Twee prachtige verhalen.
Over mensen die geroepen worden. Het gaat dus over ons. Waarom zitten we hier anders, op zondag, in plaats van uit te slapen? Omdat ‘iets’ of ‘iemand’ ons oproept om naar hier te komen.
In de verhalen die we gehoord hebben, worden mensen opgeroepen en ze hebben geantwoord. Die mensen lijken goed op elkaar. Ze noemen zichzelf ‘zondig’. En dat betekent niet dat ze denken dat ze slechte, minderwaardige mensen zijn. Neen, ze voelen zichzelf klein en onmachtig.
En ze maken iets mee dat hen doet beseffen: iets of iemand is groter en sterker dan ik. Die iets of iemand roept hen op om te geloven dat ze meer waard zijn en meer kunnen dan ze zelf denken. En die iets of iemand zal hen recht houden.
We maken allemaal af en toe mee dat we beseffen dat we ons leven niet in handen hebben. Dat kan iets geweldigs zijn: een geboorte, of een katastroof, of iets dat schijnbaar onopvallend is: iemand spreekt ons aan, er valt ons iets op dat we vroeger niet zagen. Iets of iemand daagt ons uit en laat ons niet los. Op het woord van Jezus van Nazareth heeft die iets of iemand een naam gekregen: “Vader”. In al onze zwakheid mogen we op hem vertrouwen. Hij beschut ons in de palm van zijn hand, hij houdt ons de hand boven het hoofd. En hij zendt ons.
Nu is in onze christelijk-kerkelijke traditie het beeld gegroeid dat roeping iets voor priesters is. Priesters zijn kostbare mensen. Ze betekenen veel voor ons. En we maken ons zorgen: zullen er nog priesters zijn? Maar ik denk dat we ons ons geen zorgen moeten maken. Het priesterschap zoals we het kennen is er niet altijd geweest. Het was een manier om de kerk te organiseren, en het kan ook anders. Zoals het geëvolueerd is, met dat sterke onderscheid tussen priesters en leken, heeft het ons misschien doen vergeten dat we allemaal geroepen zijn.
Wij allemaal zijn leerlingen van Jezus. Jezus sprak gewone mensen aan, zoals wij. Ze hoorden hem, en ze zijn hem gevolgd. En wat vroeg hij hen? Ga vissen. Hij roept ons om mee te timmeren aan de weg van Gods rijk zoals we zijn. In ons leven van elke dag: in onze boot, in onze keuken, in ons gezin, op ons werk.
Met Gods zegen kunnen we dan wonderen doen, als we ons door de geest van Jezus laten bezielen. Om zijn oproep goed te horen, komen we hier samen. Hier antwoorden wij zoals Jesaja: “Hier ben ik. Zend mij.”
En hij antwoordt: “Wees niet bang. Jullie zullen wonderen doen.”