HIJ GAAT VOOR ONS UIT
Je bent deze kerk binnengekomen in het duister. En misschien voelde je jezelf er niet zo goed bij. Je hebt misschien je been gestoten tegen een bank, gestruikeld over je voeten, je hebt misschien niet gezien naast wie je ging zitten (en toen het licht aanging misschien wel verschoten). Misschien was je zelfs een beetje slecht gezind: Die pastoor of dat parochieteam met zijn ideeën altijd... Ik zal het eerlijk zeggen: dat is allemaal zo bedoeld!
Duisternis... Wellicht hebt u het wel eens meegemaakt: s nachts verdwalen in een bos bij een nachtdropping op kamp, een elektriciteitspanne op een herfstige avond , in een mistige winternacht de weg niet meer terug kunnen vinden...
De duisternis van de paasnacht, die we daarstraks aan den lijve hebben ondervonden, symboliseert onze situatie, de toestand van de mensheid, overgeleverd aan geweld en onderdrukking, aan lijden en dood. Wie kan ons verlossen uit onze onmacht en verslagenheid? Zelf kunnen we het niet...
Maar de duisternis dat verkondigt ons deze paasnacht heeft niet het laatste woord. Met één simpel vlammetje wordt haar macht doorbroken... het licht van de brandende paaskaars die wordt binnengedragen, verdrijft de duisternis. Wat is dat toch een wonder dat één zon klein kwetsbaar vlammetje in staat is om werkelijk een hele ruimte te verlichten! Wat is het bijzonder dat dit licht niet afneemt als ervan gedeeld wordt.
We hoorden het ook in de mooie getuigenissen die mochten klinken bij het begin van deze viering. Alle vier blijven ze niet zitten bij het donker en de leegte, maar gaan ze op zoek naar plaatsen en mensen waarin ze kracht vinden: familie, vrienden, engagement, relaties, ... Samen gaat het beter. Als we elkaar kunnen dragen, kunnen we het duister wel aan. Met een groepje van vier was die nachtdropping toch plezant en een nacht om nooit te vergeten.
Als de elektriciteit uitvalt, steken we kaarsen aan en halen nog eens dat ouderwetse Mens, erger je niet? boven. En het is verdorie veel plezanter dan die onnozele TV of computer. Je hebt spijt wanneer het licht terug aan gaat.
Nog een woord over het evangelie dat klonk, waarin ons de verrijzenis van Jezus wordt verkondigd. We hebben het deze nacht gehoord uit het oudste evangelie, dat volgens Marcus.
Het is eigenlijk een uiterst merkwaardig verhaal en het eindigt bijna bizar: met die geschrokken, wegvluchtende vrouwen. Ontsteld zijn ze, van hun stuk gebracht. Vertelt dat misschien iets over het ongelooflijke: een leeg graf, de Heer die is opgestaan, opgestaan uit de dood?
Op de eerste dag van de week gaan de vrouwen heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Dat staat er niet voor niets: op de eerste dag van de week. Daarin resoneert mee wat God deed op die eerste dag... Déze dag is de eerste dag van de nieuwe schepping.
Elke week vieren wij christenen deze dag: de dag van de verrijzenis, de dag van de Heer, de zondag, de dag van de zon. Ja, dat staat ook in dit verhaal: dat ze in alle vroegte, vlak na zonsopgang, naar het graf gingen. Allemaal tijdsaanduidingen, maar aanduidingen van een nieuwe tijd, een nieuw begin, nieuw leven.
De vrouwen gaan naar het graf en vinden het, blijkbaar tegen hun verwachting in, leeg. In het graf zien ze een in het wit geklede jongeman zitten, van wie ze vreselijk schrikken. Wees niet bang, is het eerste wat hij tegen hen zegt. Hoe vaak had Jezus dat ook niet tegen mensen gezegd: dat ze niet bang moesten zijn...? U zoekt Jezus, vervolgt hij, Hij is niet hier. Hij is opgewekt uit de dood. Hij gaat jullie voor naar Galilea. Naar Galilea. Daar kwamen ze vandaan, daar waren ze thuis. Jezus gaat ons voor daar waar wij thuis zijn, de plek waar wij wonen en werken. Hij gaat ons voor, voor ons uit. Hij wijst ons de weg door voor ons uit te lopen.
En wij?
Wat doen wij?
Volgen wij Hem?
Gaan wij achter Hem aan...? Hij ziet vandaag naar ons om. Hij kijkt naar ons om... of wij wel volgen...
met dank aan Ko Joosse