Goede vrienden,
Op deze vierde zondag van de Advent komt Kerstmis wel heel dicht bij. En Jezus, onze Inspirator, onze Vredebrenger, onze Levensgids, staat op het punt terug geboren te worden!
Op zo’n moment is het niet meer dan logisch dat hoop, vreugde, vertrouwen,… de boventoon nemen.
In de eerste lezing horen we hoe de profeet Micha zijn volk dat gebukt gaat onder onrecht, moed inspreekt en - met de komst van de Messias – hoop op een nieuwe wereld geeft.
De Messias is daarbij een andersoortig leidsman, niet afkomstig van het machtige Jeruzalem, maar uit het kleine, nederige Bethlehem.
En het is een leidsman die zijn macht niet uitoefent voor eigen rekening, maar als een dienst aan God en aan de mensen.
Heeft ook onze wereld vandaag niet dringend nood aan zo’n Messias en aan zo’n ommekeer?
Uit het verre verleden brengt Micha ons alvast een dubbele boodschap:
- jullie zorgen en bekommernissen zijn niet nieuw;
- maar ook: wanhoop niet. Immers, ook de hoop en de belofte op beterschap zijn van alle tijden.
En die belofte wordt waar in het evangelie, met de komst van Jezus.
Maria, die pas vernomen heeft dat ze in verwachting is, haast zich naar haar nicht Elisabeth die al 6 maanden zwanger is. Een ontmoeting van twee zwangere vrouwen, overweldigd door het mysterie van het nieuwe leven dat zij in zich dragen. Dit alledaagse tafereel stelt Lucas ons vandaag voor als evangelische, blijde boodschap.
Maar wat wil hij ons hiermee ten diepste zeggen?
Wel, dit verhaal vormt, samen met de andere verhalen van Jezus’ kindertijd, een inleiding op de boeken die Lucas geschreven heeft: zijn evangelie en de handelingen der apostelen. En kenmerkend voor een inleiding is dat ze veelal geschreven wordt wanneer het boek al af is, met de bedoeling in het kort aan te geven waarover het vervolg zal gaan.
We mogen aannemen dat het ook hier zo is gelopen. Als Lucas deze inleiding schrijft, kent hij reeds het ganse verhaal van Jezus’ leven, dood en verrijzenis en de krachtige boodschap die eruit spreekt.
In het evangelie van vandaag is dan ook geen sprake van een nauwkeurig feitenrelaas.
Waar het Lucas echt om te doen is: van bij de start - bij monde van Elisabeth - het geloof uitdragen dat Jezus, die nog moet geboren worden, waarlijk de Messias is waarnaar de profeet Micha verwijst.
Daarnaast wil Lucas ook de lof zingen van Maria die volmondig ja zegt op het plan van God met haar leven. En deze lofzang van Maria is doorheen de geschiedenis voor vele christenen deel geworden van een gebed dat hen zeer dierbaar is: het Weesgegroet.
Wat leren deze lezingen ons voor het concrete dagelijkse leven, aan de drempel van 2025?
Allereerst nodigen ze ons uit om te vertrouwen op Gods plan met ons leven, zelfs als we niet alles begrijpen.
Hoe klein of onbelangrijk we onszelf ook voelen, toch kunnen ook wij, zoals Maria, Jezus laten geboren worden in onze wereld.
Daarnaast nodigen de lezingen ons uit tot dienstbaarheid. Maria's voorbeeld laat zien dat ware vreugde te vinden is in het onbaatzuchtig geven van onszelf aan anderen.
Ten slotte wijzen de lezingen ons op de waarde van blijheid, van vreugde. Elisabeth en het ongeboren leven in haar schoot reageren met vreugde op de komst van de Messias. Advent is een tijd van voorbereiding, maar ook een tijd van vreugde beleven en vreugde delen.
Daarom nog enkele vragen ter overweging…
Zijn wij steeds blije christenen die met enthousiasme, andere mensen tegemoet treden?
Maken wij zo ruimte voor echte ontmoeting, waarin elkeen zich aanvaard, begrepen, bemoedigd voelt?
En helpen wij zo de mensen rondom ons - ook ouderen, zieken, mensen met een beperking, mensen in armoede - meer mens te worden, zoals Welzijnszorg ons vraagt?
Of kunnen we misschien nog een tandje bijsteken?
Laat ons alvast in deze geest van blijheid, bemoediging en dankbaarheid, samen met Elisabeth, eens zingend een Weesgegroetje bidden tot Maria. Immers, waar zouden wij als christenen staan, zonder haar moederlijke zorg en toewijding voor het kindje Jezus dat in de Kerstnacht zal geboren worden?...
Fijne zondag gewenst…