Er is een beeld van het gebeuren in Syrië dat een diepe indruk op mij naliet.
Het openbreken van de Sednaya gevangenis, die gruwelijke martelplek waar geschokte, verdwaasde menselijke wezens met honderden bevrijd werden.
Zo onwezenlijk.
En plots, tussen tientalen verbaasde en uitgemergelde vrouwen, komt er een peuter in beeld, die verweesd om zich heen kijkt. Zo kwetsbaar in die krochtige kelderruimte.
Is dit kind hier angstig verwacht, geboren, gekoesterd, verborgen of verkracht in dat slachthuis van Assad? Wat moet een jonge moeder beleven?
Het is een beeld dat naar je keel grijpt en ineens alles herleidt tot de essentie.
Het is een schreeuw uit de diepte die je raakt.
Een goddelijke schreeuw naar menselijkheid.
Als Jezus vandaag geboren zou worden, zou hij onder het puin in Gaza geboren worden.
Als we trots en rijkdom verheerlijken, ligt Jezus onder het puin.
Als we vertrouwen op macht en wapens, ligt Jezus onder het puin.
Als we de bombardementen op kinderen rechtvaardigen, rationaliseren en theologiseren, dan ligt Jezus onder het puin. Dit is zijn kribbe. Hij voelt zich thuis bij de gemarginaliseerden, de mensen die lijden, de onderdrukten en de ontheemden.
Kerstmis vieren is stilstaan bij het feit dat God mensen nodig heeft.
Hij, de Onzichtbare, verschijnt als een zwangere vrouw aan de rand van de samenleving, als een boorling die de diepste gevoelens van liefde en verantwoordelijkheid oproept.
Hij openbaart zich in totale kwetsbaarheid en precies daardoor wekt hij in ons een sterke kracht. Een spirit die gans ons leven kan bezielen.
Altijd wordt God opnieuw geboren als we onze ogen niet afwenden van dat kwetsbare kind, van de hunker, diep in onszelf, van de onuitgesproken vraag van de mens naast ons. Want precies de betrokkenheid op de ander geeft zin aan ons leven.
En dat is wat vele van ons beleven en waarmaken, dag na dag.
Merkwaardig. God kijkt ons aan, niet van boven uit maar vanuit de voederbak,
de kribbe. Een totaal ander perspectief.
Zoals de ontmoeting met een zwaar zieke, jou een boost kan geven, een nieuwe energie.
Het schijnbaar krachteloze wordt een nieuwe kracht.
Ooit heeft Kerstmis het licht gezaaid van een God, kwetsbaar op zoek naar veiligheid
om leven te schenken in de onherbergzaamheid van een samenleving.
Dat mysterie van die uitgestrekte armen van dat Kind, die hunker naar barmhartigheid.
Vanuit de kribbe daagt Hij ons uit te zoeken naar bondgenoten die willen luisteren naar de diepere verlangens van velen die niet van tel zijn.
Wie durft te kijken niet vanuit ‘den Hoge’ maar vanuit de voederbak,
doorkruist elke vorm van berekening en ontdekt nieuwe wegen van hoop.
Als je leert zien in het duister, zegt dit verhaal,
dan raakt die schreeuw je gevoelige snaar: dat verlangen naar echt mens worden.
Een verweesde peuter in de hel van de Sednaya gevangenis kijkt je aan.
Het is alsof God woelt in je binnenste
om zijn visioen van warmte en mededogen waar te maken.
Hij verlangt te wonen in mijn kwetsbaarheid zodat ik met al mijn beperktheid toch veel kan betekenen voor mensen om me heen en precies daarin, een diepe vreugde vind.
Straks ben je wellicht samen met je familie, de kinderen of kleinkinderen.
Voel dan maar hoe graag ze jou zien.
Want je was er voor hen.
Zalig Kerstmis.
Paul Scheelen