Goede vrienden,
Vandaag is het de eerste zondag van de veertigdagentijd waarin wij ons voorbereiden op Pasen. De lezingen wijzen ons hierbij een weg die in onze moderne samenleving - op zijn zwakst gezegd - niet meer populair is… Willen wij als christenen groeien, willen wij goede mensen worden, dan zijn belangrijke leefsleutels: in dankbaarheid vertrouwen op God en weerstaan aan bekoringen.
De eerste lezing uit het boek Deuteronomium neemt ons mee naar een belangrijk moment in de geschiedenis van het volk Israël. Zij staan, na de vlucht uit Egypte en veertig jaren rondzwerven in de woestijn, op het punt om het Beloofde Land binnen te trekken. Mozes - die dit genademoment zelf niet meer zal meemaken, hij zal eerder sterven - geeft aan zijn volk een profetische opdracht: vergeet nooit wat jullie hebben meegemaakt en gedenk dat de weldaden die jullie te beurt vallen niet jullie eigen verdienste zijn.
Daarom moeten zij de eerste vruchten van de oogst aan God opdragen. Dit gebaar van dankbaarheid is niet alleen een ritueel; het is een geloofsbelijdenis die erkent dat God de Redder is en dat de mensen zonder Hem machteloos zijn.
Ook wij worden tijdens deze Vastentijd uitgenodigd om na te denken over Gods weldaden in ons bestaan. Waar zijn wij bevrijd uit ons ‘Egypte’, uit de beklemmingen in ons eigen leven? Welke zegeningen hebben wij ontvangen? De Vasten is een tijd om stil te staan bij de goedheid van God en Hem daarvoor te danken, maar ook om te erkennen dat wij nog steeds onderweg zijn naar de volheid van zijn rijk van Liefde, Vrede, Eenheid.
In het Evangelie van vandaag zien we hoe Jezus, vervuld van de Heilige Geest, veertig dagen in de woestijn verblijft, waar Hij door de duivel op de proef wordt gesteld. Drie bekoringen worden Hem voorgelegd: de verleiding van materiële zekerheid (het veranderen van stenen in brood), de verleiding van macht en glorie (het verkrijgen van alle koninkrijken van de wereld), en de verleiding van zelfgenoegzaamheid en hoogmoed (God durven op de proef stellen door van de tempel te springen).
Ook Jezus herinnert zich de verhalen van zijn volk, verhalen van bevrijding. Hij vindt erin de kracht om vastberaden te antwoorden en enkel voor de Ene te buigen. Hij kiest om recht te doen. Hij dient het Leven met de grote ‘L’.
Wat kunnen wij hieruit leren?
Net als Jezus worden ook wij geconfronteerd met bekoringen. Misschien verlangen wij te zeer naar de zekerheid van financiële overvloed. Misschien zoeken wij te zeer naar macht en erkenning, gedreven door onze eigen ambities. Of misschien zijn we zelfgenoegzaam en vergeten wij hoezeer ons leven een geschenk is dat wij aan God te danken hebben. De woestijn waar Jezus zich bevond, staat symbool voor de vastentijd die wij nu doormaken. Het is een periode waarin wij, net als Hij, geroepen worden om te versoberen, te bidden en ons hart te zuiveren. Niet om onszelf te bewijzen, maar om ons opnieuw te richten op wat echt belangrijk is: onze relatie met God.
En we staan hierbij als Christenen vandaag niet alleen. Ook de Moslims beleven nu ‘hun heilige Ramadan’, een maand van vasten, gebed en liefdadigheid. Het is voor hen een tijd voor spirituele groei, verhoogde toewijding en een tijd voor gemeenschappen om samen te komen. Het vasten, waarbij overdag wordt afgezien van eten, drinken en andere lichamelijke behoeften, is niet alleen een fysieke uitdaging, maar ook een spirituele reis die iemands relatie met Allah versterkt.
Moge ook onze vastentijd als Christenen, een tijd van ware bekering zijn, een tijd waarin we met z’n allen werken aan een betere wereld, dichtbij, maar ook veraf, zoals Broederlijk Delen ons voorstelt.
Dan zullen wij op Pasen de verrijzenis van Christus met een zuiver hart kunnen vieren.
Amen.