Allerheiligen! Een feestdag!
Als het sterven van een geliefde nog veel te veel pijn doet, is het rouw weg een pijnlijke feestdag!
Voor anderen een mooie feestdag om de mooie traditie van kerkhofbloemen, van familie gedenken, van samenkomen en genieten van wat onze overledenen voor ons betekenen en ons hebben meegegeven.
Enkele jaren geleden zei Rik Torfs, hoogleraar aan de KULeuven, in een interview:
nee, ik ben geen heilige. Maak van mij geen Heilige! Dat zijn per definitie mensen die dood zijn. En zei hij, toen ik een vormeling vroeg wat een heilige was, antwoordde het kind: heilig is in de hemel. Later dus, na de dood.
Rik Torfs vond het wel vervelend dat heiligen enkel gestorvenen zijn.
Nu weten we dat zijn uitspraken toen en serieuze kritiek waren op die voorbijgestreefde visie. En wij? Wat vinden wij ervan?
We branden toch een kaarsje bij een foto of een beeld. Van Maria vooral. Maar ook bij Rita, voor hopeloze zaken, of bij Antonius, als we iets verloren legden.
Ze mogen er zijn, de heiligen!
Ze waren elk aparte persoonlijkheden, zoals wij.
Ze hebben gevochten voor de Liefde, die God is, in aandacht en bekommernis voor anderen.
Ze corrigeerden de inzichten van hun tijd, ze vochten tegen onrecht, waardoor ze voor ons eigentijds gaan klinken.
Zo zien we hoe heiligen leven op het kruispunt tussen verticale en horizontale transcendentie, tussen God en de wereld.
Ze laten de liefde, die God is, toe. God wordt zo in hen weer mens.
Hun heiligheid begint met een ervaring van een gemis,.
Daaruit groeide hun verlangen naar veranderen, hun zoeken, pogen, hopen en hun inzetten voor de zaak.
Met gebed en inzicht in eigen falen en het accepteren daarvan.
Een mooi voorbeeld daarvan is Pater Damiaan. We kennen zijn verhaal! We weten hoe hij zich inzette voor de uitgestotenen van die tijd. Hoe hij die vele melaatsen een waardig leven bezorgde.
Maar ook vandaag kennen we zovele Heilige mensen minden onder ons. Een schoon voorbeeld is ons Lies. Lies die heel wat onbetaald verlof geeft aan de kinderen en hun ouders in Ghana!
Heilig betekent: heil dragend, heil brengend, heilzaam. Heil (=heel) is synoniem voor welzijn, geluk, zaligheid.
We hoorden hoe elk vers van het evangelie begint met de term Geluk, gelukkig, zalig. We zouden hem kunnen vervangen door heilig.
Het eerste vers is heel belangrijk: gelukkig of heilig wie nederig van hart kan zijn.
Want zonder nederigheid brengen we van de overige aanbevelingen niets terecht.
Nederigheid is in het aanvaarden van verdriet, van geschonden geluk.
Dat geldt ook voor zachtheid, voor medeleven met armen en noodlijdenden, voor mildheid, rechtzinnigheid en vredelievendheid.
Nederigheid is: de ander belangrijker vinden dan jezelf, uit vriendschap, respect, schroom.
Gelukkig en nog eens gelukkig. Of Zalig en nog eens Zalig.
Dit evangelie klinkt euforisch vandaag. En toch
Heilig bedoelt Jezus. En het is niet altijd gemakkelijk wat hij hier aanbeveelt.
Het gaat niet om een bestaan zonder oorlogen, zonder ziekte, zonder moeilijkheden.
Het gaat erom die narigheden van het leven, de tegenslagen, vanuit de liefde voor mekaar te verzachten en, zo te ervaren dat God daarin te vinden is. God is daar, ook als rampen ons overkomen. Onwaarschijnlijk, maar door de anderen die je er doorheen dragen.
Als we God niet zochten, waren we hier nu niet.
Vandaag kunnen we niet anders dan onze dierbare overledenen gedenken.
Zij die ons voorgingen als heilbrengende ingoede mensen.
Zij die ons mee boetseerden tot wie we nu zijn.
Zij mogen zich geborgen en thuis voelen in die onnoemlijke Liefde, die we God noemen.
Daarom bidden we vandaag: God we houden nog zo van hen. We dragen ze oor altijd mee in de kern van ons bestaan. Mogen ze a.u.b. heilig zijn in U?
Nee, ik ben geen heilige. Maar mag ik het a.u.b. worden? Liefst nog vandaag!
Bron: Helena Oomes