Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 22-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Door Iemand gedragen - 1e vastenzondag B 2015 - Hilda

    Eerste zondag in de veertigdagentijd B 2015 - Zaterdag 21 en zondag 22 februari 2015

    Eerste lezing: Genesis 9, 8-15 - 'Het verbond met Noach'
    EvangelieMarcus 1, 12-15 - 'Veertig dagen in de woestijn'

    Lieve mensen
    We zijn inderdaad aan de vasten begonnen!
    Bijbels gezien spreken we nooit van ‘de vasten’, wel hier en daar over ‘het vasten’! Maar over onze kerkelijke vasten rept men in de bijbel geen woord!.
    Omwille van de bijzondere ’40-dagentijd’ die regelmatig voorkomt in de bijbel, en ‘de oproep’ die in die bijzonder sterke tijden dan gedaan wordt, kiest ook de kerk meer voor dit woordgebruik. 

    Op deze eerste zondag van, onze 40-dagentijd, zijn het elementen van de natuur die tot onze verbeelding spreken. Zoals “de zondvloed die Noach overleefde en de woestijn waarin Jezus, na zijn doop in de Jordaan, thuis is bij de wilde dieren”.  

    We weten hoe vele eeuwen voor Christus de mensen in de natuurverschijnselen, tekenen van de goden gezien hebben.
    Maar de bijbel wijst elke vergoddelijking van de natuur af! De schepping herbergt geen geheimzinnige, goddelijke krachten, waaraan de mens in een blind noodloot wordt onderworpen. 
    Het verhaal van de zondvloed staat in het eerste boek, het boek Genesis, van de bijbel. Dit boek is 1en al opkomen voor de eerbied en de zorg voor de schepping! 
    Ook omwille van dit weten installeerden we in onze parochie het platform ‘Ecodroom’! 
    De regenboog is een kosmisch gebeuren, een heelal gebeuren, met het fundamenteel religieus gevoel van geborgenheid: ‘het besef er te mogen zijn’. Het zich ‘gedragen weten’ door Iemand die het goede wil voor allen. De regenboog wil een brug zijn tussen hemel en aarde, een teken van Gods onvoorwaardelijk Ja-woord aan zijn schepping!

    We lezen ook ‘dat er zich nooit meer een vloed zal voordoen die de aarde zal vernielen’! Vandaag hoor ik hierin dat het de diepste wens van Noach en zijn volk, was, dat het nooit meer zou gebeuren. En tegelijk hoor ik ook de oproep die aan Noach gedaan wordt om op te staan. Ik hoor hoe Noach, oproept om geen dieren- en plantenrassen uit te roeien door eigen consumptie. Ik hoor de roep van Iemand, van God, die met Zijn schepping alleen maar de mens ten dienst wil zijn. We kennen toch de Tsunami in Zuidoost Azië, die omwille van de 10e verjaardag, op 26 december, over gans de wereld herdacht werd.
    En de aardbeving in Haïti die, na 5 jaar, op 12 januari herdacht werd.
    Vieringen werden georganiseerd waarin overlevenden ‘zich gedragen weten’ door alle hulpverleners, door enkele vooraanstaanden die hun medeleven nog steeds betuigen en echte verbeteringen trachten aan te brengen.
    Vieringen waarin overlevenden ‘elkaar dragen’ doorheen de moeilijke heropbouw van hun leven…

    We zagen deze week nog in het Tv-programma, “Iedereen beroemd”, hoe een schooldirecteur in Haïti, zijn nieuw schooltje toonde. Het kon heropgebouwd worden met ingezamelde gelden over heel de wereld. En we zagen hoe een jongetje, waarvan heel zijn gezin in de aardbeving omkwam, opgenomen werd in een nieuw gezin met zes kinderen. We zagen hoe gelukkig de Papa was om deze jongen nieuwe levenskansen te bieden, en vooral geborgenheid om het leven terug aan te kunnen… 

    Is het niet zó dat God zijn verbond met ons onderhoudt?! Hoe kunnen wij er zelf gestalte aan geven?
    Met deze vraag worden we geconfronteerd tijdens onze jaarlijkse 40-daagse ‘woestijntijd’.

    Jezus trekt de woestijn in! De plaats waar Zijn volk, 40 jaren verbleef zoekend naar het beloofde land! Hij maakt de beweging omgekeerd! Zopas gedoopt in de Jordaan trekt Hij zich even terug uit het beloofde land van melk en honing waarin Hij opgroeide…Het werd een tijd van inkeer, een plek en een tijd waarin een beslissende levenskeuze moest worden gemaakt. 
    Spijts het desolate gevoel dat je in een woestijn kunt hebben, werd het ook een tijd en een plek waar Hij zich mocht gedragen weten door Zijn Vader. 
    Jezus, die zich geroepen wist als Noach in zijn tijd, bereidt er zich voor, op Zijn Messiaanse taak. De taak die erin bestaat om Gods verbond, dat Hij reeds sloot in het verhaal van Noach, met de mensen opnieuw gestalte te geven. En wij? Hoe kunnen wij dat?

    Hoorde jullie ook de oproep van Alain Remue? De voorzitter van de cel vermiste personen? Hoorde je zijn oproep om “meer zorg te dragen voor elkaar?”
    Hoorde je hoe moeilijk het is om de ware boodschap van de vraag, over te brengen?  
    “Zorg dragen voor elkaar!” Veel meer dan een sms’je, een telefoontje. Het begint veel vroeger! Wanneer zeg ik halt aan wat ik zie gebeuren? Wanneer durf ik zeggen: ‘stop, en nu geen pint meer’! Hoeveel aandacht heb ik voor de signalen, soms vage, soms duidelijke, die anderen uitsturen? 
    Wanneer loop ik een eindje mee op iemands pad, breng ik iemand naar huis omdat ik wat ongerust ben? Wanneer mag iemand zich echt gedragen weten door mij? Hoe kunnen wij die toegezegde verbondenheid, dat gevoel van “zich gedragen weten” van Godswege waarmaken? 

    Broederlijk delen roept op om mee te vechten voor zuiver en voldoende water voor Boeren als Marco die in hongernood komen door de opwarming van de aarde en door het ontginnen van de goudmijnen in Peru! Boeren die zich gedragen mogen weten door enkele NGO’s, door westerlingen die wakker liggen van de vernietiging van de aarde, in onze consumptiemaatschappij…
    Het probleem is groot en complex. We mogen de bocht niet te kort nemen. We kunnen ons wel grondig toeleggen op het probleem om er van hieruit toch ons steentje aan bij te dragen…

    En dan worden we vandaag extra opgeroepen voor de noden in onze eigen grootstad! Het is onze ‘mazenzondag’! In al zijn bezorgdheid is Marc fier wanneer hij onze bijdrage mag afgeven! Enkele mensen kunnen zich een beetje gedragen weten door ons. Wij die iets van ons genoeg meegeven. 

    Ja lieve mensen, we horen in de lezingen hoe altijd opnieuw van Godswege “medeleven, geborgenheid en goedheid” wordt toegezegd! Ook vandaag is het niet anders. 
    Dat we ‘geborgenheid en ons gedragen voelen’, mogen ervaren en dat we het ook met grote zorgzaamheid aan anderen geven, dat wens ik ons zelfs meer dan 40-dagen lang.
    Bronnen: Paul Kevers en Kerugma

    22-02-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik wil me wel eens bezinnen - 6e zondag B 2015 - Jan

    Zesde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 14 en zondag 15 februari 2015

    Eerste lezing: Leviticus 13, 1-2.45-46 - 'Wie een huidziekte heeft, moet buiten het kamp blijven'
    EvangelieMarcus 1, 40-45 - 'De melaatsheid verdween en hij was gereinigd'

    Misschien hebben we er nooit aan gedacht, maar voor de vier evangelisten is het duidelijk dat Jezus de situatie niet zomaar aanvaardt. 
    Voor Hem is de norm niet zoals die voorgeschreven wordt, maar wel zoals het zou moeten zijn. Dat komt heel sterk tot uiting in het evangelie van vandaag. Een evangelie dat direct samenhangt met de eerste lezing.

    Daarin maken we kennis met de strenge wet van Mozes in verband met melaatsen: ze moeten zich kenbaar maken door in gescheurde kleren en met loshangend haren rond te lopen, ze moeten roepen dat ze onrein zijn, en ze moeten buiten de gemeenschap leven.
    De wet schrijft voor dat melaatsen moeten uitgestoten worden, en ze mogen niet in de nabijheid van anderen komen.

    En bij die wet legt Jezus zich niet neer. Neen, hij zegt “Dit moet veranderd worden.”  Dat is precies wat Jezus in het evangelie van vandaag in zijn eentje doet: 
    Hij jaagt de melaatse niet weg, integendeel, Hij raakt hem zelfs aan - wat Hij helemaal niet mag – en nog meer:  ondanks het verbod nadert onze melaatse Jezus, en hij zegt: ‘Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.’ 
    En met die woorden toont hij aan dat hij echt gelooft dat Jezus hem kan helpen. Jezus is daar eigenlijk door gepakt zodat Hij hem inderdaad helpt. 

    En dank zij dit vertrouwen geneest Hij de man, en schenkt Hij hem nieuw leven.
    En zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wij zelf staan in dit verhaal. Is ons geloof  ook zo sterk, en zijn onze woorden even sterk en vol vertrouwen als die van de melaatse?
    Wat we ons bij dat verhaal zeker ook moeten afvragen, is in hoever we ons aan Jezus spiegelen. Staan ook wij kritisch tegenover een wet die geen of weinig kansen geeft aan mensen in nood?                                                                                                            
    Maar onze maatschappij heeft nog altijd veel uitgestotenen.  We hoeven daarom niet noodzakelijk te denken aan Ebola of melaatsen.        

    Ieder van ons kent wel een verstoteling, met wie hij geen contact meer  heeft.   Ieder land, elke stad, elke buurt hebben verstotelingen, hebben hun spiritueel Molokaï, waarin ze mensen als “afgeschreven” isoleren.   

    Ik denk daarbij aan de vele verslaafden met wie we liefst geen contact hebben, aan de psychisch of fysiek gestoorden, aan de mensen die financieel gefaald hebben, aan de ouders van wie de kinderen een stommiteit begaan hebben. 

    In een aantal families is er zo een zwart schaap, wordt meestal gemeden en leeft dikwijls geïsoleerd.

    Zo gemakkelijk verdenken wij daarbij al die mensen van schuld, nalatigheid of minstens van zwakheid, onbekwaamheid of onevenwichtigheid.  Lees maar de krant, volg het journaal, luister naar het geroddel in je omgeving of familie.

    Misschien heb je zelf ook het akelige gevoel dat je door je uiterlijk, door je onvermogen, door je afkomst geïsoleerd bent, vereenzaamd, door velen gemeden, levend op een soort Molokaï.

    En toch kunnen we er iets aan doen…
    Zorg dat je eerst met je zelf in het reine komt, zorg dat je zelf goed in je vel zit, straal dit uit naar anderen, laat zien dat er een wil is om anderen te helpen, en dat je vooral genezende woorden kunt uitspreken… en op een dag zullen, ongemerkt en onbewust,  zullen mensen genezen door alleen al jouw aanwezigheid en door jouw woorden, door jouw goedheid te ervaren.
    Dat moeten we onthouden voor vandaag.  Daar kunnen we iets aan doen.
    Vandaag zijn hier veel mensen aanwezig die iemand verloren hebben de voorbije weken.  Vandaag zijn hier veel mensen die graag een hand voelen op hun schouder van iemand die hen steunt.  Vandaag zouden al deze mensen onze hand moeten voelen. 
    Het evangelie van vandaag eindigt anders zeer menselijk.
    “Zorg er voor dat ge aan niemand iets zegt” vraagt Jezus na zijn wonderbare aanraking.
    En wat doet de man?  Hij begint zijn verhaal in het openbaar te vertellen met als gevolg dat Jezus niet meer openlijk in de stad kan komen.
    Waar heb ik dit nog gezien?

    “He, kom eens hier…ik moet u iets vertellen, maar hou het onder ons, aan u kan ik dit wel vertellen…niet verder vertellen….”  Herkenbaar?
    Hoe moeilijk is dit?  Je weet iets, je wil het wel voort vertellen.  Men ziet het aan uw gezicht dat ge iets meer weet…en dan kunnen we dikwijls niet zwijgen.  Het kan zo gewichtig zijn, we genieten van de spanning.  Maar we beschamen wel het vertrouwen van iemand die iets aan ons heeft toevertrouwd.
    Ja vrienden, we zijn dikwijls niet beter dan de uitgestotene die naar Jezus kwam.
    Ons verhaal eindigt dat Jezus naar buiten ging en hij liep naar een eenzame plek om daar te bidden
    Hij trok zich terug om bij God en bij zichzelf te zijn. Hij wilde alleen zijn.
    Dat zouden wij ook eens meer moeten doen…

    Misschien zouden we dat vandaag kunnen vertalen, kunnen aanvullen met: “Ik wil me wel eens bezinnen, mediteren, nadenken”  een reflectie inlassen of tot jezelf en tot rust komen...
    En als je dit gedaan hebt, dan ben je misschien klaar om anderen te genezen.
    Met een beetje hulp van Gabriel Buyse en Romain Debbaut

    15-02-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het hoopvolle hart - 5e zondag B 2015 - Marc
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vijfde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 7 en zondag 8 februari 2015

    Eerste lezing: Job 7, 1-4.6-7 - 'Mijn leven is een ademtocht'
    EvangelieMarcus 1, 29-39 - 'Vele zieken genas Hij'

    Het leven is een kinderhemdje…. kort en vuil. Is het dat niet wat Job zegt? Geslagen door de miserie, alles kwijt, tot en met zijn kinderen, ziek, uitgelachen, zijn leven is letterlijk en figuurlijk een mesthoop. En hij wordt heel kwaad op God, vertelt het verhaal. Hij roept: ‘Waarom!?’ En hij begrijpt er niets van, ook als God op het einde van het verhaal in de bijbel iets van zich laat horen.

    Job is geen fantasie. 
    Hoeveel mensen maken niet hetzelfde mee? Hoeveel mensen treuren niet gebroken op de mesthoop van hun leven? Hoeveel mensen roepen vandaag niet: ‘Waarom!?’ - als ze nog stem hebben…
    Gelukkig, af en toe kan er hoop opflakkeren. dan proberen mensen recht te staan, gaan ze op zoek naar verlossing uit hun miserie, zoeken ze de redder waarover ze zoveel horen. Dat lezen we vandaag in het evangelie: uit heel dat stadje komt men naar dat huis waar Jezus was. Over hem werd verteld dat hij mensen kon genezen, dat hij ze kan bevrijden van hun boze demonen, van al wat hen kwelt. Hij was een goed mens, hij maakte mensen beter, hij bracht ze troost. Het stadje, waarin het verhaal vandaag zich afspeelt, heet dan ook: ‘dorp van de troost’, dat is de betekenis van de naam ‘Kafar-nahum’. 

    Maar er staan een paar rare dingen in het verhaal. Jezus, zo wordt verteld, geneest er wel ‘velen’, maar niet allemaal. En ineens is hij weg, de eenzaamheid in. En als zijn leerlingen zeggen: ‘ze zoeken u allemaal’, zegt hij: ‘we gaan verder’…..
    Het evangelie wil dus helemaal niet beloven dat wie Jezus volgt, van al zijn miserie verlost zal zijn. Hij is een goed mens, hij helpt mensen opstaan, letterlijk en figuurlijk, hij zal er wel genezen hebben, een slimme mens als hij. 
    Maar lijden en ziekte en eenzaamheid bleven in de wereld. En als we het hele verhaal van Jezus kennen, dan weten we dat het kwaad ook hem ingehaald heeft. Dat hij, nog veel eenzamer dan Job, geslagen en kapot, uitgeroepen heeft: ‘God, waarom!? Waarom hebt Gij mij verlaten?’ 

    Waarom wordt er dan nog over hem verteld? Omdat hij toch vele mensen hoop heeft gebracht. Omdat hij zijn geloof in hun hart heeft geplant, dat die schijnbaar verre God, die onmachtig lijkt en niets doet, toch sterker is dan kwaad en dood. Omdat hij de tekens heeft leren zien in deze wereld, die wijzen naar de verlossing, naar de betere toekomst, naar het onverwoestbaar goede dat ons beloofd is. 
    En zijn leerlingen hebben stilaan die tekens begrepen, ze hebben geleerd hoe ze met de ogen van het geloof naar hem moesten kijken, en dan hebben ze ingezien: ‘maar hij is niet weg, hij kan niet weg zijn! Hij leeft onder ons, dat zegt ons hart, zijn Vader houdt hem in het leven en zal ons allen in leven houden.’

    Die tekens zien wij ook. We lezen ze in zijn verhaal, en ze lichten op in elke hand die een ander mens recht helpt, als hij hulpeloos en teneergeslagen is. Die tekens verschijnen in de aandacht die we geven, het luisteren, de glimlach, die een mens kan hoop geven. Die tekens tonen zich in al het goede waartoe mensen in staat zijn, in naastenliefde, in wetenschap, in vooruitgang die geluk brengt. 
    En die tekens horen we in de stilte, als we tot inkeer proberen te komen, ja, in de stilte die Jezus opzocht, om te bidden, om te kunnen luisteren naar de stem van zijn Vader, diep in ons, die ons de toekomst belooft.

    Het evangelie roept ons elke keer op om in die hoop Jezus te volgen: om ook onze hand uit te steken, om oog te hebben voor wie neerligt, om de stilte op te zoeken en te luisteren, en ja, om ook ons kruis op te nemen zoals hij. Als hij ons kan raken zoals hij zijn leerlingen geraakt heeft, dan zullen we geloven dat wij, zoals de schoonmoeder van Petrus, ooit zullen opstaan uit het kwaad, uit wat ons verdrukt, uit de duisternis die ons bedreigt. 
    Hij kan de demon van de wanhoop uit ons verdrijven.

    08-02-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lichtmisviering - 4e zondag B 2015 - Herman

    Vierde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 31 januari en zondag 1 februari 2015

    Eerste lezing: Deuteronomium 18, 15-20 - 'Ik zal een profeet doen opstaan Ps 95'
    EvangelieMarcus 1, 21-28 - 'Hij onderwees hen met gezag'


    06-02-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vraagje in één-twee-drie - 3e zondag B 2015 - Gie

    Derde zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 24 en zondag 25 januari 2015
    Damiaanzondag

    Eerste lezing: Jona 3, 1-5.10 - 'De boeteprediking van Jona'
    EvangelieMarcus 1, 14-20 - 'Ik maak u tot vissers van mensen'

    “Komen eten!” of “Wil je met mij trouwen?”, tweemaal een vraag, een uitnodiging, een roeping. 
    Maar niet aan iedere vraag zijn dezelfde consequenties verbonden. Niet komen eten, kan hooguit maken dat ik straks met mijn honger blijf zitten. Maar met iemand trouwen, dat doe je niet in één-twee-drie.

    Vorige week al kregen we in de lezingen een paar roeping-verhalen. En ook vandaag gaan de beide lezingen, hoe verschillend ook, over mensen die geroepen worden: Jona, die door de Heer wordt gevraagd om de inwoners van Nineve te gaan waarschuwen en Jezus, die aan Simon en Andreas, Jacobus en Joannes vraagt om met Hem mee te gaan. 

    Wat is het belangrijkste bij zo’n vraag, bij zo’n opdracht, zo’n roeping? Het lijkt er wel op dat, hoe minder dwingend de uitnodiging lijkt, hoe strenger de consequenties ervan naderhand zijn. 
    Serieuze zaken vraag je niet in één-twee-drie!

    Neem nu Jona. Hij wordt als profeet naar Nineve gestuurd. Een beetje tegen wil en dank, want er is daar werk te doen, er zijn mensen in gevaar. Ingaan op die vraag, die opdracht eigenlijk, is veel meer dan een vrijblijvend ‘ja’ zeggen. Dat weet Jona maar al te goed, want hij heeft er al een verblijf in de walvis opzitten. 

    De vraag van Jezus klinkt veel minder dwingend, eerder uitnodigend: “Kom achter Mij aan en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken”. 
    Die vraag is zo eenvoudig. En van de consequenties worden we ons pas veel later bewust. 
    Zoals veel mensen die “ja” zeggen op de vraag “Wil je met mij trouwen?”, pas later beseffen dat daar véél méér bij komt kijken. Ook de leerlingen van Jezus beseften pas een hele tijd later wat Jezus eigenlijk bedoelde. 
    Serieuze zaken vraag je niet in één-twee-drie! 

    Of misschien juist wél?
    Denk aan dat gesprek tussen Jezus en Petrus, ergens onderweg, toen ze al een hele tijd samen optrokken. Jezus vraagt hem: "Petrus, je houdt toch van me?” "Natuurlijk", antwoordt Petrus, bijna terloops.
    Een eindje later vraagt Jezus opnieuw: "Je meent het toch, Petrus?"
    Waarom zo aandringen, dacht die. "Dat weet u toch wel beter", zei hij.
    En na weer een tijdje, voor een derde keer: "Hou je echt van mij, Petrus?"
    Die werd verdrietig. Het schoot hem in de keel. Het raakte hem tot in het merg. Hij kon alleen nog maar “ja” knikken. "Dan vertrouw ik ze jou allemaal toe", zei Jezus, "Hen daar, en allen die in mij zullen geloven. Als je echt van me houdt, dan zal je ook van hen houden ..." 
    Serieuze zaken vraag je niet één keer, maar blijkbaar twee of drie keer opnieuw! 

    Net als aan Simon Petrus, stelt Jezus die vraag aan de andere apostelen: “Kom achter Mij aan, Ik zal jullie tot vissers van mensen maken”. 
    Een keer, en een tijdje later opnieuw, een tweede en een derde keer…

    Telkens opnieuw stelt Jezus die vraag, ook aan Damiaan: “Je houdt toch van mij, ook al ben Ik klein en zwak.” En een tijdje later: “Hou je van mij, ook al ben Ik ziek en misvormd.” En weer een tijdje verder: “Hou je van mij, als Ik je vraag om de hoeder te zijn voor deze zwarte schapen die geen enkele herder in zijn kudde wil hebben.” 
    En dat deed die Damiaan, daar op Molokai, dat zieke paradijs vol gedumpte en misprezen mensen, aan hun lot overgelaten en tot in het diepste van hun wezen afgekeurd en verworpen. Lichamelijk en geestelijk geknakt. Damiaan liet hen niet stikken in hun lot. Neen, hij keek dieper, hij deelde hun lot, hij had hen lief, ook die menselijke wrakken. En al was hij soms opstandig en opvliegend, toch leefde er in zijn hart zo’n diep meelevende, kwetsbare tederheid die hem zo vervulde dat hij zich totaal gaf. Als hij heilig genoemd wordt, is dat omdat hij zoveel van Jezus zelf toepaste. 

    Telkens opnieuw stelt Jezus die vraag, ook aan ons: “Je houdt toch van mij, ook al ben Ik maar een pasgeboren kind in de kerststal.” En een tijdje later: “Hou je van mij, ook al ben Ik gestorven op het kruis.” En weer een eindje verder: “Hou toch van mij, nu Ik je vraag om mijn taak hier verder te zetten.” 

    Dat “een tijdje later” mag je letterlijk nemen. Daar kunnen weken, misschien maanden over heen gaan. Ook de leerlingen, ook Damiaan heeft dat groeiproces meegemaakt. 
    Maar ook ik, ook jij, kan een mensen-visser zijn. Je kunt helpen om mensen op te vissen en genezen. Beluister de woorden van Jezus. Kijk in de ogen van die man van Nazareth, van Damiaan, van de zieke. Genees ze door je mildheid en je liefde. Door je gebed. Door je milde gift. Weet dat 40 euro de redding én het leven kan betekenen voor één van die vele lepra- of tbc-patiënten. 
    Amen.

    25-01-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De roeping beantwoorden - 2e zondag B 2015 - Hilda

    Tweede zondag door het jaar B 2015 - Zaterdag 17 en zondag 18 januari 2015

    Eerste lezing: Eerste brief aan de Korintiers 6, 13c-15a.17-20 - 'Uw lichaam, tempel van de Geest'
    EvangelieJohannes 1, 35-42 - 'De eerste leerlingen bij Jezus'

    Lieve mensen,

    Onze kleinkinderen komen aan in het zesde leerjaar, het zesde middelbaar of,  studeren af aan den unif!
    Mijlpalen in hun leven waarvoor ze ‘keuzes’ moeten maken!!
    Een kind van 11 of 12 jaar  weet wel al wat het hier en nu graag doet! De toekomst ligt nog zover af!
    Wanneer ze dan 17 of 18 jaar worden, staan ze voor nieuwe keuzes en kijken ze heel anders naar de wereld en hoe ze zich zelf daarin bewegen. 
    Aan ’t eind van hun studeren, of het nu op 16, 18, 21, of 27 jaar is, is het belangrijk om werk te vinden. 

    Gelukkig zetten heel wat bedrijven hun deuren open om jonge mensen een stageperiode te laten doormaken bij hen… en als je ne goeie bent, dan vragen ze zelfs of je geen zin hebt om vakantiewerk bij hen te doen…
    In de zorgsector kun je geen diploma halen of je moet tijdens je studies heel wat stage-uren gedaan hebben…

    Hier zie ik de stagebegeleiders, de leerkrachten, de docenten, de professoren de plaats van Johannes innemen…  
    Johannes die in de verte Jezus ziet stappen en tegen zijn leerlingen Andreas en die andere zegt : zie ‘het lam  van God’. 
    Daar gaat Hij, wie en wat we zoeken…die bijzondere Man, zo gewoon en zo kwetsbaar als wij zelf zijn, geen mens om schrik van te hebben…
    En Jezus die voelt dat iemand met vragen, achter Hem gaat. Hij vertraagt en vraagt: ‘Wat zoeken jullie?’  
    Waarop ze Jezus uitvragen. Ze willen weten waar Hij woont en wat Hij doet… ze zoeken naar Zijn identiteit.
    Ze zijn wat nieuwsgierig. (Wat groot nodig is in het leven.
    En Jezus pakt niet uit met Zijn bedrijf! Hij zet het niet in de verf al het beste en het nieuwste dat ooit gezien was…  Hij geeft ook geen grote theologische uiteenzetting. Neen, hij zegt gewoon, kom, kom even binnen, kom kijken hoe het er bij Mij aan toe gaat; hoe het werkt…
    Hij reikt hun een stageplaats aan, mogelijk werk voor later! 

    En de leerlingen worden geboeid, worden luisterend, ze blijven zelfs een ganse dag.
    Ze vertellen het aan hun broer en sleuren die mee. En ook hij wordt enthousiast en gaat mee, volgt mee De Man waarvan ze denken dat Hij het is die een nieuw tijdperk inslaat. 
    Een nieuwe Profeet, een nieuwe Ziener, de Messias, die hun wereld uit het slop zou halen, alvast nieuw leven komt inblazen…
    Ze voelen zich geroepen om mee te doen, om Zijn woorden en vooral Zijn manier van kijken naar de mensen en Zijn manier van omgaan met de mensen, niet naast zich neer te leggen… 

    Lieve mensen, verliep het ook ons niet op deze manier?
    Ook voor ons waren toch onze ouders, leerkrachten, jeugdbewegingleiders, de mensen bij uitstek die ons leerden christelijk in het leven te staan! 
    Onder hun vleugels was ons leven één grote stageplaats om degelijke christelijke mensen te kunnen worden voor toen en later… voor nu dus!
    Bij hen hebben leren ‘spreken en luisteren’. 
    En doorheen die man Jezus hebben we geleerd hoe we ten diepste ‘eerst en vooral kunnen luisteren’.
    Durven we luisteren naar de Stem van ons christelijk geweten, nà 1 week Charlie en enkele dagen Verviers? 

    Door onze ouders en andere begeleiders hebben we leren  ‘zoeken en vinden’. 
    En hoe meer we Jezus leerden kennen, hoe meer we kritisch leerden omgaan met wat men ‘rechtvaardig’ noemde. Hoe meer we ‘christelijke keuzes’ leerden maken. We leerden afstand doen van onrechtvaardigheid en uitsluiting, van uitbuiting en kleineren… 
    We leerden mensen optillen zodat we met velen kunnen samenwerken…
    Zullen we na 1 week Charlie en enkele dagen Verviers, wat gebeurde niet verdringen en in onze doofpot steken? Durven we het aan om vreemden niet uit te sluiten uit onze gedachten en gedragingen? Durven we het aan, beginnend met een vriendelijke goeie dag en zelfs om met hen rustig aan tafel te zitten?

    Door onze begeleiders in ons opgroeien leerden we ook ‘meegaan en  zien’. 
    Zij leerden ons hoe we ons ook kunnen leren geven, overgeven, aan het onbekende. Hoe we altijd uit onze doppen konden kijken om trouw te blijven aan onze christelijke waarden. Voldoende kritisch om wat te doen staat.
    Kunnen wij ons na 1 week Charlie en enkele dagen Verviers, bevrijden van onze vooroordelen? Durven wij, gij en ik, vreemden een stageplaats geven in ons leven om hen beter te leren kennen? 

    Want zie, hier staan we, of beter, hier zitten we. Bijna elke zondag samen.
    Allemaal vanuit diezelfde inspiratie, allemaal met dezelfde overtuiging dat die Man Jezus het bij het rechte eind had. 
    We komen  hier bijna alle zondagen ons enthousiasme voeden aan de verhalen over die Man Jezus.
    Om te willen blijven leren hoe we ‘met begripvolle, liefdevolle nabijheid’, bergen kunnen verzetten, rechtvaardigheid kunnen bewerken, uitbuiting kunnen verbannen, mensen uit hun pijn kunnen halen, mensen kunnen bemoedigen, mensen kunnen bevrijden…

    Machteloos staan we tegenover dat brutaal neerschieten van mensen.
    Vandaag voelen we meer dan ooit hoe moeilijk het is te stem van ons christelijk geweten te horen en te beantwoorden!

    Ja, we voelen ons heel dikwijls geroepen en we zijn er ook heel dikwijls  waar nodig! 
    Daarover mogen we wel fier zijn, dàt mag ons blijven bemoedigen!

    18-01-2015 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Door Zijn geest opgebouwd - Doop van Jezus B 2015 - Jan W

    Doop van Jezus B 2014 - Zaterdag 10 en zondag 11 januari 2015

    Eerste lezing: Jesaja 55, 1-11 - 'Kom naar het water'
    EvangelieMarcus 1, 7-11 - 'Jezus' doop in de Jordaan'

    Toen ik die tekst las dacht ik, ‘Hoe moet ik hier weer iets over vertellen’. Wat maak ik hier van?
    Jezus die zich laat dopen, de hemel die openbreekt, de stem van God die zegt dat is Hem hier, mijne Jezus. Hier is Hij, de leider, de bevrijder de Messias. Vrees niet meer volk van Jahweh, Hij gaat jullie bevrijden. 
    Marcus schreef voor een volk dat in oorlog zat, dat werd onderdrukt. In zijn tijdsgeest 70 na Christus. Je zou kunnen zeggen, waarom redden die Joden zichzelf niet? Je moet al ver en diep zitten vooraleer je zegt wij kunnen ons zelf niet meer redden, we hebben iemand nodig die ons hier uit haalt. 

    De tempel was vernietigd, het huis van Jahweh. Dat is niet zomaar iets, dat is de kern van hun samenleving, de kern van hun moraal, hun leven dat door de Romeinen onderuit wordt gehaald met geweld. En de volledige overwinning is aan de kant van de Romeinen. Ongetwijfeld moet die vraag geklonken hebben:  ‘Waar zit onze almachtige God. Wat voor een God is dat eigenlijk die zegt zomaar Zijn huis te laten afbreken en heel de samenleving daarrond en niets doet.’ 

    Wel zegt Marcus Hij doet wel iets: hij stuurt Jezus. De joden zitten op dat moment in zak en as 70 na christus en Marcus vertelt: Aan het meer in Galilea verschijnt er daar een jonge frisse gast, met nieuwe ideeën en niet zo maar iemand. Marcus laat geen engel opdraven, geen profeet dit keer: Hij wordt gezien als de zoon van God. Als Hij hen al niet uit die wantoestand zal leiden wie dan wel?
    En wat gebeurt er daar aan het meer in Galilea, niet direct iets dat we meteen zouden verwachten. De leider, de baas, de Messias, de zoon van God, laat zich dopen. Net zoals iedereen moet hij zich laten onderdompelen in de leer. Hij is niet degene die het allemaal al weet, die op voorhand lang voor de mensheid al is gedoopt geweest. En die zal zeggen als een of andere ‘pif poef paf’ vrede overal. 
    Wat Marcus doet en dus in feite Jezus is de verantwoordelijkheid terug in handen van het volk leggen. Door samen met hen zich te laten dopen. We staan er allemaal voor, ook God, Jezus én het volk. En Marcus zegt: Dat is Hem. En ge weet dat, als ge gelooft dan weet ge dat is Hem. 

    Hetzelfde als ge tot over u oren verliefd zijt, dat ge letterlijk smelt in de zetel als ge nog maar een beetje aan u lief denkt en als ge op het moment komt dat ge denkt: Zij of hij awel zij is het. Zij is de ware. Hoe dat ik dat weet, ja ik weet het niet, maar ik voel het wel. 
    Met dezelfde overtuiging probeert Marcus duidelijk te maken, hoop te geven dat ge in Jezus uw weg wel zult vinden in plaats van te verliezen.
    Maar hij gaat het dus niet alleen doen, hij gaat ons voor. Een beetje te vergelijken wanneer een paar vrienden besluiten om op avontuur te gaan met een sluiptocht bijvoorbeeld. En op een gegeven moment, wanneer er onheil opduikt moet er altijd iemand eerst naar voren gaan. Degene die besluit eerst te gaan is dan meteen ook de leider, hij gaat eerst maar de rest van de club dient wel te volgen. Hij kijkt of er geen gevaar is, hij zoekt eventueel naar de juiste weg, maar de weg en het gevaar moet wel samen gegaan worden.
    En zo geldt het ook voor de Joden en uiteindelijk ook voor ons. Wij mogen niet verwachten dat het leven voor ons gepresenteerd wordt of dat andere maar dienen te beslissen over ons eigen geluk.

    Jezus mag ons dan wel voorgaan, hij zal zoals de bijbel zegt ons dopen in de Heilige geest. Hij zal ons met andere woorden inspireren, ons uitdagen, leren net zoals wij Hem inspireren en leren om onze weg te gaan, om te vertrouwen dat het Rijks Gods wel op te bouwen valt. 
    Niet als iets dat zomaar uit de hemel komt vallen, maar als een wereld dat door ons in Zijn geest dient opgebouwd te worden. 
    Laat dat ineens ons goed voornemen voor 2015 zijn.

    17-01-2015 om 08:32 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    04-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geef mij nen nieuwen hoed - Feest van de openbaring B 2015 - Fred

    Feest van de Heilige Familie B 2014 - Zaterdag 3 en zondag 4 januari 2015

    Eerste lezing: Jesaja 60, 1-6 - 'Jeruzalem, de zon gaat over u op'
    EvangelieMatteus 2, 1-12 - 'Wij komen uit het Oosten'

    Een goede maand geleden was er - vooral in Nederland, maar ook wel hier - een hele discussie aan de gang over de rol van Zwarte Piet aan de zijde van Sinterklaas. Was er hier sprake van racisme, werd Zwarte Piet te zeer in een knechtenrol geduwd, was zijn verschijnen niet vernederend?

    Vandaag, bij het feest van wat wij Driekoningen noemen, speelt die discussie helemaal niet. Iedereen vindt het normaal dat er een zwarte koning bij is, kinderen staan in de rij om zich te laten schminken. 
    Natuurlijk, het feest van vandaag heet ook de Epifanie of Openbaring. Wij vieren vandaag dat Jezus ter wereld is gekomen, niet alleen voor de Joden, voor een uitverkoren volk, maar voor iedereen, voor alle mensen, waar ook ter wereld.

    Matteus is de enige evangelist die het verhaal vertelt. Hij zegt nergens dat het gaat over koningen, hij zegt zelfs niet dat ze met drie waren, hij noemt ook nooit hun namen. Merkwaardig is dat Matteus zelf een Jood was, opgegroeid in de traditie van Israël als het uitverkoren volk. Maar Matteus schreef zijn evangelie rond het jaar 75. Hij zag met lede ogen hoe zijn eigen volk Jezus niet had aanvaard, terwijl de zogenaamde heidenen in groten getale tot geloof kwamen.

    Hij had snel door dat de komst en de boodschap van Jezus bedoeld was voor de hele wereld, zoals de profeet Jesaja ook al had voorzien. Trouwens, Matteus eindigt zijn evangelie met een gelijkaardige boodschap. Jezus geeft zijn leerlingen daar de opdracht: 
    Ga en maak alle volkeren tot leerling. Doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Om het met een hedendaags woord te zeggen: het evangelie van Matteus is multicultureel.

    De vraag is dan ook: wat doen wij hiermee? 
    Zijn wij in staat te zien, hoe bij andersdenkenden, mensen die een andere overtuiging hebben dan wij, er een oprecht zoeken naar waarheid kan zijn? Zijn wij in staat onze welvaart te delen met anderen, ook met andere volkeren? Zijn wij in staat onze cultuur open te stellen voor mensen met een andere invalshoek en zijn wij bereid ook hun cultuur te leren kennen en waarderen?

    Uiteraard gaan we hier niet ontkennen dat het niet altijd even gemakkelijk is met elkaar samen te leven. 
    Natuurlijk vraagt het een voortdurende inspanning en bereidheid van beide kanten. Maar het blijft zo dat de christelijke boodschap voor ons en voor iedereen luidt: dat we er zijn voor elkaar en voor alle volkeren. Zonder onderscheid: niet tussen blank en zwart, niet tussen arm en rijk, niet tussen zwak en sterk, niet tussen geleerd en ongeschoold.

    Wij bidden geregeld en in ook in elke viering het Onze Vader. We moeten af en toe eens stilstaan bij het eerste woord van dat gebed. We bidden wel degelijk tot onze Vader. Tot de vader van iedereen, niet die van mij, niet die van ons land, van onze cultuur, van onze overtuiging. Heel wat conflicten komen voort uit het feit dat bepaalde mensen of groepen zich die vader exclusief hebben toegeëigend. Hij is niet die van jullie, maar die van ons.

    Godsdiensten hebben eigenlijk een kwalijke reputatie. Niet alleen onze godsdienst, maar die van ons toch ook. Godsdiensten hebben vaak hun eigen zaak gediend … en bevochten. Godsdienstoorlogen zijn niet de fraaiste bladzijden uit het geschiedenisboek van de mensheid. En hoe komt dat? Verdedigen wij bijvoorbeeld niet altijd opnieuw een waarheid die volgens ons de enig juiste is? 

    Misschien moeten wij allemaal wat meer bescheidenheid gaan leren. Zoals die drie mannen uit het evangelie. Het waren ongetwijfeld geen koningen, dan waren ze wel op zoek gegaan naar macht en aanzien. 
    Waarschijnlijk waren het magiërs of sterrenkundigen. Maar ik blijf ze toch liever wijzen noemen. Wijze mensen zijn niet in de eerste plaats mensen die weten. Het zijn mensen die vragen stellen, mensen die op zoek gaan naar de waarheid. Op die manier geven zij blijk van bescheidenheid. Zij zijn op zoek, zij volgen een ster, zij vragen de weg. Zij weten het ook allemaal niet uit zichzelf.

    Herodes en zijn schriftgeleerden zochten het antwoord in boeken en geschriften. En zij vonden het antwoord niet. 
    Ze zijn niet wijs, maar eigenwijs. De drie wijzen gaan op zoek. En zij gaan de waarheid niet zoeken in Jeruzalem, maar in Betlehem. Niet in het centrum van de macht, maar in een plaats die uitmunt door kleinheid en bescheidenheid. Geen plaats voor koningen, eerder voor herders. En dus ook  voor wijzen …

    En als zij het kind vinden, knielen ze voor die bescheidenheid, die echtheid en die waarheid. Betlehem is de plaats waar mensen hun eigenwijsheid, hun drang naar macht en rijkdom laten vallen. Betlehem is de plaats waar niet gevochten, maar geknield wordt.  
    Betlehem is de plaats waar eerst de eenvoudige herders, de mannen van het volk kwamen knielen. En later de wijzen uit het oosten. 
    En nog later, de hele wereld. 
    Alle volkeren, die elkaar allemaal die plaats gunnen. En samen knielen met al hun eenvoud en onzekerheid en twijfel. Met al hun bescheidenheid ook. Bescheiden genoeg om bij wildvreemde mensen en volkeren aan te bellen en te vragen: geef mij nen nieuwen hoed, want den ouwe is versleten … 

    04-01-2015 om 08:28 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    28-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ontmoeting der generaties - Feest van de H Familie B 2014 - Marc

    Feest van de Heilige Familie B 2014 - Zaterdag 27 en zondag 28 december 2014

    Eerste lezing: Genesis 15, 1-6; 21, 1-3 - 'Uw erfgenaam zal iemand zijn die gij zult verwekken'
    EvangelieLucas 2, 22-40 - 'De opdracht in de tempel'

    Graag zou ik bij het begin van deze preek met jullie luisteren naar een stukje van Bach. Hij heeft deze aria geschreven als bezinning op die tekst van Simeon, die we net hoorden. Bach laat Simeon tot zichzelf spreken, nadat hij Jezus heeft mogen vasthouden: “Sluimer nu maar in, je vermoeide ogen vallen zacht en zalig toe”... 
    Die woorden gaan we tot vier keer horen: als een rustgevend melodie, die ook tot ons gezongen wordt en ons wil troosten en vredig doen inslapen. We luisteren naar Bach ...

    Ik zou vandaag de oude Simeon centraal willen stellen. Drie dagen geleden ging alle aandacht naar het kind. Maar vandaag spreken de  lezingen over oude mensen. Nu kan ik me voorstellen dat velen onder ons zich aangesproken zullen voelen. Want, laten we er geen doekjes om doen, zijn wij, senioren, al jaren niet diegenen die de dienst nog uitmaken in onze vieringen? 
    Veel volk zou er hier niet zijn, als wij zouden thuisblijven. Het mag ook eens over ons gaan... Het mag ook wel eens over ons gaan in een samenleving waarin je je als oudere, wat tragere, vergeetachtige mens bijna moet excuseren omdat je er nog bij bent, en een pensioen durft trekken of ziekenkas...

    Het is niet de bedoeling om generaties tegen elkaar op te zetten. 'Ontmoeting der generaties' is het thema van deze viering. Het is ook niet de boodschap van deze zondag dat het oude weg moet, dat het afgedaan heeft, dat ouderdom gelijk staat met verval en nutteloosheid.  Ja, we zullen ooit plaats moeten maken. Met kerstmis hebben we gevierd dat er nieuw leven beloofd én geschonken wordt. Die blijdschap om het nieuwe leven herinnert eraan dat er ook 'oud' leven is. 
    Dat hoort  samen: het leven wordt doorgegeven, van de ene generatie naar de andere, de jongeren krijgen het van de ouderen. Misschien komt dan de sombere bedenking op: bij de komst van  nieuw leven hoort ook het heengaan van de vorige generatie. Maar in deze kersttijd klinkt dat onvermijdelijke komen en gaan van generaties niet somber, maar hoopvol. 

    Simeon gaat heen in vrede. Hij vindt het niet erg dat hij bij de andere oever is aangekomen. Zijn geloof maakt hem helderziende: hij weet dat het kind, dat hij in de armen neemt, een belofte is, en de vervulling van die belofte. Hij gelooft dat onze God een leven geeft dat niet ten dode leidt, dat niet gedoemd is om te eindigen in eenzame aftakeling. Zijn geloof is het geloof van Abraham en Sara, van Maria en Jozef, van de leerlingen van Jezus, van Bach en zovele anderen die op die belofte durven vertrouwen, het is het geloof dat ook ons vandaag hier samenbrengt. 

    Maar dan is het ook aan ons dat kind in  de armen te sluiten en het te koesteren. Het is aan ons de boodschap te beleven die het van in de wieg uitstraalt. Dat kind brengt heil voor alle volkeren, dus voor alle mensen: jong en oud, blank en zwart, links en rechts, Noord en Zuid. Dat kind kan dat niet, zonder ons. Het leven, dat het brengt, moet doorgegeven worden. Hoe zal dat geschieden? Simeon was een vroom en rechtvaardig man, staat er. Het is een echo van wat Jezus zegt over de twee geboden die aan elkaar gelijk zijn: eer uw God, en bemin uw naaste als uzelf. Dat betekent dat als het evangelie beleefd wordt, ouderen niet afgeschreven worden en weggestopt, maar gewaardeerd en gerespecteerd. 
    Het betekent dat wij ons best doen om alle mensen de kans te geven op een heilvol bestaan. Het betekent ook dat wij, ouderen, waardering hebben en respect voor het jonge leven dat in de 'jeugd van tegenwoordig' onstuimig op de deur klopt. Want het is normaal dat we voor hen plaats maken, zoals zij die ons voorgingen ook plaats voor ons maakten. 
    Dat is geen sombere gedachte: als wij het geloof van Simeon delen, weten we dat de toekomst verzekerd is, dat God zijn belofte zal blijven waarmaken, en dat wij, als onze tijd gekomen is, zullen mogen heengaan in vrede: het heil, dat in dit kind verschenen is, is ook het heil dat op ons wacht, als we insluimeren en onze ogen zacht en zalig mogen sluiten.

    28-12-2014 om 19:18 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doe zoals God: Word Mens - Kerstmis B 2014 - Herman

    Kerstmis B 2014 - Donderdag 25 december 2014

    Eerste lezing: Jesaja 62, 1-5; 21, 1-3 - 'Uitverkoren door de Heer'
    EvangelieLucas 2, 1-14 - 'Heden is ons een Redder geboren'

    Misschien volgt u wel op VTM het programma: Vind mijn familie. Het is een ontroerend programma waar men op zoek gaat naar verloren gewaande familieleden. Kinderen gaan er op zoek naar de ouders die ze nooit gekend hebben. Ouders gaan er op zoek naar de kinderen met wie er al jaren geen contact meer is. Het is ontroerend, vaak tot tranens toe en het programma heeft hoge kijkcijfers. Blijkbaar zien we dit graag. Het raakt het hart van de mensen. Ergens voelen we: dit zou mij ook kunnen overkomen.

    De voorbije week was er op het journaal ook een item over het Rode Kruis. Deze organisatie heeft als één van haar hoofdtaken mensen bij elkaar te brengen die door oorlogsgeweld of door het op de vlucht zijn, mekaar zijn kwijtgespeeld. Er werd het voorbeeld gegeven van een Afghaanse jongeman, die naar België was gekomen op veertienjarige leeftijd. 
    Nu, zes jaar later, was hij opgegroeid tot een knappe man van 20 jaar, die aan het studeren was en goed geïntegreerd was in onze samenleving. Maar zijn moeder had hij al zes jaar niet meer gezien. Het Rode Kruis was er nu in geslaagd zijn moeder terug te vinden en via de computer, met webcam en Skype(c), was er eindelijk het eerste contact. Het was aandoenlijk. Op zes jaar tijd verandert een adolescent natuurlijk. Het raakte me tot in het diepst van mijn hart. Het doet me beseffen dat we allemaal wel ergens diep van binnen op zoek zijn, naar wie we werkelijk zijn. En dat we allemaal willen gevonden worden. 

    Maar wat heeft dit allemaal te maken met het Kerstverhaal? Op het eerste gezicht heel weinig, maar als we het van nabij bekijken, zijn er heel wat gelijkenissen. 
    God is immers op zoek naar de mensen. Hij is voor ons als een vader. En wij zijn zijn kinderen, die af en toe wel eens afdwalen en weglopen. Als een goede vader heeft Hij voor ons alles gedaan. Heel de wereld heeft Hij voor ons geschapen. Zoveel talenten en gaven heeft Hij in ons hart gelegd, opdat we deze wereld mee kunnen herscheppen tot een mooie plek om in te wonen. En toch doet de mens alsof hij alleen op de wereld is. 

    Maar God blijft moeite doen. Hij laat bloemen bloeien, Hij kleurt de zonsondergang in duizend kleuren. Hij stuurt vredesstichters op ons af, zo van die mensen uit één stuk, die vrede brengen waar haat heerst. Maar toch lijkt het de mensen maar matig te interesseren. 
    En dan heeft God nog maar één oplossing: Hij wordt mens. Hij legt zijn heerlijkheid af en komt zo dichtbij ons als een kind in een kribbe. Zo wil Hij herkend worden in deze wereld, als een kind, weerloos en kwetsbaar. Een kind dat met wijdopen ogen vraagt: ‘Hou van mij, zorg voor mij, want Ik kan het niet alleen!’ 
    En of dit plan gelukt is? Gisteren liep ik op de Meir rond en er was heel wat kerstsfeer te bespeuren, maar van dit Kerstverhaal heb ik maar weinig opgemerkt. 

    En toch... 
    Toch is de mens ook op zoek naar God. De mens wil weten waar hij vandaan komt. We hebben natuurlijk allemaal een vader en een moeder. En de meesten onder ons zijn door hen opgevoed. Maar toch voelen we dat onze oorsprong dieper en verder ligt. Je voelt het vooral als je naar de sterren kijkt. 
    Veel mensen geloven dat er Iets is, dat verder en buiten ons bereik ligt. Iets dat ons draagt. Iets dat vóór ons was en dat vóór ons uit ligt. Iets dat je met een hoofdletter schrijft. Theologen en bisschoppen omschrijven het ‘ietsisme’ negatief: geloven in ‘iets’ gaat niet ver genoeg, engageert niet, is te vaag...
    En toch zit er heel wat kracht in dit geloof. Want als we geloven dat er Iets is dat ons draagt, dan drukt dat een heel oprecht verlangen uit naar het mooie en het goede. Dan drukt dat ook veel eerbied en verwondering uit voor al wat leeft. En als we respect hebben voor het leven, dan brengt ons dat ook tot verantwoordelijkheid. Dan komen we op voor de kleinen en kwetsbaren onder ons. 

    Uit een recent onderzoek is gebleken dat 80% van alle jongeren regelmatig bidt tot Iets, om kracht en steun. Die jongeren zullen zichzelf wellicht niet omschrijven als gelovig. En ze zullen zeker niet naar de kerk komen. Toch is er Iets dat hen niet loslaat. 
    Ik hoor het trouwens ook van mijn collega’s humanisten, mensen die er uitdrukkelijk voor kiezen níet te geloven in iets buiten de werkelijkheid die wij waarnemen. Als zij moeten gaan spreken in een middelbare school vinden zij méér tegenkanting dan ik als priester. “Allé meneer, dat kan toch niet dat er niets is!”, zeggen zij.

    God zoekt de mens en de mens zoekt God. In het Kerstverhaal ontmoeten beiden elkaar. Er staan geen TV-camera’s klaar om de tranen op te vangen in een sublieme shot. En tranen zullen er zeker gevloeid hebben op de wangen van Jozef en Maria. En op de wangen van de ruwe herders, die een kind ontdekken in hún voederbak! 
    In het Kerstverhaal wordt God meer dan Iets. Hij wordt Iemand. Een mens met een naam, een mens met een gezicht.
    Dat verhaal van God-met-ons vertelt ons dat wij kinderen van God zijn. En als wij kinderen van éénzelfde Vader zijn, dan zijn wij ook broers en zussen van elkaar. 
    God wordt solidair met ons, opdat wij ons verbonden zouden voelen met elkaar. 
    God wordt mens, opdat wij meer en meer mens zouden worden voor elkaar. 

    Wij kunnen het met een eenvoudige Bond Zonder Naam-achtige spreuk zeggen, met slechts vijf woorden:
    DOE ZOALS GOD: WORD MENS!

    Met dank aan Hugo Dierick en preeksuggestie Gooi & Sticht


    De eerste lezing voor Kerstmis werd geschreven door Jan Wouters, pastoraal werker en parochieassistent in bij ons in Antwerpen, Sint-Anna-ten-Drieën.

    Een hedendaags kerstverhaal
    In deze kerstperiode vertel ik graag een ouderwets Kerstverhaal. Geen klassiek verhaal over een meisje met zwavelstokjes of een ingesneeuwd huisje ergens ver van hier. Een verhaal zonder kerstkalkoen of morele les, een gewoon verhaal over het hier, over het nu, over nog niet zo lang geleden...

    Een paar jaar geleden liep ik stage in het psychiatrisch ziekenhuis van Mortsel. En mijn laatste dag in Mortsel was op Kerstavond. De patiënten hadden een kerststuk in elkaar gestoken en elke afdeling organiseerde een groot Kerstfeest. Nadat een plaatselijk koor ‘Stille Nacht’ had gezongen voor de patiënten en het personeel, besloot ik stilaan afscheid te nemen, ik had immers nog Kerst te vieren. 

    Zo stond ik ergens in de vroege avond  een beetje verloren in een overvol station van Antwerpen-Centraal. Mijn trein kwam uit Turnhout en het duurde nog een klein uur eer die zou komen. Terwijl ik stond te wachten, liet ik mijn blik ronddwalen en aanschouwde ik het geraas van mensen, sleurend met overvolle tassen cadeau's gestressed en gehaast om op tijd het kerstdiner te halen. Terwijl ik de roltrap naar beneden nam, meer om de tijd te doden, vroeg er een man die van de tegengestelde richting kwam of ik niet wist waar de voedselbedeling was? 
    Op kerstavond. Ik zei: ‘Neen, ik geloof beneden ergens...’ En die man liep naar beneden. Ik dacht nog: ‘Verdorie, ik had die man wel verder kunnen helpen, een koffie aanbieden of zo...’ En iets in mij dacht: ‘Verdorie, help toch een keer, ik wil die man wel terugzien.’ 

    Ik ging de roltrap op, terug naar boven,  en ik kwam hem terug tegen en ik vroeg hem: ‘Heb je het gevonden?’ ‘Nee, zei hij. En ik vroeg: ‘Heb je zin koffie?’ ‘Ja.’ ‘En een broodje misschien?’ ‘Ja.’:
    En het eerste wat die man vroeg: ‘Zijde gij ne pastoor?’ Ik zeg: ‘Nee, niet echt.’
    ‘Maar ben jij gelovig?’ Ik zei ‘Ja, op een bepaalde manier wel...’
    ‘Weet je, zei hij, ‘wij vieren Kerstmis, maar Jezus kan maar verschijnen, Jezus zal maar komen als mensen wat meer voor elkaar zouden betekenen, als mensen zich zouden openstellen voor elkaar, dan maar kan Jezus wederkeren...’
    Terwijl wij daar zo zaten, in die koffiebar tussen het geraas van mensen door, voelde ik het een beetje Kerstmis worden... 
    En die man, die heb ik nooit meer teruggezien. 

    25-12-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Welkom! - 4e zondag advent B 2014 - Hilda

    Vierde zondag van de Advent B 2014 - Zaterdag 20 en zondag 21 december 2014

    Eerste lezing: Tweede boek van Samuël 7, 1-5.8b-12.14a.16 - 'De Heer zal voor u een huis oprichten'
    EvangelieLucas 1, 26-38 - 'Zie, gij zult zwanger worden'

    Overrompelend! Adembenemend!
    Een kind krijg je in een overrompelend adembenemend ogenblik,
    en daarna, iedere dag een beetje (kr. Gelaude)

    Zo hoorden we het ook over Maria vertellen …
    Overrompelend, adembenemend was het bezoek van de engel Gabriël!

    En dan begint, gelukkig maar, voor de meeste mensen: het blijde verwachten!
    8 à 9 maanden om je klaar te maken voor de grote welkom!
    Om je open te vouwen voor de grootse geboorte,
    Dat verwachten maakt je meer bewust van jezelf, je durft je de vraag stellen: ‘wie ben ik’
    Wat is moeder worden? Wat is vader worden,Hoe kan ik een goede moeder of vader zijn?
    om ruimte te scheppen voor het onverwachte,
    Om niet overdreven verwachtingen in te vullen die misschien nooit kunnen gerealiseerd worden. Op wie zal hij of zij gelijken, Welke talenten zal hij of zij hebben? 

    Natuurlijk mogen we hopen op een gezond kindje en zeggen velen ook. Als het maar gezond is, we zien dan wel verder…
    Onze maatschappij geeft niet veel ruimte om bewust met beperktheid te leven.
    We worden aangespoord om dat te vergeten.
    Toch is alles fundamenteel beperkt. Niets en niemand is volmaakt. 
    Daarvoor openstaan doet ons bewust uitkijken met wat realiteit voor ogen.
    om te oefenen voor later,
    Oefenen in keuzes maken. Vele keuzes komen toevallig tot stand op het moment dat ze zich voordoen, en dat is goed  en zo groeien onbewuste gewoontes.

    Maar  tijdens de zwangerschap leven wat bewuster en komt er meer ter sprake om er al dan niet voor te kiezen…  Kopen we alles nieuw, of kan ik openstaan voor wat een vriendin me wil doorgeven of lenen. 
    Is de meter of de peter er voor zijn geldbeugel of als extra verbinding met ons kindje…
    Denken we eraan ons kindje te laten dopen of niet?
    om ondergrond te worden.
    Bij het maken van onze keuzes komen heel veel elementen kijken. Financies, materiële middelen, tijd, plaats…  daarnaast wordt de keuze vooral beïnvloed door de waardebeleving.
    Welke waarden willen we doorgeven? Voor welke waarden willen we ons inzetten als warme moeder en vader, een moeder en vader met een stevige innerlijke Kracht.

    Zo groeit in elke moeder en vader tijdens die 8 à 9 maanden een zachte plek om hun kindje open en deemoedig te ontvangen. Zo ervaren ze het beetje menswording dat in hen gebeurt.
    In die tijd van verwachten rijpt en groeit het nieuwe leven
    vóór dat tweede overrompelend adembenemend ogenblik 
    waarop je kindje geboren wordt. 

    Zo hoorden  we het ook over Maria vertellen.
    Lucas is het die het 50 jaar later vertelt. Hij kan niet anders dan bij het schrijven van het levensverhaal van Jezus, terug te blikken op Zijn moeder. Het kan voor Lucas niet anders dan dat moeder van Jezus ook een gelovige vrouw was die weet had van JHWH die zich liet kennen in een braambos en in een vuurzuil, en die voortdurend beloofde ‘Ik zal er zijn ‘… Het kon voor Lucas niet anders dan dat Maria een profetische vrouw was die uitkeek naar de beloofde Messias, die uitkeek naar verandering…

    Is er in ons in deze adventtijd een zachte plek gegroeid?
    Is er een groter gevoel voor ontferming gegroeid?
    Is er een groter gevoel voor verzoening gegroeid?
    Is er een groter gevoel van deemoed gegroeid tegenover onze kinderen waarmee het moeilijk hebben? Tegenover onze man of vrouw? Onze moeilijke buren? Tegenover moeilijke collega’s. Tegenover vreemden die we tegenkomen op straat, in de winkel, aan de schoolpoort? Tegenover langdurige werklozen? Tegenover kansarmen?  

    Verlangen we naar die verjaardag van Jezus’ geboorte? Jezus die we niet vrijblijvend leren kennen, die diep in ons ‘een opdracht’ is om een goede christen te worden.
    Verlangen we dat de goddelijke Kracht diep in ons herboren wordt om vanuit Jezus die onnoemlijk ontfermende, rechtvaardige deemoedige goede mensen te zijn?

    Is Jezus welkom? Ook als Hij zo moeilijk is?
    Als je ’t mij vraagt. Ja!
    bron; kr gelaude , kerugma

    22-12-2014 om 08:20 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    14-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dopen - 3e zondag advent B 2014 - Jan W

    Derde zondag van de Advent B 2014 - Zaterdag 13 en zondag 14 december 2014

    Eerste lezing: Jesaja 61, 1-2a.10-11 - 'De Heer laat zijn glorie ontluiken'
    EvangelieJohannes 1, 6-8.19-28 - 'Midden onder u staat Hij die gij niet kent'

    Deze bijbeltekst gaat over dopen. Johannes spreekt over het belang van dopen. Maar wat is daar nu zo belangrijk aan? En ik vroeg mij vervolgens af hoe vaak mensen zich laten dopen. En dat was meer dan één keer. Je hebt de katholieke doop zeg maar, maar daar herinneren we ons zelf meestal weinig van. 
    In de jeugdbeweging kan je je ook laten dopen. Meestal gebeurt dat tijdens een bepaalde overgang van lid naar leiding. Later als student kan je dat nog eens overdoen, liefst ondergedompeld in een dikke laag schachtenpap met de obligate mosterd en ketchup. De verwijzing naar het zuiverende water is ver te zoeken of toch? 
    Want waarom noemen we dat dan ook dopen? Waarom dopen we eigenlijk? Schijnbaar heeft het toch een belangrijke betekenis aangezien er zo vele varianten van bestaan. 

    Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen dat dopen het begraven van de oude mens is en het doen opstaan van de Nieuwe mens in Christus, of zoals hij het in de Galatenbrief schrijft: dopen is het bekleden van Christus. Ok, maar wel wat zware woorden voor een zondagmorgen. 
    Als we kijken naar de andere vormen van dopen zien wel een rode draad. Een scoutsdoop bijvoorbeeld gebeurt tijdens een overgang van puber naar jongvolwassene of van lid naar leiding, op het moment dat je meer verantwoordelijkheid krijgt. Dopen verwijst net zoals bij een studentendoop naar definitief bij een groep mogen horen. Op één of andere manier moet je je inzet tonen, zodat men weet dat men later beroep op je kan doen. We zijn daar heel creatief in geworden. Toen ik nog bij de scouts was, vertelde mij een groep dat ze voor hun doop gezeten op een sjorbalk in de branding van de zee,  aan de hand van vissekoppen elkaar van de balk moesten gooien. Als je in het water viel was je gedoopt. 

    Er valt hier veel over te zeggen, maar het heeft wel iets van durf en tegelijk loslaten, je moet letterlijk en figuurlijk iets ondergaan alvorens je opgenomen wordt in een groep. Er zit ook mogelijkheid tot groei in, jezelf uitdagen. Je eigen sterktes en zwaktes onder ogen zien en er mee aan de slag gaan. Mijn persoonlijke opdracht had iets te maken met gestructureerd handelen, en iets met op tijd komen en ook iets met ordelijk zijn enzo.  
    Maar we vergeten nog één belangrijk element: vertrouwen. Vertrouwen dat na je doop je als mens wordt opgenomen met je sterktes en gebreken, vertrouwen dat na het onderdompelen  je terug naar de oppervlakte zal geraken. Vertrouwen in het kijken naar jezelf. 

    Wat leert ons dat nu over onze doop als christen. 
    Al die eigenschappen die we zonet hebben opgesomd: durven, lef hebben en tegelijk loslaten, soms gewoon ondergaan en vertrouwen hebben, groeien en jezelf uitdagen, opnemen en opgenomen worden met je sterktes en zwaktes en bovenal verbinding zoeken met wat je omringt, zijn allemaal een voor een levenskwaliteiten. We hebben ze allemaal stuk voor stuk nodig om zinvol te kunnen leven. Wat zouden we zijn als we het lef niet hadden om onze dromen achterna te jagen? 
    Waar zouden we staan als we niet het vertrouwen hadden dat effectief alles goed zal komen? Al die bouwstenen zijn samengebald in één simpel ritueel van dopen, van onderdompelen in het leven. Het levengevende water dat bruisend is en stromend en mee met ons een weg zoekt.

    In deze adventsperiode waar wij traditioneel uitkijken naar het nieuwe leven, is het juist zo uitdagend om op zoek te gaan wat dat nieuwe leven voor mij betekent en voor u en voor u...
    Hoe kan ik vol lef en vertrouwen en durf en goesting nieuw leven ontvangen?
    Het is iets wat ik jullie in deze adventsperiode allemaal een voor een toewens!
    Maak er een ongelooflijk eindejaar van en vier het nieuwe leven!

    Amen

    14-12-2014 om 08:48 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beetje “blijde boodschap” zijn... - 2e zondag advent B 2014 - Jan V

    Tweede zondag van de Advent B 2014 - Zaterdag 6 en zondag 7 december 2014

    Eerste lezing: Jesaja 40, 1-5.9-11 - 'Baan een weg voor de Heer'
    EvangelieMarcus 1, 1-8 - 'Maakt de paden van de Heer recht'

    We lezen het begin van het evangelie zoals Marcus het heeft opgetekend: "Begin van het evangelie van Jezus Christus. Droog weg, zakelijk. Geen gestoei met wonderlijke geboorte of het bezoek van een engel aan een maagd. Geen herders in het veld of engelen aan de hemel en ook al geen koningen uit het oosten. Niets van dat alles.

    Marcus komt meteen ter zake, droogweg: begin van de blijde boodschap van Jezus Christus. En toch is ook hij weer op zijn manier speciaal. Want zijn evangelie begint niet met de figuur van Jezus, maar met een oude tekst. Uit de profeet Jesaja. Een profeet van meer dan 500 jaar voor de tijd van Marcus.   Even kun je de indruk krijgen in een verkeerd stuk te zijn terecht gekomen. Maar niets is minder waar!

    “Luister” zegt Jesaja “iemand roept, bereid de Heer een weg in de woestijn, in het dorre land.  
    Een weg in de woestijn…er zijn betere plaatsen om onthaald te worden.   In een woestijn, daar wil je toch niet zijn !  Toch is het goed gekozen: in een woestijn, daar klinkt uw stem !  Daar trok hij zich terug voor 40 dagen, achter de woestijn komt de vruchtbare strook van de Jordaan, je moet door een woestijn naar het beloofde land…
    En we lezen wat verder in Jesaja de aankondiging van iemand die zal komen: “ als een herder zal hij zijn kudde weiden, in zijn arm brengt Hij de lammeren samen, hij leidt de schapen voor hem uit…

    Mooie tekst van Jesaja, een aankondiging van je welste, iemand zal komen om het volk, om de wereld te redden.

    Ook Johannes De Doper sprak met eenvoudige maar met zeer duidelijke woorden,  hij stelde eisen die hij met zijn eigen levenswijze fundeerde,  daarom kon hij op zo’n grote toeloop rekenen.  Door zijn ascetische levenswijze kwam hij wel overtuigend over bij de mensen van die tijd.
    Hij is nochtans een rare vogel, die in zijn tijd niet aanvaard werd.  Het is een beetje zijn schuld.  Stel je voor dat ik hier zou verschijnen om te prediken, gekleed in een pij van kameelhaar, - waarschijnlijk tweedehands, - dan zouden velen daar aanstoot aan nemen en volgende week staat het in het parochieblad.   En wat eet die man?  "Sprinkhanen en wilde honing", dat hoorden we zopas in het evangelie.  Nog sterker dan wie macrobiotisch leeft.  Dat is nu wel in….sprinkhanen eten.  
    Hij was wel voor op zijn tijd…. 

    Hij heeft daarbij ook geen manieren.   Luister maar naar de vulgaire taal die hij uitkraamt.  In het evangelie van Matheus lezen we dat hij de aanzienlijke religieuze leiders, - noem ze de bisschoppen in onze Kerk! - in het publiek uitscheldt voor "adderengebroed", wat in onze volkstaal wil zeggen: Gespuis! Crapuul! gemeen volk!  En in het evangelie van Matheus lezen we nog dat hij hun zegt dat ze zich moet laten dopen, d.w.z. dat ze zich moeten bekeren, dat ze heel anders moeten gaan leven.
    Wat een schokkende boodschap van een man zonder stijl en zonder manieren!  Een rare vogel, zoals de meeste profeten vroeger en ook nu.    
    En toch is hij een echte profeet, een gids, onze gids ?

    Hij doet mij denken aan dat beeld ik regelmatig zie in Brugge wanneer ik met buitenlanders door de stad wandel.  Je ziet van die gidsen met een lange paraplu, een baken als teken aan de groep Japanners of Chinezen om hem te volgen.
    Nog een ander beeld: in de tentoonstelling in het MAS over Heilige plaatsen, heilige boeken vinden we een van de topstukken naast de Madonna van Loretto en de sleutels van de Kaba, de “Mahmal” een grote puntige tent, rijkelijk versierd met goudbrokaat.  Deze tent werd boven op een kameel gezet als baken voor de pelgrims.  Soms liepen ze uren achter het begin van de karavaan, maar de tent, de Mahmal, konden ze steeds van verre zien…
    Ik denk dat we ook zo naar de boodschap van Johannes de Doper moeten zien..
     Dank zij de vele volgelingen voelde Johannes dat er een nieuwe wind op stak, dat er iemand op komst was die niet alleen met water maar ook met vuur, met het vuur van de H.Geest, zou dopen.    Zo kondigt Johannes Jezus terug aan, als gids.
    En of we nu willen of niet, we krijgen een richting voorgeschoteld.
    Mensen hebben behoefte aan richting, Johannes de Doper geeft die.
    Hij wijst niet naar links en niet naar rechts, maar naar Hem die na hem komt:
    Jezus, redder en trooster.

    Johannes gaat midden in de Jordaan staan om mensen te helpen oversteken van het “oude” naar het “nieuwe” leven: van een leven zonder God naar een leven met God.
    Maar Johannes is ook nederig: “Ik ben niet goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken”  Dit maakt de man die hij aankondigt wel zeer belangrijk.   Het is Hij die het werk wel zal komen afmaken... 

    Ook in onze tijden hebben wij die boodschap van hoop hard nodig.
    Onze tijd wordt getekend door onzekerheid en angst. Velen onder ons vervallen in verbittering, in moedeloosheid en vereenzaming. Ook na mislukkingen en na miserie kan elke mens in volle liefde steeds weer opnieuw beginnen.
    In onze ontmoeting met die Jezus, krijgt elk van ons een kans om een “nieuw begin” te ervaren.
    Laten wij samen teken van hoop worden voor al die mensen die het niet meer zien zitten, die niet meer geloven in de toekomst.
    Vertrouwen op God is ook zelf een beetje “blijde boodschap” zijn...
    Is ook in ons eigen leven werk maken van een wereld zoals God die droomt.

    Met de hulp van  Ward van Overbeke en Gabriël Buyse

    07-12-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    30-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wees waakzaam - 1e zondag advent B 2014 - Fred

    Eerste zondag van de Advent B 2014 - Zaterdag 29 en zondag 30 november 2014

    Eerste lezing: Ezechiël 34, 11-12.15-17 - 'Jes 63, 16b-17.19b; 64, 2b-7 Scheur de hemel open'
    EvangelieMarcus 13, 33-37 - 'Weest waakzaam voor de komst'

    Ik zou eigenlijk wat meer op mijn voeding moeten letten, een beetje gezonder gaan eten. Dat wordt natuurlijk moeilijk nu de feestdagen in aantocht zijn. Maar als die periode voorbij is, zal ik er eens aan beginnen.
    Ik zou heel graag eindelijk stoppen met roken. Maar nu is er een heel drukke en stresserende periode op het werk, dus dat gaat niet lukken. Maar als het wat rustiger wordt, komt het er zeker van.
    De partiële examens komen dichter en dichterbij. Ik zou stilaan moeten beginnen met studeren. Volgende week is er een paar keer voetbal op TV en in het weekend nog een fuif die ik niet kan missen, maar dan zal ik mijn boeken eens bij mekaar gaan zoeken.
    Die vrouw uit onze buurt ligt nu toch al een hele tijd in het ziekenhuis. Ik zou  eigenlijk eens bij haar op bezoek moeten gaan. Maar wanneer? Het wordt tijd dat ik die ruzie eens bijleg, want ik weet al niet meer hoe het begonnen is. Maar is het wel aan mij om de eerste stap te zetten?

    Uitstelgedrag en uitvluchten zoeken om iets niet te doen: we kennen het allemaal. 
    Misschien is het goed dat er elk jaar zo een periode als de advent aanbreekt. Een periode die ons aanspoort om daar iets aan te doen. Zo kunnen we ook de titel van deze viering begrijpen. Wees waakzaam. Dat betekent zoveel als:  stop met uitstellen. Doe het nu,  doe het vandaag, want morgen kan het te laat zijn. En ga niet langer op zoek naar uitvluchten!

    De advent is ook onlosmakelijk verbonden met Welzijnszorg. 
    En welzijnszorg vraagt onze aandacht voor dingen die wij in feite al heel lang weten. Voor toestanden die wij eigenlijk heel goed kennen, maar waar wij meestal veel te weinig oog voor hebben. Daarom is het niet alleen goed dat er een periode als de advent bestaat, maar ook een actie als welzijnszorg.

    We gaan allemaal op de een of andere manier worden getroffen door de besparingen die de nieuwe regeringen gaan doorvoeren. En we hebben er allemaal waarschijnlijk al duchtig over gezaagd en geklaagd. We gaan als zestigplussers vijftig euro per jaar moeten betalen om met de tram te rijden en nu is het gratis. Maar we weten heel goed dat er veel mensen zijn die het nog veel en veel moeilijker hebben. Dat in ons landje één op de zeven mensen in armoede moet leven. Het is goed dat Welzijnszorg ons ieder jaar even wakker schudt uit ons zelfbeklag, ons egoïsme en onze onverschilligheid.

    Waarvoor vraagt Welzijnszorg onze aandacht dit jaar? 
    Want is het niet zo dat we leven in een land waar de sociale zekerheid nog altijd veel en veel beter is uitgebouwd en ook veel beter functioneert dan in de meeste andere landen? Ja, dat klopt. Zonder sociale zekerheid zou 42% van onze bevolking in armoede leven. Nu is dat nog maar 15%. Maar ook dat is te veel! 
    En dat komt omdat er nog altijd een aantal vervangingsinkomens beneden de armoedegrens liggen. En omdat heel wat mensen de weg niet vinden naar de  hulp die zij nodig hebben en waar zij ook recht op hebben. Ze vinden hun weg niet in de administratieve mallemolen die er rond werd gecreëerd. En omdat de dienstverlening niet altijd de nodige en voorziene kwaliteit biedt. Ondanks de goede wil en de inzet van vele mensen die in die sector werken.

    Naast de traditionele adventskrans is er dit jaar een tweede symbool en dat heeft alles te maken met Welzijnszorg. Dat symbool is de paraplu. 
    Een  paraplu  is bedoeld om ons bescherming te bieden tegen de regen. Maar als er gaten zijn in die paraplu worden we toch nog nat. Zo kan ook de paraplu van de sociale bescherming gaten bevatten. We willen in elke viering de paraplu met gaten vervangen door één die mooi en heel is. Dat is natuurlijk maar een symbool, de actie van Welzijnszorg wil het ook zoveel mogelijk waar maken in de realiteit, in het dagelijks leven van iedereen.

    Een paraplu kan nog een andere symbolische betekenis hebben. 
    Als er iets fout gaat en er wordt gezocht naar verantwoordelijken, trekken wij gemakkelijk onze paraplu open: wij zijn niet schuldig, het behoort niet tot onze bevoegdheid. De politiek moet het maar oplossen, of de administratie, of de politie, of de school, of een andere instantie. Het is in ieder geval niet onze schuld en de paraplu is bedoeld om ons onder te verschuilen.

    Precies dat is waar de advent ons toe aanzet: onze verantwoordelijkheid niet meer ontlopen. 
    De schuld niet altijd bij anderen leggen, zelf ook de handen uit de mouwen steken. Tijdens de vier weken van de advent, moeten wij niet met gekruiste armen zitten wachten op de vrede van kerstmis. Wij moeten werken aan een vrede die alle mensen op hun plaats zet. Een vrede die het resultaat is van gerechtigheid. Een vrede vooral voor mensen die nog nooit hun plaats hebben gekregen of gevonden. Een vrede die een beschermende paraplu biedt waaronder plaats is voor iedereen. 
    Een paraplu zonder gaten …  

    30-11-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde of het begin? - Christus Koning A 2014 - Gie

    Christus Koning A 2014 - Zaterdag 22 en zondag 23 november 2014

    Eerste lezing: Ezechiël 34, 11-12.15-17 - 'Ik zal recht doen aan het ene dier tegenover het andere'
    EvangelieMatteüs 25, 31-46 - 'Zoals een herder een scheiding maakt tussen schapen en bokken'

    Sinds we een preekploeg hebben, is het al de vierde of de vijfde keer dat ik jullie bij het feest van Christus Koning iets mag komen vertellen. En pas nu valt het mij op hoeveel het evangelie van vandaag overeenkomt met het verhaal over de vierde koning. 
    Dat is een oud verhaal dat dikwijls verteld wordt in de Kersttijd of bij het feest van Driekoningen. Maar eigenlijk is het hier veel beter op zijn plaats. Het vertelt over een geleerd en wijs man, misschien een koning, die, net zoals zijn drie andere collega’s, Caspar, Melchior en Balthasar, op stap gaat naar een pasgeboren koningskind. 

    Soms wordt hij Coredan of Artaban genoemd. Wij noemen hem gewoon de Vierde. 
    Het verhaal van de drie koningen is jullie bekend. Om de ster te volgen, trekken zij met kamelen of paarden naar het oosten, om hun geschenken aan die Kleine Koning te kunnen aanbieden. 
    Onze vierde koning vertrekt te voet. Hij zoekt zijn spaarcenten bij elkaar, pakt zijn rugzak en vertrekt. Nog voor hij de metro induikt, ziet hij daar een dakloze verkleumd tegen het muurtje zitten. Die is maar wat blij met zijn dekentje. Natuurlijk is de tram juist weg. 
    Onze Vierde is nog maar in het station of hij valt bijna, over iets dat midden op het perron ligt. Blijkbaar iemand die onwel of ziek geworden is. Hij haalt zijn eerstehulpdoos boven en geeft de man een dafalganneke. Dan belt hij de hulpdiensten, en zo voort. Enfin, ook de trein gemist. 

    Caspar, Melchior en Balthasar zien intussen de ster bijna aan de horizon verdwijnen en ze besluiten om alvast zonder hem te vertrekken. 
    Andere zaken eisen zijn aandacht en andere mensen vragen zijn tijd. Tegen dat onze Vierde wijze in Bethlehem aankomt, zijn z’n drie maten al lang terug naar huis. Ook het Koningskind is vertrokken, blijkbaar met zijn ouders naar Egypte gevlucht. 
    Onze Vierde schaft zich een kameel aan en trekt hen achterna. Onderweg komt hij in de woestijn iemand tegen die uitgeput en uitgedroogd aan de kant in een schaduw zit. Hij geeft hem zijn laatste flesje water. Op weg naar Egypte, komt hij terecht in een vluchtelingenkamp. Het kind Jezus en zijn ouders zijn er niet meer. Maar het lukt hem wel om een aantal mensen te bevrijden. 
    Zijn verdere leven blijft een tocht van zoeken, mensen helpen en … te laat komen op de volgende afspraak. 
    Na lange omzwervingen komt hij, meer dan dertig jaar later, in Jerusalem. Daar is veel volk want het is bijna Pasen. Hij wordt met de mensenmassa meegesleurd naar de rand van de stad. Sensatie: er worden een paar zware gangsters terecht gesteld. En ook een zekere Jezus van Nazareth, die zichzelf Koning van de Joden zou genoemd hebben … 

    Jezus … Koning …? 
    Het klinkt onze Vierde plots bekend in de oren. Dit zal, dit mag toch niet de Koning zijn naar wie hij al zijn hele leven op zoek is? Komt hij ook nu weer te laat? 
    Met de grootste moeite wringt hij zich door de menigte, tot hij aan de voet van het kruis staat. Hij hoort nog juist hoe Jezus tegen de man naast hem aan het kruis zegt: “Vandaag zult ge bij mij in het paradijs zijn”. En met een vertwijfelde blik kijkt hij naar boven, naar Christus. Niks meer te geven, dus ook niets meer te krijgen, denkt hij. 
    Dan kijkt Jezus hem aan en zegt: “Bedankt Vierde, bedankt voor ALLES”. 

    Hoe zo, voor alles? 
    “Die zieke met dat dafalganneke, dat was Ik”, zei Jezus, “Die dakloze met zijn dekentje, dat was Ik. Die vluchteling met dat fleske water, dat was Ik ook. Al wat je voor die mensen hebt gedaan, heb je voor mij gedaan”. 
    Wat moeten wij daar nu mee aanvangen? Moeten wij soms ook inpakken, ons geld meepakken en vertrekken? 
    Denk even aan de parabel van de talenten, waarover Marc ons vorige week nog vertelde. 
    Uit het verhaal van vandaag blijkt eens te meer dat talenten veel meer zijn dan een grote geldwaarde. Ieder gebaar, iedere hulp, iedere actie ten bate van een ander, is een talent waard. Ook zaken die geen geld kosten, alleen wat moeite. 

    En van dat soort talenten hebben wij er allemaal wel een of meer. 
    Misschien nog ongebruikt. 

    23-11-2014 om 09:39 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laat elk talent beschikbaar zijn - 33e zondag A 2014 - Marc

    Drieëndertigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 15 en zondag 16 november 2014

    Eerste lezing: De eerste brief aan de Tessalonicenzen 5, 1-6 - 'De dag des Heren komt als een dief'
    EvangelieMattheüs 25, 14-30 - 'Over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen'

    Weer een evangelie dat we dikwijls gehoord hebben. Daarom vertel ik een mop die we al dikwijls gehoord hebben: de mop van de krik.... over de pessimist. Die op het einde knarsetandend de duisternis ingaat...
    Het gaat in dit evangelie over een pessimist. Maar vinden we stilletjes ook niet dat het hier gaat over een zeer harde, ja onbarmhartige heer? Hebben we niet wat begrip voor die bange dienaar, die tenslotte niks verkeerd doet?

    Het is dikwijls zo met de parabels. Er zitten weerbarstig kantjes aan. Ze zijn niet altijd  eenvoudig te begrijpen, ja, ze zijn soms op verschillende manieren te begrijpen, omdat ze ons willen door elkaar schudden. Ze willen ons doen nadenken en een andere kijk geven op ons leven, op mensen, en... op onze heer.

    Die heer in het verhaal, dat zou Jezus kunnen zijn. Hij is inderdaad op reis vertrokken. En wij wachten op zijn terugkomst. En, vertelt het verhaal, hij heeft ons iets in handen gegeven. Iets? Veel! 'Geld', zeggen sommige  vertalingen, maar dat is te eng. Zijn bezit, zijn erfenis, zijn schat ligt in onze handen. En wat is de schat van Jezus? Zijn evangelie, in woord én daad. De boodschap van barmhartigheid, mededogen, hoop. De boodschap dat het Rijks Gods op komst is, waar alle tranen gedroogd zullen worden.

    Iedere leerling heeft iets van die schat in handen. Dat is rijkdom, ook dat ene 'talent'. We zullen het al gehoord hebben: zelfs één talent is héél veel: een gewoon mens kon daar 25 jaar van leven. We hebben allemaal verschillende 'aandelen' van onze heer in handen gekregen: de ene kan troosten, de ander is een leider, een derde heeft de gave van de eenvoud, nog een andere is in staat te vergeven. 
    En als wij met die gaven 'woekeren', vermenigvuldigen die zich: dan maken wij anderen gelukkiger, helpen wij leed te dragen, overwinnen we onrecht, en kan in onze gemeenschap Jezus tastbaar worden.

    Die derde dienaar is dus geen kneusje. Hij ook hoedt een schat. Maar hij laat hem beschimmelen. En misschien toont de parabel waar die dienaar in de fout gaat. Hij is niet edelmoedig, hij zit vol wantrouwen, en vanuit zijn wantrouwen heeft hij zich een heer gemaakt naar zijn eigen beeld en gelijkenis. Die gaven van het evangelie nutteloos voor hem. Hij kan anderen niet helpen, en ook zichzelf niet. Voor zijn heer staat hij niet open, en die kan hem dan ook niet bereiken.

    In feite toont de parabel twee heren. En dat geeft een schokske. Ik denk dat het juist de bedoeling van het verhaal is dat we door die schok beseffen: onze heer is niet die hardvochtige baas, de wrede God, die straft en ons het lijden zou sturen.. 
    Dat botst met heel het evangelie. De lezingen vandaag wekken ons op: blijf alert, blijf werken aan het evangelie, blijf geloven dat het goede sterker is dan het kwaad, en vroeg of laat ondervinden wij dat de trouw aan dat evangelie niet tevergeefs zal zijn, en dat we in God geborgen zijn. 
    Maar er blijft toch iets knagen. Die derde sukkelaar... 

    Misschien, als we deze weerbarstige parabel tegen het licht van het hele evangelie houden, is er ook hoop voor deze mens. Want dit verhaal heeft zijn plaats enkel dagen voor het lijdensverhaal van Jezus. Dat was de grootste schok voor zijn leerlingen: zelfs deze goede mens wordt in de duisternis van het lijden geworpen, hij wordt behandeld als vuil, als een paria. Zoals die derde dienaar... 
    En gaandeweg hebben die leerlingen kunnen geloven dat die totale verwerping Jezus niet vernietigd heeft, ja, dat hij die overwonnen heeft. Hij heeft het lot van de uitgestotenen op zich genomen, om ieder mens, ook de minsten onder ons, terug hoop te geven. Wie van ons kan het hart van de derde dienaar peilen? Ik geloof dat onze heer blijft hopen dat ook het angstig, verstokt hart van die mens zich voor zijn rijke goedheid zal openen. 
    Dan kan er zelfs in die diepste duisternis terug licht schijnen.

    Met veel dank aan dominee Egbert Rooze.

    16-11-2014 om 08:49 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daar wordt de wereld mooier van - Kerkwijdingsfeest Lateraanse basiliek A 2014 - Hilda

    Kerkwijding van de basiliek van Sint-Jan van Lateranen A 2014 - Zaterdag 8 en zondag 9 november 2014

    Eerste lezing: Ezechiël 47, 1-2.8-9.12 - 'Het water in de tempel'
    EvangelieJohannes 2, 13 - 22 - 'De tempel van zijn lichaam'

    Lieve mensen, 

    Wanneer onze kinderen de middelbare school doorliepen, organiseerde men traditiegetrouw voor de 6e jaars studenten, ‘De Romereis’! Hier op Linkeroever gebeurde dat onder leiding van de heer Blomme! En in 1997 hebben we met een groep van 52 jonge ouders het geluk gehad om, onder leiding van diezelfde heer Blomme, ook diezelfde Romereis te mogen mee-maken! 
    Het was uiteraard een fantastische beleving! 
    We bezochten de catacomben waar de eerste christenen in ’t geheim samenkwamen om te bidden, om God in hun leven te weten en te beleven. 
    We bezochten elke basiliek of kerk die iets of wat naam had waaronder ook de Basiliek van Sint Jan van Lateranen!  

    De Basiliek, "de Sint Jan van Lateranen", was voor de eerste keer een plek waar de christenen openlijk met velen en zonder schroom of angst mochten en konden samenkomen. Haar geschiedenis gaat terug tot de 4e eeuw na Christus. Op de Monte Coelio, 1 van de 7 heuvels waarop Rome gebouwd is, lag een paleis dat had toebehoord aan de het oude Romeinse geslacht van de Laterani. 
    Constantijn de Grote was in de ban van het christendom en gaf de aanzet om er een nieuwe ‘staatsgodsdienst’ van te maken. Daarom laat hij aan het paleis van de Laterani, een kerk bouwen voor de bisschop van Rome. Het wordt de hoofdkerk voor de christenen te Rome. Gedaan met vervolging en geheimhouding 
    Het werd een plaats voor velen, het werd het hart van de wereldkerk.

    Op 7 april 2013 heeft onze, toen pas verkozen, Paus Franciscus zijn intrek genomen in de basiliek van Sint Jan van Lateranen! Het is de plek waar hij zo gewoon mogelijk de mensen ontmoet die naar de zondagviering komen en hij spreekt geregeld over zichzelf als de bisschop van Rome. 
    In 1997 stonden wij daar met 52 jonge ouders van Linkeroever, in het hart van de wereldkerk. Wij die hier en nu in onze kleine Lukaskerk en onze kerk Sint-Anna ten Drieën, wekelijks samenkomen om te bidden en mekaar op handen dragen doorheen de week. 
    Vandaag besef ik nog meer dan toen, hoe we werkelijk tot die grote christen gemeenschap behoren. Hoe we hier christen-zijn doorheen die geschiedenis van die eerste kerk… 
    Hoe wij hier, allemaal, een deel zijn van Gods plan!

    2 jaar geleden bracht de jaarlijks zomertentoonstelling, onze kerk ‘Sint-Anna-ten-Drieën’ in het middelpunt van de belangstelling van Linkeroever! Sindsdien kijken we met z’n allen heel anders naar onze kerk met haar vooral door de zon, schitterende glasramen, ontworpen door Gabriël Loire, gerealiseerd door Jacques Loire!
    Bij deze gelegenheid lieten we ook een ‘tabernakel’ ontwerpen door Jacques Loire. Want echt waar, een tabernakel was er nooit in onze kerk geweest! 
    Monseigneur Bonny heeft dit ingewijd en ons toegesproken hoe sinds mensenheugenis, mensen een speciaal kistje ontwierpen om hun ‘God’ reëel een plaats te geven in hun gemeenschap. Beginnend met ‘de Ark van het Verbond’ in het exodus verhaal tot het bouwen van de Tempel in Jeruzalem en later de basilieken en de moderne kerken, waarin een bijzonder plek voor het wonen van God voorzien werd. Het werd tabernakel genoemd. Een tabernakel ook altijd uit bijzonder legering van koper met zilver, of zelfs goud… 
    Maar ook sprak Mgr Bonny over de meest bijzondere plek die door niemand kon gemaakt worden…  
    Wij! Gij en ik! Wij met ons hart, onze ziel en ons verstand kunnen de meest bijzondere plek worden waarin God kan wonen, waarin iets van God te vinden en te zien is. Ik, mijn gekregen zelf, het kan door niemand gemaakt worden… Dit geschenk kan alleen maar mooier en beter worden in verbinding met de anderen…. 

    Dat wij geen tabernakel hadden (in de hoofdkerk, wel een in de weekkapel, red) , is helemaal niet zo verwonderlijk!
    De moderne kerken en ook onze kerk zijn veel soberder en hebben een meer alledaagse, profanere uitstraling gekregen. We bewegen er ons ook veel gemakkelijker in dan 50 jaar geleden.
    De gedaanteverandering die de kerken bij ons gekregen hebben, komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het 2de Vaticaans Concilie is hier mede verantwoordelijk.
    Was de kerk voorheen ‘ Gods woning’,  sedertdien is het’ een huis van mensen’ en ‘een huis van samen-komen’ geworden. Het 2e Vaticaans Concilie heeft vooral de nadruk gelegd op de functionaliteit van de kerk, de kerk zou bij voorkeur ‘multifunctioneel’ zijn. Het mocht de plaats worden van bidden en van diaconie.
    En in die geest van het 2e Vaticaans concilie mogen wij gerust verder leven…

    In de evangelielezing horen we hoe Jezus voor het paasfeest optrekt naar Jeruzalem. Er is een menigte van mensen verzameld. Allen bereiden ze zich voor op het grote feest der feesten: “de gedachtenis aan God die de mens en zijn volk voor de vrijheid bestemd heeft.” Daarom wordt er elk jaar Pasen gevierd. Jezus is erbij. Hij is vol van de gedachte  aan God, die mensen verzamelt en wil omvormen tot ware vrije mensen, tot bevrijde mensen. 
    Jezus treft er de handelaars aan, een chaotische toestand die de heilige plaats van Gods aanwezigheid verduisterd. Hij drijft ze allen de tempel uit.  
    Wanneer het tempelplein leeg is en de rust wat teruggekeerd, spreekt Jezus over de tempel die Hij zelf is! De hoeksteen voor een nieuwe generatie! Hij probeert te laten horen, zien en voelen hoe heel die menigte die het Paasfeest komt vieren de ware plek is waar God kan wonen! 
    Hij inspireert ons om samen Kerk te zijn, om God mens te laten zijn in onze gemeenschap, om vindplaats van God te zijn voor iedereen die er behoefte aan heeft, die er door omstandigheden aanklopt… Kijken naar wie voor me zit, naast me en achter me en wat ik voor haar of voor hem kan betekenen… daarvoor komen we samen in deze kerk. Zo willen we van dit huis een woonplaats maken voor God…
    Mekaar steunen in het leven, mekaar op handen dragen, weten dat Jezus zei: “Wat je aan de minste van Mij gedaan hebt, heb je ook aan Mij gedaan”, en “Waar 2 of 3 in Mijn naam verzameld zijn, daar kan Ik een menselijk gezicht krijgen, daar kan Ik zichtbaar worden”.

    Mekaar ook steunen hier en nu, in de steeds veranderende en vernieuwende kerkomstandigheden, is hoopvol verder gaan om samen Kerk te blijven. 

    Toon Hermans heeft het zo bondig en mooi neergeschreven:
    “Mijn liefste wens, steeds (opnieuw) geloven in de mens, niet altijd wijzen op zijn falen, maar 1000 keren weer herhalen, dat hij een deel is van Gods plan, daar wordt de wereld mooier van.”

    09-11-2014 om 19:30 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van wie moeten we houden? - 30e zondag A 2014 - Jan

    Dertigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 25 en zondag 26 oktober 2014

    Eerste lezing: Exodus 22, 20-26 - 'Ge hebt zelf als vreemdeling in Egypte gewoond'
    EvangelieMattheüs 22, 34-40 - 'De Heer beminnen met heel uw hart'

    De eerste zin van de eerste lezing zet echt wel de toon van deze viering: Vreemdelingen mag je niet uitbuiten of onderdrukken.  
    Hier zou de lezing moeten stoppen. We zouden aandachtiger geluisterd hebben.
    En de tweede zin luidt: “want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte”
    Hier zou je nog kunnen zeggen: dat is niet voor ons bedoeld.  Maar het is wel het thema.

    Ik weet dat ik nu een moeilijk punt aanhaal.  Een punt met veel gevoeligheden, met veel discussie. Voor sommige een partijprogramma voor anderen een ideaal om na te streven.
    Blijf nu allemaal even zitten, schuif desnoods maar wat over en weer op uw stoel maar tracht eens mee met mij de teksten van vandaag te begrijpen.

    Ooit zei eens iemand tegen mij: “als hier geen brood genoeg zou zijn, zou ik ook wegtrekken naar daar waar wel brood te vinden zou zijn”

    Als we de beelden herbekijken van de brug over de Schelde, niet deze van enkele weken terug, maar deze van 100 jaar terug zien we toch een massa die wegtrekt omdat er geen brood meer is. Meer nog, omdat er oorlog is en de stad dreigt ingenomen te worden.
    Als we zien hoe tussen 1870 en 1934 meer dan 2.4 miljoen mensen vertrekken met de Red Star Line naar Amerika of Canada zal dit wel een reden gehad hebben. Niet alleen Joden, of Duitsers of Oost Europeanen of Russen maar ook vele Vlamingen uit alle dorpen van ons Vlaamse land.  Een luxe was dit niet, te weinig brood hier, en misschien meer brood ginder?

    Zou de familie Di Rupo, de familie Bourgeois, de familie Jambon….vroeger geen vreemden geweest zijn in ons land?
    Ook de joden in onze eerste lezing waren ooit vreemdelingen in Egypte..
    En dan vraagt de tekst van het evangelie ons na te denken. “van wie moeten we houden? Moeten we dan toch niet proberen de vreemdelingen op een andere manier te bekijken?”
    Zou dat van het brood en de oorlog geen reden zijn voor het overgrote deel van de vreemdelingen, zou het zo niet zijn voor de allochtonen, voor de zwarten, voor vele moslims….?

    Akkoord wij kennen veel argumenten die deze stelling niet evident maken.  Twee zijn er heel belangrijk: armoede en cultuur.
    De armoede dwingt vele vreemdelingen in povere huisvesting, dwingt hen tot bedelen of ergere zaken.  De cultuur wringt hen in een hoek dat ze zich moeilijk kunnen aanpassen of een reden vinden om het niet te doen.
    Op de markt zie je ze allemaal, op een activiteit van de Zomer van Antwerpen zie je bijna geen enkele.

    De tekst van het evangelie van vandaag is een vervolg op het verhaal van vorige week: “Geef aan God wat  God  toekomt en aan de keizer wat de keizer toekomt.  Het is een voorloper op het verhaal van volgende week.
    Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart… Dat is het grootste gebod, het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief zoals u zelf….

    God kunnen we onmogelijk liefhebben zoals een mens. Niemand kan God ooit zien.
    Heeft iemand hem al eens gezien?  Ik ook niet. Maar als je uw naaste, uw buren, uw familie, de vreemdeling in de straat, lief hebt, heb je God ook lief.   
    Het bewijs dat men God liefheeft is de manier waarop men zijn naasten bemint. Daarom zegt het evangelie dat het tweede gebod, de naastenliefde, gelijk is aan het eerste.
    Eigenlijk lezen we In het evangelie een positieve formulering: 'Behandel anderen steeds zoals je zou willen, dat ze jou behandelen'
    Ik kan u niet vragen: “bemin uw God” maar ik kan wel vragen: “Bemin uw naaste”
    Je moet u zelf natuurlijk wel graag zien….anders wordt het moeilijk.

    Ik weet, sommige mensen die heel veel van hun naaste houden moeten niets van God hebben.  Dat is de realiteit maar dat is eigenlijk nog geen ramp.  Ieder vult het in op zijn/haar manier.
    Andersom is het ook waar:
    Onze huidige paus Franciscus heeft eens gezegd tegen een hoop priesters en nonnen en broeders, die uiteraard God heel graag zagen… Tegen hen zegt hij ”Spiritualiteit die alleen maar naar boven gericht is, zonder de voeten op de grond te houden is niet wat God wil”  
    M.a.w. als je geen voeling hebt met de mensen, als je niet weet wat er rond u bezig is, als je uw naaste niet kent… heeft het echt geen zin om steeds met de ogen naar de hemel te staren in de hoop dat uw gebed verhoord wordt.

    Jij bent heel anders dan ik. 
    Je haar is kroezig en je huid is bruiner.
    Je ogen zijn diep en donker. 
    In je armen en benen zit elastiek.
    Jij viert feest op andere dagen. 
    Het eten bij jou thuis ruikt vreemd.
    De muziek die je draait klinkt naar woestijn.
    Je houdt van fellere kleuren. 

    Maar als je lacht, ben je net zo blij als ik.
    Jouw god is vast dezelfde als de mijne. 
    Ook al heeft Hij een andere naam.
    Jij hoort bij mij en ik hoor bij jou. 
    Ook al zijn we allebei anders.
    Tussen ons ligt een wereld van verschil.
    Maar voor de vrede en de liefde, 
    daar kies jij en ik voor. 
    Dat is zo treffend.
    Dat we daardoor om elkaar te begrijpen 
    met een half woord genoeg hebben.

    Soms vinden we het gemakkelijker om de medemens in nood die veraf is, te beminnen, dan de medemens in onze directe omgeving die hulp heel hard nodig heeft. Laten we daar maar iets aan doen of er minstens eens goed over nadenken.

    Naar een idee van B.J.DE Clercq o.p.

    26-10-2014 om 07:20 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    19-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kerk in het midden - 29e zondag A 2014 - Marc

    Negenëntwintigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 18 en zondag 19 oktober 2014

    Eerste lezing: Jesaja 45, 1.4-6 - 'De volken heb Ik onderworpen aan mijn Gezalfde'
    EvangelieMattheüs 22, 15-21 - 'Geef aan God wat God toekomt'

    Het evangelie vandaag lijkt wel bij de politieke actualiteit te passen. Want als het niet gaat over Facebook-uitschuivers of verjaardagsfeestjes, gaat het over belastingen.  
    Of meer. Of minder.

    Nu was dat ook ten tijde van Jezus een heikel thema. De keizer liet zich 'goddelijk' noemen. En als je belastingen betaalde aan de Romeinse keizer erkende je zijn gezag.  Kon je, als gelovige Jood, dat wel verzoenen met het eerste gebod? 
    Er komt naar Jezus een afvaardiging van Farizeeën en 'Herodianen'. Die laatsten waren supporters van koning Herodes, en beiden lagen zwaar overhoop met elkaar. Het is alsof de PS en de NVA samen zouden spannen. Als ze samen naar Jezus trekken, is het omdat ze een gemeenschappelijke vijand wilden elimineren. Jezus liep in de weg van wie een “positie” had. Ze stellen de vraag over de belastingen niet omdat ze die kwestie willen oplossen, maar omdat ze hopen dat Jezus zich in nesten werkt. Zegt hij 'ja', dan heeft hij er gelegen bij de rechtgelovige Joden, zegt hij 'neen' dan staat de Romeinse politie aan zijn deur. 

    Hij is ze te slim af. 
    Hij laat ze zelf zeggen dat het belastinggeld 'van de keizer' is. Hij geeft een antwoord waar ze geen kant mee uit kunnen. En meer nog: hij zet ze in hun hemd. Want zij stonden als het ware met oogkleppen gefixeerd op die belasting, en op hun snood plan om Jezus te 'pakken'. Hij trekt die oogkleppen af, en wijst ze inderdaad 'de weg van God'. 
    Ze hadden niet gedacht dat hij daarover zou beginnen.
    In zijn antwoord is het duidelijk dat wij ieder, ook de overheid, moeten geven waar die recht op heeft. Maar het is even duidelijk, dat de norm waar al ons handelen op gebouwd moet zijn, is: 'geef aan God wat God toekomt'. Ik zeg hier: 'ons'. Want Mattheüs laat Jezus  ook tot ons, nu, spreken. 

    Als gelovigen staan proberen wij 'in het midden' te staan tussen de weg van God en de weg van de menselijke wet. Als burger is ons streven, dat die twee wegen parallel lopen. En voor ons is de wet van God het richtsnoer. Die toepassen op ons dagelijks leven, op ons leven als burger, op onze menselijke wetten, is niet altijd vanzelfsprekend, daar mag discussie over zijn. Maar de richting die de wet van God uitgaat is overduidelijk. 
    We kunnen ze aflezen uit dat woord van Jezus: 'Geef'. Ze wordt verwoord in het gedicht, dat we hoorden als eerste lezing: niet 'hebben' is belangrijk, maar 'zijn': zijn als een weerloos kind, dat luistert en wijkt, en aandacht heeft voor de sterren, het hogere. 

    Als ik hierover nadacht, moest ik ook denken aan een toneelstuk van de Oude Grieken, van voor Christus. Daarin komt het prinsesje Antigone in opstand tegen de wetten van de mensen, uit naam van de goddelijke wet. Haar broer heeft gevochten tegen de stad, en mag als afschrikwekkend voorbeeld niet begraven worden. Zij trotseert dat verbod, begraaft hem, en getuigt voor de koning over haar trouw aan de eeuwige goddelijke wet: Ik ben niet geboren om te haten, maar om lief te hebben.

    Als dat inderdaad onze wet is, dan denk ik dat we als christenen al minstens de opdracht hebben eerlijke mensen te zijn, die niet foefelen met facturen of met belastingbrieven. Mensen die proberen ieder het zijne te geven. 
    Mensen die niet teveel rekenen, maar genereus kunnen zijn, of het nu voor de Mazen is, of voor Welzijnszorg, of voor mensen uit onze straat die we kunnen helpen. Ik durf ook hopen dat we streven naar een politiek van solidariteit en vrede.

    Soms leidt de weg van Jezus naar verzet tegen de wet van de mens, op gevaar van eigen leven. Ik denk dat we ons gelukkig mogen prijzen dat we in ons land niet voor die keuze staan, maar elders in de wereld, en vroeger in onze geschiedenis, hebben christenen en andere mensen van goede wil hun trouw aan Gods wet duur moeten betalen. 
    Wij kunnen alleen maar dankbaar zijn  omdat ons dat bespaard blijft. En vanuit die dankbaarheid kunnen we vrijuit de weg van God gaan: wij zijn geboren, wij hebben het leven gekregen, om lief te hebben.  

    19-10-2014 om 17:04 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zacht zijn voor mekaar - 28e zondag A 2014 - Marina (Ziekenzorg)

    Achtëntwintigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 11 en zondag 12 oktober 2014

    Eerste lezing: Jesaja 25, 6-10a - 'De Heer zal een gastmaal aanrichten'
    EvangelieMattheüs 22, 1-14 - 'Zie, ik heb mijn maaltijd klaar'

    Lieve mensen

    Het thema van dit jaar is “doorbreek eenzaamheid”
    Wanneer je ziek bent , of je hebt beperkingen ,geraak je vlug aan de kant van de samenleving. 
    Ziekte en zorgnood leiden vaak tot isolement en eenzaamheid
    We gaan er al te dikwijls aan voorbij dat mensen met beperkingen of ziektes, kunnen vereenzamen...
    Door allerlei omstandigheden krijg je het gevoel er niet meer bij te horen...
    Je hebt dan van die dagen .dat je liever niet uit bed wil, dat je je alleen voelt,dat je tranen je overmeesteren, dat je hunkert naar een warme knuffel...
    Zulke reacties zijn heel menselijk,wanneer men geen klankbord heeft en enkel tegen muren praat….

    Maar wij vonden je moet niet absoluut ziek zijn om je eenzaam te voelen. Het is niet omdat je alleen bent dat je eenzaam bent, je kan je ook eenzaam voelen als je in een volle zaal zit en dan valt er een bom!
    Ieder zit in zijn isolement!
    Dan is het heel belangrijk om er te zijn voor elkaar!

    En daarom is onze vraag, of bedenking wees lief voor elkaar!
    Wees zacht voor mekaar! Heb aandacht voor iedere medemens en dan vragen wij van ziekenzorg,vergeet de zieken en zwakkeren niet
    laat ze er ook bij horen.

    We hoorden in het evangelie dat Jezus dat graag gewild  had. “Hij bracht zieken weer in de kring,in de samenleving".
    Hij nodigde hen uit op een gastmaal. Iedereen is belangrijk
    In zijn sporen hebben wij een opdracht te vervullen, want iedereen kan vereenzamen...
    Het komt niet enkel voor als je alleen bent,maar ook in een relatie of andere situatie kan je je alleen voelen, het kan ook ons overkomen,..
    En dan zijn we blij dat we niet vergeten worden….

    Ook heel belangrijk is dat we zorg dragen voor elkaar. Er zal wel hulp nodig  geweest zijn om de zieke te helpen “een knikje naar omstaanders van help die mens eens”.

    Krantenbericht,naar aanleiding van een ernstig vergrijp
    “ als je geen steun krijgt, dan hou je het niet zo lang vol ….”

    We zijn allemaal gewone mensen, De ene met een groot,de andere met een klein verdriet…..
    En elk verdriet moeten we proberen een plaatske te geven. Maar daarin kunnen we elkaar helpen!

    Vele zieken wonen een beetje eenzaam,gevangen in hun woning Met Ziekenzorg willen we hen graag een bezoekje brengen, ontmoetingsmomenten, een uitstap. Zo willen wij er ons steentje bijdragen
    En hier even een oproep,om ons te ondersteunen

    Wanneer de dagelijkse sleur wat te zwaar wordt, geeft Ziekenzorg ook de kans om op vakantie te gaan, met aangepaste zorg.
    Op die vakanties wordt veel gelachen en plezier gemaakt.
    Samen wandelen,een terrasje of een lekkere dame blanche… Maar velen vertellen krijgen de kans om hun verhaal te vertellen. En zo ervaren ze dat ze niet alleen zijn met hun zorgen

    Eigen ervaring: 3 soorten vakanteis
    - Mantelzorgers met dementerende partner
    - Toeristische vakantie Trier (Italie)
    - Hotelvakantie aan zee

    Na een vakantie worden er dan ook “dank traantjes “ weggepinkt bij het afscheid….

    Weet je: “In ons leven moet je niet vliegen, maar fladderen als een vlinder”

    Op tijd en stond wat rustiger-aan, en genieten van kleine gewone dingen zodat je jezelf niet vergeet,
    Maar ook aandacht kan schenken aan je medemens en zeker aan zij die het moeilijk hebben.
    Zo kunnen zij uit hun cocon komen en terug genieten van de kleine dingen in hun leven

    De goede sfeer geeft ruimte om te luisteren naar vele levensverhalen, de batterijen worden weer opgeladen
    De Ziekenzorgvakanties zijn altijd veel te vlug voorbij….
    Na zo’n weekje “hemel op aarde” gaan we terug naar de harde realiteit

    Maar, daar kunnen wij iets aandoen…

    Hilde Van Putter verwoordt het in haar boek “levenslang”
     Erbij blijven……
     Iedereen hoort erbij
     Daar zouden wij graag aandacht voor willen vragen

    Met kleine gebaren ,een goededag, even een babbel.
    Een knuffel , even langs lopen …
    Zoveel dat geen moeite kost
             
    Dat willen wij proberen met Ziekenzorg en wij hopen dat de parochie ons daarbij steunt, dat het geen ver van mijn bed show is !
    Ik wil alle vrijwilligers bedanken voor hun inzet, ik wil ook de zieken bedanken voor de dankbaarheid die we krijgen
    Maar ook jullie bedankt om even tijd te maken … en hopelijk delen jullie ook onze zorg.

    Na de viering gaan we samen met zij die ingeschreven hebben naar de SAC; uitkijken naar een gezellig samenzijn.
    Tot heden toe is voor onze zieken alles gratis. Maar gratis bestaat niet, dus je mag ietsje meer dan gewoonlijk geven,’t is voor de zieken
    Koffie als opstapje naar een warme babbel, omdat de vraag naar een kopje koffie bijna automatisch gelinkt is aan een (huis) bezoekje 

    Van Harte Dankjewel.

    13-10-2014 om 16:51 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs