Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 07-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blijf dit doen - Sacramentsdag B 2015 - Fred

    Sacrementsdag B 2015 - Zaterdag 6 en zondag 7 juni 2015

    Eerste lezing: Exodus 24, 3-8 - 'Exodus 24 3-8'
    EvangelieMarcus 14, 12-16.22-26 - 'Voorbereiding van het paasmaal'

    Ik heb de voorbije maand veel tijd gehad om te lezen. En ik heb me onder andere gewaagd aan een heel dikke turf: de memoires van één van de bekendste Vlaamse politici van de laatste decennia. Naast vele andere interessante dingen viel mij op hoeveel politieke besprekingen en overeenkomsten plaats hadden aan tafel. Een tafel waar gegeten werd.

    Soms kwam er een groepje bijeen aan de ontbijttafel, vaak bij iemand thuis. Een ander gezelschap werd uitgenodigd voor de lunch. En de dag nadien kwamen ze samen voor een diner. Dat heeft niet alleen te maken met de Bourgondische levensstijl van de betrokkenen. Maar ook hiermee: samen aan tafel gaan, samen eten schept nu eenmaal een band. Samen eten schept vertrouwen, en maakt soms moeilijke onderwerpen wat gemakkelijker om te bespreken.
    Het is bij ons niet anders. Als we thuis bezoek krijgen, bieden we de gasten altijd iets te drinken aan. Maar we vragen niet aan iedereen of ze ook blijven eten. Daarvoor is al een nauwere band nodig, een zekere mate aan vertrouwen. 
    Samen aan tafel gaan is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Een nieuwe relatie wordt wel eens bezegeld met een etentje, thuis, in de familie of elders. 

    Na een lange en intense samenwerking sluit men af door samen aan tafel te gaan. We hebben heel goed samengewerkt, we hebben wat bereikt, we zijn er content van, nu gaan we samen toch eens eten.  Heel wat verenigingen sluiten hun werkjaar af met een kaas en wijnavond, een barbecue of iets originelers.

    Ook mensen die met elkaar zaken doen regelen die wel eens bij een etentje. Soms in een prestigieus restaurant. En dan nemen ze bijvoorbeeld een Bloody Mary als aperitief en nadien een carpaccio voor het voorgerecht. Als soep kiezen ze voor een Agnes Sorel en de hoofdschotel wordt een tournedos Rossini. Afsluiten doen ze met een Pêche Melba.
    Ik ga al mijn quizvragen niet verklappen, maar er zijn heel wat gerechten genoemd naar bekende personen. En ook hier: dat geldt ook voor gewone mensen zoals U en ik. In vele families wordt na jaren nog verwezen naar een soep of een ander gerecht dat legendarisch werd omdat moeder of grootmoeder dat zo goed kon maken. Of een tante, of zelfs een nonkel, waarom niet? 

    Bij bepaalde feesten of andere gelegenheden komt het nog meer naar boven. Als we met allemaal samen waren, dan maakte de Bomma altijd lekker stoofvlees of balletjes in tomatensaus. En weet je nog, met Nieuwjaar: die heerlijke kippensoep van tante Julienne? En nonkel Fons aan zijn barbecue, hij genoot er zelf nog het meest van …

    Waarom vertel ik dat nu allemaal als we vandaag Sacramentsdag vieren? Wel, lang geleden is het ook begonnen met mensen die samen aan tafel gingen. Mensen die elkaar heel goed kenden, die jaren samen waren opgetrokken. Samen eten was voor hen heel gewoon, heel vertrouwd. En het was op een traditioneel feest voor hen, ze hadden iets te vieren.

    En toch was het geen maaltijd als alle andere. Want voor één van hen had die avond een heel bijzondere betekenis en geleidelijk aan voor de anderen ook. Voor één van hen was het letterlijk het laatste avondmaal. En omdat hij die groep mensen had geleid en begeesterd, wilde hij dat zij ook dat laatste avondmaal nooit zouden vergeten. En hij wou die bijzondere betekenis aan hen duidelijk maken.
    En hij gaf ook een naam aan wat op tafel kwam. Hij noemde het brood en de wijn naar zichzelf. Hij zorgde ervoor dat ze in dat brood en die wijn hemzelf zouden herkennen. Hij zou straks zijn leven offeren voor hen, voor ons, voor iedereen en brood en wijn zouden daarvan het teken zijn en blijven. Dat teken blijft vandaag, meer dan tweeduizend jaar later, nog altijd overeind, voor miljoenen mensen, overal ter wereld.

    Vorige zondag konden we op televisie kijken naar de film “Tot altijd”. Ook daar was een heel ontroerende scène met een laatste avondmaal. Mario Verstraeten nam afscheid van zijn familie en meest intieme vrienden. En ook daar was het gezelschap er zich heel goed van bewust dat het hun laatste maaltijd samen was. Vandaar tijdens de afscheidsspeech die betekenisvolle woorden: tot altijd …
    Nu zou ik eigenlijk nog moeten aantonen of verduidelijken dat dat brood en die wijn werkelijk en letterlijk het lichaam en het bloed van Christus zijn. Dat er in elke viering een wonder mee gebeurt. Dat dat brood meer is dan gewoon maar brood en die wijn meer dan gewoon maar wijn. In spirituele zin, in de betekenis die we aan die symbolen geven, is dat ongetwijfeld zo. 

    Maar gebeurt er tijdens de consecratie ook effectief een mirakel? 
    We hebben altijd geleerd dat het om een mysterie gaat. En een mysterie kunnen we met ons verstand niet uitleggen. Neem en eet, dit is mijn lichaam, zegt de priester. En neem en drink, dit is mijn bloed.
    Dat kunnen wij maar heel moeilijk begrijpen of uitleggen. Misschien zit voor ons de belangrijkste boodschap in het zinnetje dat daarna komt. Blijf dit doen, om mij nooit te vergeten …   

    07-06-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (1)


    31-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vader, Zoon en heilige Geest - Heilige Drie-eenheid B 2015 - Marc

    Heilige Drie-eenheid B 2015 - Zaterdag 30 en zondag 31 mei 2015

    Eerste lezing: Deuteronomium 4, 32-34.39-40 - 'De Heer is God; er is geen ander'
    EvangelieMattheüs 28, 16-20 - 'Zie, Ik ben met u, alle dagen'

    Het verhaaltje kennen jullie wel: Sint Augustinus wou een boek schrijven over de heilige drievuldigheid. Hij zat te denken aan het strand, maar hij had geen inspiratie. En hij zag een kindje dat een kuil had gegraven, en dat liep met een emmertje naar de zee, vulde dat met zeewater, en kapte dat in zijn kuiltje. En de heilige vroeg, manneke, wat doe je? En de kleine antwoordde: ik giet de zee in mijn putteke. Maar dat kan toch niet, de zee is veel te groot! zei Augustinus. En de kleine antwoordde: ik zal rapper de zee in mijn putteke krijgen, dan gij het mysterie van de drievuldigheid in uw koppeke....

    Het is vandaag Drievuldigheidszondag, en ik vind dat een troostend verhaaltje. Want eerlijk gezegd, van de drievuldigheid snap ik niet veel. Het geloof dat Jezus voorgeleefd heeft, en dat hij ons vraagt om uit te dragen, kan niet moeilijk zijn. En het gaat in het geloof niet zozeer over 'redeneren', over 'begrijpen', over 'theorieën'. 
    Ik zeg nu niet dat we over God niet kunnen nadenken, maar op de eerste plaats, geloof ik, is God iemand die ons ons raakt, die we aanvoelen, die we ervaren. 
    Neen, we zien God niet. Van in de heel oude teksten in de bijbel lezen we dat niemand God kan zien, of hij moet sterven. Hij is te groot, te machtig, te anders.

    Hoe zijn mensen dan beginnen vermoeden dat er een God is? Er is een mooi verhaal in de bijbel over Mozes, die vraagt om God te kunnen zien. Maar God zegt: dat zal niet gaan, niemand kan daar tegen. Maar ik zet je in een rotskloof, en leg mijn hand op jou als ik voorbijkom. En als ik voorbij ben, kun je me langs achter zien. 

    Wat kan dat verhaal betekenen? Misschien dat, als we God  tegenkomen, dat niet op de moment van die ontmoeting door hebben, maar als we erop terugkijken, als we ons herinneren wat we meegemaakt hebben. Is dat ook niet zo met andere hoogtepunten en dieptepunten in ons leven? We zijn heel gelukkig geweest, we hebben iets zaligs – of iets ergs – meegemaakt, er gebeurt iets beslissends. En we beginnen maar echt te beseffen wat er gebeurd is, als het voorbij is en we er naar terugkijken. 

    Het is ook zo gegaan met de leerlingen van Jezus. Als die met hem Palestina afreisden en hem bezig zagen, wisten ze ook niet wat ze zagen. Ze vermoedden wel iets, op hun beste momenten. Pas als hij gestorven was begon hun euro stilletjes te vallen, en dan nog twijfelden ze. Stilaan zijn ze gaan beseffen dat er in Jezus meer zat dan een gewone mens, dat wie contact had met Jesus, ook contact had met God.  
    Misschien is dat de betekenis van die verschijningsverhalen: met de ogen van het geloof zien ze Jezus zoals hij echt is.
    Jezus zoals hij echt is. Hoe moet je dat wonder onder woorden brengen, een ervaring die veel groter is dan wij kunnen bevatten? Wij kunnen niet anders dan gebrekkige woorden spreken. De God waar Jezus over spreekt, we noemen hem Vader, zoals Jezus ons geleerd heeft. Jezus in wie wij God ontmoeten, we noemen hem de Zoon van God, hij brengt ons de schat van zijn Vader, hij de gezondene, de redder. De kracht die het geloof ons geeft, de bezielende aanwezigheid die we voelen, noemen we zijn Geest, zijn heilige Geest.

    God die als een vader leven geeft, Jezus die zo goed als God is, zijn Geest die leeft in ons, zo spreken zijn leerlingen over hun geloof. En dan is het niet zo belangrijk hoe die beelden, die woorden, die ervaringen in mekaar moeten passen. Het gaat niet om de uitleg, het gaat erom dat we ervaren dat we gedragen worden, dat we niet alleen zijn, dat we God af en toe tegenkomen, en dat we dat meestal pas achteraf door hebben.
    Maria wist ook niet wat haar overkwam als ze zwanger werd. En ze had ook niet  door wie dat kind van haar eigenlijk was. Ze was niet bezig met theologische uitleg. Ze vertrouwde erop dat het allemaal ging goed komen: “doe maar wat hij zegt”, staat ergens in het evangelie. Dat is de boodschap vandaag: vertrouwen dat God op verschillende manieren onder ons is, en dat hij ons zal thuisbrengen.

    31-05-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Godden' - Pnksteren B 2015 - ---

    Pinksteren B 2015 - Zaterdag 23 en zondag 24 mei 2015

    Eerste lezing: Handelingen 2, 1-11 - 'Allen werden vervuld van de H. Geest'
    EvangelieJohannes 15, 26-27;16, 12-15 - 'De Geest zal over Mij getuigen'

    Onze vormselviering, werd voorgegaan door vicaris Bart Paepen. 
    Hij had een heel mooie preek bij, die voor zowel de vormelingen, ouders als familie een actie omschreef.
    'Godden', een werkwoord dat niet in het woordenboek staat.


    24-05-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik zal voor je bidden - 7e Paaszondag B 2015 - Gie

    Zevende zondag na Pasen B 2015 - Zaterdag 16 en zondag 17 mei 2015

    Eerste lezing: Eerste brief van Johannes 4, 11-16 - 'Wie in de liefde woont, woont in God'
    EvangelieJohannes 17, 11b-19 - 'Dat zij één mogen zijn zoals wij'

    Het is volop meimaand, Mariamaand. 
    In gedachte hoor ik het mijn grootmoeder zaliger nog zeggen, lang geleden voor ze weer eens naar Lourdes vertrok: “ik zal een kaars aansteken voor ons Lief Vrouwke en voor je bidden”. 
    Mijn grootmoeder – “Mamie” zegden we – ging regelmatig op bedevaart, naar het Onze-Lieve-Vrouwke van ‘t Ruggeveld of naar Scherpenheuvel of Edegem, ook wel eens naar Beauraing of Banneux. Moest ze aan deze kant van de stad gewoond hebben, dan hadden Gaverland, Oostakker en Onze-Lieve-Vrouw ter Duinen vast ook op haar lijstje gestaan. En soms ook een keer naar Lourdes. Met de “mensen van jaren” zoals zij zegde, de gepensioneerden. Om samen te bidden en te zingen, meestal voor een genezing, voor goede examens of iets anders waar materiële hulp weinig bij helpt. 
    En voor ze vertrok zei ze dan: “ik zal een kaars aansteken voor Onze-Lieve-Vrouwke en voor je bidden”. 

    De week voor Pinksteren is, bij wijze van spreken, wat de Goede week is voor Pasen. Tussen Hemelvaart en Pinksteren: het moet voor de apostelen een erg onzekere tijd geweest zijn. Jezus is uit hun blikveld verdwenen. Hij is vertrokken naar de Vader en zijn heilige Geest, de geest van Pinksteren, is nog niet gekomen. 
    Tussen Hemelvaart en Pinksteren: eigenlijk is het ook voor ons een erg moeilijke tijd. Wij gedenken dit weekeind de overledenen van de voorbije maand. Zoals Jezus, zijn deze geliefde mensen teruggekeerd naar de Vader en uit het zicht verdwenen. Ook voor de studerende jeugd is het een moeilijke tijd. Zij staan voor examens. Ook zij kunnen misschien wel wat extra verlichting gebruiken, zij het dan het licht van de paaskaars. 

    In het evangelie vandaag doet Jezus bijna hetzelfde als wat mijn grootmoeder zou doen… Hij bidt voor zijn leerlingen. 
    Ten eerste bidt Hij: “Vader, bewaar de eenheid onder hen die u mij hebt toevertrouwd, opdat ze één mogen zijn zoals wij”. 
    Ten tweede bidt Hij ook: “Ik vraag u niet hen uit de wereld weg te nemen, maar hen te bewaren voor de macht van het kwaad." 
    Jezus vraagt aan de Vader om zijn leerlingen te beschermen en te begeleiden. Om hen geleidelijk los te laten wanneer ze groeien in hun christen zijn.

    Jezus’ vraag aan de Vader telt daarom ook voor ons. Ook wij hebben nood aan begeleiding, om geleidelijk te kunnen groeien tot volwassen christenen. Hij vertrouwt ook ons, zijn vrienden en metgezellen, toe aan de liefdevolle zorg van de Vader.
    Ouders en opvoeders brengen hun beste jaren door in het begeleiden van kinderen in leven en in geloof. Er komt een geleidelijk loslaten wanneer ze groeien in volwassenheid. 

    De tweede bede zou kunnen slaan op de leerlingen en studenten, die vandaag hun examen voorbereiden. Zij zijn een stukje van die wereld, maar het is een wereld die ook in hen leeft. Daarom bidt Jezus voor hen, dat God hen mag bewaren voor het kwaad.
    Hierin is de bede van Jezus enigszins afwijkend van onze bedevaartgewoonten: ieder huisje heeft zijn Mariabeeldje en ieder Onze-Lieve-Vrouwke kreeg van ons zijn eigen ‘specialiteit’. Voor de ene kwaal naar Onze-Lieve-Vrouw van Gaverland, voor een andere naar Onze-Lieve-Vrouw ter Schelde of Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw, voor hopeloze en zware problemen naar Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes of van Beauraing. 

    Bidden en zingen voor een genezing, voor goede examens of iets anders waar geen materiële hulp bij helpt, het kan natuurlijk allemaal. 
    Maar aan een boze wereld, waarin je altijd en overal je fiets goed op slot moet doen, je auto zorgvuldig gesloten moet parkeren, waar je alarminstallaties moet plaatsen, daar helpen even weinig kaarsen als Onze-Lieve Moederen aan, als voor leerlingen die niet studeren. Wat baten kaars of bril als de uil niet zien en wil.

    De eerste bede kan ook, op een andere manier, op ons van toepassing zijn. Bewaar hen in eenheid, bidt Jezus, hoe verschillend ze ook mogen zijn, de Christenen van Linkeroever. Want hoewel ze al meer dan 10 jaar samen parochianen zijn van Sint- Anna- ten- Drieën, voelen zij zich bij momenten nog altijd een beetje méér van Sint-Lucas, van Onze-Lieve-Vrouw ter Schelde of van Sint Anna. Verlos hen van het kwade. Geef eenheid in Uw naam, opdat ze zouden kunnen standhouden in deze wereld. Met het Pinksterfeest in het vooruitzicht, wordt daarvoor dit weekeinde in het bijzonder gebeden. Dat de gaven van Gods Geest allen te beurt mogen vallen. 

    Zoals Jezus moeten we ook bidden voor wie ver van ons leven en wie we onze actieve zorg niet kunnen geven, waarvoor we hooguit een schamele aalmoes kunnen verzamelen. Dat ook zij een veilige plaats vinden in de armen van de Vader. 
    Maar misschien moeten we vooral bidden opdat we “geest”-drift mogen ontvangen, hoe oud of hoe jong we ook zijn: de drift, de drijfkracht van de geest die ons overeind houdt en die op anderen aanstekelijk kan werken.

    17-05-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heb elkander lief - 6e Paaszondag B 2015 - Jan W

    Zesde zondag na Pasen B 2015 - Zaterdag 9 en zondag 10 mei 2015

    Eerste lezing: Handelingen 10, 25-26.34-35.44-48 - 'De gave van de Geest over de heidenen'
    EvangelieJohannes 15, 9-17 - 'Dat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen wordt'

    Lief hebben, de liefde er is zoveel over geschreven en er w veel rond gepraat. Kijk maar naar al de liefdesliedjes, films, series iedereen praat erover en heel ons leven lijkt er op geent te zijn. Maar hoewel we liefde in al zijn vormen geneigd zijn om te zien als het opperste geluk, dat gene wat ons echt gelukkig gaat maken, misschien wat ons echt tot onszelf maakt, kan het iets heel schrikwekkend zijn. We kunnen weglopen van de liefde omdat we niet weten hoe er nog precies mee om te gaan.

    De tijd dat we elkaar leerden kennen op een bal en vervolgens trouwden en voor de rest bij elkaar blijven ligt achter ons. De mensen van vandaag zijn onzekerder geworden. Graag haal ik een gedicht aan van Toon Tellighen die het niet beter kan verwoorden:
       Aan het einde van de dag, als iemand aan komt hollen met de liefde.
       Als je moe bent en onhandig en toevallig net verward in een warnet van angsten,
       wat moet je doen,
       wat moet je met de liefde doen, donzig, schrikachtig die iemand je nog brengt

    Mensen van vandaag willen nog heel graag geloven dat liefde eeuwig durend is, maar hebben ook veel schrik gekregen. We zijn van maandag tot woensdag met Jambo en t vlot naar Averbode geweest voor drie dagen. Met dertig man, 15 gasten en 15 vrijwilligers. Het zijn altijd drie zeer intense dagen, dagen dat onder u vel kruipen. Niet zozeer omdat we moeite hebben om de gasten in toom te houden, of omdat het ons moeite kost om te sfeer er in te houden. Maar juist omdat wij als vrijwilliger, als mens heel direct worden geconfronteerd met de liefde an sich.. 

    Gasten zeggen dat wij in hun leven de enige zijn die oprecht met een oprechte glimlach om hen geven. Dat doet enorm deugd om te horen, maar is tegelijkertijd schrikwekkend. Ik meen hier de definitie van liefde te herkennen, Ongelofelijk deugddoend en nodig en diepmenselijk maar tegelijk heel schrikwekkend, want wat moet ge er mee met de liefde donzig schrikachtig  die iemand u nog brengt. Wij zijn geen vrijwilligers of betaalkracht meer, maar mensen op wie gerekend wordt. 
    Niet om wille van hun expertise of praktische kennis, maar juist omdat ze menselijk zijn, omdat ze hoe weinig ook liefde brengen. Niets mis mee, maar wat als ge de enige persoon zijt in iemand zijn leven die liefde geeft gratuit. En dit in de leefwereld van gasten die zo verschillend is dan de uwen, wat doet ge met die verantwoordelijkheid?

    Het evangelie van vandaag zegt: Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
    Zijn wij vrienden? Kunnen wij vrienden zijn met iemand die uit een totaal andere leefwereld komt? Worden we dan niet meegesleurd in de overlevingsmiserie van de gasten? 

    Persoonlijk denk ik van niet, bij andere vrienden moeien wij ook niet letterlijk in het huishouden van onze vrienden. We nemen de nodige afstand, hier is dat niet anders. De vele verhalen van gasten raken ons, omdat we om hen geven, omdat we het beste voorhebben met hen en opstandig worden omdat ze zo moeten leven. 
    Het raakt ons omdat we ook veel terugkrijgen zoals dat ook zo gewoon is in een vriendschap. En toegegeven het voelt een beetje onwennig die vriendschap, maar het besef is daar dat dat nu net het gene is wat zij en wij juist nodig hebben. Dat het liefhebben de brug is, de overeenkomst tussen twee uiterste werelden. Die brug die ons met ons eigen kleine en grote kanten confronteert, die brug die doet beseffen dat zij dezelfde gevoelens en gedachten hebben dan wij. Eigenlijk dankzij die brug is er geen wij en zij, een ons. 
    Herman zei in een preek een paar weken geleden dat wij allen op zoek zijn en allemaal gevonden willen worden, heb elkander lief
    Amen

    11-05-2015 om 18:14 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    04-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het leven kunnen vieren - 5e Paaszondag B 2015 - Hilda

    Vijfde zondag na Pasen B 2015 - Zaterdag 2 en zondag 3 mei 2015

    Eerste lezing: Handelingen 9, 26-31 - 'Paulus bij de leerlingen te Jeruzalem'
    EvangelieJohannes 15, 1-8 - 'Wie in Mij blijft, draagt veel vrucht'

    Lieve mensen

    De vreugde van Pasen, zet zich voort in de zes weken durende vreugdevolle wittebroodswekentijd tot aan Pinksteren. En tegelijk is het de zesweken durende rouwtijd van Jezus vrienden en geliefden waarin ze de goddelijke Kracht terugvinden om in Jezus’ spoor de weg van het leven verder te zetten! 

    De bijbel symboliseert het zo mooi in zijn verhalen, beginnend met het twijfelverhaal van Thomas die niet direct kan geloven dat Jezus verder leeft bij zijn vrienden… 
    Dan hebben we de ‘Ik ben…’ verhalen waarin we symbolisch de elementen aangereikt krijgen om tot een christelijke gemeenschap te groeien… 
    Om in de verdere verhalen te lezen hoe ons de hulp van de Geest wordt beloofd om na het Hemelvaart verhaal samen uit te groeien tot een begeesterde christelijke gemeenschap… !

    We horen geregeld hoe Jezus zich voorstelt als “ik ben…”, vorige week sprak Jezus tot ons als: ‘Ik ben de goede Herder. En hoe Hij als goede Herder zich toonde als een warme, bekommerde, genegen Man. Hoe hij zich toonde als Iemand die niet anders wil, dan dat ieder die Hij ontmoet, ‘goed door het leven kan gaan’.
     
    In die ‘Ik ben…’ verhalen kunnen we die gestorven Jezus terug zien als onze inspiratiebron, onze spirituele bron, meer zelfs, een ultiem gegeven om met Jezus contact te houden en om er als christen van te leven…
    Hij geeft zichzelf eigenlijk aan, om niet bij de pakken te blijven zitten. Om Hem als een heel belangrijke schakel te zien voor onze mensenketting, voor onze christelijke mensenketting! 
    Met Hem als  verbindingsfiguur werden we stilaan die christelijke gemeenschap hier op L.O.. 
    Want net zoals wij kijken naar de kinderen die door hun ouders gebracht worden naar ‘de zondagschool voor de moslim gemeenschap’, en zoals wij kijken naar de mensen die op zondag naar de evangelische kerk gaan, zo ook kijken al die mensen naar ons! Naar ons die elke zondag na het klokken luiden, naar deze kerk stappen en er binnengaan als christenen.

    Het verhaal van de wijnstok en zijn ranken zegt, hoe je niet zomaar in je eentje christen kunt zijn.
    Dat kon Jezus zelf ook niet. Het eerste wat Hij deed toen Hij zijn prediking begon, was een aantal leerlingen rond zich verzamelen, want alleen … nee, dat gaat niet, toen niet en nu niet. 

    Jezus zegt ook: ‘. Wie in Mij blijft terwijl Ik blijf in hem, draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets, houdt ge het niet lang vol….’ Hij zegt hiermee om het wat gemakkelijker uit te drukken, ‘houdt contact met Mij…’

    Voor velen onder ons wordt dat contact vooral in het dagelijks gebed als een onafscheidelijk contact gezien en aangevoeld… 
    Anderen hebben voldoende aan de wekelijkse vieringen. 
    Nog anderen hebben voldoende aan enkele belangrijke hoogtepunten in het jaar en in het leven. 
    Kijken we naar de onze eerste communiekantjes, hun ouders en familie.
    Ze zijn er! En vooral de kinderen leerden intens ‘Jezus’ kennen via de vele verhalen die ze van hun juf, meester of thuis hoorden! Ze willen iets van Jezus in hun opvoeding doorgeven. Ontmoeten ze hier mensen waarmee ze contact willen houden? Hoe houden we dat samen christen-zijn vast? Hoe blijven we verbonden met elkaar?

    Kijken we naar ‘Jambo’, een groep van kwetsbare mensen die aan de rand van onze parochie leven. Die zich ook aan de rand van het leven voelen en voor heel veel gesloten deuren staan. Vanavond hebben zij een gebedsviering in de H.Hartkerk in ’t hartje van de stad, om morgen samen naar ‘Averbode’ te trekken. Samen onder de vleugels van enkele geëngageerde  christenen die hun lot aantrekken. Samen op stap, samen aan tafel, samen rond een kampvuur in gesprek… Vooral, enkele dagen niet alleen! 
    Mogen ervaren wat het is verbonden te zijn met anderen… eens een ander sap door hun lichaam voelen stromen, zo proberen een weg zoeken, om het vol te houden in het leven…

    Kijken we naar een uitvaart waarbij we in onze kerk betrokken zijn. Hoe sterk spreekt hier het contact? Meer nog, hoe sterk spreekt hier de verbondenheid. Hoe sterk spreekt hier de Wijnstok als ankerpunt om ons gedragen te weten. Hoe sterk voelen we, spijts de dood, het leven doorheen onszelf stromen door de goede warme, bekommerde contacten die we in die dagen met elkaar mogen beleven?

    Dat contact hebben met de mensen, was zo belangrijk voor Jezus! Geen mens wou Hij laten vallen, iedereen die hij ontmoette wou Hij hartverwarmend en zorgzaam nabij zijn…nooit zou Hij iemand zomaar wegsturen, zomaar afwijzen…

    Spreekt het verhaal over verdorde takken snoeien en verbranden in het vuur, dan gaat het wel over het werk dat we ieder met onszelf hebben. Dan gaat het over ons ongeduld, over onze onverschilligheid soms…
    Dan gaat het vooral over onze zorg voor elke druif opdat die ten volle zou kunnen groeien. Dan gaat het over elk sprankeltje hoop dat we door onze zorg aan elkaar kunnen geven…

    Jezus, ook al is hij gestorven, als wijnstok wil Hij verder leven onder ons. Wil Hij ons doorvoeden met zijn leven, opdat we samen een ongelooflijke gemeenschap opbouwen waar het goed is om leven…

    Wat hoop ik dat we nog vele keren, bij een goei fleske wijn, het leven kunnen vieren. En dat we het zó hoopvol uithouden, minstens tot aan Pinksteren. 

    04-05-2015 om 17:49 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herders zijn overal - 4e Paaszondag B 2015 - Fred

    Vierde zondag na Pasen B 2015 - Zaterdag 25 en zondag 26 april 2015

    Eerste lezing: Eerste brief van Johannes 3, 1-2 - 'Wij zullen God zien zoals Hij is'
    EvangelieJohannes 10, 11-18 - 'De goede herder geeft zijn leven'

    De herdertjes lagen bij nachte. Zij lagen bij nacht in het veld. Zij hielden getrouwe de wachte. Zij hadden hun schaapjes geteld. Wees gerust, ik heb mij niet vergist in de tijd van het jaar en ik heb ook niet per ongeluk een verkeerde preek uit mijn archief gehaald. Ik weet dat we in de paastijd zitten en niet meer in de kersttijd. Maar het evangelie van vandaag deed mij heel sterk denken aan dat overbekend Vlaams kerstlied.

    Want het gaat weer eens over de goede herder. Weer eens, want het gaat er wel vaker over in de bijbel. Misschien waren herders en vissers wel de meest bekende beroepen uit die tijd. Geen wonder dat Jezus in parabels vaak teruggrijpt naar herders. En allicht geen toeval dat zij ook de eersten waren die bij de geboorte van Jezus het kind te zien kregen.
    Twee typische kenmerken van herders worden genoemd in het liedje waarmee ik begon. Zij hielden getrouwe de wachte. Herders houden de wacht bij hun kudde, herders zijn waakzaam. Herders laten hun aandacht niet verslappen, zij  blijven geconcentreerd en op hun hoede. Want er kunnen wolven zijn en rovers. Gevaar kan van alle kanten dreigen voor hun kudde.

    En het tweede zinnetje dat opvalt: zij hadden hun schaapjes geteld. Herders tellen hun schaapjes, want voor hen is elk individueel schaapje even belangrijk. Huurlingen tellen hun schaapjes niet, zegt Jezus. Voor hen is het verlies van één schaapje op de honderd geen ramp. Er blijven er nog genoeg over, 99%. Economisch gezien stelt dat verlies nauwelijks iets voor. De herder redeneert anders. Hij telt zijn schapen, hij wil er geen enkel kwijt. Hij kent ze ook allemaal bij naam, en zij kennen hem.
    Herders zijn natuurlijk niet alleen wat dat betreft. Voor ouders en grootouders telt elk kind of kleinkind in dezelfde mate mee. Er mag er geen benadeeld of verwaarloosd worden, er kan er zelfs geen op de tweede of derde plaats komen. Als leerkrachten een reis of een uitstap maken met hun klas, gaan ze ook bij elke stopplaats of elke vertrekplaats hun leerlingen tellen. Leiders van een jeugdbeweging hebben ook geregeld hun telmomenten. 

    En ook in ziekenhuizen bijvoorbeeld tracht men elke patiënt de aandacht te geven die hij of zij verdient. En iedereen met de nodige en gelijkwaardige zorg te omringen. En ook in een woon- en zorgcentrum en in andere verzorgingshuizen doen vele mensen hun best om iedereen in gelijke mate te laten meetellen en te laten meedelen in zorg en aandacht.    
    En dat is niet alleen omdat die mensen alle bewoners van dat huis of alle leden van die jeugdbeweging of alle leerlingen van die klas even belangrijk vinden, maar ook omdat zij een verantwoordelijkheid hebben te dragen. Een herder is bekommerd om zijn schapen, is verantwoordelijk voor hen. Hij leidt ze in de goede richting, hij zorgt ervoor dat ze niet verloren lopen en hij brengt ze veilig thuis. Wat dat betreft zijn er ook nu, in onze tijd, vele mensen die herder zijn voor anderen, voor vele anderen.
    Het is vandaag ook roepingenzondag. Nu is roeping voor de meesten van ons een ietwat ouderwets woord, dat veel van zijn inhoud heeft verloren. We worden niet meer zo geboeid door het idee dat God op een wat magische manier mensen roept om hun leven helemaal aan Hem te wijden. 

    Maar toch is de kerk op zoek naar herders. Pastores in het Latijn. In de letterlijke betekenis zijn dat inderdaad pastoors, of priesters, mensen die gewijd zijn en officieel een functie hebben in de kerk. Of twee functies of drie of vier. Waardoor het voor hen alsmaar moeilijker wordt om al hun taken te vervullen. Zeker als ze ook aandacht willen schenken aan die schapen die uit de kudde zijn weggelopen of zich er niet meer thuis voelen.
    Maar roepingenzondag richt zich tot veel meer mensen. Eigenlijk tot iedereen die  bereid is om schaapjes te tellen. Niet alleen omdat hij niet kan slapen, want daar helpt schaapjes tellen ook voor, naar het schijnt. Maar omdat hij geen schaap wil zien verdwalen of verloren gaan. En daar misschien van wakker ligt. Roepingenzondag richt zich tot iedereen die schapen wil leiden en richting wil geven. Tot iedereen die zich bekommerd voelt om anderen. 
    Tot iedereen die bereid is een of andere vorm van verantwoordelijkheid op zich te nemen. In onze parochie wordt er sinds de start van de Verrekijker, zowat een jaar geleden,  intensief gewerkt in diverse platformen. Die platformen zitten eigenlijk in zekere zin vol met herders.

    Gisteren zijn onze vormelingen op stap geweest van Gaverland naar Linkeroever. Ze hebben samen de viering bijgewoond in de Lucaskerk en zijn bij elkaar gebleven tot ’s avonds laat voor hun afsluitdag met de ultieme catechese op weg naar hun vormsel. Een paar herders hebben hen begeleid op die tocht en op het hele voorbereidingsjaar. 
    Ook  voor die jonge mensen, die weldra gevormd worden, is het vandaag roepingenzondag. Er gaan er allicht niet veel echt priester worden. Maar ze zijn wel op weg naar hun volwassenheid en worden opgeroepen tot verantwoordelijkheid. Misschien kunnen wij sommigen van hen, die we kennen of leren kennen, wat helpen en begeleiden op hun tocht. Als goede herders …   

    26-04-2015 om 09:48 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    19-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Visserslatijn - 3e Paaszondag B 2015 - Gie

    Derde zondag na Pasen B 2015 - Zaterdag 18 en zondag 19 april 2015

    Eerste lezing: Handelingen 3, 13-15.17-19 - 'De Messias zou sterven'
    EvangelieLucas 24, 35-48 - 'Zo moet Christus lijden en verrijzen'

    Al heeft Hij ons verlaten … Hij laat ons nooit alleen 
    Het is een sterk verhaal dat we vandaag bij Lucas horen. 
    Een verhaal dat eigenlijk al begon op paasdagmorgen met de vrouwen die op stap gingen en het graf leeg vonden. Daarna kwamen de leerlingen terug van Emmaüs, met het verhaal dat ze de Heer hadden gezien en dat Hij met hen het brood gebroken had. En nu staat Hij daar in hun midden en zegt: “Vrede zij u”, wees toch niet bang. 
    Een sterk verhaal dat eeuwenlang altijd opnieuw werd verder verteld.
    Zou het echt zo gebeurd zijn, of werd het verhaal bij iedere vertelling beetje bij beetje aangedikt? Gaat het, met andere woorden, om visserslatijn? 

    Lucas was een volgeling van Paulus. We weten dus zeker dat hij niet bij de eerste generatie apostelen was. Toch vertelt hij het verhaal alsof hij er zelf bij was. Hij vertelt het voor nieuwe volgelingen, zoals wij. 
    Maar is het sterk genoeg om ook ons over de streep te trekken? Is het overtuigend genoeg om ook ons te overtuigen dat het hier werkelijk over de verrezen Heer gaat? 
    Is het daarom dat hij er nog een schepje bovenop doet en Jezus voor hun ogen een stuk geroosterde vis laat opeten? 
    Wordt het nu geen onmogelijk, geen ongelooflijk verhaal?
    Neen en ja. 

    Als je praat met mensen die iemand verloren hebben die ze echt lief hadden, dan duiken er steeds weer verhalen op. Verschillende van hen zullen getuigen hoe zij hem of haar nog tegenkwamen, in vele kleine dingen van elke dag. Zij zullen vertellen hoe zij hun verloren partner herkennen in hun kinderen (een glimlach, een houding, een manier van spreken). Hoe elk voorwerp, elke kamer in huis herinneringen oproept. Een briefje, gevonden in een schuif. 
    De gewoonte om op een bepaalde manier de tafel te dekken of eten te koken. Niet zonder reden noemen we vertrouwde gerechten “klaargemaakt op grootmoeders wijze”. 

    Het gaat dus niet om een echt onmogelijk verhaal. Het gaat wel om een ongewone, niet alledaagse situatie. Het is niet zo dat deze mensen het gevoel hebben dat hun geliefde weer iedere dag met hen aan tafel zit. 
    Ook bij de leerlingen van Jezus gaat dat “herkennen” niet van de ene dag op de andere. Het gebeurt het niet doorlopend, maar slechts af en toe, op goede momenten, als zij er klaar en gevoelig voor zijn. Het gaat als het ware in vlagen: soms is Hij er, soms is Hij er niet. 
    Lucas laat Jezus letterlijk zeggen: “dit zijn mijn woorden die ik sprak toen Ik nog bij u was”. 
    Hij is er dus wel, maar op een andere, nieuwe manier. Hij is er als zij zich woorden herinneren die Hij tot hen sprak toen Hij nog bij hen was. Jezus gaat voor hen weer leven als hun geest toegankelijk is om het te begrijpen. 

    En terwijl de leerlingen zich Jezus herinneren, brengen zij ook gaandeweg zijn woorden en daden in praktijk. Zij gaan met elkaar om als Jezus. Zij handelen, leven, breken en delen alles “op Jezus’ wijze”. Zij worden als kleine Jezussen voor elkaar. 
    Dat blijkt ook uit de preek van Petrus in de eerste lezing, over hoe de leerlingen gaan getuigen over de Heer die uit de doden is opgestaan.
    Het is opvallend hoe de leerlingen Jezus herkennen als gekruisigde, aan zijn verwondingen. Jezus komt niet terug zoals Hij vertrokken is. Hij komt terug zoals voetballers na het winnen van de beker of zoals een renner na het behalen van de zege. Hij komt terug, stralend, maar met de sporen van zijn overwinning in de hand, letterlijk. 

    De ‘nieuwe’ Jezus is niet dezelfde als voor zijn lijden en dood. Zo zijn de leerlingen die over Hem getuigen ook niet meer hetzelfde.  
    Om Jezus met zijn leerlingen te vergelijken, gebruikt Paulus in een van zijn brieven aan de Corinthiërs het beeld van een Graankorrel en de aar die daar uit groeit. Joannes gebruikt elders het beeld van de Wijnstok en de ranken die daar uit groeien. 
    Ieder beeld, iedere vergelijking vertelt hetzelfde, op een andere manier. Het groeit eruit voort, maar toch is het totaal anders. 
    Als wij, 40- 50 generaties later, Jezus’ verhaal verder vertellen, dat wij verder van Hem getuigen, dan mag dat ook op een andere, eigentijdse manier zijn. Belangrijk is dat zijn beeld herkenbaar blijft. Dat het laat zien dat Hij het écht is, en dat Hij aanwezig is als een Levende.

    Wanneer wordt Jezus voor ons levend, “van vlees en bloed”? Als Hij meer is dan alleen een naam die wij op zondag een paar keer uitspreken in de kerk. Als Hij meer mag zijn dan kinderlijke fantasie, herinnering en verloren illusies. Als Hij adem krijgt, eten en drinken wordt. Als Hij erbij is wanneer je samen aan tafel gaat. Als Hij een eind met je meegaat, wanneer je op weg bent. 
    Jezus komt ook in ons midden als wij de weg gaan die Lucas aangeeft: 
    • Als wij eensgezind samen zijn, “in de vrede van de Heer”. Daarom beginnen wij iedere viering met een vergevingsmoment. 
    • Als wij Jezus opnieuw leren kennen uit alles wat er over Hem in de schrift staat, te beginnen bij Mozes en de profeten. Daarom lezen wij iedere keer opnieuw een stukje uit het Oude Testament en een stukje uit het Evangelie. 
    • Als wij, zoals Jezus ons voordeed op de Laatste Avond, samen danken en delen aan elkaar, dan “leeft” Hij midden onder ons. 
    • Als wij samen vrede bouwen, niet enkel met woorden maar ook met daden. 
    Waar mensen samen vrede bouwen, daar is de Heer (in) hun midden. 
    Waar mensen samen bidden, danken, breken en delen, daar “gebeurt” Jezus. 
    Waar mensen de schrift lezen en doorvertellen, daar “leeft” Jezus. Daar, in de confrontatie met het Evangelie, wordt Jezus het “vleesgeworden woord”, een raadsman en tochtgenoot die met ons mee op weg gaat. 

    Zo wordt Jezus, ook in ons midden, gaandeweg tastbaar en levend. Geloven is dan veel meer dan een vredevolle droom. Geloven is eten en drinken. Geloven is kijken, betasten en beluisteren. Geloven is leven met de Levende. Geloven gebeurt gaandeweg, gaande-de-weg.
    Amen. 

    19-04-2015 om 08:48 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tasten naar Geloof - 2e Paaszondag B 2015 - Jan VN

    Tweede zondag na Pasen B 2015 - Zaterdag 11 en zondag 12 april 2015

    Eerste lezing: Eerste brief van Johannes 5, 1-6  - 'Geloven dat Jezus de Verrezene is'
    EvangelieJohannes 20, 19-31 - 'Acht dagen later kwam Jezus'

    Ik denk echt dat ze bang waren, de leerlingen.  
    Waren ze bang van de Joodse leiders?  

    Ze hebben gezien wat er met Jezus gebeurd is. Of waren ze bang voor hun eigen lafheid? 
    Eigenlijk waren ze gaan lopen in de Hof van Olijven. Alleen Maria Magdalena en de vrouwen kwamen naar het graf.  Toch blijkt hun angst niet nodig.  Het eerste wat Jezus zegt en hen toewenst is „Vrede“.

    Wij noemen Thomas “de ongelovige”. Maar deze ongelovige legt wel de sterkste geloofsbelijdenis af die we in de bijbel vinden. 
    Nergens in het Johannesevangelie wordt Jezus God genoemd. Behalve door onze ongelovige. “Mijn Heer en mijn God… “ zegt hij. Hij wou de wonden van Jezus zien, dat is positief en eigenlijk te begrijpen. Verrijzenisgeloof is niet gemakkelijk. Ook niet voor ons.

    Kunnen we de verrijzenis van Jezus zo maar voor waar aannemen? Twijfels zijn in dit geval toch wel normaal? Wanneer je in onze tijd mensen aanspreekt over de verrijzenis, dan krijg je toch meestal niet meer dan een schouderophalen of een meelijdend lachje van onbegrip als antwoord.

    Zelfs voor ons, die toch aan het verrijzenisgeloof vasthouden, valt het echt niet gemakkelijk om ons voor te stellen wat we nu eigenlijk geloven. Daarom zijn er velen die zich daar in het openbaar niet meer over willen uitspreken.

    In het licht van de wetenschap en van al onze kennis en ervaring, die steeds weer steunen op bewijzen, lijkt die verrijzenis voor ons en voor velen meer op “wishfull thinking”. Gelukkig is er onze ongelovige Thomas.  Hij toont ons dat het verrijzenisgeloof niet enkel een probleem is van onze tijd.

    Toon Hermans schreef ooit eens:
    Sterven doe je niet ineens,
    Maar af en toe een beetje.
     
    Verrijzen, opstaan uit de dood
     doe je niet ineens
     maar af en toe een beetje…’

    Kijk maar naar Jezus.. 
    Wij zeggen dat Hij verrezen is en uit de dood is opgestaan. 

    Maken we het ons niet wat gemakkelijker als we geloven dat hij, in zijn leven, verschillende keren is opgestaan?

    - Zo STOND HIJ OP in de synagoge van zijn geboortedorp Nazareth, om voor te lezen uit de Schrift – dat grandioze visioen over het goede nieuws dat aan de armen wordt gebracht. Uit hoeveel weerstand, weerstand tegen het riskante bestaan van een profeet is Hij toen niet opgestaan? 
    - Zo STOND HIJ OP uit de slaap, daar in die boot, om de storm op het meer te bedaren. Uit hoeveel vermoeidheid en teleurstelling om hun ongeloof is Hij toen niet overeind gekomen?
    - Zo STOND HIJ OP van tafel, om Zijn leerlingen de voeten te wassen. Uit hoeveel verzet tegen die moeilijke rol van knecht en dienaar van allen is Hij toen niet losgekomen? 
    - Zo STOND HIJ OP uit zijn gebed in de Hof van Olijven. Of beter: Zijn gebed deed Hem toen opstaan. Al biddend kwam Hij zijn angst voor de dood te boven. 
    - Hij STOND OP, staat er iedere keer. Met het paas-werkwoord. “verrijzen” Hij, de Levende, de Opstandige – Hij was eigenlijk heel zijn leven op Zijn paasbest. 

    Verrijzenis is in het leven, vóór de dood. Is uitbreken uit macht die mensen klein houdt. Recht komen uit de dood die ons dagdagelijks bekruipt. Telkens opnieuw en onvoorwaardelijk kiezen voor het leven.  

    En Griet Op de Beeck schrijft in DeMorgen van paaszaterdag:
    ‘Ik wil ze bedanken en eren. Al de doorbijters. De koppigaards. De durvers. De moedigen. De believers. De stemverheffers. De actie-ondernemers. De van-antwoord-dieners. De voor-hun-overtuiging-opkomers. De verder-kijkers-dan-het-eigenbelang. 
    Dat zijn diegenen die opstaan, die opstaan in het leven, misschien wel zoals Jezus het deed.

    Zelfs al zijn er momenten waarop alles in vraag wordt gesteld en op losse schroeven komt te staan. We zijn niet altijd even sterk, in ons doen en laten, in ons geloven… 

    Heel je leven heb je geloofd en je geloofsbelijdenis uitgesproken. 
    En dan plotseling krijg je bericht dat je ongeneeslijk ziek bent, dat een geliefd iemand sterft, of dat door eigen mislukking alle zekerheden verdwijnen en je ganse Godsvertrouwen onderuit wordt geveegd:   Heer, wij weten niet waarheen wij moeten gaan. Ik zie de weg niet meer, we snakken naar het Licht.
    In een dergelijke situatie spreekt Thomas dan de woorden uit van het Evangelie van vandaag.
    Na de catastrofe van het kruis, als hij de eerste stemmen over Jezus’ verrijzenis hoort, spreekt hij de woorden uit die we allemaal kennen:  “Alleen als ik de wonden van de nagels in zijn handen zie, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.”  

    Niet voor niets legt Thomas de vinger op de wonde.       
    Probeer je die te verbergen, dan zou het geloof vlak en oppervlakkig zijn. Want het zijn juist de wonden die het ons  zo moeilijk maken – al die kwetsuren, het onrecht, ziekten, mislukking, het lege graf. 
    Thomas wordt vandaag een beetje onze vriend. Niet alleen omdat we in hem zoveel van ons zelf herkennen.               
    Maar bovenal omdat we door hem gevoelig worden voor een liefdevolle aanwezigheid, die we soms God of Vader of Heer
    of Jezus noemen
    Verrijzen, opstaan uit de dood
    doe je niet ineens
    maar af en toe een beetje…’

    met wat ideeën van Frank Theere en Geert Dedecker

    12-04-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hij gaat voor ons uit - Pasen B 2014 - Herman

    Pasen B 2015 - Zaterdag 4 en zondag 5 april 2015

    Eerste lezing: Jesaja 50, 4-7 - 'We hebben met Hem gegeten'
    EvangelieMarcus 16, 1 - 8 - 'Verrijzenis van Jezus'

    HIJ GAAT VOOR ONS UIT

    Je bent deze kerk binnengekomen in het duister. En misschien voelde je jezelf er niet zo goed bij. Je hebt misschien je been gestoten tegen een bank, gestruikeld over je voeten, je hebt misschien niet gezien naast wie je ging zitten (en toen het licht aanging misschien wel verschoten). Misschien was je zelfs een beetje slecht gezind: ‘Die pastoor of dat parochieteam met zijn ideeën altijd...’ Ik zal het eerlijk zeggen: dat is allemaal zo bedoeld! 
    Duisternis... Wellicht hebt u het wel eens meegemaakt: ‘s nachts verdwalen in een bos bij een nachtdropping op kamp, een elektriciteitspanne op een herfstige avond , in een mistige winternacht de weg niet meer terug kunnen vinden... 

    De duisternis van de paasnacht, die we daarstraks aan den lijve hebben ondervonden, symboliseert onze situatie, de toestand van de mensheid, overgeleverd aan geweld en onderdrukking, aan lijden en dood. Wie kan ons verlossen uit onze onmacht en verslagenheid? Zelf kunnen we het niet... 
    Maar de duisternis – dat verkondigt ons deze paasnacht – heeft niet het laatste woord. Met één simpel vlammetje wordt haar macht doorbroken... het licht van de brandende paaskaars die wordt binnengedragen, verdrijft de duisternis. Wat is dat toch een wonder dat één zo’n klein kwetsbaar vlammetje in staat is om werkelijk een hele ruimte te verlichten! Wat is het bijzonder dat dit licht niet afneemt als ervan gedeeld wordt.

    We hoorden het ook in de mooie getuigenissen die mochten klinken bij het begin van deze viering. Alle vier blijven ze niet zitten bij het donker en de leegte, maar gaan ze op zoek naar plaatsen en mensen waarin ze kracht vinden: familie, vrienden, engagement, relaties, ... Samen gaat het beter. Als we elkaar kunnen dragen, kunnen we het duister wel aan. Met een groepje van vier was die nachtdropping toch plezant en een nacht om nooit te vergeten. 
    Als de elektriciteit uitvalt, steken we kaarsen aan en halen nog eens dat ouderwetse ‘Mens, erger je niet?’ boven. En het is verdorie veel plezanter dan die onnozele TV of computer. Je hebt spijt wanneer het licht terug aan gaat. 

    Nog een woord over het evangelie dat klonk, waarin ons de verrijzenis van Jezus wordt verkondigd. We hebben het deze nacht gehoord uit het oudste evangelie, dat volgens Marcus. 
    Het is eigenlijk een uiterst merkwaardig verhaal en het eindigt bijna bizar: met die geschrokken, wegvluchtende vrouwen. Ontsteld zijn ze, van hun stuk gebracht. Vertelt dat misschien iets over het ongelooflijke: een leeg graf, de Heer die is opgestaan, opgestaan uit de dood?

    ‘Op de eerste dag van de week gaan de vrouwen heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf.’  Dat staat er niet voor niets: ‘op de eerste dag van de week.’ Daarin resoneert mee wat God deed op die eerste dag... Déze dag is de eerste dag van de nieuwe schepping. 
    Elke week vieren wij christenen deze dag: de dag van de verrijzenis, de dag van de Heer, de zondag, de dag van de zon. Ja, dat staat ook in dit verhaal: dat ze in alle vroegte, vlak na zonsopgang, naar het graf gingen. Allemaal tijdsaanduidingen, maar aanduidingen van een nieuwe tijd, een nieuw begin, nieuw leven. 

    De  vrouwen gaan naar het graf en vinden het, blijkbaar tegen hun verwachting in, leeg. In het graf zien ze een in het wit geklede jongeman zitten, van wie ze vreselijk schrikken. ‘Wees niet bang’, is het eerste wat hij tegen hen zegt. Hoe vaak had Jezus dat ook niet tegen mensen gezegd: dat ze niet bang moesten zijn...? ‘U zoekt Jezus’, vervolgt hij, ‘Hij is niet hier. Hij is opgewekt uit de dood. Hij gaat jullie voor naar Galilea.’ Naar Galilea. Daar kwamen ze vandaan, daar waren ze thuis. Jezus gaat ons voor daar waar wij thuis zijn, de plek waar wij wonen en werken. Hij gaat ons voor, voor ons uit. Hij wijst ons de weg door voor ons uit te lopen.

    En wij? 
    Wat doen wij? 
    Volgen wij Hem? 
    Gaan wij achter Hem aan...? Hij ziet vandaag naar ons om. Hij kijkt naar ons om... of wij wel volgen... 

    met dank aan Ko Joosse

    05-04-2015 om 08:47 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doorheen de twijfel steunpunt worden - Palmzondag B 2015 - Marc

    Palmzondag B 2015 - Zaterdag 28 en zondag 29 maart 2015

    Eerste lezing: Jesaja 50, 4-7 - 'De dienaar van de Heer'
    EvangelieMarcus 14, 1 - 15, 47 - 'Passieverhaal'

    Het lijdensverhaal spreekt voor zichzelf. Ik zal dan ook kort zijn. Ik wil even teruggaan naar de intocht in Jeruzalem. Jezus wordt triomfantelijk ontvangen in dezelfde straten, waardoor hij volgende vrijdag als een hond zal doorgejaagd worden. 

    Volgens de traditie wordt hij met palmtakken geëerd, en straks gaan wij naar huis met ons takje. Voor velen is dat een teken van bijgeloof. Maar dat denk ik niet. Het is een zegepalm, de palm van de overwinning. Want geloven wij niet dat deze week, de goede week, een tocht is naar de overwinning van het leven op de dood? 

    De massa die daar stond te wuiven, wist niet wat ze deed. Hun onwetendheid wordt gruwelijk zichtbaar enkele dagen later. Dan geven ze Jezus geen zegekrans meer, maar een doornenkroon. Schijnbaar wordt de zachtmoedigheid dan verpletterd, de zachtmoedige mens die op een ezelsjong de stad was binnengekomen. 
    De massa aanvaardde hem niet. Die was vlug in hem teleurgesteld, en loopt achter de sterken, de heersers, de geweldenaars aan. Ze weten niet wat ze doen.

    Ik moet deze dagen dikwijls denken aan die man in Tunis, die zijn vrouw verloor bij die aanslag en zelf zwaar gekwetst werd. Hij zei bijna woordelijk Jezus na: de moordenaars wisten niet wat ze deden. In hem leefde een goedheid die zich door het leed dat hem werd aangedaan niet liet meesleuren om te haten. Zo volgen wij de weg van Jezus. Alleen gelovige zachtmoedigheid kan het kwaad overwinnen, alleen de weg van Jezus kan ons voorbij de dood naar het leven leiden. 

    Het takje dat we mee naar huis nemen, is de zegepalm waarmee we Jezus feestelijk ontvangen als hij  binnenkomt in ons leven. De koning van de zachtmoedigheid willen we volgen, hij is ons steunpunt. In al onze angstige twijfel geloven we dat zijn goedheid sterker zal zijn dan het ergste dat ons kan overkomen. 

    29-03-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verstaan met je hart - 5e vastenzondag B 2015 - Gie

    Vijfde zondag in de veertigdagentijd B 2015 - Zaterdag 21 en zondag 22 maart 2015

    Eerste lezing: Jeremia 31, 31-34 - 'Ik zal een nieuw verbond sluiten'
    EvangelieJohannes 12, 20-33 - 'Als de graankorrel in de aarde sterft'

    Onze eerste communicanten komen dit weekeind te weten hoe brood wordt gemaakt. Dat we er bloem en gist en water voor nodig hebben. Dat we het moeten kneden en geduldig laten rijzen en daarna bakken. 
    Wij steken vandaag iets op van wat aan bloem en brood vooraf gaat. Het evangelie van Johannes hangt ons een prachtig beeld op over de graankorrel die in de aarde valt en sterft, maar die daarna veel vruchten draagt.
     
    Op de letter beschouwd, is dit geen exacte plantkunde. 
    Een dode graankorrel rot gewoon weg en brengt helemaal niets voor. Eigenlijk wordt bedoelt dat het graan gaat kiemen. Uiteraard blijft daarbij van de originele graankorrel weinig of niets over. 
    Er is iets merkwaardigs aan de hand met dat kiemende graan, iets spectaculairs zelfs. Onder invloed van vocht en warmte, explodeert het vitaminegehalte. Onderzoekers vandaag ontdekten dat ontkiemde granen en peulvruchten meer vitamine C bevatten dan bessen. In sommige kiemen zit zes keer zoveel vitamine C als in sinaasappelsap. Tijdens het kiemproces stijgt het gehalte van sommige B vitaminen met honderden procenten. Bij testen met haver bijvoorbeeld nam het gehalte aan vitamine B6 tijdens het kiemen toe met 500 % en vitamine B2 zelfs met 1300 %. Over vruchtbaarheid gesproken … 

    Maar we wijken af. 
    Johannes gebruikt dit mooie beeld om ons iets heel anders duidelijk te maken. 
    Het verhaal speelt zich af kort na Jezus’ intrede in Jerusalem. Enkele Griekse pelgrims willen die Koning op zijn ezel eens van dichtbij zien. 
    “Het moment is gekomen”, zegt Jezus, “het uur van de waarheid”. 
    Met de gelijkenis over de graankorrel legt Jezus uit hoe zwaar het is, om de consequenties van zijn keuze te volgen. Dit is een moeilijk moment, een crisismoment. 
    De woorden die Johannes gebruikt zijn, niet zonder reden, dezelfde die de andere drie evangelisten gebruiken in de hof van olijven, aan het begin van het lijdensverhaal: “Nu ben Ik doodsbang. Vader, laat dit ogenblik aan mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben Ik juist gekomen… Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader”. 
    Toen klonk er een stem uit de hemel: “Ik heb mijn grootheid getoond en Ik zal mijn grootheid weer tonen”. 
    De mensen die daar stonden en dit hoorden, zeiden: “Een donderslag!” Maar er waren er ook die zeiden dat het een engel was die tegen hem gesproken had. 

    Er staan wel meer voorbeelden in de Bijbel waarbij er een stem uit de hemel klinkt, om een belangrijke boodschap te verkondigen. Zoals bij het doopsel van Jezus in de Jordaan of bij de verheerlijking op de berg Tabor. Het vreemde eraan is dat blijkbaar niet iedereen die stem hoort of verstaat. Wie het moet horen, verstaat wat er gezegd wordt, de anderen horen alleen maar gedonder.
    Een goeie verstaander heeft maar een half woord, misschien helemaal geen woorden nodig. 
    Het is vergelijkbaar met wat Jeremia ons wil duidelijk maken in de eerste lezing. “Ik zal met mijn volk een nieuw verbond sluiten”, Ik zal met hen een nieuwe afspraak maken. “Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven”. 
    Zij moeten de wet, de spelregels, niet van buiten leren, zij moeten ze uit hun hoofd kennen. Zoals ze in het Engels zeggen: “by heart”. Zolang het een wet blijft van woorden en lettertjes, werkt hij niet. 

    “Die stem heeft niet voor Mij gesproken, maar voor jullie”, zei Jezus. Heb je ze verstaan, of klonk het jullie als gedonder in de oren? 
    Als je mijn vraag begrepen hebt, dan zal je verstaan dat Ik niet alleen jullie handen en ogen, maar vooral jullie hart nodig heb om het kwade, de heerser van deze wereld, uit te bannen. 

    Als de ander je hulp, je raad, je ondersteuning nodig heeft, dan is het belangrijk dat je niet alleen met je ogen kijkt, met je oren luistert, maar ook je hart opent. Want als je alleen met je ogen kijkt en met je oren luistert, dan bestaat de kans dat je dingen over het hoofd ziet. Maar als je met je hart kijkt, dan zal je zien en voelen wat de ander nodig heeft. 
    Wie zijn leven liefheeft, verliest het. Maar wie zijn leven aan een ander verliest, behoudt het voor het eeuwige leven. 
    “Wie mij dient, moet mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden”. 
    Ga niet dood, wees vooral kiemkrachtig. 
    Amen. 

    22-03-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kleine en haalbare dromen - 4e vastenzondag B 2015 - Jan W

    Vierde zondag in de veertigdagentijd B 2015 - Zaterdag 14 en zondag 15 maart 2015

    Eerste lezing: Het tweede boek Kronieken 36, 14-16.19-23 - 'Ballingschap en bevrijding van het volk'
    EvangelieJohannes 3, 14-21 - 'De Mensenzoon, omhoog geheven'

    Deze lezing van vandaag gaat over Johannes die aanspoort om het goede toe doen door in Jezus te geloven.
    Iedereen weet dat hij het goede moet doen, MAAR hoelang horen we dat al (50, 60, 2000 jaar)
    We krijgen dan visioenen van het eeuwig leven voorgeschoteld, beelden van een hemelrijk, Soms zelfs een tweede Bethlehem met Maria en engelen. we kennen ze allemaal
    Maar in het dagelijks leven, tijdens het schillen van de aardappelen, de dagelijkse zorgen, ritten van en naar het werk, in hoeverre zijn we daar dan mee bezig, Hoe vaak denken we dan aan het eeuwige leven en hoe vaak komt dan het beeld van zo'n hemelrijk op ons netvlies? Eerlijk?

    Wanneer heb je nog voor het laatst hardop gedroomd. En niet over een betere wereld, dat is zo megalomaan. Zo groots, niet te bevatten eigenlijk en dat het weinig uitnodigt tot concreet handelen.  Het is ergens makkelijk om te denken: “Moest ik eerste minister zijn, dan zou ik de wereld nog al eens kunnen veranderen.”

    Laten we het eens klein houden voor een keer, wat was uw laatste hoopvolle droom voor en over de mensen die ge graag ziet? Wat was uw laatste droom waarvan ge dacht: “dat maakt mij nu eens gelukkig.” Een droom, idee dat makkelijk haalbaar is, maar toch een klein duwtje nodig om het waar te maken, dat kleine duwtje nodig heeft dat ons over de grens duwt. Wat doet ge dan met die droom, maakt ge plannen?  
    Gaat ge ervoor? 
    Maakt ge ze waar? 
    Wat belet u om ze waar te maken,  
    Wat belet u dan op dat moment om het goede te doen?

    We hoeven bij het denken van het goede doen, niet persé enkel en alleen naar de andere kant van de wereld te kijken, Naar een noodlijdend land waar we de situatie toch niet zomaar kunnen veranderen. of naar armoede hier in België dat ver van ons ligt, hoewel het het een steenworp van ons verwijdert ligt.
    Het goede doen heeft iets  te maken met geluk en dus ook met ons eigen geluk dat beleefd word samen met de andere, de gene die we graag zien.
    Ja, het begint bij ons zelf, helaas een waarheid als een koe. En dat is veel ingewikkelder en complexer dan na te denken over grote problemen die ver van ons liggen.

    Het is geen vlot thema “Het goede doen”. Het is haast hetzelfde zeggen als: “Wat is dat dan?”

    Bestaat er een vaste definitie van het goede? Een geijkte versie waar we steeds naartoe kunnen voor als we beginnen twijfelen.
    Helaas niet nee, het goede is niet te vatten in een aantal regels waar we als brave mens steeds naar terug kunnen grijpen. Wat in de ene situatie als OK wordt bevonden is dat totaal niet in een andere. 
    Het is een voortdurend wikken en wegen, voortdurend zoeken en overleggen en daar zit dan juist de moeilijkheid in. Het goede ontstaat door er over te denken, te praten, door te rade te gaan bij andere mensen en plots door iets bijna niet te verklaren, waardoor we zelf over die grens stappen. Het goede ontstaat door in verbinding te staan. 
    “God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om te oordelen, maar om te redden,” zegt het evangelie van vandaag.
    Noch Jezus, Noch God oordeelt, veroordeelt, wij dus ook niet. Uit de meningen van elkaar, de dromen en ideeën, door te praten met elkaar, te overleggen, ontstaat wat wij het goede zouden noemen. Het is de context, de situatie en de consensus, niet onbelangrijk, die dan bepaalt wat precies dat goede is.

    We zitten midden in de vastentijd, traditioneel gekenmerkt door boetedoening. Hedendaags ingevuld door de 40 dagen zonder vlees acties, de veertig dagen zonder suiker acties. Of de veertig dagen alle dagen sporten en geen frisdranken waar ik al in zijn volheid in gefaald ben.
    Daarom dacht ik: “Zou het eens niet leuk zijn om in deze vastenperiode, naast wat vasten of spiritueel vasten, ook eens na te denken over de kleine en haalbare dromen en ze ook effectief uit te voeren voor de mensen die we belangrijk vinden.
    Want: wie de waarheid en dus het goede doet, gaat naar het licht, opdat van zijn daden moge blijken dat zij in God zijn gedaan.' 

    15-03-2015 om 08:54 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tien woorden, om ons te richten - 3e vastenzondag B 2015 - Marc

    Derde zondag in de veertigdagentijd B 2014 - Zaterdag 7 en zondag 8 maart 2015

    Eerste lezing: Exodus 20, 1-17 - 'De wet, door Mozes gegeven'
    EvangelieJohannes 2, 13-25 - 'In drie dagen zal Ik de tempel doen herrijzen'

    Een persoon waar ik veel sympathie voor heb, is heer Bommel. Een van zijn geliefde uitspraken is: “Een eenvoudige doch voedzame maaltijd”. En ook: “Geld speelt geen rol voor een heer”. 

    Zou heer Bommel écht bestaan? 
    Als dat het geval zou zijn, zou hij zich in deze tijd niet thuis voelen. Want geld speelt een hoofdrol. En is dat zo niet altijd geweest? In elk geval was ook in de tijd van Jezus was geld zo machtig, dat het zelfs de heiligste plaatsen kon innemen. 
    Ik zou vandaag willen nadenken over die eerste regels uit ons evangelie, over dat stormachtig optreden van Jezus. Het verhaal wordt in de vier evangelies verteld, en dat zegt dat het belang had voor de eerste christenen, die de verhalen over Jezus verzameld hebben en opgeschreven. Het zou me kunnen helpen om te antwoorden op de vraag: “Hoe gaat een leerling van Jezus om met geld?” 

    Om daar een antwoord op te vinden, moeten we heel het evangelie in ons achterhoofd houden. En ik denk dat we daaruit kunnen leren dat Jezus met geldzaken ontspannen omging. Hij hield van een feestje, hij had ook rijke vrienden, hij zegt nergens dat geld slecht zou zijn. En als Maria Magdalena veel geld uitgegeven had aan reukwerk voor Jezus, had hij daar geen bezwaar tegen. Geld hebben en geld uitgeven is niet slecht, we kunnen dus met een gerust geweten straks met de schaal rondgaan.

    Nu denk ik dat het evangelie daarnaast duidelijk maakt dat geld ook niet belangrijk is, en het mag dat ook niet worden. Jezus kon er afstand van doen, hij leefde sober, hij had geen steen om zijn hoofd op te leggen. Hoe minder we ons zorgen maken over geld, hoe meer kans we hebben om in het spoor van Jezus te gaan. Dan kijken we niet voortdurend naar onze bankrekening, maar richten we ons op wat wel belangrijk is: een goed mens te worden, in zijn geest. Onder andere daarom is een campagne als Broederlijk Delen helemaal op zijn plaats in de veertigdagentijd. Als geld niet belangrijk is, dan kunnen we vrijgevig zijn, ons bezit loslaten om er goed mee te doen.
    Maar geld kan ook een struikelblok en een gevaar worden.  Dan gebeuren er ongelukken. Dan wordt dat geld belangrijker dan mensen. Voor geld wordt over lijken gegaan. Voor winst worden mensen behandeld als vee, als koopwaar, als machines. Met geld heeft Judas zich laten omkopen. 

    Waar dat gebeurt, wordt het geld een god: het geld bepaalt hoe we moeten leven, richt ons gedrag, wordt het hoogste gebod. Maar de tien geboden wijzen in de andere richting. Waar het geld heerst, is er geen plaats voor de God van het evangelie, de vader voor wie alle mensen evenveel waard zijn. Hij kijkt niet naar de portemonnee maar naar het hart. 

    Daarom wordt Jezus zo kwaad. De tempel, waar God aanwezig en bereikbaar zou moeten zijn voor iedereen, op de eerste plaats voor de minstens onder de mensen, is een markt geworden. Op de markt geldt de wet van de sterkste: die bepaalt de prijs, de waarde, van alle goed, ook van een mens. En waar geld de plaats van God inneemt, worden de zwakken het slachtoffer.
    Daarom, denk ik, zijn leerlingen van Jezus in onze wereld nodig. Om tegen de stroom in te roeien. Om  duidelijk te maken dat geld niet het belangrijkste is. Als wij in ons eigen leven, en als onze kerk in haar instellingen en in haar gedrag, die houding in praktijk zouden brengen, dan zouden we gist in de deeg zijn: ervoor zorgen dat deze aarde voedzaam wordt voor iedereen, niet alleen voor wie genoeg geld heeft om de rijke tafel voor zich alleen te kopen.

    Dit weekend komen onze vormelingen naar de kerk voor hun belofteviering. Gaan ze later nog veel naar de kerk komen? Ik hoop vooral dat ze dat zouden kunnen meenemen van hun catechese: belangrijk is niet bezit, maar een goede, gulle mens te worden, in het spoor van Jezus. Dan zullen ze op hun manier er mee voor zorgen dat er minder plaats voor de markt, en meer plaats voor God. Daar zullen alle mensen beter van worden. En God zal zien dat dat goed is.

    08-03-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rotsvast vertrouwen - 2e vastenzondag B 2015 - Fred

    Tweede zondag in de veertigdagentijd B 2015 - Zaterdag 28 februari en zondag 1 maart 2015

    Eerste lezing: Genesis 22, 1-2.9a.10-13, 15-18 - 'Het offer van Abraham'
    EvangelieMarcus 9, 2-10 - 'Dit is mijn Zoon, de Welbeminde'

    In de twee lezingen van vandaag bevinden we ons op een berg. Nu kan een berg heel wat verschillende emoties of reacties oproepen. Er zijn mensen die graag bergen beklimmen. Op vakantie, voor de sport, voor de kick, de uitdaging. Anderen zien er tegenop, vinden het uitputtend of vermoeiend. Of ze zijn niet goed te been en geraken zelfs niet boven. Als het parcours van de Ronde van Frankrijk wordt bekend gemaakt, wrijven de getalenteerde klimmers zich in de handen als er veel zware bergritten in voorkomen. 
    Maar de spurters of de helpers, de knechten, vragen zich vertwijfeld af hoe ze die vijf of zes cols op één dag in ‘s hemelsnaam moeten boven geraken. 

    De twee verhalen die we zonet hoorden zijn ook heel verschillend. In de eerste lezing beklimt Abraham de berg met zijn zoon Isaak. God heeft hem tot het uiterste op de proef gesteld. Hij moet zijn zoon offeren. Het lijkt afschuwelijk wreed, maar God wil blijkbaar alleen testen hoever de offerbereidheid van Abraham reikt. Boven op de berg houdt Hij hem tegen, want de God van Abraham wil geen kinderoffers. Ook niet van Abraham zijn welbeminde zoon.

    In het evangelie is de berg het decor van een verheerlijking van Jezus. De welbekende gedaanteverandering, in het bijzijn van Mozes en Elia. Zij verwijzen naar de wet en de profeten. En we horen opnieuw de stem die we bij de doop van Jezus hoorden. De stem uit de wolk die zegt: “Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem.”

    Abraham moest uiteindelijk zijn geliefde zoon niet offeren op de berg waar hij zozeer werd op de proef gesteld. En God verheerlijkte zijn geliefde Zoon in het bijzijn van Mozes en Elia en de drie leerlingen op een andere berg. Maar later zou Hij Hem toch ook de berg Golgotha laten beklimmen, waar Hij zichzelf zou offeren. Bergen spelen heel uiteenlopende rollen ook in de Bijbel.

    De gedaanteverwisseling op de berg die wij meestal de berg Tabor noemen, is voor de leerlingen van Jezus een topervaring. Het maakt op hen zo een diepe indruk dat ze geen woorden kunnen bedenken om het uit te drukken. Jezus verbiedt hen ook om er iets over te vertellen. De tijd is er nog niet rijp voor, ze gaan pas later ten volle begrijpen wat ze op die berg hebben ervaren of meegemaakt. Maar er is ook wellicht nog een andere reden.

    Want Jezus gaat ook niet in op hun vraag of voorstel om op de berg drie hutten te bouwen, één voor Jezus, één voor Mozes en één voor Elia. Want de topervaring die ze hebben beleefd, kunnen ze niet vasthouden. In een flits hebben ze de verheerlijking van Jezus gezien, maar nu moeten ze weer naar beneden. Terug naar het echte leven, waar hun dagelijkse taken hen wachten. 

    Ook Abraham moest de berg weer af. Ook voor hem en voor zijn zoon Isaak gaat het leven verder. Zij zijn een uitzonderlijk zware crisis te boven gekomen, zoals de leerlingen in een opperste euforie hebben geleefd. Maar tussen die ultieme hoogten en laagten speelt het leven zich af. We hebben het allemaal al ondervonden. Soms hebben we een heel fijne, heel toffe dag met een groepje mensen. En dan zeggen we: dat moeten we nog eens terugdoen. Maar vaak valt het dan tegen. Hoogten en laagten kunnen we niet kunstmatig weer overdoen.

    Ik behoor sinds enkele jaren bij een groepje mensen die wel eens komen helpen bij uitvaarten in de kerk. En vaak is daar iemand van de familie of vriendenkring die nog eens een persoonlijk getuigenis uitspreekt over de overledene. Wat mij opvalt is dat het dan haast nooit gaat over de absolute hoogtepunten of dieptepunten uit dat leven. Nee, men haalt herinneringen op aan heel gewone dingen, men spreekt over gewoonten die de mens typeren. Men verheerlijkt geen heldendaden, men heeft het over een mens die in alle stilte en eenvoud zijn werk deed, met anderen omging, iemand die in heel veel kleine dingen groot en  waardevol was.

    De geschiedenis wordt trouwens niet zozeer geschreven door wereldleiders of machthebbers,  maar door gewone mensen, mensen die elke dag trouw hun rol spelen en hun taak vervullen. Een maatschappij, een vereniging, een parochie houdt niet vooral stand door enkele leiders, een paar mensen die het goed kunnen uitleggen, maar wel door de stille, eenvoudige inzet van zovele mensen die, vaak ongemerkt, levensnoodzakelijk werk verzetten. 

    Onze vriend Marco uit Peru verlangt van ons ook geen heldendaden, geen revolutie die zijn land overhoop zet. Marco is  boer en wil dat blijven. Als wij hem daarin steunen, er mee voor opkomen dat zijn land niet wordt vervuild door mijnbouw, dat hij over zuiver land en water kan blijven beschikken, dan kunnen wij ook voor Marco misschien iets betekenen.

    Onze kinderen die zich voorbereiden op de eerste communie gaan zo dadelijk/ morgen/straks met ons komen meevieren. Ook zij zijn niet op zoek naar heldendaden, wij moeten voor hen geen berg beklimmen. Zij verwachten geen grote woorden, geen ingewikkelde of moeilijke theorieën. Zij zetten kleine stapjes in hun jonge leven, kleine stapjes ook in hun groei om christen te worden. 
    Als wij hen af en toe bij de hand houden, hen aanmoedigen en een beetje de weg wijzen, hebben we al heel wat bereikt. We moeten hen niet dwingen de berg te beklimmen. Ze zullen de berg wel leren kennen die bij hen past. En, laten we er maar op vertrouwen, met een beetje hulp van ons geraken ze wel boven …   

    01-03-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Door Iemand gedragen - 1e vastenzondag B 2015 - Hilda

    Eerste zondag in de veertigdagentijd B 2015 - Zaterdag 21 en zondag 22 februari 2015

    Eerste lezing: Genesis 9, 8-15 - 'Het verbond met Noach'
    EvangelieMarcus 1, 12-15 - 'Veertig dagen in de woestijn'

    Lieve mensen
    We zijn inderdaad aan de vasten begonnen!
    Bijbels gezien spreken we nooit van ‘de vasten’, wel hier en daar over ‘het vasten’! Maar over onze kerkelijke vasten rept men in de bijbel geen woord!.
    Omwille van de bijzondere ’40-dagentijd’ die regelmatig voorkomt in de bijbel, en ‘de oproep’ die in die bijzonder sterke tijden dan gedaan wordt, kiest ook de kerk meer voor dit woordgebruik. 

    Op deze eerste zondag van, onze 40-dagentijd, zijn het elementen van de natuur die tot onze verbeelding spreken. Zoals “de zondvloed die Noach overleefde en de woestijn waarin Jezus, na zijn doop in de Jordaan, thuis is bij de wilde dieren”.  

    We weten hoe vele eeuwen voor Christus de mensen in de natuurverschijnselen, tekenen van de goden gezien hebben.
    Maar de bijbel wijst elke vergoddelijking van de natuur af! De schepping herbergt geen geheimzinnige, goddelijke krachten, waaraan de mens in een blind noodloot wordt onderworpen. 
    Het verhaal van de zondvloed staat in het eerste boek, het boek Genesis, van de bijbel. Dit boek is 1en al opkomen voor de eerbied en de zorg voor de schepping! 
    Ook omwille van dit weten installeerden we in onze parochie het platform ‘Ecodroom’! 
    De regenboog is een kosmisch gebeuren, een heelal gebeuren, met het fundamenteel religieus gevoel van geborgenheid: ‘het besef er te mogen zijn’. Het zich ‘gedragen weten’ door Iemand die het goede wil voor allen. De regenboog wil een brug zijn tussen hemel en aarde, een teken van Gods onvoorwaardelijk Ja-woord aan zijn schepping!

    We lezen ook ‘dat er zich nooit meer een vloed zal voordoen die de aarde zal vernielen’! Vandaag hoor ik hierin dat het de diepste wens van Noach en zijn volk, was, dat het nooit meer zou gebeuren. En tegelijk hoor ik ook de oproep die aan Noach gedaan wordt om op te staan. Ik hoor hoe Noach, oproept om geen dieren- en plantenrassen uit te roeien door eigen consumptie. Ik hoor de roep van Iemand, van God, die met Zijn schepping alleen maar de mens ten dienst wil zijn. We kennen toch de Tsunami in Zuidoost Azië, die omwille van de 10e verjaardag, op 26 december, over gans de wereld herdacht werd.
    En de aardbeving in Haïti die, na 5 jaar, op 12 januari herdacht werd.
    Vieringen werden georganiseerd waarin overlevenden ‘zich gedragen weten’ door alle hulpverleners, door enkele vooraanstaanden die hun medeleven nog steeds betuigen en echte verbeteringen trachten aan te brengen.
    Vieringen waarin overlevenden ‘elkaar dragen’ doorheen de moeilijke heropbouw van hun leven…

    We zagen deze week nog in het Tv-programma, “Iedereen beroemd”, hoe een schooldirecteur in Haïti, zijn nieuw schooltje toonde. Het kon heropgebouwd worden met ingezamelde gelden over heel de wereld. En we zagen hoe een jongetje, waarvan heel zijn gezin in de aardbeving omkwam, opgenomen werd in een nieuw gezin met zes kinderen. We zagen hoe gelukkig de Papa was om deze jongen nieuwe levenskansen te bieden, en vooral geborgenheid om het leven terug aan te kunnen… 

    Is het niet zó dat God zijn verbond met ons onderhoudt?! Hoe kunnen wij er zelf gestalte aan geven?
    Met deze vraag worden we geconfronteerd tijdens onze jaarlijkse 40-daagse ‘woestijntijd’.

    Jezus trekt de woestijn in! De plaats waar Zijn volk, 40 jaren verbleef zoekend naar het beloofde land! Hij maakt de beweging omgekeerd! Zopas gedoopt in de Jordaan trekt Hij zich even terug uit het beloofde land van melk en honing waarin Hij opgroeide…Het werd een tijd van inkeer, een plek en een tijd waarin een beslissende levenskeuze moest worden gemaakt. 
    Spijts het desolate gevoel dat je in een woestijn kunt hebben, werd het ook een tijd en een plek waar Hij zich mocht gedragen weten door Zijn Vader. 
    Jezus, die zich geroepen wist als Noach in zijn tijd, bereidt er zich voor, op Zijn Messiaanse taak. De taak die erin bestaat om Gods verbond, dat Hij reeds sloot in het verhaal van Noach, met de mensen opnieuw gestalte te geven. En wij? Hoe kunnen wij dat?

    Hoorde jullie ook de oproep van Alain Remue? De voorzitter van de cel vermiste personen? Hoorde je zijn oproep om “meer zorg te dragen voor elkaar?”
    Hoorde je hoe moeilijk het is om de ware boodschap van de vraag, over te brengen?  
    “Zorg dragen voor elkaar!” Veel meer dan een sms’je, een telefoontje. Het begint veel vroeger! Wanneer zeg ik halt aan wat ik zie gebeuren? Wanneer durf ik zeggen: ‘stop, en nu geen pint meer’! Hoeveel aandacht heb ik voor de signalen, soms vage, soms duidelijke, die anderen uitsturen? 
    Wanneer loop ik een eindje mee op iemands pad, breng ik iemand naar huis omdat ik wat ongerust ben? Wanneer mag iemand zich echt gedragen weten door mij? Hoe kunnen wij die toegezegde verbondenheid, dat gevoel van “zich gedragen weten” van Godswege waarmaken? 

    Broederlijk delen roept op om mee te vechten voor zuiver en voldoende water voor Boeren als Marco die in hongernood komen door de opwarming van de aarde en door het ontginnen van de goudmijnen in Peru! Boeren die zich gedragen mogen weten door enkele NGO’s, door westerlingen die wakker liggen van de vernietiging van de aarde, in onze consumptiemaatschappij…
    Het probleem is groot en complex. We mogen de bocht niet te kort nemen. We kunnen ons wel grondig toeleggen op het probleem om er van hieruit toch ons steentje aan bij te dragen…

    En dan worden we vandaag extra opgeroepen voor de noden in onze eigen grootstad! Het is onze ‘mazenzondag’! In al zijn bezorgdheid is Marc fier wanneer hij onze bijdrage mag afgeven! Enkele mensen kunnen zich een beetje gedragen weten door ons. Wij die iets van ons genoeg meegeven. 

    Ja lieve mensen, we horen in de lezingen hoe altijd opnieuw van Godswege “medeleven, geborgenheid en goedheid” wordt toegezegd! Ook vandaag is het niet anders. 
    Dat we ‘geborgenheid en ons gedragen voelen’, mogen ervaren en dat we het ook met grote zorgzaamheid aan anderen geven, dat wens ik ons zelfs meer dan 40-dagen lang.
    Bronnen: Paul Kevers en Kerugma

    22-02-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik wil me wel eens bezinnen - 6e zondag B 2015 - Jan

    Zesde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 14 en zondag 15 februari 2015

    Eerste lezing: Leviticus 13, 1-2.45-46 - 'Wie een huidziekte heeft, moet buiten het kamp blijven'
    EvangelieMarcus 1, 40-45 - 'De melaatsheid verdween en hij was gereinigd'

    Misschien hebben we er nooit aan gedacht, maar voor de vier evangelisten is het duidelijk dat Jezus de situatie niet zomaar aanvaardt. 
    Voor Hem is de norm niet zoals die voorgeschreven wordt, maar wel zoals het zou moeten zijn. Dat komt heel sterk tot uiting in het evangelie van vandaag. Een evangelie dat direct samenhangt met de eerste lezing.

    Daarin maken we kennis met de strenge wet van Mozes in verband met melaatsen: ze moeten zich kenbaar maken door in gescheurde kleren en met loshangend haren rond te lopen, ze moeten roepen dat ze onrein zijn, en ze moeten buiten de gemeenschap leven.
    De wet schrijft voor dat melaatsen moeten uitgestoten worden, en ze mogen niet in de nabijheid van anderen komen.

    En bij die wet legt Jezus zich niet neer. Neen, hij zegt “Dit moet veranderd worden.”  Dat is precies wat Jezus in het evangelie van vandaag in zijn eentje doet: 
    Hij jaagt de melaatse niet weg, integendeel, Hij raakt hem zelfs aan - wat Hij helemaal niet mag – en nog meer:  ondanks het verbod nadert onze melaatse Jezus, en hij zegt: ‘Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.’ 
    En met die woorden toont hij aan dat hij echt gelooft dat Jezus hem kan helpen. Jezus is daar eigenlijk door gepakt zodat Hij hem inderdaad helpt. 

    En dank zij dit vertrouwen geneest Hij de man, en schenkt Hij hem nieuw leven.
    En zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wij zelf staan in dit verhaal. Is ons geloof  ook zo sterk, en zijn onze woorden even sterk en vol vertrouwen als die van de melaatse?
    Wat we ons bij dat verhaal zeker ook moeten afvragen, is in hoever we ons aan Jezus spiegelen. Staan ook wij kritisch tegenover een wet die geen of weinig kansen geeft aan mensen in nood?                                                                                                            
    Maar onze maatschappij heeft nog altijd veel uitgestotenen.  We hoeven daarom niet noodzakelijk te denken aan Ebola of melaatsen.        

    Ieder van ons kent wel een verstoteling, met wie hij geen contact meer  heeft.   Ieder land, elke stad, elke buurt hebben verstotelingen, hebben hun spiritueel Molokaï, waarin ze mensen als “afgeschreven” isoleren.   

    Ik denk daarbij aan de vele verslaafden met wie we liefst geen contact hebben, aan de psychisch of fysiek gestoorden, aan de mensen die financieel gefaald hebben, aan de ouders van wie de kinderen een stommiteit begaan hebben. 

    In een aantal families is er zo een zwart schaap, wordt meestal gemeden en leeft dikwijls geïsoleerd.

    Zo gemakkelijk verdenken wij daarbij al die mensen van schuld, nalatigheid of minstens van zwakheid, onbekwaamheid of onevenwichtigheid.  Lees maar de krant, volg het journaal, luister naar het geroddel in je omgeving of familie.

    Misschien heb je zelf ook het akelige gevoel dat je door je uiterlijk, door je onvermogen, door je afkomst geïsoleerd bent, vereenzaamd, door velen gemeden, levend op een soort Molokaï.

    En toch kunnen we er iets aan doen…
    Zorg dat je eerst met je zelf in het reine komt, zorg dat je zelf goed in je vel zit, straal dit uit naar anderen, laat zien dat er een wil is om anderen te helpen, en dat je vooral genezende woorden kunt uitspreken… en op een dag zullen, ongemerkt en onbewust,  zullen mensen genezen door alleen al jouw aanwezigheid en door jouw woorden, door jouw goedheid te ervaren.
    Dat moeten we onthouden voor vandaag.  Daar kunnen we iets aan doen.
    Vandaag zijn hier veel mensen aanwezig die iemand verloren hebben de voorbije weken.  Vandaag zijn hier veel mensen die graag een hand voelen op hun schouder van iemand die hen steunt.  Vandaag zouden al deze mensen onze hand moeten voelen. 
    Het evangelie van vandaag eindigt anders zeer menselijk.
    “Zorg er voor dat ge aan niemand iets zegt” vraagt Jezus na zijn wonderbare aanraking.
    En wat doet de man?  Hij begint zijn verhaal in het openbaar te vertellen met als gevolg dat Jezus niet meer openlijk in de stad kan komen.
    Waar heb ik dit nog gezien?

    “He, kom eens hier…ik moet u iets vertellen, maar hou het onder ons, aan u kan ik dit wel vertellen…niet verder vertellen….”  Herkenbaar?
    Hoe moeilijk is dit?  Je weet iets, je wil het wel voort vertellen.  Men ziet het aan uw gezicht dat ge iets meer weet…en dan kunnen we dikwijls niet zwijgen.  Het kan zo gewichtig zijn, we genieten van de spanning.  Maar we beschamen wel het vertrouwen van iemand die iets aan ons heeft toevertrouwd.
    Ja vrienden, we zijn dikwijls niet beter dan de uitgestotene die naar Jezus kwam.
    Ons verhaal eindigt dat Jezus naar buiten ging en hij liep naar een eenzame plek om daar te bidden
    Hij trok zich terug om bij God en bij zichzelf te zijn. Hij wilde alleen zijn.
    Dat zouden wij ook eens meer moeten doen…

    Misschien zouden we dat vandaag kunnen vertalen, kunnen aanvullen met: “Ik wil me wel eens bezinnen, mediteren, nadenken”  een reflectie inlassen of tot jezelf en tot rust komen...
    En als je dit gedaan hebt, dan ben je misschien klaar om anderen te genezen.
    Met een beetje hulp van Gabriel Buyse en Romain Debbaut

    15-02-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het hoopvolle hart - 5e zondag B 2015 - Marc
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vijfde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 7 en zondag 8 februari 2015

    Eerste lezing: Job 7, 1-4.6-7 - 'Mijn leven is een ademtocht'
    EvangelieMarcus 1, 29-39 - 'Vele zieken genas Hij'

    Het leven is een kinderhemdje…. kort en vuil. Is het dat niet wat Job zegt? Geslagen door de miserie, alles kwijt, tot en met zijn kinderen, ziek, uitgelachen, zijn leven is letterlijk en figuurlijk een mesthoop. En hij wordt heel kwaad op God, vertelt het verhaal. Hij roept: ‘Waarom!?’ En hij begrijpt er niets van, ook als God op het einde van het verhaal in de bijbel iets van zich laat horen.

    Job is geen fantasie. 
    Hoeveel mensen maken niet hetzelfde mee? Hoeveel mensen treuren niet gebroken op de mesthoop van hun leven? Hoeveel mensen roepen vandaag niet: ‘Waarom!?’ - als ze nog stem hebben…
    Gelukkig, af en toe kan er hoop opflakkeren. dan proberen mensen recht te staan, gaan ze op zoek naar verlossing uit hun miserie, zoeken ze de redder waarover ze zoveel horen. Dat lezen we vandaag in het evangelie: uit heel dat stadje komt men naar dat huis waar Jezus was. Over hem werd verteld dat hij mensen kon genezen, dat hij ze kan bevrijden van hun boze demonen, van al wat hen kwelt. Hij was een goed mens, hij maakte mensen beter, hij bracht ze troost. Het stadje, waarin het verhaal vandaag zich afspeelt, heet dan ook: ‘dorp van de troost’, dat is de betekenis van de naam ‘Kafar-nahum’. 

    Maar er staan een paar rare dingen in het verhaal. Jezus, zo wordt verteld, geneest er wel ‘velen’, maar niet allemaal. En ineens is hij weg, de eenzaamheid in. En als zijn leerlingen zeggen: ‘ze zoeken u allemaal’, zegt hij: ‘we gaan verder’…..
    Het evangelie wil dus helemaal niet beloven dat wie Jezus volgt, van al zijn miserie verlost zal zijn. Hij is een goed mens, hij helpt mensen opstaan, letterlijk en figuurlijk, hij zal er wel genezen hebben, een slimme mens als hij. 
    Maar lijden en ziekte en eenzaamheid bleven in de wereld. En als we het hele verhaal van Jezus kennen, dan weten we dat het kwaad ook hem ingehaald heeft. Dat hij, nog veel eenzamer dan Job, geslagen en kapot, uitgeroepen heeft: ‘God, waarom!? Waarom hebt Gij mij verlaten?’ 

    Waarom wordt er dan nog over hem verteld? Omdat hij toch vele mensen hoop heeft gebracht. Omdat hij zijn geloof in hun hart heeft geplant, dat die schijnbaar verre God, die onmachtig lijkt en niets doet, toch sterker is dan kwaad en dood. Omdat hij de tekens heeft leren zien in deze wereld, die wijzen naar de verlossing, naar de betere toekomst, naar het onverwoestbaar goede dat ons beloofd is. 
    En zijn leerlingen hebben stilaan die tekens begrepen, ze hebben geleerd hoe ze met de ogen van het geloof naar hem moesten kijken, en dan hebben ze ingezien: ‘maar hij is niet weg, hij kan niet weg zijn! Hij leeft onder ons, dat zegt ons hart, zijn Vader houdt hem in het leven en zal ons allen in leven houden.’

    Die tekens zien wij ook. We lezen ze in zijn verhaal, en ze lichten op in elke hand die een ander mens recht helpt, als hij hulpeloos en teneergeslagen is. Die tekens verschijnen in de aandacht die we geven, het luisteren, de glimlach, die een mens kan hoop geven. Die tekens tonen zich in al het goede waartoe mensen in staat zijn, in naastenliefde, in wetenschap, in vooruitgang die geluk brengt. 
    En die tekens horen we in de stilte, als we tot inkeer proberen te komen, ja, in de stilte die Jezus opzocht, om te bidden, om te kunnen luisteren naar de stem van zijn Vader, diep in ons, die ons de toekomst belooft.

    Het evangelie roept ons elke keer op om in die hoop Jezus te volgen: om ook onze hand uit te steken, om oog te hebben voor wie neerligt, om de stilte op te zoeken en te luisteren, en ja, om ook ons kruis op te nemen zoals hij. Als hij ons kan raken zoals hij zijn leerlingen geraakt heeft, dan zullen we geloven dat wij, zoals de schoonmoeder van Petrus, ooit zullen opstaan uit het kwaad, uit wat ons verdrukt, uit de duisternis die ons bedreigt. 
    Hij kan de demon van de wanhoop uit ons verdrijven.

    08-02-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lichtmisviering - 4e zondag B 2015 - Herman

    Vierde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 31 januari en zondag 1 februari 2015

    Eerste lezing: Deuteronomium 18, 15-20 - 'Ik zal een profeet doen opstaan Ps 95'
    EvangelieMarcus 1, 21-28 - 'Hij onderwees hen met gezag'


    06-02-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vraagje in één-twee-drie - 3e zondag B 2015 - Gie

    Derde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 24 en zondag 25 januari 2015
    Damiaanzondag

    Eerste lezing: Jona 3, 1-5.10 - 'De boeteprediking van Jona'
    EvangelieMarcus 1, 14-20 - 'Ik maak u tot vissers van mensen'

    “Komen eten!” of “Wil je met mij trouwen?”, tweemaal een vraag, een uitnodiging, een roeping. 
    Maar niet aan iedere vraag zijn dezelfde consequenties verbonden. Niet komen eten, kan hooguit maken dat ik straks met mijn honger blijf zitten. Maar met iemand trouwen, dat doe je niet in één-twee-drie.

    Vorige week al kregen we in de lezingen een paar roeping-verhalen. En ook vandaag gaan de beide lezingen, hoe verschillend ook, over mensen die geroepen worden: Jona, die door de Heer wordt gevraagd om de inwoners van Nineve te gaan waarschuwen en Jezus, die aan Simon en Andreas, Jacobus en Joannes vraagt om met Hem mee te gaan. 

    Wat is het belangrijkste bij zo’n vraag, bij zo’n opdracht, zo’n roeping? Het lijkt er wel op dat, hoe minder dwingend de uitnodiging lijkt, hoe strenger de consequenties ervan naderhand zijn. 
    Serieuze zaken vraag je niet in één-twee-drie!

    Neem nu Jona. Hij wordt als profeet naar Nineve gestuurd. Een beetje tegen wil en dank, want er is daar werk te doen, er zijn mensen in gevaar. Ingaan op die vraag, die opdracht eigenlijk, is veel meer dan een vrijblijvend ‘ja’ zeggen. Dat weet Jona maar al te goed, want hij heeft er al een verblijf in de walvis opzitten. 

    De vraag van Jezus klinkt veel minder dwingend, eerder uitnodigend: “Kom achter Mij aan en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken”. 
    Die vraag is zo eenvoudig. En van de consequenties worden we ons pas veel later bewust. 
    Zoals veel mensen die “ja” zeggen op de vraag “Wil je met mij trouwen?”, pas later beseffen dat daar véél méér bij komt kijken. Ook de leerlingen van Jezus beseften pas een hele tijd later wat Jezus eigenlijk bedoelde. 
    Serieuze zaken vraag je niet in één-twee-drie! 

    Of misschien juist wél?
    Denk aan dat gesprek tussen Jezus en Petrus, ergens onderweg, toen ze al een hele tijd samen optrokken. Jezus vraagt hem: "Petrus, je houdt toch van me?” "Natuurlijk", antwoordt Petrus, bijna terloops.
    Een eindje later vraagt Jezus opnieuw: "Je meent het toch, Petrus?"
    Waarom zo aandringen, dacht die. "Dat weet u toch wel beter", zei hij.
    En na weer een tijdje, voor een derde keer: "Hou je echt van mij, Petrus?"
    Die werd verdrietig. Het schoot hem in de keel. Het raakte hem tot in het merg. Hij kon alleen nog maar “ja” knikken. "Dan vertrouw ik ze jou allemaal toe", zei Jezus, "Hen daar, en allen die in mij zullen geloven. Als je echt van me houdt, dan zal je ook van hen houden ..." 
    Serieuze zaken vraag je niet één keer, maar blijkbaar twee of drie keer opnieuw! 

    Net als aan Simon Petrus, stelt Jezus die vraag aan de andere apostelen: “Kom achter Mij aan, Ik zal jullie tot vissers van mensen maken”. 
    Een keer, en een tijdje later opnieuw, een tweede en een derde keer…

    Telkens opnieuw stelt Jezus die vraag, ook aan Damiaan: “Je houdt toch van mij, ook al ben Ik klein en zwak.” En een tijdje later: “Hou je van mij, ook al ben Ik ziek en misvormd.” En weer een tijdje verder: “Hou je van mij, als Ik je vraag om de hoeder te zijn voor deze zwarte schapen die geen enkele herder in zijn kudde wil hebben.” 
    En dat deed die Damiaan, daar op Molokai, dat zieke paradijs vol gedumpte en misprezen mensen, aan hun lot overgelaten en tot in het diepste van hun wezen afgekeurd en verworpen. Lichamelijk en geestelijk geknakt. Damiaan liet hen niet stikken in hun lot. Neen, hij keek dieper, hij deelde hun lot, hij had hen lief, ook die menselijke wrakken. En al was hij soms opstandig en opvliegend, toch leefde er in zijn hart zo’n diep meelevende, kwetsbare tederheid die hem zo vervulde dat hij zich totaal gaf. Als hij heilig genoemd wordt, is dat omdat hij zoveel van Jezus zelf toepaste. 

    Telkens opnieuw stelt Jezus die vraag, ook aan ons: “Je houdt toch van mij, ook al ben Ik maar een pasgeboren kind in de kerststal.” En een tijdje later: “Hou je van mij, ook al ben Ik gestorven op het kruis.” En weer een eindje verder: “Hou toch van mij, nu Ik je vraag om mijn taak hier verder te zetten.” 

    Dat “een tijdje later” mag je letterlijk nemen. Daar kunnen weken, misschien maanden over heen gaan. Ook de leerlingen, ook Damiaan heeft dat groeiproces meegemaakt. 
    Maar ook ik, ook jij, kan een mensen-visser zijn. Je kunt helpen om mensen op te vissen en genezen. Beluister de woorden van Jezus. Kijk in de ogen van die man van Nazareth, van Damiaan, van de zieke. Genees ze door je mildheid en je liefde. Door je gebed. Door je milde gift. Weet dat 40 euro de redding én het leven kan betekenen voor één van die vele lepra- of tbc-patiënten. 
    Amen.

    25-01-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs