Wij hebben inmiddels al meer dan 20 jaar een preekploeg.
Ook al gaat het om een team van een zestal mensen, toch gebeurt het regelmatig dat dezelfde predikant zich na enkele jaren opnieuw mag buigen over dezelfde lezingen. Zo is het bij mij van 2009 geleden dat ik jullie iets mocht vertellen over de lezingen van vandaag.
Maar de wereld verandert voortdurend. Ook jijzelf of je gezinssituatie is inmiddels veranderd. Het gebeurt nooit dat je zomaar dezelfde preek kan geven als enkele jaren geleden.
Het is ook opvallend hoe die oude lezingen toch iedere keer weer andere invalshoeken of nieuwe inzichten geven.
De vorige keer, negen jaar geleden dus, was onze kleinzoon Basiel pas geboren. Toen bleef mijn aandacht hangen bij wat Jezus doet in het evangelie: Hij zet een kind in hun midden en wijst op wat er gebeurt als je zo’n kind in je midden opneemt. Dat is niet zomaar iets. Daar hangen consequenties aan vast.
Een aantal weken geleden hebben wij opnieuw een kleinzoon gekregen. Dus zou ik, gemakshalve, ongeveer hetzelfde kunnen vertellen.
Maar deze keer bleef mijn aandacht meer hangen bij wat in het boek Wijsheid vertelt wordt over de verdrukking van de rechtvaardige. Qua taalgebruik lijkt het wat op dat van sommige politici in deze dagen:
“De rechtschapene is ons tot last en hij verzet zich tegen wat wij doen. Hij verwijt ons overtredingen van de Wet en hij beschuldigt ons ervan dat wij afwijken van wat wij geleerd hebben”.
Bij de apostelen, die onderweg bezig zijn over de verdeling van de postjes in de ‘regering Jezus’, gebeurt er in feite hetzelfde als bij de politici die vandaag, in de periode vlak voor de verkiezingen, bezig zijn met hun zitje in de gemeenteraad.
Dus verscherpen ook de polemieken en de discussies. Onder meer over het al dan niet opnemen van migranten en andere vluchtelingen. Alle spelregels worden afgemeten op wettelijke bepalingen. Terwijl de belangrijkste stelregel, die van het hart, dikwijls opzij geschoven wordt.
Al enkele jaren komen vluchtelingen uit de hele wereld ‘en masse’ naar Europa. Sommige, om híér een beter leven te vinden, anderen om door te reizen naar Groot-Brittannië, omdat ze daar nog meer mogelijkheden verwachten.
Het merendeel van hen zijn geen gangsters of criminelen op doortocht. Integendeel. Meestal zijn het goed menende, brave, gelovige mensen. Zij zijn op de vlucht omdat ze in eigen land geen toekomst meer hebben. Dikwijls staat hen daar vervolging, marteling of zelfs de dood te wachten. Allen hopen zij op een beter lot in ‘paradijs Europa’.
Stel dat zij het boek Wijsheid kennen, wat niet ondenkbaar is. Dan is de tekst daarvan zeker op hun situatie in hun thuisland toepasselijk. Luister: “De goddelozen zeiden onder elkaar: … Laten wij hem maar eens op de proef stellen met niets ontziende folteringen … Laten wij hem veroordelen tot een vernederende dood: er wordt toch over hem gewaakt, zoals hij (hun God) beweert. … Want als de rechtvaardige een zoon van God is, dan zal die het voor hem opnemen en hem redden uit de hand van zijn tegenstanders.”
Het boek Wijsheid is, rond Jezus’ tijd, in Alexandrië geschreven door een Hellenistische jood. Hij roept zijn geloofsgenoten op om trouw te blijven aan de God van hun vaderen.
In de aanhef roept hij op om rechtvaardig te handelen. Daarna, in het gedeelte waaruit wij lazen, laat hij de goddelozen aan het woord.
Nog verder schrijft hij hoe de goddelozen hun straf ondergaan en doet hij een oproep aan de machthebbers om wijsheid te zoeken.
Het boek Wijsheid stelt zaken eerder op een filosofische manier in vraag, om er verder over na te denken. Maar het biedt geen concrete oplossingen.
Misschien vinden we wel een antwoord in het zeggen en doen van Jezus.
Hij zei tegen zijn leerlingen: “De Mensenzoon wordt uitgeleverd en valt in de handen van mensen. Ze zullen Hem doden, en drie dagen na zijn dood zal Hij opstaan.” Dat gelijkt toch wel heel erg op wat we in het boek Wijsheid lazen over de rechtvaardigen.
Nadat Jezus zijn leerlingen de mantel heeft uitgeveegd, in verband met hun geruzie over een “postje”, ging Hij zitten, zet een kind in hun midden, knuffelde het en zei tegen hen: “Wie een van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem die Mij gezonden heeft.”
Versta dus: “Wie het opneemt voor een van die rechtvaardigen en hem redt uit de handen van zijn tegenstanders, neemt het op voor Mij. En wie het voor Mij opneemt, neemt het op voor Hem die Mij gezonden heeft.”
Kiezen voor Jezus, kiezen voor God, is nooit vrijblijvend. Het is een keuze om een heleboel andere dingen opzij te zetten. Om die God op een heel aantal punten belangrijker te laten zijn dan jezelf.
De belangrijkste spelregel voor God wordt niet door wetten bepaald. Het is de stelregel van het oog en van het hart.
Heer leer ons, steeds opnieuw, kijken met de ogen van Jezus: met een oog en een hart voor mensen, met voeten om naar elkaar op weg te gaan, en met handen om te delen.
Maar geef ons ook de tijd om gaandeweg die keuze te maken, gaande-de-weg van Jezus.
Amen.