Lief hebben, de liefde er is zoveel over geschreven en er w veel rond gepraat. Kijk maar naar al de liefdesliedjes, films, series iedereen praat erover en heel ons leven lijkt er op geent te zijn. Maar hoewel we liefde in al zijn vormen geneigd zijn om te zien als het opperste geluk, dat gene wat ons echt gelukkig gaat maken, misschien wat ons echt tot onszelf maakt, kan het iets heel schrikwekkend zijn. We kunnen weglopen van de liefde omdat we niet weten hoe er nog precies mee om te gaan.
De tijd dat we elkaar leerden kennen op een bal en vervolgens trouwden en voor de rest bij elkaar blijven ligt achter ons. De mensen van vandaag zijn onzekerder geworden. Graag haal ik een gedicht aan van Toon Tellighen die het niet beter kan verwoorden:
Aan het einde van de dag, als iemand aan komt hollen met de liefde.
Als je moe bent en onhandig en toevallig net verward in een warnet van angsten,
wat moet je doen,
wat moet je met de liefde doen, donzig, schrikachtig die iemand je nog brengt
Mensen van vandaag willen nog heel graag geloven dat liefde eeuwig durend is, maar hebben ook veel schrik gekregen. We zijn van maandag tot woensdag met Jambo en t vlot naar Averbode geweest voor drie dagen. Met dertig man, 15 gasten en 15 vrijwilligers. Het zijn altijd drie zeer intense dagen, dagen dat onder u vel kruipen. Niet zozeer omdat we moeite hebben om de gasten in toom te houden, of omdat het ons moeite kost om te sfeer er in te houden. Maar juist omdat wij als vrijwilliger, als mens heel direct worden geconfronteerd met de liefde an sich..
Gasten zeggen dat wij in hun leven de enige zijn die oprecht met een oprechte glimlach om hen geven. Dat doet enorm deugd om te horen, maar is tegelijkertijd schrikwekkend. Ik meen hier de definitie van liefde te herkennen, Ongelofelijk deugddoend en nodig en diepmenselijk maar tegelijk heel schrikwekkend, want wat moet ge er mee met de liefde donzig schrikachtig die iemand u nog brengt. Wij zijn geen vrijwilligers of betaalkracht meer, maar mensen op wie gerekend wordt.
Niet om wille van hun expertise of praktische kennis, maar juist omdat ze menselijk zijn, omdat ze hoe weinig ook liefde brengen. Niets mis mee, maar wat als ge de enige persoon zijt in iemand zijn leven die liefde geeft gratuit. En dit in de leefwereld van gasten die zo verschillend is dan de uwen, wat doet ge met die verantwoordelijkheid?
Het evangelie van vandaag zegt: Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
Zijn wij vrienden? Kunnen wij vrienden zijn met iemand die uit een totaal andere leefwereld komt? Worden we dan niet meegesleurd in de overlevingsmiserie van de gasten?
Persoonlijk denk ik van niet, bij andere vrienden moeien wij ook niet letterlijk in het huishouden van onze vrienden. We nemen de nodige afstand, hier is dat niet anders. De vele verhalen van gasten raken ons, omdat we om hen geven, omdat we het beste voorhebben met hen en opstandig worden omdat ze zo moeten leven.
Het raakt ons omdat we ook veel terugkrijgen zoals dat ook zo gewoon is in een vriendschap. En toegegeven het voelt een beetje onwennig die vriendschap, maar het besef is daar dat dat nu net het gene is wat zij en wij juist nodig hebben. Dat het liefhebben de brug is, de overeenkomst tussen twee uiterste werelden. Die brug die ons met ons eigen kleine en grote kanten confronteert, die brug die doet beseffen dat zij dezelfde gevoelens en gedachten hebben dan wij. Eigenlijk dankzij die brug is er geen wij en zij, een ons.
Herman zei in een preek een paar weken geleden dat wij allen op zoek zijn en allemaal gevonden willen worden, heb elkander lief
Amen