Goede vrienden,
Vandaag hebben we twee lezingen beluisterd die mooi op elkaar aansluiten en die ons uitnodigen om na te denken over de diepere zin van vrijgevigheid.
In de eerste lezing ontmoet de profeet Elia een weduwe in het stadje Sarefat. Deze vrouw heeft bijna niets meer. Toch vraagt Elia haar om hem te eten te geven. En de weduwe doet wat haar gevraagd wordt. Zoals beloofd, komt ze nadien niets tekort.
Wat deze weduwe laat zien, is een buiten-gewone daad van vrijgevigheid, maar ook een buiten-gewone daad van vertrouwen. Ze geeft niet omdat ze een overschot heeft, maar omdat ze gelooft in Gods belofte en kracht om te voorzien in wat zij als mens nodig heeft.
In het evangelie van Marcus zien we een soortgelijke situatie. Jezus en zijn leerlingen zijn in de tempel, waar veel rijke mensen grote bedragen in de offerkist werpen.
Maar dan ziet Jezus een arme weduwe die slechts twee kleine muntjes geeft, vrijwel niets in materiële waarde.
Toch wijst Hij haar aan als een voorbeeld voor zijn leerlingen, omdat zij “alles gegeven heeft wat zij bezat, alles waar ze van leven moest.” De weduwe geeft van haar armoede, niet van haar overvloed. Haar gave is niet groot in waarde, maar onschatbaar in oprechtheid en vertrouwen.
Wat kunnen wij vandaag leren van deze twee weduwen?
Ten eerste laten zij ons zien dat vrijgevigheid niet afhankelijk is van hoeveel we bezitten. Of we nu veel of weinig hebben, we kunnen altijd iets geven: materiële middelen, maar ook tijd, aandacht, liefde… En wat hierbij primeert, zijn onze intenties, de zuiverheid van ons hart, niet de grootte van onze gaven.
Ten tweede worden we uitgedaagd om ons vertrouwen in God te hernieuwen.
Het leven kan ons soms brengen naar momenten van grote onzekerheid, waarin we het spoor bijster zijn of erger nog, waarin we niet meer weten of en hoe we zullen overleven.
In die tijden worden we uitgenodigd om, zoals de weduwen, te vertrouwen op Gods voorzienigheid. Hij kent onze noden en zal ons niet verlaten.
Dit betekent niet dat we zondermeer de dingen op hun beloop moeten laten, dat we niet zelf onze verantwoordelijkheid moeten opnemen, maar wel dat we daarenboven mogen vertrouwen op zijn voorzienigheid en zorg.
Tenslotte roept het evangelie van vandaag ons op tot nederigheid en eenvoud. De rijke mensen in de tempel gaven grote bedragen, maar Jezus prijst hen niet. Hij kijkt verder dan het uiterlijk en wijst er ons op dat ware grootheid ligt in nederige overgave en vertrouwen op God.
Wanneer we geven, laten we dat dan niet doen om gezien of geprezen te worden, maar laten we dit nederig en vol vertrouwen doen, uit liefde en dienstbaarheid, zoals Jezus ons heeft voorgeleefd.
Amen.