Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 20-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Er is geen wijn meer - 2e zondag door het jaar C 2019 - Fred

    Tweede zondag door het jaar C 2019 - Zondag 20 januari 2019

    Eerste lezing: Eerste brief aan de Korinthiërs 12, 4-11  'De Geest en zijn gaven in de gemeente'
    Evangelie: Johannes 2, 1-12 - 'Bruiloft te Kana'

    Het eerste publieke optreden van Jezus vindt in het evangelie van Johannes plaats op een bruiloft. Op een feest dat in die tijd dagen kon duren en waarop heel veel mensen waren uitgenodigd. En net op dat feest kregen we de nachtmerrie van elke bruid, of van iedereen die zo een feest mee had mogen organiseren: de bedienden komen zeggen: de wijn is op.

    Er is geen wijn meer. Hoe kan dat nu? Hebben we niet genoeg besteld? Of hebben ze onvoldoende geleverd? Heeft er iemand zich misteld of hebben wij niet goed gerekend? Hebben wij teveel vrienden uitgenodigd? Of zijn er misschien gasten die onverantwoord veel hebben gedronken?  

    We kunnen het ons levendig voorstellen. Er is geen wijn meer. Of een variant erop: we hebben te weinig eten. We hebben alles mooi uitgeschept en verdeeld en er zijn toch nog een paar lege borden. We zijn te royaal geweest in het begin. Of die traiteur heeft wel heel kleine porties geleverd. Straks moeten we nog mensen terugsturen zonder eten. Of minstens vragen of ze nog even willen wachten. 
    Wat gaan ze wel van ons denken?

    In zo een geval moet je creatief op zoek gaan naar oplossingen. Misschien hebben we nog wel iets in huis dat kan dienen. Misschien is er een handige tante of nonkel in het gezelschap die iets kan verzinnen om mee te toveren in de keuken. Of is er geen ervaren hobbykok onder de genodigden?
    Als er bij een jeugdbeweging tijdens een kamp zich zulk een probleem voordoet, wordt meestal snel een oplossing gevonden. Of er nu bij het eten iets ontbreekt, of als er bijvoorbeeld spelmateriaal te weinig is. Daar is dan meestal wel voldoende creativiteit of vindingrijkheid aanwezig. 
    Daar kunnen ze het natuurlijk ook meestal stellen zonder wijn.

    Er is geen wijn meer. 
    We horen zoiets ook zeggen of fluisteren als iemand uit ons midden is weggevallen. Hij zorgde vroeger altijd voor wijn, zij organiseerde altijd het feestje en het eten. En nu? Wie gaat er nu voor zorgen? We weten het niet meer, we zijn hulpeloos, we zijn ten einde raad: er is geen wijn meer.

    In zulke gevallen moeten wij zelf voor wijn zorgen. Bij die bruiloft in Kana waren er nog zes kruiken of vaten vol water. En Jezus maakte dat water tot wijn, goede wijn, de beste die ze al geproefd hadden. Dat konden die andere gasten van het feest natuurlijk niet, en wij uiteraard ook niet. Of toch? Misschien kunnen wij geen wijn van water maken, maar  wij kunnen er wel voor zorgen dat een feestje toch kan slagen, toch mensen kan blij maken, ook als er geen wijn meer is.

    Gaan we even terug naar de eerste lezing, uit de brief van Paulus aan de Korintiërs. Hij heeft het daar over de gaven van de Geest, over verschillende vormen van dienstverlening en verschillende uitingen van kracht. De ene heeft veel kennis, of blinkt uit in wijsheid. De andere is een toonbeeld van geloof.

    En weer iemand anders kan bepaalde ziekten genezen of zelfs wonderen doen. Er zijn er die op weg zijn om profeten te worden en geesten kunnen onderscheiden. En anderen spreken vele talen of kunnen heel goed de betekenis van woorden en teksten uitleggen. Dat zijn natuurlijk woorden van Paulus en voor ons niet zo gemakkelijk. Onze vormelingen ontvangen binnen een paar maanden die gaven van de Geest in hun vormsel. En het is meestal een hele klus om hen dat aan het verstand te brengen. 

    Maar zo moeilijk is het eigenlijk allemaal niet. We hebben allemaal middelen, mogelijkheden, of talenten gekregen zoals men het in een parabel noemt, om een feest te laten slagen voor anderen, voor elkaar. Ook wanneer het feest dreigt te mislukken, als iemand vertwijfeld zegt: er is geen wijn meer.
    Het is allicht ook geen toeval dat het eerste optreden van Jezus wordt gesitueerd bij een bruiloft, bij een feest. Het christendom lijkt naar buiten uit misschien een wat strenge en zure godsdienst, met veel regeltjes en verboden. 
    Dat moet je niet doen en dit mag niet! Christenen worden dan soms gezien als pretbedervers in plaats van feestvarkens, als mensen die niet kunnen verdragen dat er wordt gefeest en genoten.

    Daartegenover staan natuurlijk ook andere getuigenissen over christenen die echte levensgenieters waren. Zoals de pastoor uit de bloeiende wijngaard bij Felix Timmermans. Of dat verhaaltje van die andere pastoor die tijdens een proefavond een heel lekkere, maar dan ook een héél lekkere wijn in zijn glas kreeg, er aandachtig van proefde, naar boven keek en zei: “Ja, nu ben ik er zeker van: God bestaat!”

    In het liedje van ene God alleen, ene Zaligmaker en anders geen, dat wij vroeger allemaal hebben gezongen, ging het bij de zes over: zes kruiken wijn die op de bruiloft van Kana zijn. Het lijkt misschien wat raar dat er maar zes kruiken wijn zijn en geen zeven. Zeven was toch een bijbels getal, een heilig getal, een volmaakt getal. Wellicht zijn het er daarom maar zes. Voor die zevende kruik moeten wij onze gaven van de Geest gebruiken. 
    En dat water in wijn omtoveren. 
    Telkens iemand ons ontmoedigd aankijkt en zegt: er is geen wijn meer … 

    20-01-2019 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onder gaan en terug boven water komen - Doop van de Heer C 2019 - Gie

    Doop van de Heer C 2019 - Zondag 13 januari 2019

    Eerste lezing: Jesaja 40, 1-5.9-11  'De Heer komt met kracht. Als een herder weidt Hij zijn kudde'
    Evangelie: Lucas 3, 15-16.21-22 - 'Ik doop u met water, na mij komt Hij die zal dopen met de heilige Geest'

    We hoorden de voorbije weken al heel wat verhalen over de jonge Jezus. 
    We hoorden over het bezoek van zijn moeder Maria aan haar nicht Elisabeth, beide in verwachting. We hoorden over Jezus’ geboorte in de stal. We hoorden over de zoektocht naar Jezus in de tempel, toen hij 12 jaar was. En vorige week over het kraambezoek van de drie koningen. 
    Allemaal prachtige verhalen, maar er lijkt iets grondig mis met de volgorde.  

    Ook het verhaal van vandaag is weer bijzonder: Johannes is massaal mensen aan het dopen in de Jordaan. Hij doopt op een heel andere manier dan wij hier in de kerk gewoon zijn. Het gaat ook niet om kinderen, maar om volwassen mensen, die zelf vragen om gedoopt te worden. 

    Door de totaal misgelopen studentendoop begin december, zijn dopen wel in een erg negatief daglicht komen te staan. Bij die dopen van Reuzegom denken we bijna aan marteltechnieken als waterboarden. Niemand wil uit vrije wil zo’n vernederende doop ondergaan! 

    Toch worden, ook bij Joannes, de dopelingen letterlijk helemaal ondergedompeld, om daarna terug boven water te komen. Ook Jezus sluit aan in de rij, om zich te laten dopen.

    Jezus ondergaat de doop. Hij gaat onder in de rivier. Een complete reiniging. 
    En dan komt Hij terug boven water. We hebben er het gezegde “boven water komen” aan overgehouden. Misschien wel om wat er daarna gebeurt: 
    de hemel gaat open, er daalt een duif neer en uit de hemel klinkt er een stem. 

    Een stem die klinkt uit de hemel. Dat is lang géén dagelijkse kost in het evangelie. Tijdens het leven van Jezus gebeurt het eigenlijk maar twee keer. Een eerste keer is nu, bij zijn doopsel in de Jordaan en een tweede keer is, als Hij samen met Mozes en Elia, boven op de berg Tabor, in een stralend licht staat. Ook daar klinkt het: 
    “Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind ik vreugde”.

    Jezus is een beetje overrompeld na zijn onderdompeling, “biddend” schrijft Lucas. Hij ziet hoe de hemel opengaat, dat er een duif over Hem neerdaalt en dat een stem uit de hemel spreekt: “Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb Ik mijn behagen gesteld” of “Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind ik vreugde”. 

    Voor wie klinkt die stem uit de hemel eigenlijk? Jezus staat daar gewoon in de rij, onopvallend tussen die mensenmassa. En de stem zegt expliciet: “JIJ bent mijn geliefde Zoon”. De evangelist vertelt NIET dat de omstaanders plots belangstellend om Hem heen komen staan. 

    Het hele gebeuren is wel degelijk voor Jezus zelf bedoeld. Hij komt terug boven water. Gereinigd en met een heldere blik ziet Hij zijn taak, zijn roeping, beter voor ogen. Bij zijn geboorte in de stal had Hij daar uiteraard nog geen weet van. Maar in de tempel, toen hij 12 jaar was, begon het idee al te groeien. En nu staat het Hem klaar voor de ogen. 
    Niet zo lang meer, als Johannes in de gevangenis zit, zal Hij aan diens leerlingen antwoordden, met een vers (Jesaja 35:5-6a) uit het boek Jesaja 29: "Gaat aan Johannes zeggen wat gij hoort en ziet: blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd”. 
    Ook de woorden uit het boek Jesaja, die we vandaag hoorden in de eerste lezing, hebben Jezus duidelijk geïnspireerd: “Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend dat haar slavendienst voorbij is” en “Zie de Heer komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft Hij bij zich, zijn beloning gaat voor Hem uit. Als een herder weidt Hij zijn kudde, zijn arm brengt de lammeren bijeen, hij koestert ze en zorgzaam leidt Hij de ooien”.
     
    Bij het begin van de viering zei ik het al. We zitten bijna midden in januari. Kerstmis en Nieuwjaar zijn voorbij. Buiten is het winter, koud, kil en donker. Dagenlang zijn er alleen grijze wolken. Je zou van minder somber en depressief worden. 
    Maar als de wolken ineens openbreken en de zon er doorheen schijnt, dan leeft iedereen op! 
    Ik hoop dat vandaag, net als voor Jezus, de hemel voor jullie een stukje opengaat. Er kan ook een stem klinken, die je misschien alleen zelf kunt horen: “Jij bent mijn geliefde!”
    Want jullie zijn geliefde kinderen van God. Hij vindt vreugde in jullie! 
    Amen. 

    13-01-2019 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    30-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een plek van weerzien, herzien en inzien - Heilige Familie C 2018 - Hilda

    Heilige Familie C 2018 - Zondag 30 december 2018

    Eerste lezing: Eerste brief van Johannes 3, 1-2.21-24  'Kinderen van God genoemd'
    Evangelie: Lucas 2, 41-52 - 'Jezus gevonden in de tempel'

    Lieve mensen,

    5 dagen geleden vierden we Kerstmis: de geboorte van Jezus!
    Vandaag worden we al direct gekatapulteerd naar Jezus als 12-jarige jongeling in de tempel.
    Jezus die voor het eerst mag voorlezen uit de Thora. Te vergelijken met het vieren van “de plechtige communie of het vormsel”, in onze contreien… 
    Jezus die op dat cruciaal moment van terugvonden worden, antwoord : ‘Wisten jullie dan niet dat Ik bij mijn Vader moest zijn?’ 

    Alsof dat nu het eerste was wat Jozef en Maria ontroerde en nodig hadden!
    Het terug vinden, het terug zien, het terug in de armen sluiten zal hen vermoedelijk veel meer en dieper geraakt en ontroerd hebben…
    Maar het evangelie zou geen evangelie zijn, als het niet verwees naar die belangrijke plek van terugkeer en inkeer, de plek van weerzien, herzien en inzien….

    Inderdaad, 5 dagen geleden vierden we Kerstmis.
    De geboorte van Jezus!
    We vierden het hier, op deze plek in deze kerk, rond deze stal!…
    Maar Kerstmis zou Kerstmis niet zijn wanneer het geen familiefeest zou zijn!
    Heel oude Mama ’s en Papa’s horen er helemaal bij. Ze worden opgehaald en vertroeteld en geven hun eigen kleur aan het feest.
    Plus kinderen en kleinkinderen vieren graag mee. Plus oma’s en opa’s vieren graag mee. Waar men dat kan realiseren en mooi kan samen-vieren, daar wonen engelen van mensen, daar wonen goddelijke mensen, zelfs zonder zij het zelf beseffen.

    Ja onze Kerstfeesten groeiden uit tot een echt familiefeest!
    Daarom vierden sommigen het, door omstandigheden, al vroeger.
    Anderen wat later of misschien is het in sommige families pas morgen of overmorgen de dag dat iedereen er kan bijzijn …

    We zien, horen en voelen in heel de maand december hoe we uitkijken naar dat feest. Dat feest waar we nog eens ne keer allemaal samen-zijn!
    We zoeken kadootjes, speciale kaartjes, speciale inspiratie om onze kinderen en kleinkinderen te verwennen, te feliciteren, gelukkig te maken en gelukkig te zien…  
    We genieten van de groter wordende kinderen die spelletjes verzinnen om het traditionele pakjes uitdelen te doorprikken. 

    We vragen ook nog steeds naar het schoolrapport van onze kleinkinderen. Of het is zo goed, dat ze er zelf mee komen aanwaaien…
    We zijn bekommerd als het niet zo goed lukt, en de goesting om hen te motiveren borrelt dan hoog in ons op…
    We luisteren naar onze kleinkinderen hoe het gaat als leider/leidster bij de scouts of in de Chiro. De goesting om onze wijze ervaringsdeskundige raad door te geven loopt uit onze mond.

    We luisteren naar onze kinderen die af willen van die veel te veel aandacht voor kadootjes. 
    We horen hoe zij ervoor kiezen om onze centen beter te gebruiken voor en goed doel en dat dan ook op tafel leggen… 
    We luisteren naar hun verhalen over de warmste week waaraan ze actief wensen deel te nemen, en lezen hun enthousiasme in hun fonkelende ogen. 
    De warmste week die het recordcijfer van meer dan € 17.000.000 bij elkaar bracht.
    We luisteren naar hun verhalen waarin ze vertellen hoe ze uitgaan geruild hebben voor een kerstdag helpen bij een warme feestelijke kerstmaaltijd voor daklozen en kansarmen in onze stad.

    We worden warm vanbinnen bij al dat jong geweld dat door onze kamers waait!
    We worden ook stil vanbinnen, van hun anders kijken naar de wereld, van hun solidariteitsgedachten, hun inzet en hun  enthousiasme…
    Onze oude dromen, we vinden ze  in een nieuw jasje terug! Bij die schatten van kinderen en kleinkinderen, van nichtjes en neefjes die ook de wereld willen verbeteren en beginnen bij zichzelf!… die ook iets van onze God laten voelen en zien rondom hen, al beseffen ze dat zelf niet door en door….

    Kerstmis, een familiefeest! Waar Jezus ook ons vraagt: “Wisten jullie dan niet dat Ik bij mijn Vader moest zijn?”
    Een plek waar onze kinderen antwoorden: “zie je ’t Oma, zie je ’t Opa? Er gaat iets nieuw beginnen!”  Vol van hoop, doen zij het dag na dag! 
    Kerstfeest: familiefeest! 
    Een plek van terugkeer en inkeer, een plek van weerzien, herzien en inzien.

    30-12-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dat Hij onze toekomst is - Kerstdag C 2018 - Herman

    Kerstdag C 2018 - Dinsdag 25 december 2018

    Eerste lezing: Jesaja 9, 1-3.5-6  'Een kind is ons geboren'
    Evangelie: Lucas 2, 1-14 - 'Heden is ons een Redder geboren'

    Vannacht gaat Jan ter kerke 
    en naar de heilige mis 
    dat doet hij één keer in het jaar 
    … omdat het Kerstmis is 
    en Petrus op een hoge ster 
    zegt: ‘Kijk es, Lieve Heer, daar heb je Jan, 
    hij komt van ver 
    maar hij is er toch maar weer. 

    Een versje van Toon Hermans

    Lieve mensen,
    Of je nu zoals Jan in het versje één keer per jaar komt, of elke week, of ergens daartussen in, wees van harte welkom op deze Kerstdag. Jullie hebben midden de drukte van deze kerstperiode, met alle feestelijkheden bij familie en vrienden, en alle stress die daarbij komt kijken, toch maar weer de tijd genomen om hier te zijn. Van harte welkom! En voel je thuis bij de warmte van dit Kerstkind. Want daarover gaat het uiteindelijk toch! God wordt geboren in deze wereld, in een kind in een kribbe.

    Weerloos als een kind 
    De Duitse theoloog en predikant Dietrich Bonhoeffer bracht zijn laatste kerstmis door in de gevangenis van Tegel in Berlijn. Hij werd geëxecuteerd in april 1945. In het gevang schreef hij treffende teksten over kerstmis, over God die zich toont in een stal te Bethlehem. “Je kunt het kerstfeest alleen goed vieren, als je de grootheid van God herkent in de nederigheid en kwetsbaarheid van dat kind in die voerbak. 
    Zo komt God naar ons toe”. Hij verkiest om te zingen over God in den lage in plaats van God in den hoge. Iets om over na te denken: als we zouden zingen “Eer aan God in den lage, en vrede op aarde aan de mensen van zijn welbehagen”. En dan rijmt het ook nog. 

    Er is een mooi kerstlied van Huub Oosterhuis dat, los van de kerstromantiek, uitdrukt wat de kern van Kerstmis is: 
    “Uit uw hemel zonder grenzen 
    komt Gij tastend aan het licht, 
    met een naam en een gezicht, 
    even weerloos als wij mensen. 
    Als een kind zijt Gij gekomen ” (Z J 212).

    Kerst toont dat God bij de mensen wil wonen. In onze wereld lijkt dit wel meer en meer onzin geworden. “Christendom is een vorm van narrendom. Een godsdienst die haar mens geworden God geboren laat worden in een stal tussen de koeiendrek. Een God die zijn almacht toont wanneer hij van staatswege wordt geëxecuteerd als een ordinaire misdadiger, hulpeloos bungelend aan een kruis. 
    De christelijke godsdienst is altijd een omkering van waarden geweest, een bijzonder wrange grap –  een grap, nogmaals die de machthebbers van alle tijden ongemakkelijk hebben gevonden, van keizer Augustus tot en met president Trump” (Anton de Wit, Uitgedut! Hoe het Christendom wakker wordt geschud in het tijdperk Franciscus)

    Het christendom heeft inderdaad iets tegendraads. Het leven van Jezus speelt zich af tussen kribbe en kruis. Een weg die ook zijn navolgers staat te wachten, maar desondanks een weg die leidt naar het ware geluk en diepe vreugde. 

    Jan, bedankt dat je hier waart op kerstmis, maar wees ook welkom als wij op zondag samen komen rond het woord van Jezus, geboren in Bethlehem, die voor ons is gestorven in Jeruzalem en er de dood overwon. 
    Blijf zijn stem horen en hem zien als hij bij ons aanwezig is elke dag in mensen in nood.  Jezus zij met jou, zowel in de kerk als daarbuiten. 

    Dank om het samen vieren. 
    Beste wensen voor de dagen die komen. 
    Kerstmis versterkt ons in het vertrouwen dat God midden onder ons is, dat Hij met ons meegaat en dat Hij onze toekomst is.

    25-12-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willen wij dat zinnetje onthouden! - Kerstavond C 2018 - Hugo Dierick

    Kerstavond C 2018 - Maandag 24 december 2018

    Eerste lezing: Jesaja 9, 1-3.5-6  'Een kind is ons geboren'
    Evangelie: Lucas 2, 1-14 - 'Heden is ons een Redder geboren'

    HEDEN is u een Redder geboren!
    Willen wij dat zinnetje onthouden!

    Die formule klinkt ons allemaal meer dan vertrouwd in de oren, zozeer dat ons de betekenis ervan misschien ontsnapt.
    Het wordt voor ons iets begrijpelijker/concreter als we zeggen: ‘ Vandaag is voor   u    een bevrijder geboren’, 
    met andere woorden iemand die komt om ons vrij te maken, te bevrijden.  

    En dan is de vraag: Vrij waarvan? 
    Als ik die woorden gisteren liet vallen in een kerstviering in een  Antwerps hospitaal, antwoordde een patiënte  heel spontaan: bevrijd van zonde !
    Ik beaamde dat onmiddellijk  natuurlijk.
    Maar om het wat concreter te maken, vertelde ik dat ik me  als zevenjarige knaap de bevrijding  van  Antwerpen nog  goed herinnerde : mensen die terug op straat kwamen, liederen zongen, uitbundig deden heel uitgelaten waren en blij. 
    Dat was een geweldig bevrijdingsfeest

    En enkele mensen van mijne leeftijd  zegden me dat ze dat ook hadden meegemaakt.
    Misschien helpt het ons  als we zeggen: Jezus is gekomen om ons te bevrijden  van alles wat  NIETS met LIEFDE te maken heeft. 
    Alles wat relaties tussen mensen, op kleine en grote schaal,  verstoort.

    Want je moet weten Jezus heeft daar zijn leven voor gegeven, om mensen te helpen liefde te beleven.

    Maar ook dat blijft eigenlijk nog heel vaag.
    Willen wij eens samen gaan kijken naar wat liefde in ons eigen  leven  betekent:     
    Vrijkomen van zonde zoals die patiënte dat zei,
    Maar hoe ziet dat  er  voor ons vandaag uit  op deze Kerst.

    Bevrijd/verlost worden in ons eigen leven?
    Om dat concreet aan te pakken  moeten wij eens kijken  naar die momenten in ons eigen leven dat onze contacten met elkaar  vertroebelen, dat we op afstand blijven van mekaar
    En zijn dat niet dikwijls die momenten dat  wij  last hebben van  ons  verschillend-zijn. 
    Ik ben anders dan jij ! Maken wij dat niet vaak mee ?
    Dat beleven wij toch  dikwijls thuis !
    Dat verschil  zit ook in elk koppel, tussen broer en zus, collega’s op het werk en noem maar op !

    Den ene is een vlugge, weet van aanpakken en  de ander nen trage,  die maar uitstelt,  den ene gaat op in zijn werk, de andere doet het niet graag,
    In een koppel gaat de man  misschien heel zuinig om met geld terwijl de vrouw  met centen  vlotjes omspringt.
    Dat brengt allemaal spanningen mee en wij voelen ons  daarbij heel onvrij. En de vraag is dan ? 
    Van welk verschil heb ik dan last?  Dat  mij  onvrij maakt, dat mij belet om echt samen met u iets te beleven? En mij dus éénzaam maakt.

    Als mensen die kiezen om samen te leven die verschillen onder mekaar  niet  bewust worden  daar nooit echt over spreken, wordt samen leven moeilijk en gelukkig samen leven bijna onmogelijk. 

    Dat kunnen wij zelfs al aanvoelen tijdens deze Kerstdagen
    Hoe  dat tijdens de voorbereiding van deze feestdagen de sfeer gespannen kan zijn,  door de taken niet samen te bespreken., door maar druk, ieder op zijn eentje bezig te zijn en  niet te communiceren. 

    Dan voelen wij  ons niet meer vrij, kan  feesten  zelfs iets saai worden, wij  voelen  ons verplicht, beleven 
    nauwelijks feestvreugde, iedereen  doet maar wat  en wij  zijn niet meer echt samen  en vergeten te feesten en te genieten.  

    Ik zeg nu niet dat dit de beschrijving is van het feest dat u  deze dagen  te wachten staat. Maar alle kerstfeesten lukken daarom nog  niet.
    En wie komt ons dan bevrijden uit die akelige sfeer van on-vrede, ?
    Hoe dromen jullie uw Kerstfeest ?

    Wat nemen  wij uit deze viering mee naar huis om aan tafel   echt iets samen te kunnen beleven dat met Kerst  iets te maken heeft, waar een intieme sfeer voelbaar is en waar iedereen zich echt goed thuis voelt. En tot zijn recht  kan komen.
    1. Door al was het maar één zin of zelfs maar één woord dat u in deze viering getroffen heeft , mee te nemen naar huis:  het woord  vrede misschien !
      Dat je met één iemand met  wie je vandaag aan tafel zit,  iets vredevols kunt  uitwisselen. Pas op dat is niet gemakkelijk om dat heel eenvoudig te doen. Want de vrede waar wij het dan over hebben, heeft niks te maken met het einde van de oorlog. Maar gaat over onze innerlijke stemming,  onze interesse in mekaar, ons echt luisteren naar mekaar. 
    2. Dat je na een tijdje misschien eens op een ander plaats durft gaat zitten dichter bij iemand  die er misschien wat  minder gelukkig bijzit of zich wat alleen voelt. Dat is niet simpel  en vraagt veel fijngevoeligheid om zo empatisch te tafelen met mensen die  natuurlijk  weer zo verschillend zijn in leeftijd  karakter, temperament en interesses.   
      De mensen zijn  zo anders !
    3. Dat je je dankbaarheid voor  het feest  tot in je hart laat doordringen en dat je dat gevoel ook spontaan durft uitdrukken  naar de verantwoordelijken. Dat je echt laat voelen wat in je hart leeft op het einde van dat feest en durft zeggen wat je er echt aan gehad hebt.  
    Doe dat maar eens op een geloofwaardige en  spontane manier!

    24-12-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwangere vrouwen op bezoek - 4e zondag advent C 2018 - Jan

    Vierde zondag van de Advent C 2018 - Zondag 23 december 2018

    Eerste lezing: Micha 5, 1-4a  'Die over Israël zal heersen'
    Evangelie: Lucas 1, 39-45 - 'Gezegend de vrucht van uw schoot'

    Zodra Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot.
    Wat een prachtige zin in een prachtig evangelie.
    Wat moet het voor een moeder geweldig zijn, een kind voelen bewegen in haar schoot?  Wij hebben daar, als man, geen benul van.  We kennen het misschien enkel van “voel eens met uw hand”…
    Maar een moeder vergeet dit moment zeker niet.  De eerste keer dat ze haar kind voelt….dat is toch blijvend ! 

    Kijk naar het beeld achter mij.  2 hoogzwangere vrouwen, wat hebben die mekaar veel te vertellen.
    Het verhaal deze zondag is een vrouwenverhaal: twee vrouwen die aan de wieg staan van alles wat ons geloof aangaat.  Twee sterke vrouwen die belofte dragen… Twee vrouwen die gekozen werden omdat hun hart klopte op het juiste ritme van de liefde. Ze waren niet van adel en hun ouders of mannen waren geen bankiers of magnaten. Vrouwen die konden dragen, vrouwen die het leven in zich voelden bewegen, die het leven koesterden en doorgegeven hebben, die begrepen dat mensen goddelijk kunnen zijn en dat God mens kan worden. 
    In die vrouwen komen hemel en aarde  zo dicht bij elkaar dat in hen het goddelijke doorbreekt.
    Deze vrouwen hadden beiden iets om naar uit te kijken.  Een kind wordt verwacht, en het belooft ne ferme klepper te worden.  We gaan er nog van horen.(van allebei!)
    Lukas vertelt ons niet dat Maria een reis gemaakt heeft van 150 Km door bergachtig gebied, van Nazareth naar Jerusalem.
    Het belangrijkste is, het bezoek zelf.

    Een was onvruchtbaar en al behoorlijk oud, en de andere was onbevrucht.  Daar moeten we wel eens over nadenken…maar… het belangrijkste was het bezoek zelf.
    Elkaar bezoeken, dat kennen we heel goed, en misschien doen we dit heel dikwijls.  Misschien ook te weinig. Vooral in deze periode wordt er uitgekeken naar bezoek.  We maken het gezellig, we verwachten graag iemand.
    Daarom hebben veel mensen en families de drang om samen te komen.
    Naast al het commerciële gedoe proberen we uit te kijken  naar een eenvoudig kind, of proberen we uit te kijken naar de dagen die langer worden, naar de natuur die terug in gang zal schieten, of kijken we enkel uit  naar geschenken al of niet commercieel opgelegd?

    Vrienden, maar wat moeten zij dan doen die geen bezoek ontvangen?

    Of zij die in de buitenbaan moeten lopen.  Met schoenen die versleten zijn, met afgedragen klederen, met veel eenzaamheid en… nergens op bezoek kunnen gaan?
    Of zij die uitkijken naar de genezing van een ziek kindje?  Uitkijken naar het moment dat het naar huis komt?
    Of zij die enkel naar een ster kunnen kijken, een ster als herinnering aan iemand die ze verschrikkelijk missen?
    Misschien is een antwoord:  Trek u op aan wat je rondom u ziet!   
    We leven nu in de warmste week.  Dat ondervinden we, zeker als we radio of TV opzetten.  Maar laat ons eerlijk zijn.  Hoeveel goede en toffe mensen zetten zich deze dagen in voor anderen die het nodig hebben?  Hoeveel instellingen, VZW’s, hulporganisaties zullen blij verrast zijn met een bezoek van iemand die hen komt helpen.  Al is het soms enkel financieel.

    Het begon allemaal met deze 2 vrouwen die verwonderd zijn over hun zwangerschap.  “Waaraan hebben we dit verdiend?” zegden tegen mekaar.  Dit zou een levensmotto kunnen zijn voor ons:  “waaraan hebben we dit verdiend?”  En dan bedoel ik het echt positief.
    Vrienden, laat dit feest van de eenvoud, dit sfeervol feest met veel lichtjes en pakjes en kerstbomen en vooral tekenen van goede wil…. niet onopgemerkt voorbijgaan.  Laat het een lichtpunt zijn in deze dagen.

    Kerstmis: Hoogfeest van Kwetsbare Tederheid 
    Eerst en vooral hopen en wensen wij dat geknakte, verwonde, vergeten mensen iets van tedere liefde en geborgenheid mogen be-leven.

    Nog maar 2 dagen, 2 keer slapen… zalig kerstfeest iedereen.

    Naar ideeën van Filiep Van Besien – Jan Van Gerven

    23-12-2018 om 13:28 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat moeten wij doen? - 3e zondag advent C 2018 - Marc

    Derde zondag van de Advent C 2018 - Zondag 16 december 2018

    Eerste lezing: Sefanja 3,14-18a  'De Heer zal zich verblijden'
    Evangelie: Lucas 3, 10-18 - 'Er komt iemand die sterker is'

    Deze viering zijn we begonnen met te zingen: “Vervul dit huis met hart en geest, met aandacht voor de kleinen”. De kleinen, daar kijken we makkelijk over. De kleinen, dat zijn de mensen waar Welzijnszorg aandacht voor vraagt, de mensen die aan de onderkant van de statistieken zitten. De statistieken vertellen ons dat de koopkracht stijgt, maar ook dat wie genoeg of veel koopkracht heeft, van die stijging veel meer profiteert dan wie onder aan de ladder zit te spartelen, en die elke maand angstig de dag ziet naderen waarop zij of hij haar laatste 20 euro uit de portemonnee haalt. 

    De kleine mens spartelt tegen, maar dikwijls helpt dat niet veel. Meer nog, dikwijls wordt hij onder de voet gelopen, verpletterd, door ‘grote’ mensen, die de beslissingen nemen. Beslissingen met gevolgen die ze zelf niet moeten dragen. 

    Ik heb eens een interview gehoord over het bombardement van Dresden, in 1945. Tienduizenden zijn er daar omgekomen. De discussie ging erover of zulke massabombardementen op burgers wel te verantwoorden zijn. En dan wordt er soms verwezen naar het feit dat Duitsland die oorlog met al zijn wreedheden wel begonnen is, en tot de afschuwelijkste consequentie gevoerd heeft. “Wie wind zaait, zal storm oogsten” kan men dan aanhalen. Maar de geïnterviewde antwoordde: “Het zijn meestal niet diegenen die de wind gezaaid hebben, die de storm oogsten.”  
    De kleine mens ondergaat.

    Over een goede week vieren wij de geboorte van weer zo’n kleine mens. Onderaan de ladder, hij begint zijn leven in een stal. Is die viering geen slechte grap? Weer een armoezaaier bij? En in deze kerk belijden we dat zijn leven zal eindigen als een tragische mislukking. We hangen het teken daarvan zelfs vooraan, goed zichtbaar. 

    En toch vieren wij de geboorte van die kleine mens. En toch durven wij onze dierbare overledenen herdenken met het zicht op dit kruis. En toch durven wij in deze kerk luisteren naar woorden van hoop. 
    Hoop voor kleine mensen, dat is de kern van het geloof dat hier zijn woning heeft. “Wees niet bang”, horen we in de eerste lezing. Wees niet bang, ondanks de vernietigende stormen die ons allemaal kunnen overkomen. Hoe, waar, wanneer er redding komt, we weten het niet. We tasten in het duister van ons leven, maar we horen een oproep: ”U hoeft geen kwaad meer te vrezen.” 

    Kleine mensen vragen aan Johannes in de evangelielezing “Wat moeten wij doen?” om de weg naar redding te vinden. Hij vraagt geen heldendaden. Deel wat je kan delen, wees eerlijk, profiteer niet van elkaar. Het leven van de mens van goede wil. Het is de weg waarop Jezus, die kleine mens, ons voorgaat. Tot in de afschuwelijkste storm bleef hij erop vertrouwen dat zijn Vader hem niet in de steek zou laten, al wist ook hij niet meer waar, wanneer, hoe. 

    Misschien laten wij ook raken door zijn voorbeeldig geloof. Dan kunnen wij opstaan en zeggen we tegen onszelf en tegen elkaar: “We hoeven geen kwaad meer te vrezen.” We worden opgeroepen om in ons klein leven het kwaad te trotseren en te proberen goede mensen te zijn voor elkaar, voor iedereen die we tegenkomen. 
    Ons geloof in de overwinning van het goede zal niet vanzelfsprekend zijn. Het zal zoeken en tasten zijn, soms blijft het lang donker. 
    Maar in die duisternis kunnen sterren beginnen stralen: de hand die iemand op onze schouder legt, in de barmhartigheid die we krijgen en geven, in het brood dat we delen met elkaar, dat weerloze kind in de stal. In dat licht van die sterretjes wordt dan het begin zichtbaar van de overwinning op alle kwaad, die ons vandaag beloofd wordt. 

    16-12-2018 om 17:37 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hopen is licht brengen - 2e zondag advent C 2018 - Hilda

    Tweede zondag van de Advent C 2018 - Zondag 9 december 2018

    Eerste lezing: Filippenzen 1, 3-6.8-11  'Onberispelijk op de dag van Christus'
    Evangelie: Lucas 3, 1-6 - 'Heel de mensheid ziet Gods redding'

    Lieve mensen,

    Nog maar enkele weken geleden werden we overstelpt met discussies en debatten rond alternatieve energie. 
    Door de voortdurende problemen met Doel 1, 2,o f 3 en de torens in Tiange, bereidde men ons voor op momenten van stroompannes! 
    Het is misschien goed er, voor zover mogelijk, rekening mee te houden. 
    Het zou wel eens kunnen gebeuren dat we de 1 of andere dag in het donker zitten. Op zoek dan naar de zaklantaarn waarvan de batterij leeg is of een kaars zonder we er lucifers hebben bijgelegd!  
    Dat zoeken heeft risico's en je bent in eigen huis gauw de weg kwijt. Je voelt naar een stoel, stoot je enkel tegen een bankje, een vaas gaat tegen de grond; het kan een kleine of grote ravage worden. Als het licht weer aan gaat kun je de boel opruimen en rechtzetten. Men kan er het best maar niet te veel bij stilstaan hoe kwetsbaar we zijn, hoe kwetsbaar we zijn zonder licht.

    De loopruimte in ons leven heeft iets van een gemeubileerde kamer in het donker. 
    Je kunt er tegen mensen oplopen, familie, collega's, vrienden zodat de verhoudingen verziekt raken. 
    De rechte weg naar hen raak je kwijt. Dat is toch erger dan een gebroken vaas.
    Als je dan ook nog, door je levensomstandigheden de weg naar een zinvolle invulling van het leven kwijt raakt is de ravage compleet. Het donkere herfstweer helpt ons een beetje bij deze duistere overwegingen.

    Ook wereldwijd zijn we een weg opgegaan waarvan we de uiteindelijke uitkomst niet kennen. 
    Hoe kunnen al die naties en volken met elkaar omgaan zonder tegen elkaar op te lopen? 
    Hoe in vrede en te vrede uit het klimaatverdrag komen? 
    Hoe in vrede en te vrede uit het migratieverdrag komen? 
    Waar stevenen we met ons allen op af? Het kan goed gaan, en ook anders, want we wandelen toch maar zo'n beetje in het donker.

    Maar… ‘Advent’ betekent : komst!
    Het is in de donkerste tijd van ’t jaar, een tijd van uitzien naar licht  en naar Kerstmis.

    Uit het evangelie van vandaag klinkt de stem van Johannes. Johannes die oproept de rechte weg zoeken die voert naar mensen zonder er tegenop te lopen, zonder allerlei hobbelige paden en zijwegen waarheen we steeds gestuurd worden. 
    De weg die onze oorsprong en ook onze bestemming is, is recht en duidelijk. 
    Toch voor Johannes.

    En tegelijk roept Johannes ons op, ons voor te bereiden op de komst van dat kwetsbare lieve kind met een arme en moeder en vader, overgeleverd aan de willekeur van een harde maatschappij.  
    Feiten van toen en van vandaag 2000 jaar later!

    Hebben wij er een te romantisch verhaal van gemaakt met de herders in het veld en de engeltjes aan de hemel. Johannes roept om ommekeer!

    Hij voert ons naar de zorg voor mekaar, naar de zachte kwetsbare liefde die iedereen in nood uitstraalt. Is het door ziekte of door armoede, is het door rouwen om een geliefde of door zijn werk verliezen…. 
    Allen stralen ze die kwetsbaarheid uit die wij op het spoor kunnen komen… door er niet aan voorbij te gaan, door het even te laten binnenkomen. 
    Dan kan er een licht in ons opgaan en zien we weer even wat ons te doen staat!
    En we kunnen tegelijk er werk van maken, en een lichtpuntje worden of zijn.

    Kijken we maar naar “welzijnszorg” de organisatie die de kloof tussen arm en rijk wat wil dichten. 
    Het voorbeeld van de brooddozen vandaag is harde werkelijkheid… 
    Kijken we naar de warmste week van ’t jaar, waar duizenden enthousiaste mensen niet alleen geld brengen, maar ook hun verhaal hoe ze zich inzetten en meewerken om tekorten op te vullen, om scheefgetrokken situaties recht te trekken! Kortom willen meebouwen aan een betere wereld

    Wanneer we er fijngevoelig voor worden, kan gerechtigheid groeien en kan het leven voor die mensen weer mens-waardig worden.

    Zo blijven wij hoopvol
    En hoop is niet per se het geloof dat ‘alles goed komt’ .
    Hoop is allereerst een kwaliteit van de ziel. Het is de overtuiging en het gevoel dat een situatie niet uitzichtloos is, dat er verbetering mogelijk is, dat we ons daarvoor kunnen inzetten, samen met anderen, ook wanneer we niet zeker kunnen zijn van het resultaat of wanneer het resultaat erg klein lijkt in vergelijking met het probleem. 

    Hopen is niet zitten toekijken en wensen dat alles beter wordt. 
    Hopen is iets doen, samen met anderen. 
    Hopen is licht brengen nog veel meer dan bij stroompannes!

    Bronnen Richar, M Gallant, Dorothée Sölle 

    09-12-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Christus de Grote Kleine Koning - 34e zondag door het jaar B 2018 - Gie

    Vierëndertigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 25 november 2018

    Eerste lezing: Openbaring 1, 5-8  'Hem zij de heerlijkheid en de macht'
    Evangelie: Johannes 18, 33b-37 - 'Mijn koningschap is niet van deze wereld'

    Christus, Koning van het heelal

    Vandaag, op dit feest van Christus, de Grote Koning, wil ik het graag hebben over de kleine koning.  
     
    Een dikke 100 jaar geleden, vlak voor het begin van de eerste wereldoorlog, schreef René De Clercq een gedicht met de titel “Hemel-huis”. Zijn vriend, de componist Emiel Hullebroeck, vond het zo mooi dat hij het meteen op muziek zette. 
    Het lied kende onmiddellijk groot succes. De tekst sloot dan ook erg aan bij de situatie van de vele kroostrijke gezinnen, die het tijdens de oorlog niet breed hadden. Maar nog geen dertig jaar later, klopte de oorlog voor de tweede keer aan de deur. Met al de bijhorende situaties voor de bedreigde gezinnen.  

    Hoewel het leven toen voor hen helemaal geen hemel was, waren de woorden van dit lied voor hen een steun:  

    Door mijn woning speelt een zonnig licht. 
    'k Voel me een kleine koning in mijn grote plicht: 
    vrouw en kind te schragen op mijn sterke jeugd; 
    en ze hoog te dragen in mijn vreugd! 
     
    Daar, op 't schouwke, prijkt mijn enig kruis. 
    Wees mijn engel, vrouwke, wees mijn hemel, huis. 
    Wees mijn stoutste roemen, wees mijn zoetste troost, 
    frisse levensbloemen, krachtig kroost. 
     
    O, mijn kind’ren! Graag-gebroken brood! 
    Zou 't geluk vermind'ren waar de last vergroot? 
    Zou men armoe lijden om een mondje meer? 
    Och, waar mensen strijden, helpt de Heer! 
     
    Enkele weken geleden, toen ik met de voorbereiding van deze viering begon, dacht ik aan de “kleine koning” in dit lied.  
     
    Christus, die wij vandaag als Grote Koning vieren, is toch de “kleine koning” wiens geboorte in de stal wij ieder jaar met Kerstmis opnieuw gedenken. En als er één manier is waarop we Hem, elke week opnieuw, gedenken, dan is het wel in het “graag-gebroken” brood!  

    Een groot deel van de mensen die ik hier rond mij zie, zijn opgegroeid in een groot gezin. De zegswijze “Zou men armoe lijden om een mondje meer” was bij hen dagelijkse kost. Breken en delen en opnieuw breken en delen was hun enige manier om te overleven.  
    Het lied zingt over de sterke pijlers van een gezin: gedeelde vreugde is dubbele vreugde, gedeelde smart is halve smart!  

    Hoe kan dat nu? Wat je met iemand deelt wordt toch minder! Zo ben ik het tenminste wel gewend… Als ik een appel met iemand deel, hebben we elk de helft. Anders dan in twee helften verdelen kan natuurlijk ook, maar je hebt nooit de hele appel, als je deelt. 
    Bij blijdschap of vreugde delen gebeurt er iets vreemds. Het werkt een beetje als iets delen op je smartphone of je computer. Je stuurt het door aan je vrienden … en toch heb je het ook nog zelf.
     
    Je kan het een gave van God noemen, dat geluk niet minder wordt, als je het deelt. 
    Maar dan is het óók een gave van God als je bij het delen van verdriet minder overhoudt dan wat je eerst had. 
    Verdriet, last, armoe, iets waar je niet om gevraagd hebt, en door het met iemand kunnen delen, wordt het minder. God wist als het ware een deel van het verdriet bij jezelf uit… ook een vorm van wiskunde.  
     
    Even terug naar het evangelie. Het lijkt wel een politiek interview, daar bij Pilatus: “Bent U de koning van de Joden?” vroeg Pilatus. “Bent u daar zelf op gekomen of hebben anderen u over Mij verteld?”, antwoordde Jezus, “Mijn koningschap is niet van deze wereld…” “U bent dus toch koning?” zei Pilatus. “Ja”, zei Jezus. 

    Aan de vader in het hemel-huis-lied wordt de vraag niet woordelijk gesteld. Maar zijn antwoord is hetzelfde: “'k Voel me een kleine koning in mijn grote plicht.” En ook dat kleine koninkrijk, is niet van deze wereld. Het is een hemel-huis, waar het graag-gebroken brood op de tafel staat, om het te delen tussen zijn engel-vrouwke en al die kinder-mondjes. 
    Het valt mij nu pas op hoe woorden ook allemaal gebroken zijn: hemel-huis, engel-vrouwke, kin-dren en mondje meer, zijn in het lied even gebroken als het graag-gebroken brood dat op de tafel staat. Klaar om het te delen.

    “Och, waar mensen strijden, helpt de Heer!”  
    En die Heer, dat is de koning, die naar ons omziet. Een koning in dienstbaarheid. 

    Heer, breek samen met onze handen het brood. Graag-gebroken brood.
    Laat het een teken zijn van onze zorg voor elkaar, welgemeend en wereldwijd, en leer ons delen, metterdaad, naar het voorbeeld van Jezus. 
    Jezus, die niet heerste maar dienstbaar was en zo onze Koning werd. 
    Jezus, Koning zonder paleis, zonder troon, zonder kroon, tenzij een doornenkroon.
    Zijn Koninkrijk ligt elders, het kent geen rijksgebied of grens, maar het ligt in de grenzeloze liefde waardoor mensen voor elkaar volop mens kunnen zijn, mensen met een warm hart.. 
    Jezus die, zelfs nog vandaag, Koning wil zijn in ons leven, dat is het wonder dat ons helpt om volop en volledig mens te worden voor eeuwig. Amen. 

    Bijkomende inspiratie gevonden bij René de Groot op  www.hoopstee.nl/bijbelengeloof 

    25-11-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stil maar, wacht maar - 33e zondag door het jaar B 2018 - Fred

    Drieëndertigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 18 november 2018

    Eerste lezing: Daniël 12, 1-3  'In die tijd zal uw volk worden gered '
    Evangelie: Marcus 13, 24-32 - 'Hij zal zijn uitverkorenen verzamelen'

    In ieder mensenleven, in iedere samenleving of maatschappij komen wel eens dagen of periodes voor die minder leuk, minder fraai en ronduit ook minder gelukkig zijn. En dan hebben we vaak de neiging om in de put te gaan zitten, omdat we onze eigen tegenslag of zelfs ons ongeluk gaan uitvergroten. En dan klinkt wel eens de uitroep: dat is een ramp!

    Sommige mensen gebruiken dat woord ramp misschien iets te gemakkelijk. Het is helemaal geen ramp als je soep overkookt, je aardappelen aanbranden of je cake mislukt. Het is ook geen ramp als een proef of examen tegenvalt, zelfs heel zwaar tegenvalt. Het is vaak niet echt een ramp als je van werk moet veranderen, al kan dat lastig zijn. Het is ook geen ramp dat je een paar dagen ziek bent, of zelfs een paar weken of maanden.

    Maar het kan zijn dat niet alleen één examen tegenvalt, maar een hele reeks en dat je hele jaar er dreigt bij in te schieten. En het kan ook dat je geen ander werk meer vindt, hoezeer je ook je best doet. En wat zeg je tegen iemand die niet alleen een paar maanden ziek is, maar intussen van de dokter krijgt te horen dat hij nooit meer echt beter zal worden?
    En een echte ramp is het als zo een ziekte een grote groep van een bevolking treft, zoals bij een uitbraak van het Ebola-virus in Afrika. Of wanneer een fabriek sluit en honderden mensen hun job verliezen van de ene dag op de andere. Of als bosbranden tientallen mensen plots uit hun huizen jagen. Of wanneer we zien hoe miljoenen mensen moeten vluchten of de dood vinden in brutaal en voortdurend oorlogsgeweld. Dan hebben we het over mensen die het echt niet meer zien zitten, die de moed dreigen te verliezen.

    De lezingen van vandaag gaan ook over zulke moeilijke en duistere tijden. De zon wordt verduisterd, de maan geeft geen licht meer, de sterren verdwijnen. Alles wankelt, maar dan wordt de komst beloofd van de Mensenzoon en die zal het licht voor iedereen weer laten schijnen.
    Is het allemaal zo simpel? Komt er een oplossing uit de hemel voor die vele werklozen, voor die ontelbare slachtoffers van natuurrampen en oorlogsgeweld? Voor die mensen ver van hier die lijden onder vreselijke epidemieën en vergeefs wachten op hulp? Of ook dichter bij ons: voor mensen die onlangs een dierbare hebben verloren en met dat gemis verder moeten en opnieuw houvast zoeken in hun leven? Is het allemaal zo simpel?

    Laat ik eens twee heel concrete rampen in herinnering brengen, we zijn ze zeker nog niet vergeten. Parijs: 13 november 2015: 5 aanslagen in een paar uur tijd, van het stade de France, over een paar cafés en restaurants tot de concertzaal Bataclan. Resultaat: 129 doden en 350 gewonden en ontelbaar meer mensen die in rouw en verslagenheid achterbleven.
    En amper een paar maanden later: Brussel op 22 maart 2016. Spijkerbommen ontploffen in Brussels Airport en metrostation Maalbeek. Ook hier 35 doden en ruim 340 gewonden. En ontreddering bij zoveel gezinnen en families. Het woord ramp is hier wel op zijn plaats.

    Bij deze twee recente gebeurtenissen, die we ons heel zeker nog herinneren, werd twee maal op dezelfde manier gereageerd. Mensen kwamen samen, massaal en in grote groep, en in heel sterke verbondenheid. En hun boodschap werd op vele manieren verwoord, maar kwam altijd hierop neer: wij moeten ervoor zorgen dat het kwaad niet zegeviert, dat wij positief blijven en samen blijven geloven in de toekomst. 
    Want het ging hier niet om natuurrampen, maar om rampen door de mens veroorzaakt en tot stand gebracht. En dan is het ook de mens die zijn verantwoordelijkheid moet nemen.

    Vorige week zagen we iets gelijkaardig gebeuren. T
    er gelegenheid van de honderdste verjaardag van de wapenstilstand, na één van de gruwelijkste periodes uit de voorbije eeuw waren er overal massaal bijgewoonde plechtige herdenkingen en altijd en overal klonk de roep: nooit meer oorlog!

    In het evangelie is er het beeld van de vijgenboom, waarmee getoond wordt dat voor de natuur altijd een nieuwe zomer in aantocht is. Ook wij kunnen, na een zware en donkere periode ons leven weer in handen nemen. Elke genezing na een ziekte of een depressieve periode begint met een kleine aanraking. En bij een zwaar verlies zoeken mensen steun bij elkaar en vinden ze die ook vaak. Dat is zo bij een ziekte of overlijden in de familie, dat is zo bij een collectieve ramp. Na de aanslagen in Parijs en Brussel liepen mensen ook hand in hand door de straten, of kwamen gearmd en elkaar omhelzend samen.

    Belangrijk is dat mensen de hoop bewaren en blijven geloven in de toekomst, wat er ook gebeurt. 
    We begonnen deze viering niet toevallig met een citaat van de oosterse wijsgeer Rabindranath Tagore: Het geloof is een vogel die zingt als de nacht nog donker is…

    18-11-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duzend en duzend soldaten - 32e zondag door het jaar B 2018 - Jan

    Tweeëndertigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 11 november 2018

    Eerste lezing: 1 Koningen 17, 10-16  'Van een handvol meel maakte ze een broodje'
    Evangelie: Matteüs 10, 7-13 - 'De 12 apostelen en hun zending'

    Viering om 11 uur - Herdenking 100 jaar 11.11.11

    Het evangelie dat we zonet beluisterden is geschreven in de taal van toen.  We moeten het hertalen om beter te kunnen begrijpen. 
    Op deze manier zal het zeker gemakkelijker zijn om er iets van op te steken.  Voor sommige teksten moet je theoloog zijn om ze te kunnen begrijpen.  Laat staan voort te vertellen, laat staan: er iets mee kunnen doen.
    Het start met de woorden van Jezus…mannekes kom eens hier, ik ga jullie wat wijze raad geven voordat jullie vertrekken, de wereld intrekken.
    Er staat “Verkondig op je tocht: Het koninkrijk der hemelen is nabij” 

    Nu zouden we beter zeggen: 
    Zeg tegen de mensen dat ze moeten streven naar een situatie dat het leven hier op aarde “een hemel” wordt.  Dat alle mensen mekaar begrijpen, lief zijn voor mekaar, dat er geen haat meer is, enkel liefde. 
     En vooral: dat er vrede heerst.  Vrede tussen volken, tussen etnische groepen, vrede onder de verschillende godsdiensten, vrede in uw straat, in uw familie….
    We lazen ook: “Neem geen goud- zilver- of kopergeld, of een reiszak, sandalen en een stok…mee.”

    Dit kunnen we hertalen als:
    Ik zou eigenlijk zo goed als geen bagage meenemen….  Want waar je ook naar toe gaat met dit goede nieuws, gaan we er van uit dat je overal welkom bent.  
    Dat wanneer je ergens werkt, de werkgever u voldoende zal geven dat je er van kunt leven, dat je u kunt kleden en ja,  dat je zelfs op vakantie kunt gaan. (stok?)
    En dan komt voor mij de belangrijkste zin uit dit zendingsevangelie.
    Als het huis het waard is dat jullie er binnengaan…moge dan de vrede over dit huis komen.  Maar als het huis jullie niet waard is…dan zou je zeggen: “dan zit het er tegen, dan is het…deur gesloten”

    Maar dat zegt hij niet: hij zegt: “moge dan de vrede naar jullie terugkeren”
    Ga verder met een vredig gezicht, met een vredige houding, oordeel niet, sla de deur niet toe en zeker, dreig niet en gebruik absoluut geen geweld om mijn boodschap te verkondigen.

    Dit is in de geschiedenis wel anders verlopen.
    Al moet ik zeggen.  Ik ben 70 jaar en heb nog nooit een oorlog meegemaakt.
    Wij leven hier al een beetje als “in het rijk der hemelen”
    Ik geloof niet in een God die deze oorlogen wil.  Ik geloof niet in een God die wil dat er voor zijn idee gevochten en gemoord wordt.
    Ik geloof niet in een God die voor de oorlog van '14-'18, die we vandaag gedenken, wil dat er miljoenen sneuvelen in de meest erbarmelijke omstandigheden.
    Ik denk niet dat er God is die wil dat mensen of volken mekaar uitmoorden.

    Wij kennen de beelden van een kapotgeschoten Ieper.  Geen steen staat nog op een andere.  Geen huis staat nog intact.  
    Wij kennen de beelden van de stad Aleppo in Syrië, 100 jaar later.  Geen steen staat nog op een andere, Geen huis staat nog intact.

    Duzend en duzend soldaten.  Altijd iemands vader, altijd iemands kind.
    Of nog erger in Syrië: duzend en duzend burgers. Vaders, moeders, kinderen.
    Onschuldig vermoord, na een erbarmelijk leiden.
    Is het dan een troost te zeggen: “Het koninkrijk der hemelen is nabij”?
    Neen, dan is er eerst nog heel veel werk te doen.

    Laat ons beginnen met te gedenken.
    Soms zijn er dingen die meer zeggen dan woorden.

    Ik wil nu, tijdens dit herdenkingsmoment, gebruik maken van het kleinste orgeltje in deze kerk.
    Een eerbetoon aan die miljoenen gesneuvelden. Een last post voor hen.
    Met maar 1 vraag: nooit meer oorlog.
      Muziek: Last Post
    God zegen en beware hen allen.

    11-11-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samen op het juiste spoor - 31e zondag door het jaar B 2018 - Marc

    Eenendertigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 31 oktober 2018

    Eerste lezing: Deuteronomium 6, 2-6  'Mijn geboden moet ge in uw hart prenten'
    Evangelie: Matteüs 22, 34-40 - 'Vraag over de verrijzenis'

    Wegwijzerviering - Een viering met gezinnen, eerste communicanten en vormelingen

    Beste meisjes en jongens. 
    Je kan het leven vergelijken met een treinreis. En een van de treinen die we kunnen nemen, is die van het evangelie. Die stopt af en toe in een stationneke, zoals in deze kerk. Om zijn batterijen wat op te laden, en een praatje te maken met de machinist. De machinist van die trein, dat is Jezus. We hebben hem daarnet gehoord, in de lezing van het evangelie. Hij heeft verteld dat onze trein op twee sporen rijdt. Da’s nogal normaal voor een trein. 

    Maar die sporen die gaan niet zomaar in het wilde ergens naartoe, die lopen samen netjes in een bepaalde richting. En het ene spoor, zegt Jezus, is het spoor van God. God, dat is een groot woord. En moeilijk uit te leggen. Maar God begint met dezelfde letter als goed. Onderweg vertelt Jezus dikwijls dat God goed is, dat hij voor ons, de reizigers, het beste wil, dat hij ons allemaal graag ziet. Onze trein is op weg naar God, naar zijn goedheid. 
    En het andere spoor, zegt Jezus, is even belangrijk. En dat is het spoor van de naaste. De naaste, dat is eigenlijk gemakkelijker uit te leggen. Kijk maar eens naast u. Of voor u. Of achter u. De mensen dicht bij u, dat zijn de naasten. En, zegt Jezus, we volgen dat spoor, als we onze naaste zo graag zien als onszelf. Als we er zo goed voor willen zijn, als voor onszelf. Als we dat spoor niet volgen, ontspoort onze trein, en komen we niet aan bij God. Dan geraken we zijn richting kwijt in ons leven.

    De naaste zo graag zien, als onszelf. Hebben we graag dat er naar ons geluisterd wordt? Dan… Hebben we graag dat we een nieuwe kans krijgen, als we iets mispeuteren? Dan… hebben we graag dat mama en papa ons graag zien? Dan… En als we later wat krammakelijk beginnen te worden, en wat doof, zullen we dan graag hebben dat men met ons geduld heeft, en dat men voor ons wil zorgen? Dus… 
    Die twee sporen horen bij elkaar, die kan men niet uiteen trekken. Als we op weg willen gaan naar die goede God, kunnen we niet anders dat te proberen zo goed te zijn als hij, met vallen en opstaan. 

    We zitten niet gevangen op die trein. 
    We kunnen onderweg uitstappen, en andere treinen nemen. Er zijn andere sporen: je kan de trein nemen die rijdt op de sporen met de G van goesting, en de N van nijd. Maar, meisjes en jongens, en beste volwassenen, die met hen mee naar deze kerk gekomen zijt, wij zijn hier samen in dit station, omdat jullie de trein van het evangelie willen kiezen. Jullie stappen hier op, om samen met de mensen in de kerk naar een groot station te rijden: de Eerste Communie, of voor de groteren hier: naar het station Vormsel. 

    En ik hoop van harte, dat jullie reis niet zal eindigen in een van die stations, maar jullie verder die sporen van goedheid en naastenliefde zullen volgen. En dan gaat het er niet om, pilaarbijters te worden of kwezels. 
    Het gaat erom of we blijven geloven dat een goede mens proberen te zijn, belangrijker is dat geld en eigenbelang. Het gaat erom of we blijven geloven dat geven beter is dan nemen. Het gaat erom of we de naaste zo graag blijven zien als onszelf. Dan verblijven we in Gods goedheid.

    05-11-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als we God niet zochten - Allerheiligen B 2018 - Hilda

    Allerheiligen B 2018 - Donderdag 1 november 2018

    Eerste lezing: Apokalyps 7, 2-4.9-14  'Een ontelbare menigte'
    Evangelie: Matteüs 5, 1-12a - 'De zaligsprekingen'

    Allerheiligen! Een feestdag!
    Als het sterven van een geliefde nog veel te veel pijn doet, is het rouw weg een pijnlijke feestdag!
    Voor anderen een mooie feestdag om de mooie traditie van kerkhofbloemen, van familie gedenken, van samenkomen en genieten van wat onze overledenen voor ons betekenen en ons hebben meegegeven.

    Enkele jaren geleden zei Rik Torfs, hoogleraar aan de KULeuven, in een interview: “…nee, ik ben geen heilige. Maak van mij geen Heilige! Dat zijn per definitie mensen die dood zijn.” En zei hij, toen ik een vormeling vroeg wat een heilige was, antwoordde het kind: “heilig is in de hemel. – Later dus, na de dood”.
    Rik Torfs vond het wel vervelend dat heiligen enkel gestorvenen zijn. 

    Nu weten we dat zijn uitspraken toen en serieuze kritiek waren op die voorbijgestreefde visie. En wij? Wat vinden wij ervan? 
    We branden toch een kaarsje bij een foto of een beeld. Van Maria vooral. Maar ook bij Rita, voor hopeloze zaken, of bij Antonius, als we iets verloren legden. 

    Ze mogen er zijn, de heiligen!
    Ze waren elk aparte persoonlijkheden, zoals wij. 
    Ze hebben gevochten voor de Liefde, die God is, in aandacht en bekommernis voor anderen. 
    Ze corrigeerden de inzichten van hun tijd, ze vochten tegen onrecht, waardoor ze voor ons eigentijds gaan klinken. 
    Zo zien we hoe heiligen leven op het kruispunt tussen verticale en horizontale transcendentie, tussen God en de wereld. 
    Ze laten de liefde, die God is, toe. God wordt zo in hen weer mens.

    Hun heiligheid begint met een ervaring van een gemis,.
    Daaruit groeide hun verlangen naar veranderen, hun zoeken, pogen, hopen en hun inzetten voor de zaak. 
    Met gebed en inzicht in eigen falen en het accepteren daarvan.
    Een mooi voorbeeld daarvan is Pater Damiaan. We kennen zijn verhaal! We weten hoe hij zich inzette voor de uitgestotenen van die tijd. Hoe hij die vele melaatsen een waardig leven bezorgde.
    Maar ook vandaag kennen we zovele ‘Heilige’ mensen minden onder ons. Een schoon voorbeeld is ons Lies. Lies die heel wat onbetaald verlof geeft aan de kinderen en hun ouders in Ghana! 

    Heilig betekent: heil dragend, heil brengend, heilzaam. Heil (=heel) is synoniem voor welzijn, geluk, zaligheid. 
    We hoorden hoe elk vers van het evangelie begint met de term ‘Geluk, gelukkig, zalig’. We zouden hem kunnen vervangen door ‘heilig’. 

    Het eerste vers is heel belangrijk: gelukkig of heilig wie nederig van hart kan zijn. 
    Want zonder nederigheid brengen we van de overige aanbevelingen niets terecht. 
    Nederigheid is in het aanvaarden van verdriet, van geschonden geluk. 
    Dat geldt ook voor zachtheid, voor medeleven met armen en noodlijdenden, voor mildheid, rechtzinnigheid en vredelievendheid. 
    Nederigheid is: de ander belangrijker vinden dan jezelf, uit vriendschap, respect, schroom. 

    Gelukkig en nog eens gelukkig. Of Zalig en nog eens Zalig.
    Dit evangelie klinkt euforisch vandaag. En toch
    Heilig bedoelt Jezus. En het is niet altijd gemakkelijk wat hij hier aanbeveelt. 
    Het gaat niet om een bestaan zonder oorlogen, zonder ziekte, zonder moeilijkheden. 
    Het gaat erom die narigheden van het leven, de tegenslagen, vanuit de liefde voor mekaar te verzachten en, zo te ervaren dat God daarin te vinden is. God is daar, ook als rampen ons overkomen. Onwaarschijnlijk, maar door de  anderen die je er doorheen dragen.

    Als we God niet zochten, waren we hier nu niet. 
    Vandaag kunnen we niet anders dan onze dierbare overledenen gedenken. 
    Zij die ons voorgingen als heilbrengende ingoede mensen. 
    Zij die ons mee boetseerden tot wie we nu zijn.
    Zij mogen zich geborgen en  thuis voelen in die onnoemlijke Liefde, die we God noemen.
    Daarom bidden we vandaag: “God we houden nog zo van hen. We dragen ze oor altijd mee in de kern van ons bestaan. Mogen ze a.u.b. heilig zijn in U?” 

    Nee, ik ben geen heilige. Maar mag ik het a.u.b. worden? Liefst nog vandaag! 

    Bron: Helena Oomes

    01-11-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Heer die dienaar is - 29e zondag door het jaar B 2018 - Fred

    Negenentwintigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 21 oktober 2018

    Eerste lezing: Jesaja 53, 10-11  'Hij gaf zijn leven als zoenoffer'
    Evangelie: Marcus 10, 35-45 - 'De Mensenzoon is gekomen om zijn leven te geven'

    Vorige zondag waren er weer eens verkiezingen.  We zijn naar het stemlokaal geweest, hebben daar wellicht een tijdje moeten aanschuiven en de rest van de dag konden we de uitslagen volgen en de diverse commentaren van alle partijen, uitgebreid en in het lang en het breed.
    En natuurlijk: iedereen had weer eens gewonnen. Elk resultaat kon worden uitgelegd als beter dan een vorige keer, beter dan verwacht in de peilingen of beter dan de andere partijen. En elke partij konden we trots zien aankomen in hun hoofdkwartier of in een of andere zaal. 

    En daar werd het kopstuk geflankeerd door een paar bekende of belangrijke medestanders. Ze stonden samen op het podium, de voorzitter of het kopstuk in het midden en rond hem de anderen. De meest opvallende plaatsen waren die vlak naast de koploper, eentje links en eentje rechts. 

    Zouden ze daar ook vooraf over hebben geredetwist of onderhandeld zoals die twee leerlingen in het evangelie? Er was daarover blijkbaar ook discussie in die tijd. Jacobus en Johannes namen Jezus apart om hun vraag te stellen, en de andere leerlingen waren daar blijkbaar een beetje boos over.

    Uit het antwoord van Jezus blijkt echter dat het niet zomaar gaat om een plaats naast Hem, met de daaraan verbonden eer of prestige. Die plaats houdt ook consequenties in, stelt de leerlingen voor een duidelijke en belangrijke taak, een grote verantwoordelijkheid. Het is in de politiek van vandaag niet anders. Wie zondagavond mee vooraan stond, wordt nu verondersteld ook mee aan het werk te gaan en te helpen het partijprogramma uit te voeren.

    We zouden onszelf misschien eens moeten afvragen waarom wij op een bepaalde persoon of een bepaalde partij hebben gestemd. Is het omdat die partij of persoon heeft beloofd iets te doen, iets te realiseren voor ons: voor onze beroepsklasse, voor onze leeftijd, voor onze straat, voor onze buurt? Of denken wij toch aan het algemeen belang en kiezen wij voor zuivere lucht, propere straten, oplossen van files, bestrijden van armoede en ongelijkheid?

    Ook dan is er de wedervraag van Jezus: kunnen jullie de beker drinken die Ik drink? Vrij vertaald: willen jullie zelf iets doen voor die thema’s waarvoor je gekozen hebt? Als wij kiezen voor propere straten, betekent dat dan dat er meer kuisploegen moeten worden ingezet of houden wij zelf onze eigen straat proper? 
    Als we zuivere lucht willen en minder files, laten we dan zelf ook onze auto een keer meer staan? Als we vinden dat de politiek armoede moet bestrijden, kunnen we dan blijven zeggen dat het allemaal  hun eigen schuld is? Als we vinden dat iedereen gelijke kansen moet krijgen, is dat dan te merken aan de manier waarop wij praten over vluchtelingen en transmigranten?

    Natuurlijk moeten vanaf nu de verkozenen hun verantwoordelijkheid opnemen, maar het is al te gemakkelijk alles aan hen over te laten en te zeggen dat “zij” het maar moeten oplossen. Het doet me denken aan een beroemde uitspraak van president Kennedy, lang geleden: vraag niet wat je land kan doen voor jou, vraag wat jij kan doen voor je land.

    Het is waarschijnlijk ook de eerste fout die de leerlingen maken. Zij vragen aan Jezus: “Wij willen U vragen iets voor ons te doen”. Eerst moeten hun wensen vervuld worden en dan zullen zij misschien ook eens in actie komen. Is het ook niet vaak onze houding als wij iets vragen, als wij bidden bijvoorbeeld. Wij willen zo graag dat ons gebed verhoord wordt, anders gaan wij twijfelen. Anders zullen we het misschien snel opgeven.

    Het is vandaag ook wereldmissiedag. Dat klinkt tegenwoordig niet meer zo sexy als vroeger. De tijd is voorbij dat in zowel elk Vlaams dorp er wel een nonkel pater of tante nonneke was die om de zoveel jaar naar huis kwam om over haar missie te vertellen. En de laatste jaren hebben zij ook wel hun deel van de kritiek en de bezwaren gekregen.
    Maar toch. Als we kijken naar het levenswerk van mensen als Pater Damiaan en moeder Theresa en aartsbisschop Romero dan kunnen wij alleen maar nederig erkennen dat zij voor ons alleen maar voorbeelden kunnen zijn. Zij hebben nooit zichzelf op de voorgrond geplaatst, zij hebben nooit gevraagd: wat kunnen jullie voor ons doen?

    Zij hebben gedaan wat paus Franciscus onlangs bestempelde als de belangrijkste missie van de kerk vandaag: Gods liefde naar de mensen brengen, vooral naar de meest kwetsbare mensen. Zij vroegen aan melaatse, uitgebuite, hopeloos rondzwervende, doodzieke en stervende mensen: wat kan ik voor jullie doen? En zij boden hen Gods liefde aan in alle menselijk denkbare vormen. 
    Dat is iets heel anders dan de vraag: mogen wij aan de rechter- en de linkerkant van het podium staan of aan de ereplaats aan tafel plaatsnemen? 
    Welke vraag stellen wij? Ook dat is een keuze die wij moeten maken …

    21-10-2018 om 10:30 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    14-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kiezen voor de goei - 28e zondag door het jaar B 2018 - Marina

    Achtentwintigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 14 oktober 2018

    Eerste lezing: Wijsheid 7, 7-11  'Rijkdom beschouwde ik als niets'
    Evangelie: Marcus 10, 17-30 - 'Ga verkopen wat ge bezit'

    Dag van de chronisch zieke mensen -

    Kiezen  voor de goei
    Ieder van ons doet het
    Wie zijn de goei ? 
    En hopelijk kunnen zij nadien goed samen werken !

    Kiezen…. Als kind een snoepje = moeilijk ..!!
                     Plezant als je het met enkele kan doen

    Evangelie !  Jezus moest ook kiezen !
           Ons ogen openen 
    De zieke
    De mantelzorger
       Als je naar de ene kijkt
       Kijk dan ook naar de andere
     
    Eerste lezing : er zijn voor elkaar 
      Samen leven met elkaar

    Wat als we morgen wakker worden in een 
    “ Ideale wereld”
    Samen naar buiten komen
    Samen dingen doen
    Niemand uitgesloten
    Daar staat Samana voor , hier zijn wij fier op
    Oog voor mensen met nood aan sociaal contact 

    De volgende vraag wat willen de mensen zelf ?
    - begrip voor hun beperkingen ( gradaties) (niet meer kunnen)
    - meestal geen compassie
    - maar een luisterend oor
    - begrip voor hun kwetsbaarheid
    - wij zijn allen broos !
    - aandacht voor zin van het leven
    - menselijke waardigheid

    - aanvaarden als mens ,erbij horen, een plek krijgen
      Verbondenheid
    - wat willen de mensen zelf = forum


    DE Mantelzorger !!!

    Die mogen we zeker niet vergeten in heel ons verhaal
    Hun leven wordt vaak mee ongewild overhoop gehaald
    Enkele voorbeelden van personen die leven met een chronisch zieke en ook hun leven wordt overhoop gehaald…
    Maar het respect met hoeveel overgave en liefde ze zich inzetten..
    Voorbeelden = vriendin
         Mantelzorgers Luyksgestel
         CVA verhaal 

    Onze belangrijkste missie is 
    LUISTEREN 
    Niet oordelen

    Iedereen welkom

    Het is belangrijk dat Samana bestaat
    Om verbonden te zijn met de meest kwetsbare mens
    Vandaar uit je eigen kwetsbaarheid een plaats te geven

    14-10-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laat de kinderen tot mij komen - 27e zondag door het jaar B 2018 - Jan

    Zevenentwintigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 7 oktober 2018

    Eerste lezing: Genesis 2, 18-24  'Zij zullen volkomen één worden'
    Evangelie: Marcus 10, 2-16 - 'Eén vlees zijn zij geworden'

    Verrekijkerviering - viering waar kinderen centraal staan -

    Na het voorlezen van deze teksten is het tijd om eens te hoesten, wat achterover te leunen, eens snuiten, en dan komt er een mijnheer naar voor en die houdt de homilie. En nu richt ik mij echt tot de kinderen….

    Homilie, wat is dit voor een moeilijk woord?  Daar heb ik precies nog nooit van gehoord…
    Wel, jongens en meisjes, maar ook voor alle mama’s en papa’s en zelfs voor de grootouders, is dit een moment dat men nog eens komt uitleggen wat die teksten, die we nu gehoord hebben, eigenlijk betekenen.
    Amai, wat was dat een tof verhaal van die Adam.  Eerst veegt hij alles weg, het is hier niet meer te doen.  Het is hier niet meer plezant.  Hij veegt alles in de afvoerpijp.
    Soms willen wij dat toch ook al eens?  Al je echt niet meer blij bent, zelfs als je droevig bent voor iets, dan heb je de neiging om het eens helemaal anders aan te pakken.  Je zou eens op een andere plaats willen herbeginnen.

    Je loopt maar rond een rond punt en je weet niet welke afslag je moet nemen.
    Niemand helpt u, je staat er even alleen voor.
    In een verhaal tekent men dan schone dingen, de zon, de zee, bloemen, vogels en wandelpaden en een riviertje.
    Dat is natuurlijk gemakkelijk.  Dat loopt dikwijls goed af.
    Maar in ons echte leven, is het dikwijls niet zoals in een tekening.  Dan moet je het zelf doen.  Dan moet je zeggen: “ik wil niet meer droevig zijn of kwaad zijn, ik ga vrolijk zijn en weer spelen met anderen”

    Zo hoorden we een tweede verhaal daarnet.  
    Een verhaal over Jezus en de kinderen.  Jezus was iemand die gekend was, wanneer hij begon te vertellen, dan wilde iedereen dit horen.  De mensen stonden in een kring rond hem.  En toen zeiden andere mensen.  Laat de kinderen eens door, ze kunnen hem niet zien of horen.  En zijn vrienden hielden de mensen tegen.  De kinderen konden er niet door.

    En toen zei Jezus, “stop eens allemaal”  Laat die kinderen eens tot bij mij komen.  De mensen openden de kring.  De kinderen kwamen naar voor.
    En Jezus zei: Beste mensen, als je nu eens allemaal zou doen zoals deze kinderen, dan zou onze wereld er veel beter uit zien.

    Als jullie nu eens allemaal wat sneller vrolijk zouden zijn, of meer fantasie zouden hebben, of graag met mekaar zouden willen spelen en ravotten, of zingen als je over de straat loopt, of lachen met alles wat vrolijk is….awel dan zouden we minder triestig zijn, zouden we meer vertellen tegen mekaar, zouden we meer optrekken met mekaar, zouden we meer zingen en lachen.

    Dus, zei hij “Wees allemaal zoals de kinderen” en hij sloeg zijn armen om hen heen..
    De grote mensen werden stil.  Dropen stilletjes af en wisten ineens welke afslag ze zouden nemen op het ronde punt van hun leven.  De afslag van mekaar graag zien.
    Dat is de boodschap die we vandaag moeten onthouden.  Geef mekaar straks allemaal maar nen dikke high five.  Straks is er een vergevingsmoment, dan zal de priester vragen: geef mekaar een teken, dan geven we een high five…

    En dan denken we: ik ben er voor u, ik kom mee in uw tekening, ik maak u vrolijk…

    07-10-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kiezen voor de minste - 25e zondag door het jaar B 2018 - Gie

    Vijfëntwintigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 23 september 2018

    Eerste lezing: Wijsheid 2, 12.17-20  'Wij willen de vromen belagen'
    Evangelie: Marcus 9, 30-37 - 'De Mensenzoon wordt overgeleverd'

    Wij hebben inmiddels al meer dan 20 jaar een preekploeg. 
    Ook al gaat het om een team van een zestal mensen, toch gebeurt het regelmatig dat dezelfde predikant zich na enkele jaren opnieuw mag buigen over dezelfde lezingen. Zo is het bij mij van 2009 geleden dat ik jullie iets mocht vertellen over de lezingen van vandaag. 
    Maar de wereld verandert voortdurend. Ook jijzelf of je gezinssituatie is inmiddels veranderd. Het gebeurt nooit dat je zomaar dezelfde preek kan geven als enkele jaren geleden. 
    Het is ook opvallend hoe die oude lezingen toch iedere keer weer andere invalshoeken of nieuwe inzichten geven. 
    De vorige keer, negen jaar geleden dus, was onze kleinzoon Basiel pas geboren. Toen bleef mijn aandacht hangen bij wat Jezus doet in het evangelie: Hij zet een kind in hun midden en wijst op wat er gebeurt als je zo’n kind in je midden opneemt. Dat is niet zomaar iets. Daar hangen consequenties aan vast. 

    Een aantal weken geleden hebben wij opnieuw een kleinzoon gekregen. Dus zou ik, gemakshalve, ongeveer hetzelfde kunnen vertellen. 

    Maar deze keer bleef mijn aandacht meer hangen bij wat in het boek Wijsheid vertelt wordt over de verdrukking van de rechtvaardige. Qua taalgebruik lijkt het wat op dat van sommige politici in deze dagen: 
    “De rechtschapene is ons tot last en hij verzet zich tegen wat wij doen. Hij verwijt ons overtredingen van de Wet en hij beschuldigt ons ervan dat wij afwijken van wat wij geleerd hebben”. 

    Bij de apostelen, die onderweg bezig zijn over de verdeling van de postjes in de ‘regering Jezus’, gebeurt er in feite hetzelfde als bij de politici die vandaag, in de periode vlak voor de verkiezingen, bezig zijn met hun zitje in de gemeenteraad. 
    Dus verscherpen ook de polemieken en de discussies. Onder meer over het al dan niet opnemen van migranten en andere vluchtelingen. Alle spelregels worden afgemeten op wettelijke bepalingen. Terwijl de belangrijkste stelregel, die van het hart, dikwijls opzij geschoven wordt.  

    Al enkele jaren komen vluchtelingen uit de hele wereld ‘en masse’ naar Europa. Sommige, om híér een beter leven te vinden, anderen om door te reizen naar Groot-Brittannië, omdat ze daar nog meer mogelijkheden verwachten. 
    Het merendeel van hen zijn geen gangsters of criminelen op doortocht. Integendeel. Meestal zijn het goed menende, brave, gelovige mensen. Zij zijn op de vlucht omdat ze in eigen land geen toekomst meer hebben. Dikwijls staat hen daar vervolging, marteling of zelfs de dood te wachten. Allen hopen zij op een beter lot in ‘paradijs Europa’. 

    Stel dat zij het boek Wijsheid kennen, wat niet ondenkbaar is. Dan is de tekst daarvan zeker op hun situatie in hun thuisland toepasselijk. Luister: “De goddelozen zeiden onder elkaar: … Laten wij hem maar eens op de proef stellen met niets ontziende folteringen … Laten wij hem veroordelen tot een vernederende dood: er wordt toch over hem gewaakt, zoals hij (hun God) beweert. … Want als de rechtvaardige een zoon van God is,  dan zal die het voor hem opnemen en hem redden uit de hand van zijn tegenstanders.” 

    Het boek Wijsheid is, rond Jezus’ tijd, in Alexandrië geschreven door een Hellenistische  jood. Hij roept zijn geloofsgenoten op om trouw te blijven aan de God van hun vaderen.
    In de aanhef roept hij op om rechtvaardig te handelen. Daarna, in het gedeelte waaruit wij lazen, laat hij de goddelozen aan het woord. 
    Nog verder schrijft hij hoe de goddelozen hun straf ondergaan en doet hij een oproep aan de machthebbers om wijsheid te zoeken. 
    Het boek Wijsheid stelt zaken eerder op een filosofische manier in vraag, om er verder over na te denken. Maar het biedt geen concrete oplossingen. 

    Misschien vinden we wel een antwoord in het zeggen en doen van Jezus. 
    Hij zei tegen zijn leerlingen: “De Mensenzoon wordt uitgeleverd en valt in de handen van mensen. Ze zullen Hem doden, en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan.” Dat gelijkt toch wel heel erg op wat we in het boek Wijsheid lazen over de rechtvaardigen.  

    Nadat Jezus zijn leerlingen de mantel heeft uitgeveegd, in verband met hun geruzie over een “postje”, ging Hij zitten, zet een kind in hun midden, knuffelde het en zei tegen hen: “Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.” 
    Versta dus: “Wie het opneemt voor een van die rechtvaardigen en hem redt uit de handen van zijn tegenstanders, neemt het op voor Mij. En wie het voor Mij opneemt, neemt het op voor Hem die Mij gezonden heeft.” 

    Kiezen voor Jezus, kiezen voor God, is nooit vrijblijvend. Het is een keuze om een heleboel andere dingen opzij te zetten. Om die God op een heel aantal punten belangrijker te laten zijn dan jezelf. 
    De belangrijkste spelregel voor God wordt niet door wetten bepaald. Het is de stelregel van het oog en van het hart.   

    Heer leer ons, steeds opnieuw, kijken met de ogen van Jezus: met een oog en een hart voor mensen, met voeten om naar elkaar op weg te gaan, en met handen om te delen. 
    Maar geef ons ook de tijd om gaandeweg die keuze te maken, gaande-de-weg van Jezus. 
    Amen. 

    23-09-2018 om 08:46 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie zegt Gij dat Ik Ben - 24e zondag door het jaar B 2018 - Fred

    Vierëntwintigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 16 september 2018

    Eerste lezing: Jacobus 2, 14-18  'Geloof zonder werken is dood'
    Evangelie: Marcus 8, 27-35 - 'De Mensenzoon moet veel lijden'

    Bij een proef of een examen geschiedenis kunnen leerlingen of studenten de vraag krijgen: “Wie was Julius Caesar? Of Karel de Grote? Of Napoleon?” En dan kunnen ze gaan opsommen hoeveel veldslagen of oorlogen deze grote figuren hebben gewonnen. Of hoe groot hun macht en invloed uiteindelijk was. En misschien welke plaats zij verdienen in de wereldgeschiedenis.

    Maar weten wij dan eigenlijk wie zij waren? 
    Wat is hun betekenis in de wereld van vandaag? Hebben zij het denken en de manier van leven van mensen veranderd of bepaald? Deze vraag past misschien meer bij grote denkers of filosofen, zoals Mahatma Ghandi, of Martin Luther King, of de Dalai Lama. Of bij Jezus Christus. En ook hij stelt zijn leerlingen die vraag: wie zeggen de mensen dat ik ben? 
    En wie zegt gij dat ik ben?

    Het antwoord op de eerste vraag is niet zo moeilijk. Jezus werd al in zijn tijd vergeleken met een aantal figuren uit de Joodse geschiedenis. Johannes de Doper en Elia en andere profeten. Maar dan komt de tweede vraag: wie zegt gij dat ik ben? En dan komt het antwoord van Petrus: Gij zijt de Messias. En dat antwoord is naar de letter wel juist. En toch krijgt Petrus de wind van voor en wordt aan de leerlingen verboden er met iemand over te praten. 
    Waarom?
    Omdat Petrus en waarschijnlijk ook de andere leerlingen en de meeste volgelingen van Jezus een verkeerd idee hadden over die Messias, zijn bedoelingen en wat hij allemaal zou gaan verwezenlijken. Velen zagen de Messias als degene die het volk zou bevrijden van vreemde overheersing, hen echt tot het uitverkoren volk zou maken en dat ook zou tonen, kortom: iemand  die al hun problemen zou gaan oplossen.

    Maar Jezus zei dan: de Mensenzoon moet veel lijden, moet verworpen worden door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden, moet zelfs ter dood gebracht worden, om na drie dagen weer op te staan. En dan protesteert Petrus, want hij ziet dat helemaal anders. Hij heeft het dus niet begrepen. 
    Want de Messias, of de Christus is geen tovenaar, is niet iemand die met macht en geweld, of met roem en aanzien de wereld gaat veranderen. Hij wordt eigenlijk vooral gekenmerkt door de aanvaarding van het kruis. Zonder het klaaglied van Goede Vrijdag is er met Pasen geen Alleluia. Sterker nog: zonder het graf is er ook geen opstanding uit het graf.

    In Petrus herkennen wij eigenlijk veel van onszelf. 
    Velen van ons hebben het vooral moeilijk om te geloven en te blijven geloven wanneer wij geconfronteerd worden met lijden, met zwaar lijden. Wanneer wij bijvoorbeeld moeten afscheid nemen van een geliefd persoon, meestal veel te vroeg en vaak na een lange periode van pijn en afzien en miserie. En dan vragen wij ons af: wie is die God die dat lijden toelaat? Waar is die God die ons daarvan komt bevrijden?

    Dat doet die God dus niet. Want lijden maakt deel uit van het leven, zoals de dood ook bij het leven hoort. Jezus heeft het lijden niet weggenomen, ook en vooral zijn eigen lijden niet. Daarom misschien noemt Jezus zich herhaaldelijk de Mensenzoon. Hij is Zoon van God, maar ook zoon van mensen, en als dusdanig is hij dus ook onderhevig aan lijden en dood.

    Misschien kunnen wij het beter begrijpen als we eens terugkijken naar de eerste lezing van vandaag, uit de brief van Jacobus. Jacobus maakt een onderscheid tussen geloven en doen. Geloven doe je met gedachten of met woorden, doen met handelingen, met acties, met daden. En doen is voor Jacobus belangrijker dan geloven.
    Indertijd was er een boek van Alfons Van Steenwegen dat wel eens aan koppels werd cadeau gedaan toen zij gingen trouwen. 
    Het boek heette “Liefde is een werkwoord”. Aan een relatie moet je werken, zeker aan een liefdesrelatie. Daar ging dat boek over.

    Misschien moeten we er vandaag een variant op maken: geloven is een werkwoord. Geloven in Christus is niet zomaar hier in de kerk wat luisteren en instemmend knikken bij mooie verhalen en gebeden. Het is doen wat Jacobus in zijn brief heel concreet meegeeft: mensen in nood helpen en nabij zijn, hen geven wat ze nodig hebben en tonen dat we geloven.

    Aan de manier waarop wij omgaan met kwetsbare of gekwetste mensen is te merken dat wij geloven in Christus of niet. Het is aan ons te merken als wij in aanraking komen met mensen zonder eten of zonder kleren, zoals Jacobus als voorbeeld geeft. 
    Het is te merken aan de manier waarop wij spreken en discussiëren over mensen in nood, of ze nu in onze straat wonen of in een ander continent, of hier zijn aanbeland in gammele bootjes of na een dagenlange voettocht. 
    Daaraan kan ons antwoord worden afgemeten op de vraag: wie zegt gij dat ik ben? 

    16-09-2018 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gods heilige naam “Ik Ben” - 23e zondag door het jaar B 2018 - Hilda

    Drieëntwintigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 9 september 2018

    Eerste lezing: Jesaja 35, 4-7a 'Oren van doven worden geopend'
    Evangelie: Marcus 7, 31-37 - 'Genezing van een doofstomme'

    Lieve mensen,

    Kennen jullie mensen met afasie? Het zijn mensen die door een hersenaandoening geraakt worden in hun spreken!
    Bij sommigen van hen rest enkel nog één stokwoord!
    Zo ken ik iemand die nog alleen het woord “vuur” zegt. Wil hij iets zeggen of vragen hij zegt: “vuur, vuur, vuur…?.” Wil hij antwoorden op een vraag, je hoort hetzelfde: “vuur, vuur, vuur…”
    Verschrikkelijk soms, maar die man moet zó zich wel verstaanbaar maken en  proberen wat zinvol verder te leven…

    Na het horen van het ’t evangelie vandaag zou ik jullie durven vragen zoek de 7 verschillen tussen dit genezingsverhaal en dat van de blinde Bartimeüs. Wij kennen die 2 genezingsverhalen uit de bijbel al lang.

    Wat erg opvalt in dit verhaal, is dat deze man zelf geen enkel initiatief neemt.
    Waarom zou hij roepen? Hij kan amper klanken uitbrengen.
    Waarom zou hij roepen? Hij hoort het toch niet.
    De zin en het geloof erin zijn helemaal uit hem verdwenen.
    De man gelooft er niet in zoals Bartimeüs. Bartimeüs roept Jezus, smeekt Hem om genezing.

    Ongeloof heeft de doofstomme man zich eigen gemaakt.
    En zijn vrienden vinden niet de juiste insteek om hem uit zijn donkere hoek te halen. Om hem terug wat op de rails te krijgen…
    Daarom brengen ze hem bij Jezus.

    Jezus die al veel verder van huis weg is, Hij trekt dwars door het gebied van Dekapolis. Jezus die zich het lot van De mensheid aantrekt, ook dat van De niet-Joodse mensheid waar Hij zich nu bevindt.
    Jezus die veel meer doet dan deze man genezen, zoals zijn vrienden Hem vragen.

    Jezus doet het in 7 stappen. Marcus herkent dit als 7 belangrijke stappen om met elkaar om te gaan:

    1.Eerst en vooral neemt Jezus deze man even apart. Weg van de massa, weg van het mensenrumoer.
    2.Heel goed begrijpend wat het is ’doofstom te zijn’, gebruikt Jezus gebarentaal.
    Hij wijst naar de oren en naar de tong van deze man, zodat deze kan begrijpen waarom Jezus bij hem is en hem apart neemt.
    3.Hij raakt de oren en de tong van deze man aan.
    Aanraking!
    Als woorden het niet meer doen, de juiste woorden niet gevonden worden, hoeveel meer kan een stille aanraking dàn niet betekenen?
    4.Dan richt Jezus zijn blik naar de hemel! Een gekende gebedshouding! De handen open, de blik naar boven gericht, wetend dat God, zijn Vader, zich alleen maar doorheen mensen kan leren kennen. In dit geval doorheen Jezus zelf kan leren kennen. 
    5.Vervolgens zucht Jezus diep. Zuchten vanwege het zien wat hier gebeurt. Zuchten vanwege het zien wat deze man doormaakt. Met de verzuchting dat het nog veranderen kan.
    6.Met heel zijn empathische houding zegt Jezus uiteindelijk: Effeta, word geopend!
    7.En zie; 'Zijn oren werden geopend en terstond werd de band van zijn tong los en hij sprak goed'. 
    Hij sprak recht, staat er nog letterlijker vertaald. 'Orthos' in het Grieks, hetgeen we kennen van orthodox, rechtzinnig spreken!
    Niet langer spreekt hij het kromme taaltje van een doofstomme. 

    De omstanders waren diep onder de indruk. 
    “Alles wat Hij doet is goed!” zeiden ze in koor.
    En alhoewel Jezus vroeg het niet uit te bazuinen, schreeuwden ze van de daken hoe Jesaja ’s woorden hier in vervulling zijn gegaan: 
    “God zelf zal jullie bevrijden: de oren van doven worden ontsloten, de mond van stomme zal jubelen…”

    Zo geneest Jezus! met God altijd in zijn gedachten, aan Zijn zijde, in Zijn spreken en handelen.
    En wij?
    Kunnen wij geloven dat we ’t nooit alleen hoeven te kunnen?
    Kunnen we geloven in de titel van deze viering?
    “Ik ben”! “Ik ben die ben!” “Ik zal er zijn!”
    God die er altijd wil zijn, onze ondertoon, onze innerlijke kracht, en ons nooit alleen voor de leeuwen gooit!

    God die ons roept, ons schroomvol naar die man stuurt die enkel nog kan spreken met het woord “vuur, vuur, vuur…”
    Wedden dat we hem na enkele dagen verstaan?

    Bronnen: G P Hartkamp, R Kopmels, J Verhoef

    11-09-2018 om 09:15 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oog voor de natuur - 22e zondag door het jaar B 2018 - Marc

    Tweeëntwintigste zondag door het jaar B 2018 - Zondag 2 september 2018

    Eerste lezing: Deuteronomium 4, 1-2.6-8 'Onderhoud de geboden'
    Evangelie: Marcus 7, 1-8.14-15.21-23 - 'Gij laat Gods gebod varen'

    Scheppingszondag - Wegwijzerviering, een viering gericht op gezinnen

    Stel je voor dat al deze kinderen die daarnet naar het evangelie geluisterd hebben, morgen op school in koor roepen: “Jezus zegt dat we ons niet moeten aantrekken van de regels van mensen!” In alle scholen: Kinderen baas!, zoals in het boek van Jommeke… 
    Jezus klaagt inderdaad aan dat er in deze wereld mensen zijn die slechte regels maken. Regels die ze maken om zelf baas te kunnen spelen en anderen te onderdrukken. Mensen die hun hart voor God gesloten houden. 

    Maar Jezus spreekt ook over goede regels. De regels van God. De regels die Jezus ons geleerd heeft. En zoals een goede leraar, een goede opvoeder, heeft Jezus niet alleen gesproken over die regels, maar ze getoond door zijn voorbeeld. 
    Zetten wij ons hart open voor de regels van Jezus? Eigenlijk zijn ze gemakkelijk te onthouden: Zie elkaar graag, zegt Jezus. Zoals God ons ook graag ziet. En als we dat proberen te beleven in hart en ziel, werken we mee met God. Die wil op deze wereld iedereen gelukkig zien.

    Als we proberen elkaar graag te zien, meisjes en jongens, ouders en familie en parochianen en al wie hier meeviert, zullen we het beste voor elkaar willen, we zullen elkaar vergeven, we zullen ieder in zijn of haar waardigheid laten, we zullen elkaar respecteren, zoals de goede Vader al zijn schepsels respecteert.
    Nu zou de vraag kunnen komen: wat heeft dat nu met scheppingszondag te maken? 

    Dan heb ik een andere vraag: vaders en moeders, wat zit hier vooraan in de kerk? Uw schepsels! God heeft ons geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Wij zijn ook scheppers. De schepping van God, die is nooit af. En het belangrijkste dat wij scheppen zijn: mensen! Die mensen worden aan ons toevertrouwd: kinderen op de eerste plaats aan hun ouders en familie, maar daar stopt het niet: allen zijn wij één familie, kinderen van de Vader, verantwoordelijk voor elkaars leven en voor elkaars geluk. Daar kunnen wij aan meewerken als wij de regels van Jezus in ons hart dragen, als wij elkaar graag proberen te zien.

    Wij mensen maken deel uit van de schepping én we zijn medeschepper. Van ons hangt het mee af of Gods schepping lukt of mislukt. En ze kan alleen maar lukken als we heel die schepping met respect behandelen, zoals we elkaar met respect moeten behandelen.  De schepping is een kostbare cadeau. Die gooi je niet zomaar weg. Want het is een cadeau die we broodnodig hebben. Als we elkaar graag zien, dan dragen we zorg voor dat geschenk, dan koesteren we de natuur, zodat we allen kunnen leven in frisse lucht, goed en genoeg voedsel kunnen eten, in een veilige en gezonde omgeving wonen en werken en spelen.

    Ja, de schepping wordt misbruikt. Mensen worden misbruikt, de natuur wordt misbruikt. En dat komt, denk ik, omdat mensen – ook wij misschien – hun hart sluiten voor de eenvoudige regels van God. Helaas, het is nogal eens de regel van de wereld, om met alle macht op jacht te gaan naar rijkdom, naar eigen profijt, en daarbij niemand – geen mensen – of niets – de natuur – te ontzien. 
    We kunnen het cadeau van God ook kapot maken. Het evangelie wijst een andere weg. Als we die weg volgen, zullen we ondervinden dat we niet veel nodig hebben om gelukkige en dankbare mensen te worden. Want het geluk vinden we niet in macht en bezit. Het is te vinden in een eenvoudig, dankbaar, respectvol hart, dat heel Gods schepping graag ziet.

    02-09-2018 om 16:24 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs