Wegwijzerviering - Viering met de vormelingen en eerste communicanten, families met kinderen en iedereen die er graag bij is
Hier sta ik weer. Zoals vorig jaar. Een van de koningen, op zoek naar de Grote Koning. Mijn mantel is versleten, mijn kroon verfrommeld, en ik ben al heel lang op weg, in weer en wind.
Want de tocht naar de Grote Koning is nooit helemaal voorbij. Daarom moeten we elk jaar opnieuw Kerstmis vieren. Hoe is dat met ons, mensen? We willen wel op de goede weg blijven, maar elke keer lopen we opnieuw verloren, en moeten we weer gaan zoeken. En dan vragen we ons af: wie wijst ons de weg?
Gelukkig, wij hadden de ster. En als we die volgden, dan vonden we dat klein stalletje, en de os en de ezel, en Maria en Jozef. En een kindje!!!!! Dat was eventjes verschieten. Geen sjieke rijke vorst in een gouden paleis. Hadden we daarvoor zo ‘’n zware reis gemaakt?
Maar dan viel onze euro. Of dukaat. Als je voor een kindje staat, en je bent een mens met een hart, dan hoor je dat kindje stilletjes iets vragen. Een kindje kan alleen maar stilletjes iets vragen. ‘Kun je voor mij zorgen?’ vraagt het. ‘Wil je me beschermen?’ ‘Wil je me warm houden?’
Dat kindje wijst ons de weg hoe we verder moeten leven. We moeten zorg dragen voor de kleine mensen, voor wie niet sterk is. En daarvoor moeten wij ons ook klein durven maken. Want als we de grote jan blijven uithangen, als we vanuit de hoogte naar mensen blijven kijken, als we ons opsluiten in onze eigen paleizen met hoge torens, dan zien we de kleine mensen niet die ons nodig hebben.
En ik probeerde me te bukken, om dat kindje te omarmen en te verwarmen. Maar mijn mantel zat in de weg! Die was te stijf van al dat goud en zilver. En ik heb mijn koninklijke frak en mijn kroon dan maar rap uitgedaan. Ik wou niet langer een machtige, grote heerser zijn, die op mensen neerkijkt. Ik probeerde nederig en klein te worden, een gewone mens onder de mensen, zodat ik niet meer over kleine mensen stapte. Dat is de weg die het kindje wijst. Samen met kleine mensen op stap gaan, en goed voor elkaar zorgen.
En daarom zijn wij van Bethlehem niet terug naar die grote koning Herodes gegaan.
Koning Herodes… we weten wat die met zijn macht gedaan heeft. Koning Herodes bestaat nog altijd, en hij is niet alleen. Hij vertrapt de kleine mensen.
De stille stem van het kindje vraagt ons om een radicaal andere weg in te slaan.