Vandaag is het de derde zondag van de vasten en in de hele vastentijd begint de titel van de viering met de woorden: Vol(k) van hoop, waarbij de k van volk tussen haakjes staat. We kunnen het dus op twee manieren lezen: volk van hoop of vol van hoop. Nadien volgt telkens een meer specifieke titel. Vandaag is dat: nieuwe kansen scheppen, elke generatie opnieuw.
De lezingen vandaag geven aan dat er inderdaad hoop nodig is. In het boek Exodus zegt de Heer dat Hij de ellende van zijn volk heeft gezien en hun jammerklachten heeft gehoord. Hij wil hen hoop geven met zijn naam: Ik ben die is. En in het evangelie wil de wijngaardenier de vijgenboom omhakken omdat hij toch geen vruchten meer draagt. Die wijngaardenier heeft blijkbaar alle hoop opgegeven.
Wij hebben het soms moeilijk de hoop erin te houden. Uit onze kindertijd herinneren wij ons misschien de drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde. Ons geloof belijden wij in elke viering en die liefde staat natuurlijk altijd hoog aangeschreven, maar hoop klinkt soms wat abstracter. En vooral: in onze wereld zijn evoluties aan de gang die weinig hoopgevend zijn.
De inspiratie voor deze homilie ben ik dit keer niet gaan zoeken in theologische beschouwingen of interpretaties van Bijbelteksten. Ik ben te rade gegaan bij de bekende psychiater Dirk De Wachter, één van de meest wijze mensen in Vlaanderen, die van zichzelf zegt dat hij niet gelovig is, maar zeer veel respect heeft voor mensen die wel geloven. Een paar jaar geleden werd hij getroffen door een agressieve kanker, met een reeks zware behandelingen als gevolg. In een paar geschriften en interviews getuigt hij over wat hem in die periode troost en hoop kon bieden.
Dirk De Wachter is een psychiater en hij vindt het zijn taak om met mensen te blijven zoeken naar hoop en perspectief, zelfs in de moeilijkste omstandigheden. Voor hem ontsnapt geen enkel probleem aan de hoop. Pas als de hoop helemaal verdwenen is, loopt het écht mis.
Neem nu een ogenschijnlijk uitzichtloze oorlog zoals in Oekraïne of in Gaza. We kunnen die oorlog niet zomaar stoppen, niemand kan dat, maar we kunnen wel voor elkaar blijven zorgen, zoals gewone mensen in die oorlogsgebieden ook vaak doen. De Franse filosoof Emmanuel Levinas noemt dat ‘la petite bonté’, de bijna onzichtbare dagelijkse goedheid van mensen voor elkaar. Dat zit vaak in kleine dingen, die nooit het nieuws halen.
Levinas zegt: het goede kan nooit vernietigd worden, juist omdat het zo klein is. Wat mensen voor elkaar doen kan geen enkele politieke structuur vernietigen. En Levinas heeft recht van spreken: zijn hele familie is uitgemoord in de nazi-kampen. Zelfs in die verschrikkelijke omstandigheden bleven mensen voor elkaar zorgen. Dat goede is niet uit te roeien. En als iedereen in zijn eigen wereld die goedheid toont, dan wordt dat besmettelijk en wordt uiteindelijk de hele wereld beter.
Dat soort hoop is niet naïef of goedkoop. Hoop is niet hetzelfde als optimisme, is niet het ontkennen of negeren van problemen, is niet tegen beter in blijven beweren dat alles voorbij gaat en wel goed zal komen. Hoop is wel de overtuiging of de zekerheid dat iets zinvol is, hoe het uiteindelijk ook uitpakt.
Dirk De Wachter kwam veel in Parijs en gebruikt soms Franse woorden. Hoop kan op twee manieren vertaald worden: espoir of espérance. Het eerste is gericht hopen op iets materieel of op succes: ik hoop dat we de lotto winnen of dat onze ploeg kampioen gaat worden. Het tweede is permanent hoopvol zijn, er in alle omstandigheden vanuit gaan: we zorgen voor elkaar, we blijven er zijn voor elkaar, we gaan samen verder.
Soms is hoopvol zijn bijzonder moeilijk. Soms zitten alle omstandigheden, alle tekenen uit de realiteit tegen. En soms kan je die realiteit niet ontkennen. Wat doe je na een zoveelste zware ingreep of behandeling in het ziekenhuis, als de dokter, die we vertrouwen, zegt: nu zijn we uitbehandeld, ik kan u eigenlijk geen hoop meer geven. Is er dan echt geen hoop meer?
Nee, er is allicht geen hoop meer om de tumorcellen te overwinnen. Er is geen hoop meer om het lichaam helemaal te genezen. Maar er is wel hoop op een zinvol leven met mensen die elkaar nabij blijven, zeker in deze omstandigheden. Er is hoop op een leven gevuld met veel mooie herinneringen. Er is hoop dat de liefde blijft en niet verloren gaat. Er is hoop dat zoveel moois in het leven blijft bestaan, ook in de volgende generaties. De liefde en de genegenheid van al die mensen die voor ons kwamen, kregen wij mee en wij vormen dan een brug naar een volgende generatie.
De ondertitel van de viering vandaag is toch: nieuwe kansen scheppen, elke generatie opnieuw. Ook dat geeft hoop. Wij zijn geen uitverkoren volk, dat zijn we nooit geweest. Maar we zijn wel een volk van hoop. Dat moeten we zijn, als christenen, als mensen van geloof, hoop en liefde.
En daarom zingen wij straks op het einde van de viering: wij gaan weer verder, vol van hoop.