is familie? - Tiende zondag door het jaar B 2024 - Gie Stappaerts

    Tiende zondag door het jaar B 2024 - Zondag 9 juni 2024
     
    Eerste lezing: Genesis 3, 9-15 - 'God vervloekt de slang die de mens heeft verleid'
    Evangelie: Marcus 3, 20-35 - 'Ziehier mijn moeder en mijn broeders'

    We zijn vandaag de 10de zondag door het jaar B, en dat is vreemd genoeg een zondag die we niet ieder jaar vieren. Dat komt omdat we in plaats daarvan heel dikwijls de heilige Drie-eenheid of Sacramentsdag vieren. Zo komt het dat we de lezingen van vandaag ook niet zo dikwijls horen. 

    In de eerste lezing, uit Genesis (Gen. 3, 9-15) gaat het over Adam die zich verstopt heeft en God die hem roept: “Adam, waar ben je?” Het doet me automatisch denken aan het spelletje dat we vroeger dikwijls bij de Chiro speelden op een regenachtige dag. Iedereen ging daarbij in een kring staan of zitten. Eva (of was het God) krijgt een blinddoek aan en een knuppel van krantenpapier in de handen. In de kring staat ook Adam. De geblinddoekte roept altijd: “Adam, waar ben je?” en Adam antwoordt dan: “hier”! En dan probeert Eva (of God) Adam met de knuppel te raken. Als hij geraakt is, worden de rollen omgekeerd. 

    Maar in de lezing gaat het niet daar over. Het gaat erom dat Adam beseft dat hij naakt is, dat hij een fout heeft gemaakt, en dat hij en Eva om beurt de schuld op iemand anders willen steken. 
    Adam en Eva, bij wijze van spreken de eerste familie. 

    Ook in het evangelie van Marcus (Marcus 3, 20-35) gaat het over familie, zij het op een héél andere manier. 
    Jezus is zoveel met andere mensen, met zijn roeping bezig, dat zijn eigen familie hem nog nauwelijks te zien krijgt. Ze zijn er bezorgd over en denken dat Hij zichzelf niet meer is. 
    De schriftgeleerden nemen dat verhaal over, maar dan in een overtreffende trap. “Hij is in de macht van de duvel, Hij is bezeten!”, zeggen zij. 
    Het is gemakkelijk om iemand van allerlei lelijke dingen te beschuldigen, om iemand te ondermijnen of ten val te brengen. 

    Het doet me denken aan wat de tegenstanders van Aleksej Navalny in Rusland deden. Zeggen dat hij niet meer bij zijn verstand is, was voldoende om hem in een psychiatrisch centrum op te sluiten en vervolgens uit te schakelen.  
    Jezus ontkracht de uitspraak van de schriftgeleerden met een kleine vergelijking in de beeldspraak van toen. Hij is trouwens ervarings-deskundige: Hij heeft aan den lijve de bekoringen van de duivel in de woestijn doorstaan, en getoond dat Hij de sterkste was. 

    Maar ondertussen blijven zijn moeder en zijn broers aan de deur staan roepen. “Wie zijn mijn moeder en mijn broers?”, zegt Hij dan. En terwijl Hij rondkijkt naar de mensen die in een kring om Hem heen zitten zegt Hij: “Kijk, jullie hier zijn mijn familie. Want wie de wil doet van God, die is mijn broer en mijn zuster en mijn moeder.” 
    Jezus zegt niet dat die mensen daarbuiten zijn moeder of zijn broers niet zijn. Die moeten alleen beseffen dat ze hem niet kunnen claimen voor zichzelf alleen, dat Jezus er wil zijn voor iedereen. 

    Het doet me denken aan wat ik een tijd geleden hoorde uit het Midden oosten. Daar leeft een groep christenen die, zoals alle moslims daar in de omgeving, God aanspreken en benoemen als Allah. En die moslims waren verbaasd, misnoegd en kwaad: “Allah is onze God, niet die van jullie”, zeiden ze.  

    Van wie zijn wij eigenlijk familie? Hoe zijn wij familie van elkaar? Als we alvast elkaar niet “de duivel aandoen”, zoals de schriftgeleerden.  Elkaar niet de duivel aandoen van jaloersheid, van egoïsme, van hardheid, van verbetenheid en van nog zoveel meer.
    Of zijn we familie omdat we dezelfde naam dragen? Als christen dragen we toch de naam van Christus. Maar familie van Hem zijn we pas als we er ons ook helemaal naar gedragen.

    Amen.

    09-06-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-06-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voedsel voor onderweg - Sacramentsdag B 2024 - Fred Van de Velde

    Sacramentsdag B 2024 - Zondag 2 juni 2024
     
    Eerste lezing: Deuteronomium 5, 12-15 Onderhoud de sabbat'
    Evangelie: Marcus 2, 23 - 3,6 - 'De Mensenzoon is Heer, ook van de sabbat'

    De ouderen onder ons hebben er misschien nog een vage herinnering aan. Het was op 11 oktober 1978, die datum heb ik n atuurlijk opnieuw moeten opzoeken.
    Leo Tindemans was toen premier van het land en vol dramatiek kondigde hij in de kamer het ontslag van zijn regering aan, met de legendarische woorden: “Voor mij is de grondwet geen vodje papier”.


    Voor mij is de grondwet geen vodje papier. Een wet wordt gemaakt, na overleg en debat, en daarna inderdaad op papier gezet. Officieel wordt die wet pas van kracht na publicatie in het staatsblad. Intussen leven wij in een digitale wereld, maar in de tijd van Tindemans was een papieren wet of afspraak van fundamenteel belang. Het ging dan uiteraard niet over het papier als voorwerp, maar over de inhoud, het belang, de betekenis.


    Een wet is veel meer dan een stuk papier, en een grondwet zeker. Waarom vertel ik dit nu? Omdat een stukje papier soms veel meer is dan alleen maar papier. Zoals een stuk brood meer kan zijn dan alleen maar een stuk brood.
    We vieren vandaag het feest van Sacramentsdag. Een mis, een eucharistieviering is ook een sacrament en in elke viering doen wij dat rond brood en wijn. Dat brood is niet zomaar een stukje brood en die wijn is niet zomaar wijn en ook niet echt een grand cru, maar dat brood en die wijn hebben wel een diepe betekenis.


    In een eucharistieviering zegt de priester dan: “Neem en eet, dit is mijn lichaam. Neem en drink, dit is mijn bloed”. We kennen die formule allemaal en het is natuurlijk geen magische spreuk of geen tovertruc. Het blijft brood en het blijft wijn, maar toch staan wij eerbiedig recht. En we bewaren het brood plechtig in een sacrale plaats, een tabernakel.
    Die eerbied, dat sacrale is geen magie, maar is er toch mee verwant. In elke gebedsviering, waar wij nu mee vertrouwd zijn, deelt de voorganger de communie uit die werd geconsacreerd in een vorige viering, door een priester. Er zijn nog altijd mensen die met palmzondag speciaal naar de mis komen, of iemand sturen omdat er dan gewijde palmtakjes zijn. Die zijn voor hen dus belangrijker of sterker dan een gewoon takje.


    Twee weken geleden werden hier 16 kinderen gevormd. Met chrisma, met olie. Geen magische olie inderdaad, maar het was wel een plechtig gebeuren. Een tijdje vroeger hadden die vormelingen hun belofte neergeschreven op een charter. Geen vodje papier, maar een soort perkament, met handtekeningen en misschien wel een soort zegel erop.
    Voor mij is de grondwet geen vodje papier. Voor vormelingen gebeurt die zalving niet met zomaar wat olie en zijn die beloften niet zomaar wat woorden op papier. Voorwerpen kunnen een zware lading, een belangrijke betekenis krijgen. Een vlag bijvoorbeeld is niet zomaar een doek met wat kleuren. Mensen kunnen er zich in herkennen: hun land, hun streek, hun ideaal, hun partij, hun geliefde sportclub of beweging.


    Bij de meesten van ons zijn thuis in de living foto’s te vinden. Vaak foto’s van geliefden uit onze familie of vriendenkring, ook van mensen die niet meer onder ons zijn. Die foto’s koesteren wij, niet omdat ze zoveel artistieke of fotografische waarde hebben, maar omdat ze voor ons zoveel betekenen.


    Mensen die gehuwd zijn zullen altijd hun trouwring dragen en bewaren. Niet omwille van de waarde die het edel metaal vertegenwoordigt. Ze willen hem absoluut niet ruilen voor een veel duurder exemplaar van iemand anders. Die ring is voor hem allang niet meer een gouden of zilveren voorwerp.


    Een journalist die peilt naar persoonlijke gegevens in een interview stelt wel eens de vraag: welk voorwerp zou je zeker meenemen als je huis plots in brand staat en je onmiddellijk moet evacueren? Nooit is het antwoord dat men dan het duurste stuk uit de brand zou redden, maar wel het voorwerp met de rijkste, de meest symbolische betekenis of waarde.


    Daar gaat het eigenlijk ook over bij dit feest van sacramentsdag. Elke week komen wij hier samen rond het sacrament. We beluisteren woorden uit de schrift of de bijbel, we bidden of zingen samen en we krijgen een beetje duiding of een overweging. Dat noemen we de woorddienst, de dienst van het woord.


    Daarnaast is er de tafeldienst. We brengen de offergaven aan, het brood wordt gezegend en we delen het brood dankbaar met elkaar. Het gebeurt allemaal met gewone, bijna alledaagse dingen en toch dringen ze door tot de kern. En bij bepaalde momenten staan we eerbiedig recht. Voor een buitenstaander misschien niet te vatten, maar voor ons is het een sacrament.


    Voor mij is de grondwet geen vodje papier. Voor vormelingen is het chrisma geen druppeltje olie. Voor ons hier is de hostie niet gewoon maar een stukje brood. Het is en blijft natuurlijk brood, maar het is ook meer, veel meer dan brood. Het is voedsel voor onderweg, zoals we het noemen in een wegwijzerviering.

    Het is voedsel waar we kunnen van leven.

    02-06-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-05-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vreugdevolle mensen vol van hoop - Heilige Drie-eenheid B 2024 - Paul Jolie

    Heilige Drie-eenheid B 2024 - Zondag 26 mei 2024
     
    Eerste lezing: Deuteronomium 4, 32-34. 39-40 'De Heer is God; er is geen ander'
    Evangelie: Matteüs 28, 16-20 - 'Zie, Ik ben met u, alle dagen'

    Drievuldigheidszondag

    Goede vrienden,

    Vandaag, de eerste zondag na Pinksteren, vieren wij als christenen Drievuldigheidszondag.

    De Drieëenheid van God die wij als christenen belijden is, alvast wat mij betreft, geen eenvoudig thema. En de moeilijke, maar daarom niet minder inspirerende, lezingen van Paulus en Matteüs, maken het ons niet echt gemakkelijker… Als we niet weloverwogen, voorzichtig tewerk gaan, bestaat het gevaar dat ons denken snel verzandt in zielloze, niet leven gevende bespiegelingen.

    Anderzijds geeft dit jaarlijks terugkerende feest ons een goede gelegenheid om even stil te staan bij enkele essentiële vragen:
    - Wie is God voor mij?
    - En wat betekent het om mijn leven als christen te plaatsen in het teken van God die Vader is, Zoon en Heilige Geest,… zoals we dit zo vaak - soms zeer bewust en soms achteloos - uitspreken bij het maken van een kruisteken.

    Zowel in het Oude als het Nieuwe Testament komen verschillende beelden van God naar voor. Al deze beelden kunnen gezien worden als de verschillende facetten van een diamant; ze vormen samen een meerdimensionaal portret. Enkele voorbeelden:
    - God als schepper
    - God als strijder tegen kosmische krachten
    - God als krijgsheld,…
    - We kunnen lezen hoe God de Onzichtbare, de Oneindige, de Heilige genoemd wordt.
    Hij is transcendent, gans anders dan alles wat geschapen is.

    Daarnaast wordt in de Bijbel ook in heel menselijke termen over God gesproken:
    - God als een herder
    - God als een zachte bries
    - God als vader…

    Dit samengaan van transcendentie en bereikbaarheid komt op een bijzondere manier tot uiting in het dogma van de Drie-eenheid. God die onzichtbaar is en altijd mysterie blijft, heeft zich geopenbaard in de persoon van Jezus Christus en blijft sindsdien aanwezig in de Geest. Zo bestaat in God zelf een relatie. God is, zo geloven wij, ten diepste gemeenschap tussen Vader, Zoon en Geest. Niet verwonderlijk dat deze drie-ene God, die gemeenschap is, ook in gemeenschap wil treden met ons, mensen.

    Dominicaan, pater Marc Christiaen, stelt het zo…
    Als Jezus Gods drievoudige naam noemt, dan leert ons dat niet zoveel over God zelf. Inzicht in wie God is, gaat nu eenmaal ons mensenverstand te boven.

    Vader, Zoon en Geest geven echter een drievoudige kijk op de relatie tussen God en ons mensen, zoals de christenen dit reeds eeuwen hebben mogen ervaren en ook belijden doorheen hun geloofsverdieping en hun geloofsbeleving.

    Wie God als Vader erkent, erkent zichzelf als zijn kind, erkent ook dat hij of zij niet de norm is van de dingen, maar leeft bij de genade van Wie hem of haar het leven heeft geschonken. Dit bewustzijn roept op tot bescheidenheid, maar ook tot broederlijk/zusterlijk engagement om, in eerbied voor onze Schepper, “als erfgenamen” zoals Paulus zegt, van onze wereld een goede plek te maken voor alle mensen, met respect voor alle leven, voor de natuur, voor de aarde,…

    Wie God als Zoon belijdt, kiest ervoor…
    - om in de voetsporen van Jezus te treden,
    - om steeds als eerste trachten te beminnen,
    - om met concrete daden van liefde op te komen voor de zwakken,
    - om te leven vanuit het vertrouwen dat het leven sterker is dan de dood…

    En dan is er de heilige Geest die leven geeft. Hij is de levensdynamiek die in elke mens schuilt en werkzaam is. Het is die Geest die we mogen ervaren als we stil, in alle eenvoud en authenticiteit, afdalen in onszelf. De Geest die ons doorheen onze talenten en beperkingen leert wat ons als christen te doen staat, wat het plan van God is met ons…

    En wat betekent dit alles voor ons dagelijks leven?

    Allereerst dat wij vreugdevolle mensen van hoop mogen zijn. Door de Geest weten wij ons immers altijd geliefd als kinderen van de Vader. Dit besef geeft ons kracht, ook te midden van beproevingen.

    Daarnaast worden wij geroepen tot concrete actie. Net zoals Jezus in het evangelie aan zijn leerlingen de opdracht gaf om het goede nieuws te verkondigen, worden ook wij geroepen om getuigen te zijn van Zijn liefde. Dit kan door onze woorden, maar ook door onze daden.

    Laten we dus leven als kinderen van de Vader, de Zoon volgend op zijn weg, geleid door de Geest. Zo kunnen we Gods liefde in de wereld verspreiden.

    Amen.

    26-05-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-05-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luisteren zet ons in beweging - Hemelvaart van de Heer B 2024 - Marc Tassier

    Hemelvaart van de Heer B 2024 - Donderdag 9 mei 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 1, 1-11 'Onder hun ogen omhooggeheven'
    Evangelie: Marcus 16, 15-20 - 'Ik ben met u, alle dagen'

    Rerum Novarum

    We zijn nog altijd diezelfde leerlingen als dat klein groepje dat na Goede Vrijdag het niet meer zagen zitten. Ze waren Jezus ooit tegengekomen, hij had hen aangesproken, ze waren door hem ‘bewogen’ en volgden hem. Dan kwam die ‘Goede Vrijdag’. Paniek, stuurloosheid. Maar hij liet hen niet los.

    Er kwamen verhalen: hij is niet weg. Die en die heeft hem gezien. Hij heeft Maria Magdalena gesproken. En de verschijningen waren niet het belangrijkste: Jezus zelf zegt “Zalig die niet zien en toch geloven.” Ze begonnen te ervaren dat hij bij hen was, ondanks alle twijfel.

    Hun hart brandde, ze voelden zijn aanwezigheid. De Vader zal de rechtvaardige niet verloren laten gaan. Maar de twijfel knaagde: Waar is hij nu? Komt hij nog? Want hij was uit hun ogen verdwenen…


    Die kronkelige weg tussen Galilea en wat wij nu hemelvaart noemen, is ook onze weg. We leggen hem telkens opnieuw af: de weg tussen hoop en wanhoop, tussen geloof en twijfel. En dikwijls staan ook wij naar de hemel te staren, en vragen ons af: wanneer komt hij nu? Dat heeft hij toch beloofd?


    Maar we durven nog geloven, en we komen telkens opnieuw samen om zijn brood te delen, zoals die leerlingen, van Emmaüs. En vandaag horen we engelen in deze kerk ons toefluisteren: “Mannen en vrouwen van Galilea - het land van de twijfelaars, de afvalligen! – wat staan jullie naar de hemel te gapen?”


    Dus moeten we rondom ons kijken. En onze ogen opendoen. Naast ons staan andere mensen. En we zullen ook naar beneden moeten kijken. Naar mensen die niet meer kunnen opstaan, die vernederd zijn en platgeslagen, door onrecht, door verdriet, door onverschilligheid.

    Als er nog geloof brandt in ons hart, al is het een klein vonkje, zullen we ons herinneren wat hij gedaan heeft. Hij luisterde. Hij vroeg: “wat kan ik voor u doen?”


    En dan gebeurt er een wonder. Ik weet dat die wonderverhalen voor vele mensen van deze tijd, ook voor gelovige mensen, lastig te begrijpen zijn. Ieder van ons kan dit verhaal anders begrijpen.

    Maar ik dit verhaal wil duidelijk maken dat het onmogelijke gebeurt, als mensen aandacht hebben voor iedereen, ook voor de minsten onder ons.
    We stonden naar de hemel te staren. Maar hij kijkt ons allang aan in de ogen van de mensen die ons nodig hebben. En als we hem herkennen, kunnen we het wonder laten gebeuren dat hopeloze mensen zonder uitzicht terug hoop zien, een toekomst, kansen op geluk. En dat ze opstaan en in beweging komen, zoals Bartimeüs.
    Jezus is niet ‘weg’. Hij is onder ons. Hij blijft ons roepen om hem te volgen.

    09-05-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-05-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg naar een warm hart! - Zesde Paaszondag B 2024 - Marc Tassier

    Zesde Paaszondag B 2024 - Zondag 5 mei 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 10, 25-26. 34-35. 44-48 'De gave van de Geest over de heidenen'
    Evangelie: Johannes 15, 9-17 - 'Dat mijn vreugde in u moge zijn'

    Wegwijzerviering, viering waarop de eerste communicanten, vormelingen, families met kinderen en iedereen meer dan welkom is

    Er wordt verteld dat de apostel Johannes heel oud geworden is. Op het einde van zijn leven gaf hij zijn leerlingen maar één boodschap: “kinderkes (want zo oud was hij al …), zie mekaar graag.” En als men hem vroeg waarom hij altijd hetzelfde zei, antwoordde hij: “Dat is het voornaamste dat Jezus ons geleerd heeft.”’


    Zo staat het ook in het evangelie, dat Johannes veel vroeger geschreven had: “Ik geef jullie één regel, die de allerbelangrijkste is, en die is: ‘Houd van elkaar, zoals Ik van jullie houd’.” Dat zei Jezus bij zijn afscheid.
    Onze vormelingen hier nemen ook afscheid van ons, straks, voor eventjes toch. Ze gaan een tocht maken, een verkenning van de wereld hier op Linkeroever.

    Dat is het begin van de wereld waar zij bij hun vormsel naartoe gezonden worden. Het vormsel is een signaal, het betekent: deze jonge mensen gaan beginnen aan hun tocht door de wereld van de volwassenen.


    Bij de Masai gaan jongeren ook op tocht, op de drempel van het volwassen leven. Alleen moeten ze de savanne in trekken, met een speer. En ze moeten terugkeren met een leeuw die ze gedood hebben. Dan bewijzen ze dat ze in staat zijn om met de volwassenen hun gemeenschap te beschermen.


    Jezus vraagt van zijn leerlingen iets anders: van uw tocht straks moeten jullie niet met een leeuw terugkomen, maar met een warm hart. Dan kunnen jullie het leven van de mensen naast jullie beschermen.
    Een warm hart is een hart ook andere harten wil verwarmen, dat van andere mensen houdt, dat een gelukkig leven wil doorgeven, en geen lijden of dood.


    In het evangelie van vandaag staat: “Het meest kun je laten zien dat je van iemand houdt, doordat je zelfs je leven wil geven voor je vrienden.” En alle mensen mochten vrienden van Jezus zijn.


    Jezus heeft letterlijk zijn leven gegeven. Er zijn leerlingen van Jezus die gedood worden omdat ze het opnemen voor zwakke mensen, voor rechtvaardigheid. Maar wij allemaal geven een stuk van ons leven, een stuk van ons warm hart, als we die warmte delen met de mens naast ons. Dat kan voor ieder van ons verschillend zijn, maar als wij eerlijk zijn, weten we wel wat die mens naast ons nodiog heeft…

    Als we de warmte uitstralen, worden we samen een groot warm hart, dat koude onze wereld kan verwarmen, en die heeft dat hard nodig.

    05-05-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    28-04-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verbondenheid met elkaar aanwakkeren - Vijfde Paaszondag B 2024 - Annemie Castelein

    Vijfde Paaszondag B 2024 - Zondag 28 april 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 4, 8-12 'Hnd 9, 26-31 Paulus bij de leerlingen in Jeruzalem'
    Evangelie: Johannes 10, 11-18 - 'Joh 15, 1-8 Wie in Mij blijft, draagt veel vrucht'
     
    Het evangelie van de wijnstok en de ranken doet mij spontaan denken aan mijn kindertijd.
    Wij hadden thuis een kleine serre met een druivelaar. Als de druivelaar gesnoeid werd was ik gefascineerd en vroeg me af waarom zoveel ranken weggeknipt werden.
    Ik kreeg de uitleg dat die ranken moesten verwijderd worden opdat de andere meer vruchten zouden dragen.

    Ik haal mij dit beeld voor ogen van een wijnstok met zijn ranken, groot en klein. Op welke rank lijk ik?
     
    Is mijn rank gezond of eerder verdord en moe?
    Kan ik de toewijding van de wijngaardenier aanvaarden wanneer Hij deze rank snoeit? Vertrouw ik er op dat mijn rank dan veel vrucht zal dragen als het oogsttijd wordt?

    Vandaag word ik uitgenodigd om mijn nauwe band met Jezus te erkennen, een relatie die Hij vergelijkt met die tussen een wijnstok en de ranken die eraan groeien.
    Wat betekent het voor mijn leven dat het leven van Jezus in mij stroomt? Wat betekent het voor mij persoonlijk om te weten dat ik net zo goed een deel van Jezus ben als de rank een deel van de wijnstok is? Zijn er dingen in mijn leven die anders zouden zijn als ik me dat bewust zou realiseren? Welke zijn dat? Ik denk na over deze dingen…

    De vruchten van ons leven als Christen zijn het werk van God. Ieder van ons is in staat dat werk in anderen aanwezig te zien - in dienstbaarheid, in liefde, in toewijding, moed, uithoudingsvermogen en in gewone alledaagse vriendelijkheid en meelevendheid. Ieder van ons is bovendien op een eigen wijze verbonden met Jezus.
    Wij kunnen vrucht dragen zoals niemand anders kan. 

    En wat zijn dan die goede vruchten?  Het gaat om leven geven, vrede maken, gerechtigheid doen, verbondenheid met elkaar aanwakkeren.

    Dat we die goede vruchten bij elkaar mogen ontdekken en waarderen!

    28-04-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs