Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 14-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dopen - 3e zondag advent B 2014 - Jan W

    Derde zondag van de Advent B 2014 - Zaterdag 13 en zondag 14 december 2014

    Eerste lezing: Jesaja 61, 1-2a.10-11 - 'De Heer laat zijn glorie ontluiken'
    EvangelieJohannes 1, 6-8.19-28 - 'Midden onder u staat Hij die gij niet kent'

    Deze bijbeltekst gaat over dopen. Johannes spreekt over het belang van dopen. Maar wat is daar nu zo belangrijk aan? En ik vroeg mij vervolgens af hoe vaak mensen zich laten dopen. En dat was meer dan één keer. Je hebt de katholieke doop zeg maar, maar daar herinneren we ons zelf meestal weinig van. 
    In de jeugdbeweging kan je je ook laten dopen. Meestal gebeurt dat tijdens een bepaalde overgang van lid naar leiding. Later als student kan je dat nog eens overdoen, liefst ondergedompeld in een dikke laag schachtenpap met de obligate mosterd en ketchup. De verwijzing naar het zuiverende water is ver te zoeken of toch? 
    Want waarom noemen we dat dan ook dopen? Waarom dopen we eigenlijk? Schijnbaar heeft het toch een belangrijke betekenis aangezien er zo vele varianten van bestaan. 

    Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen dat dopen het begraven van de oude mens is en het doen opstaan van de Nieuwe mens in Christus, of zoals hij het in de Galatenbrief schrijft: dopen is het bekleden van Christus. Ok, maar wel wat zware woorden voor een zondagmorgen. 
    Als we kijken naar de andere vormen van dopen zien wel een rode draad. Een scoutsdoop bijvoorbeeld gebeurt tijdens een overgang van puber naar jongvolwassene of van lid naar leiding, op het moment dat je meer verantwoordelijkheid krijgt. Dopen verwijst net zoals bij een studentendoop naar definitief bij een groep mogen horen. Op één of andere manier moet je je inzet tonen, zodat men weet dat men later beroep op je kan doen. We zijn daar heel creatief in geworden. Toen ik nog bij de scouts was, vertelde mij een groep dat ze voor hun doop gezeten op een sjorbalk in de branding van de zee,  aan de hand van vissekoppen elkaar van de balk moesten gooien. Als je in het water viel was je gedoopt. 

    Er valt hier veel over te zeggen, maar het heeft wel iets van durf en tegelijk loslaten, je moet letterlijk en figuurlijk iets ondergaan alvorens je opgenomen wordt in een groep. Er zit ook mogelijkheid tot groei in, jezelf uitdagen. Je eigen sterktes en zwaktes onder ogen zien en er mee aan de slag gaan. Mijn persoonlijke opdracht had iets te maken met gestructureerd handelen, en iets met op tijd komen en ook iets met ordelijk zijn enzo.  
    Maar we vergeten nog één belangrijk element: vertrouwen. Vertrouwen dat na je doop je als mens wordt opgenomen met je sterktes en gebreken, vertrouwen dat na het onderdompelen  je terug naar de oppervlakte zal geraken. Vertrouwen in het kijken naar jezelf. 

    Wat leert ons dat nu over onze doop als christen. 
    Al die eigenschappen die we zonet hebben opgesomd: durven, lef hebben en tegelijk loslaten, soms gewoon ondergaan en vertrouwen hebben, groeien en jezelf uitdagen, opnemen en opgenomen worden met je sterktes en zwaktes en bovenal verbinding zoeken met wat je omringt, zijn allemaal een voor een levenskwaliteiten. We hebben ze allemaal stuk voor stuk nodig om zinvol te kunnen leven. Wat zouden we zijn als we het lef niet hadden om onze dromen achterna te jagen? 
    Waar zouden we staan als we niet het vertrouwen hadden dat effectief alles goed zal komen? Al die bouwstenen zijn samengebald in één simpel ritueel van dopen, van onderdompelen in het leven. Het levengevende water dat bruisend is en stromend en mee met ons een weg zoekt.

    In deze adventsperiode waar wij traditioneel uitkijken naar het nieuwe leven, is het juist zo uitdagend om op zoek te gaan wat dat nieuwe leven voor mij betekent en voor u en voor u...
    Hoe kan ik vol lef en vertrouwen en durf en goesting nieuw leven ontvangen?
    Het is iets wat ik jullie in deze adventsperiode allemaal een voor een toewens!
    Maak er een ongelooflijk eindejaar van en vier het nieuwe leven!

    Amen

    14-12-2014 om 08:48 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beetje “blijde boodschap” zijn... - 2e zondag advent B 2014 - Jan V

    Tweede zondag van de Advent B 2014 - Zaterdag 6 en zondag 7 december 2014

    Eerste lezing: Jesaja 40, 1-5.9-11 - 'Baan een weg voor de Heer'
    EvangelieMarcus 1, 1-8 - 'Maakt de paden van de Heer recht'

    We lezen het begin van het evangelie zoals Marcus het heeft opgetekend: "Begin van het evangelie van Jezus Christus. Droog weg, zakelijk. Geen gestoei met wonderlijke geboorte of het bezoek van een engel aan een maagd. Geen herders in het veld of engelen aan de hemel en ook al geen koningen uit het oosten. Niets van dat alles.

    Marcus komt meteen ter zake, droogweg: begin van de blijde boodschap van Jezus Christus. En toch is ook hij weer op zijn manier speciaal. Want zijn evangelie begint niet met de figuur van Jezus, maar met een oude tekst. Uit de profeet Jesaja. Een profeet van meer dan 500 jaar voor de tijd van Marcus.   Even kun je de indruk krijgen in een verkeerd stuk te zijn terecht gekomen. Maar niets is minder waar!

    “Luister” zegt Jesaja “iemand roept, bereid de Heer een weg in de woestijn, in het dorre land.  
    Een weg in de woestijn…er zijn betere plaatsen om onthaald te worden.   In een woestijn, daar wil je toch niet zijn !  Toch is het goed gekozen: in een woestijn, daar klinkt uw stem !  Daar trok hij zich terug voor 40 dagen, achter de woestijn komt de vruchtbare strook van de Jordaan, je moet door een woestijn naar het beloofde land…
    En we lezen wat verder in Jesaja de aankondiging van iemand die zal komen: “ als een herder zal hij zijn kudde weiden, in zijn arm brengt Hij de lammeren samen, hij leidt de schapen voor hem uit…

    Mooie tekst van Jesaja, een aankondiging van je welste, iemand zal komen om het volk, om de wereld te redden.

    Ook Johannes De Doper sprak met eenvoudige maar met zeer duidelijke woorden,  hij stelde eisen die hij met zijn eigen levenswijze fundeerde,  daarom kon hij op zo’n grote toeloop rekenen.  Door zijn ascetische levenswijze kwam hij wel overtuigend over bij de mensen van die tijd.
    Hij is nochtans een rare vogel, die in zijn tijd niet aanvaard werd.  Het is een beetje zijn schuld.  Stel je voor dat ik hier zou verschijnen om te prediken, gekleed in een pij van kameelhaar, - waarschijnlijk tweedehands, - dan zouden velen daar aanstoot aan nemen en volgende week staat het in het parochieblad.   En wat eet die man?  "Sprinkhanen en wilde honing", dat hoorden we zopas in het evangelie.  Nog sterker dan wie macrobiotisch leeft.  Dat is nu wel in….sprinkhanen eten.  
    Hij was wel voor op zijn tijd…. 

    Hij heeft daarbij ook geen manieren.   Luister maar naar de vulgaire taal die hij uitkraamt.  In het evangelie van Matheus lezen we dat hij de aanzienlijke religieuze leiders, - noem ze de bisschoppen in onze Kerk! - in het publiek uitscheldt voor "adderengebroed", wat in onze volkstaal wil zeggen: Gespuis! Crapuul! gemeen volk!  En in het evangelie van Matheus lezen we nog dat hij hun zegt dat ze zich moet laten dopen, d.w.z. dat ze zich moeten bekeren, dat ze heel anders moeten gaan leven.
    Wat een schokkende boodschap van een man zonder stijl en zonder manieren!  Een rare vogel, zoals de meeste profeten vroeger en ook nu.    
    En toch is hij een echte profeet, een gids, onze gids ?

    Hij doet mij denken aan dat beeld ik regelmatig zie in Brugge wanneer ik met buitenlanders door de stad wandel.  Je ziet van die gidsen met een lange paraplu, een baken als teken aan de groep Japanners of Chinezen om hem te volgen.
    Nog een ander beeld: in de tentoonstelling in het MAS over Heilige plaatsen, heilige boeken vinden we een van de topstukken naast de Madonna van Loretto en de sleutels van de Kaba, de “Mahmal” een grote puntige tent, rijkelijk versierd met goudbrokaat.  Deze tent werd boven op een kameel gezet als baken voor de pelgrims.  Soms liepen ze uren achter het begin van de karavaan, maar de tent, de Mahmal, konden ze steeds van verre zien…
    Ik denk dat we ook zo naar de boodschap van Johannes de Doper moeten zien..
     Dank zij de vele volgelingen voelde Johannes dat er een nieuwe wind op stak, dat er iemand op komst was die niet alleen met water maar ook met vuur, met het vuur van de H.Geest, zou dopen.    Zo kondigt Johannes Jezus terug aan, als gids.
    En of we nu willen of niet, we krijgen een richting voorgeschoteld.
    Mensen hebben behoefte aan richting, Johannes de Doper geeft die.
    Hij wijst niet naar links en niet naar rechts, maar naar Hem die na hem komt:
    Jezus, redder en trooster.

    Johannes gaat midden in de Jordaan staan om mensen te helpen oversteken van het “oude” naar het “nieuwe” leven: van een leven zonder God naar een leven met God.
    Maar Johannes is ook nederig: “Ik ben niet goed genoeg om de riemen van zijn sandalen los te maken”  Dit maakt de man die hij aankondigt wel zeer belangrijk.   Het is Hij die het werk wel zal komen afmaken... 

    Ook in onze tijden hebben wij die boodschap van hoop hard nodig.
    Onze tijd wordt getekend door onzekerheid en angst. Velen onder ons vervallen in verbittering, in moedeloosheid en vereenzaming. Ook na mislukkingen en na miserie kan elke mens in volle liefde steeds weer opnieuw beginnen.
    In onze ontmoeting met die Jezus, krijgt elk van ons een kans om een “nieuw begin” te ervaren.
    Laten wij samen teken van hoop worden voor al die mensen die het niet meer zien zitten, die niet meer geloven in de toekomst.
    Vertrouwen op God is ook zelf een beetje “blijde boodschap” zijn...
    Is ook in ons eigen leven werk maken van een wereld zoals God die droomt.

    Met de hulp van  Ward van Overbeke en Gabriël Buyse

    07-12-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    30-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wees waakzaam - 1e zondag advent B 2014 - Fred

    Eerste zondag van de Advent B 2014 - Zaterdag 29 en zondag 30 november 2014

    Eerste lezing: Ezechiël 34, 11-12.15-17 - 'Jes 63, 16b-17.19b; 64, 2b-7 Scheur de hemel open'
    EvangelieMarcus 13, 33-37 - 'Weest waakzaam voor de komst'

    Ik zou eigenlijk wat meer op mijn voeding moeten letten, een beetje gezonder gaan eten. Dat wordt natuurlijk moeilijk nu de feestdagen in aantocht zijn. Maar als die periode voorbij is, zal ik er eens aan beginnen.
    Ik zou heel graag eindelijk stoppen met roken. Maar nu is er een heel drukke en stresserende periode op het werk, dus dat gaat niet lukken. Maar als het wat rustiger wordt, komt het er zeker van.
    De partiële examens komen dichter en dichterbij. Ik zou stilaan moeten beginnen met studeren. Volgende week is er een paar keer voetbal op TV en in het weekend nog een fuif die ik niet kan missen, maar dan zal ik mijn boeken eens bij mekaar gaan zoeken.
    Die vrouw uit onze buurt ligt nu toch al een hele tijd in het ziekenhuis. Ik zou  eigenlijk eens bij haar op bezoek moeten gaan. Maar wanneer? Het wordt tijd dat ik die ruzie eens bijleg, want ik weet al niet meer hoe het begonnen is. Maar is het wel aan mij om de eerste stap te zetten?

    Uitstelgedrag en uitvluchten zoeken om iets niet te doen: we kennen het allemaal. 
    Misschien is het goed dat er elk jaar zo een periode als de advent aanbreekt. Een periode die ons aanspoort om daar iets aan te doen. Zo kunnen we ook de titel van deze viering begrijpen. Wees waakzaam. Dat betekent zoveel als:  stop met uitstellen. Doe het nu,  doe het vandaag, want morgen kan het te laat zijn. En ga niet langer op zoek naar uitvluchten!

    De advent is ook onlosmakelijk verbonden met Welzijnszorg. 
    En welzijnszorg vraagt onze aandacht voor dingen die wij in feite al heel lang weten. Voor toestanden die wij eigenlijk heel goed kennen, maar waar wij meestal veel te weinig oog voor hebben. Daarom is het niet alleen goed dat er een periode als de advent bestaat, maar ook een actie als welzijnszorg.

    We gaan allemaal op de een of andere manier worden getroffen door de besparingen die de nieuwe regeringen gaan doorvoeren. En we hebben er allemaal waarschijnlijk al duchtig over gezaagd en geklaagd. We gaan als zestigplussers vijftig euro per jaar moeten betalen om met de tram te rijden en nu is het gratis. Maar we weten heel goed dat er veel mensen zijn die het nog veel en veel moeilijker hebben. Dat in ons landje één op de zeven mensen in armoede moet leven. Het is goed dat Welzijnszorg ons ieder jaar even wakker schudt uit ons zelfbeklag, ons egoïsme en onze onverschilligheid.

    Waarvoor vraagt Welzijnszorg onze aandacht dit jaar? 
    Want is het niet zo dat we leven in een land waar de sociale zekerheid nog altijd veel en veel beter is uitgebouwd en ook veel beter functioneert dan in de meeste andere landen? Ja, dat klopt. Zonder sociale zekerheid zou 42% van onze bevolking in armoede leven. Nu is dat nog maar 15%. Maar ook dat is te veel! 
    En dat komt omdat er nog altijd een aantal vervangingsinkomens beneden de armoedegrens liggen. En omdat heel wat mensen de weg niet vinden naar de  hulp die zij nodig hebben en waar zij ook recht op hebben. Ze vinden hun weg niet in de administratieve mallemolen die er rond werd gecreëerd. En omdat de dienstverlening niet altijd de nodige en voorziene kwaliteit biedt. Ondanks de goede wil en de inzet van vele mensen die in die sector werken.

    Naast de traditionele adventskrans is er dit jaar een tweede symbool en dat heeft alles te maken met Welzijnszorg. Dat symbool is de paraplu. 
    Een  paraplu  is bedoeld om ons bescherming te bieden tegen de regen. Maar als er gaten zijn in die paraplu worden we toch nog nat. Zo kan ook de paraplu van de sociale bescherming gaten bevatten. We willen in elke viering de paraplu met gaten vervangen door één die mooi en heel is. Dat is natuurlijk maar een symbool, de actie van Welzijnszorg wil het ook zoveel mogelijk waar maken in de realiteit, in het dagelijks leven van iedereen.

    Een paraplu kan nog een andere symbolische betekenis hebben. 
    Als er iets fout gaat en er wordt gezocht naar verantwoordelijken, trekken wij gemakkelijk onze paraplu open: wij zijn niet schuldig, het behoort niet tot onze bevoegdheid. De politiek moet het maar oplossen, of de administratie, of de politie, of de school, of een andere instantie. Het is in ieder geval niet onze schuld en de paraplu is bedoeld om ons onder te verschuilen.

    Precies dat is waar de advent ons toe aanzet: onze verantwoordelijkheid niet meer ontlopen. 
    De schuld niet altijd bij anderen leggen, zelf ook de handen uit de mouwen steken. Tijdens de vier weken van de advent, moeten wij niet met gekruiste armen zitten wachten op de vrede van kerstmis. Wij moeten werken aan een vrede die alle mensen op hun plaats zet. Een vrede die het resultaat is van gerechtigheid. Een vrede vooral voor mensen die nog nooit hun plaats hebben gekregen of gevonden. Een vrede die een beschermende paraplu biedt waaronder plaats is voor iedereen. 
    Een paraplu zonder gaten …  

    30-11-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het einde of het begin? - Christus Koning A 2014 - Gie

    Christus Koning A 2014 - Zaterdag 22 en zondag 23 november 2014

    Eerste lezing: Ezechiël 34, 11-12.15-17 - 'Ik zal recht doen aan het ene dier tegenover het andere'
    EvangelieMatteüs 25, 31-46 - 'Zoals een herder een scheiding maakt tussen schapen en bokken'

    Sinds we een preekploeg hebben, is het al de vierde of de vijfde keer dat ik jullie bij het feest van Christus Koning iets mag komen vertellen. En pas nu valt het mij op hoeveel het evangelie van vandaag overeenkomt met het verhaal over de vierde koning. 
    Dat is een oud verhaal dat dikwijls verteld wordt in de Kersttijd of bij het feest van Driekoningen. Maar eigenlijk is het hier veel beter op zijn plaats. Het vertelt over een geleerd en wijs man, misschien een koning, die, net zoals zijn drie andere collega’s, Caspar, Melchior en Balthasar, op stap gaat naar een pasgeboren koningskind. 

    Soms wordt hij Coredan of Artaban genoemd. Wij noemen hem gewoon de Vierde. 
    Het verhaal van de drie koningen is jullie bekend. Om de ster te volgen, trekken zij met kamelen of paarden naar het oosten, om hun geschenken aan die Kleine Koning te kunnen aanbieden. 
    Onze vierde koning vertrekt te voet. Hij zoekt zijn spaarcenten bij elkaar, pakt zijn rugzak en vertrekt. Nog voor hij de metro induikt, ziet hij daar een dakloze verkleumd tegen het muurtje zitten. Die is maar wat blij met zijn dekentje. Natuurlijk is de tram juist weg. 
    Onze Vierde is nog maar in het station of hij valt bijna, over iets dat midden op het perron ligt. Blijkbaar iemand die onwel of ziek geworden is. Hij haalt zijn eerstehulpdoos boven en geeft de man een dafalganneke. Dan belt hij de hulpdiensten, en zo voort. Enfin, ook de trein gemist. 

    Caspar, Melchior en Balthasar zien intussen de ster bijna aan de horizon verdwijnen en ze besluiten om alvast zonder hem te vertrekken. 
    Andere zaken eisen zijn aandacht en andere mensen vragen zijn tijd. Tegen dat onze Vierde wijze in Bethlehem aankomt, zijn z’n drie maten al lang terug naar huis. Ook het Koningskind is vertrokken, blijkbaar met zijn ouders naar Egypte gevlucht. 
    Onze Vierde schaft zich een kameel aan en trekt hen achterna. Onderweg komt hij in de woestijn iemand tegen die uitgeput en uitgedroogd aan de kant in een schaduw zit. Hij geeft hem zijn laatste flesje water. Op weg naar Egypte, komt hij terecht in een vluchtelingenkamp. Het kind Jezus en zijn ouders zijn er niet meer. Maar het lukt hem wel om een aantal mensen te bevrijden. 
    Zijn verdere leven blijft een tocht van zoeken, mensen helpen en … te laat komen op de volgende afspraak. 
    Na lange omzwervingen komt hij, meer dan dertig jaar later, in Jerusalem. Daar is veel volk want het is bijna Pasen. Hij wordt met de mensenmassa meegesleurd naar de rand van de stad. Sensatie: er worden een paar zware gangsters terecht gesteld. En ook een zekere Jezus van Nazareth, die zichzelf Koning van de Joden zou genoemd hebben … 

    Jezus … Koning …? 
    Het klinkt onze Vierde plots bekend in de oren. Dit zal, dit mag toch niet de Koning zijn naar wie hij al zijn hele leven op zoek is? Komt hij ook nu weer te laat? 
    Met de grootste moeite wringt hij zich door de menigte, tot hij aan de voet van het kruis staat. Hij hoort nog juist hoe Jezus tegen de man naast hem aan het kruis zegt: “Vandaag zult ge bij mij in het paradijs zijn”. En met een vertwijfelde blik kijkt hij naar boven, naar Christus. Niks meer te geven, dus ook niets meer te krijgen, denkt hij. 
    Dan kijkt Jezus hem aan en zegt: “Bedankt Vierde, bedankt voor ALLES”. 

    Hoe zo, voor alles? 
    “Die zieke met dat dafalganneke, dat was Ik”, zei Jezus, “Die dakloze met zijn dekentje, dat was Ik. Die vluchteling met dat fleske water, dat was Ik ook. Al wat je voor die mensen hebt gedaan, heb je voor mij gedaan”. 
    Wat moeten wij daar nu mee aanvangen? Moeten wij soms ook inpakken, ons geld meepakken en vertrekken? 
    Denk even aan de parabel van de talenten, waarover Marc ons vorige week nog vertelde. 
    Uit het verhaal van vandaag blijkt eens te meer dat talenten veel meer zijn dan een grote geldwaarde. Ieder gebaar, iedere hulp, iedere actie ten bate van een ander, is een talent waard. Ook zaken die geen geld kosten, alleen wat moeite. 

    En van dat soort talenten hebben wij er allemaal wel een of meer. 
    Misschien nog ongebruikt. 

    23-11-2014 om 09:39 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laat elk talent beschikbaar zijn - 33e zondag A 2014 - Marc

    Drieëndertigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 15 en zondag 16 november 2014

    Eerste lezing: De eerste brief aan de Tessalonicenzen 5, 1-6 - 'De dag des Heren komt als een dief'
    EvangelieMattheüs 25, 14-30 - 'Over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen'

    Weer een evangelie dat we dikwijls gehoord hebben. Daarom vertel ik een mop die we al dikwijls gehoord hebben: de mop van de krik.... over de pessimist. Die op het einde knarsetandend de duisternis ingaat...
    Het gaat in dit evangelie over een pessimist. Maar vinden we stilletjes ook niet dat het hier gaat over een zeer harde, ja onbarmhartige heer? Hebben we niet wat begrip voor die bange dienaar, die tenslotte niks verkeerd doet?

    Het is dikwijls zo met de parabels. Er zitten weerbarstig kantjes aan. Ze zijn niet altijd  eenvoudig te begrijpen, ja, ze zijn soms op verschillende manieren te begrijpen, omdat ze ons willen door elkaar schudden. Ze willen ons doen nadenken en een andere kijk geven op ons leven, op mensen, en... op onze heer.

    Die heer in het verhaal, dat zou Jezus kunnen zijn. Hij is inderdaad op reis vertrokken. En wij wachten op zijn terugkomst. En, vertelt het verhaal, hij heeft ons iets in handen gegeven. Iets? Veel! 'Geld', zeggen sommige  vertalingen, maar dat is te eng. Zijn bezit, zijn erfenis, zijn schat ligt in onze handen. En wat is de schat van Jezus? Zijn evangelie, in woord én daad. De boodschap van barmhartigheid, mededogen, hoop. De boodschap dat het Rijks Gods op komst is, waar alle tranen gedroogd zullen worden.

    Iedere leerling heeft iets van die schat in handen. Dat is rijkdom, ook dat ene 'talent'. We zullen het al gehoord hebben: zelfs één talent is héél veel: een gewoon mens kon daar 25 jaar van leven. We hebben allemaal verschillende 'aandelen' van onze heer in handen gekregen: de ene kan troosten, de ander is een leider, een derde heeft de gave van de eenvoud, nog een andere is in staat te vergeven. 
    En als wij met die gaven 'woekeren', vermenigvuldigen die zich: dan maken wij anderen gelukkiger, helpen wij leed te dragen, overwinnen we onrecht, en kan in onze gemeenschap Jezus tastbaar worden.

    Die derde dienaar is dus geen kneusje. Hij ook hoedt een schat. Maar hij laat hem beschimmelen. En misschien toont de parabel waar die dienaar in de fout gaat. Hij is niet edelmoedig, hij zit vol wantrouwen, en vanuit zijn wantrouwen heeft hij zich een heer gemaakt naar zijn eigen beeld en gelijkenis. Die gaven van het evangelie nutteloos voor hem. Hij kan anderen niet helpen, en ook zichzelf niet. Voor zijn heer staat hij niet open, en die kan hem dan ook niet bereiken.

    In feite toont de parabel twee heren. En dat geeft een schokske. Ik denk dat het juist de bedoeling van het verhaal is dat we door die schok beseffen: onze heer is niet die hardvochtige baas, de wrede God, die straft en ons het lijden zou sturen.. 
    Dat botst met heel het evangelie. De lezingen vandaag wekken ons op: blijf alert, blijf werken aan het evangelie, blijf geloven dat het goede sterker is dan het kwaad, en vroeg of laat ondervinden wij dat de trouw aan dat evangelie niet tevergeefs zal zijn, en dat we in God geborgen zijn. 
    Maar er blijft toch iets knagen. Die derde sukkelaar... 

    Misschien, als we deze weerbarstige parabel tegen het licht van het hele evangelie houden, is er ook hoop voor deze mens. Want dit verhaal heeft zijn plaats enkel dagen voor het lijdensverhaal van Jezus. Dat was de grootste schok voor zijn leerlingen: zelfs deze goede mens wordt in de duisternis van het lijden geworpen, hij wordt behandeld als vuil, als een paria. Zoals die derde dienaar... 
    En gaandeweg hebben die leerlingen kunnen geloven dat die totale verwerping Jezus niet vernietigd heeft, ja, dat hij die overwonnen heeft. Hij heeft het lot van de uitgestotenen op zich genomen, om ieder mens, ook de minsten onder ons, terug hoop te geven. Wie van ons kan het hart van de derde dienaar peilen? Ik geloof dat onze heer blijft hopen dat ook het angstig, verstokt hart van die mens zich voor zijn rijke goedheid zal openen. 
    Dan kan er zelfs in die diepste duisternis terug licht schijnen.

    Met veel dank aan dominee Egbert Rooze.

    16-11-2014 om 08:49 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daar wordt de wereld mooier van - Kerkwijdingsfeest Lateraanse basiliek A 2014 - Hilda

    Kerkwijding van de basiliek van Sint-Jan van Lateranen A 2014 - Zaterdag 8 en zondag 9 november 2014

    Eerste lezing: Ezechiël 47, 1-2.8-9.12 - 'Het water in de tempel'
    EvangelieJohannes 2, 13 - 22 - 'De tempel van zijn lichaam'

    Lieve mensen, 

    Wanneer onze kinderen de middelbare school doorliepen, organiseerde men traditiegetrouw voor de 6e jaars studenten, ‘De Romereis’! Hier op Linkeroever gebeurde dat onder leiding van de heer Blomme! En in 1997 hebben we met een groep van 52 jonge ouders het geluk gehad om, onder leiding van diezelfde heer Blomme, ook diezelfde Romereis te mogen mee-maken! 
    Het was uiteraard een fantastische beleving! 
    We bezochten de catacomben waar de eerste christenen in ’t geheim samenkwamen om te bidden, om God in hun leven te weten en te beleven. 
    We bezochten elke basiliek of kerk die iets of wat naam had waaronder ook de Basiliek van Sint Jan van Lateranen!  

    De Basiliek, "de Sint Jan van Lateranen", was voor de eerste keer een plek waar de christenen openlijk met velen en zonder schroom of angst mochten en konden samenkomen. Haar geschiedenis gaat terug tot de 4e eeuw na Christus. Op de Monte Coelio, 1 van de 7 heuvels waarop Rome gebouwd is, lag een paleis dat had toebehoord aan de het oude Romeinse geslacht van de Laterani. 
    Constantijn de Grote was in de ban van het christendom en gaf de aanzet om er een nieuwe ‘staatsgodsdienst’ van te maken. Daarom laat hij aan het paleis van de Laterani, een kerk bouwen voor de bisschop van Rome. Het wordt de hoofdkerk voor de christenen te Rome. Gedaan met vervolging en geheimhouding 
    Het werd een plaats voor velen, het werd het hart van de wereldkerk.

    Op 7 april 2013 heeft onze, toen pas verkozen, Paus Franciscus zijn intrek genomen in de basiliek van Sint Jan van Lateranen! Het is de plek waar hij zo gewoon mogelijk de mensen ontmoet die naar de zondagviering komen en hij spreekt geregeld over zichzelf als de bisschop van Rome. 
    In 1997 stonden wij daar met 52 jonge ouders van Linkeroever, in het hart van de wereldkerk. Wij die hier en nu in onze kleine Lukaskerk en onze kerk Sint-Anna ten Drieën, wekelijks samenkomen om te bidden en mekaar op handen dragen doorheen de week. 
    Vandaag besef ik nog meer dan toen, hoe we werkelijk tot die grote christen gemeenschap behoren. Hoe we hier christen-zijn doorheen die geschiedenis van die eerste kerk… 
    Hoe wij hier, allemaal, een deel zijn van Gods plan!

    2 jaar geleden bracht de jaarlijks zomertentoonstelling, onze kerk ‘Sint-Anna-ten-Drieën’ in het middelpunt van de belangstelling van Linkeroever! Sindsdien kijken we met z’n allen heel anders naar onze kerk met haar vooral door de zon, schitterende glasramen, ontworpen door Gabriël Loire, gerealiseerd door Jacques Loire!
    Bij deze gelegenheid lieten we ook een ‘tabernakel’ ontwerpen door Jacques Loire. Want echt waar, een tabernakel was er nooit in onze kerk geweest! 
    Monseigneur Bonny heeft dit ingewijd en ons toegesproken hoe sinds mensenheugenis, mensen een speciaal kistje ontwierpen om hun ‘God’ reëel een plaats te geven in hun gemeenschap. Beginnend met ‘de Ark van het Verbond’ in het exodus verhaal tot het bouwen van de Tempel in Jeruzalem en later de basilieken en de moderne kerken, waarin een bijzonder plek voor het wonen van God voorzien werd. Het werd tabernakel genoemd. Een tabernakel ook altijd uit bijzonder legering van koper met zilver, of zelfs goud… 
    Maar ook sprak Mgr Bonny over de meest bijzondere plek die door niemand kon gemaakt worden…  
    Wij! Gij en ik! Wij met ons hart, onze ziel en ons verstand kunnen de meest bijzondere plek worden waarin God kan wonen, waarin iets van God te vinden en te zien is. Ik, mijn gekregen zelf, het kan door niemand gemaakt worden… Dit geschenk kan alleen maar mooier en beter worden in verbinding met de anderen…. 

    Dat wij geen tabernakel hadden (in de hoofdkerk, wel een in de weekkapel, red) , is helemaal niet zo verwonderlijk!
    De moderne kerken en ook onze kerk zijn veel soberder en hebben een meer alledaagse, profanere uitstraling gekregen. We bewegen er ons ook veel gemakkelijker in dan 50 jaar geleden.
    De gedaanteverandering die de kerken bij ons gekregen hebben, komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het 2de Vaticaans Concilie is hier mede verantwoordelijk.
    Was de kerk voorheen ‘ Gods woning’,  sedertdien is het’ een huis van mensen’ en ‘een huis van samen-komen’ geworden. Het 2e Vaticaans Concilie heeft vooral de nadruk gelegd op de functionaliteit van de kerk, de kerk zou bij voorkeur ‘multifunctioneel’ zijn. Het mocht de plaats worden van bidden en van diaconie.
    En in die geest van het 2e Vaticaans concilie mogen wij gerust verder leven…

    In de evangelielezing horen we hoe Jezus voor het paasfeest optrekt naar Jeruzalem. Er is een menigte van mensen verzameld. Allen bereiden ze zich voor op het grote feest der feesten: “de gedachtenis aan God die de mens en zijn volk voor de vrijheid bestemd heeft.” Daarom wordt er elk jaar Pasen gevierd. Jezus is erbij. Hij is vol van de gedachte  aan God, die mensen verzamelt en wil omvormen tot ware vrije mensen, tot bevrijde mensen. 
    Jezus treft er de handelaars aan, een chaotische toestand die de heilige plaats van Gods aanwezigheid verduisterd. Hij drijft ze allen de tempel uit.  
    Wanneer het tempelplein leeg is en de rust wat teruggekeerd, spreekt Jezus over de tempel die Hij zelf is! De hoeksteen voor een nieuwe generatie! Hij probeert te laten horen, zien en voelen hoe heel die menigte die het Paasfeest komt vieren de ware plek is waar God kan wonen! 
    Hij inspireert ons om samen Kerk te zijn, om God mens te laten zijn in onze gemeenschap, om vindplaats van God te zijn voor iedereen die er behoefte aan heeft, die er door omstandigheden aanklopt… Kijken naar wie voor me zit, naast me en achter me en wat ik voor haar of voor hem kan betekenen… daarvoor komen we samen in deze kerk. Zo willen we van dit huis een woonplaats maken voor God…
    Mekaar steunen in het leven, mekaar op handen dragen, weten dat Jezus zei: “Wat je aan de minste van Mij gedaan hebt, heb je ook aan Mij gedaan”, en “Waar 2 of 3 in Mijn naam verzameld zijn, daar kan Ik een menselijk gezicht krijgen, daar kan Ik zichtbaar worden”.

    Mekaar ook steunen hier en nu, in de steeds veranderende en vernieuwende kerkomstandigheden, is hoopvol verder gaan om samen Kerk te blijven. 

    Toon Hermans heeft het zo bondig en mooi neergeschreven:
    “Mijn liefste wens, steeds (opnieuw) geloven in de mens, niet altijd wijzen op zijn falen, maar 1000 keren weer herhalen, dat hij een deel is van Gods plan, daar wordt de wereld mooier van.”

    09-11-2014 om 19:30 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van wie moeten we houden? - 30e zondag A 2014 - Jan

    Dertigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 25 en zondag 26 oktober 2014

    Eerste lezing: Exodus 22, 20-26 - 'Ge hebt zelf als vreemdeling in Egypte gewoond'
    EvangelieMattheüs 22, 34-40 - 'De Heer beminnen met heel uw hart'

    De eerste zin van de eerste lezing zet echt wel de toon van deze viering: Vreemdelingen mag je niet uitbuiten of onderdrukken.  
    Hier zou de lezing moeten stoppen. We zouden aandachtiger geluisterd hebben.
    En de tweede zin luidt: “want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte”
    Hier zou je nog kunnen zeggen: dat is niet voor ons bedoeld.  Maar het is wel het thema.

    Ik weet dat ik nu een moeilijk punt aanhaal.  Een punt met veel gevoeligheden, met veel discussie. Voor sommige een partijprogramma voor anderen een ideaal om na te streven.
    Blijf nu allemaal even zitten, schuif desnoods maar wat over en weer op uw stoel maar tracht eens mee met mij de teksten van vandaag te begrijpen.

    Ooit zei eens iemand tegen mij: “als hier geen brood genoeg zou zijn, zou ik ook wegtrekken naar daar waar wel brood te vinden zou zijn”

    Als we de beelden herbekijken van de brug over de Schelde, niet deze van enkele weken terug, maar deze van 100 jaar terug zien we toch een massa die wegtrekt omdat er geen brood meer is. Meer nog, omdat er oorlog is en de stad dreigt ingenomen te worden.
    Als we zien hoe tussen 1870 en 1934 meer dan 2.4 miljoen mensen vertrekken met de Red Star Line naar Amerika of Canada zal dit wel een reden gehad hebben. Niet alleen Joden, of Duitsers of Oost Europeanen of Russen maar ook vele Vlamingen uit alle dorpen van ons Vlaamse land.  Een luxe was dit niet, te weinig brood hier, en misschien meer brood ginder?

    Zou de familie Di Rupo, de familie Bourgeois, de familie Jambon….vroeger geen vreemden geweest zijn in ons land?
    Ook de joden in onze eerste lezing waren ooit vreemdelingen in Egypte..
    En dan vraagt de tekst van het evangelie ons na te denken. “van wie moeten we houden? Moeten we dan toch niet proberen de vreemdelingen op een andere manier te bekijken?”
    Zou dat van het brood en de oorlog geen reden zijn voor het overgrote deel van de vreemdelingen, zou het zo niet zijn voor de allochtonen, voor de zwarten, voor vele moslims….?

    Akkoord wij kennen veel argumenten die deze stelling niet evident maken.  Twee zijn er heel belangrijk: armoede en cultuur.
    De armoede dwingt vele vreemdelingen in povere huisvesting, dwingt hen tot bedelen of ergere zaken.  De cultuur wringt hen in een hoek dat ze zich moeilijk kunnen aanpassen of een reden vinden om het niet te doen.
    Op de markt zie je ze allemaal, op een activiteit van de Zomer van Antwerpen zie je bijna geen enkele.

    De tekst van het evangelie van vandaag is een vervolg op het verhaal van vorige week: “Geef aan God wat  God  toekomt en aan de keizer wat de keizer toekomt.  Het is een voorloper op het verhaal van volgende week.
    Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart… Dat is het grootste gebod, het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief zoals u zelf….

    God kunnen we onmogelijk liefhebben zoals een mens. Niemand kan God ooit zien.
    Heeft iemand hem al eens gezien?  Ik ook niet. Maar als je uw naaste, uw buren, uw familie, de vreemdeling in de straat, lief hebt, heb je God ook lief.   
    Het bewijs dat men God liefheeft is de manier waarop men zijn naasten bemint. Daarom zegt het evangelie dat het tweede gebod, de naastenliefde, gelijk is aan het eerste.
    Eigenlijk lezen we In het evangelie een positieve formulering: 'Behandel anderen steeds zoals je zou willen, dat ze jou behandelen'
    Ik kan u niet vragen: “bemin uw God” maar ik kan wel vragen: “Bemin uw naaste”
    Je moet u zelf natuurlijk wel graag zien….anders wordt het moeilijk.

    Ik weet, sommige mensen die heel veel van hun naaste houden moeten niets van God hebben.  Dat is de realiteit maar dat is eigenlijk nog geen ramp.  Ieder vult het in op zijn/haar manier.
    Andersom is het ook waar:
    Onze huidige paus Franciscus heeft eens gezegd tegen een hoop priesters en nonnen en broeders, die uiteraard God heel graag zagen… Tegen hen zegt hij ”Spiritualiteit die alleen maar naar boven gericht is, zonder de voeten op de grond te houden is niet wat God wil”  
    M.a.w. als je geen voeling hebt met de mensen, als je niet weet wat er rond u bezig is, als je uw naaste niet kent… heeft het echt geen zin om steeds met de ogen naar de hemel te staren in de hoop dat uw gebed verhoord wordt.

    Jij bent heel anders dan ik. 
    Je haar is kroezig en je huid is bruiner.
    Je ogen zijn diep en donker. 
    In je armen en benen zit elastiek.
    Jij viert feest op andere dagen. 
    Het eten bij jou thuis ruikt vreemd.
    De muziek die je draait klinkt naar woestijn.
    Je houdt van fellere kleuren. 

    Maar als je lacht, ben je net zo blij als ik.
    Jouw god is vast dezelfde als de mijne. 
    Ook al heeft Hij een andere naam.
    Jij hoort bij mij en ik hoor bij jou. 
    Ook al zijn we allebei anders.
    Tussen ons ligt een wereld van verschil.
    Maar voor de vrede en de liefde, 
    daar kies jij en ik voor. 
    Dat is zo treffend.
    Dat we daardoor om elkaar te begrijpen 
    met een half woord genoeg hebben.

    Soms vinden we het gemakkelijker om de medemens in nood die veraf is, te beminnen, dan de medemens in onze directe omgeving die hulp heel hard nodig heeft. Laten we daar maar iets aan doen of er minstens eens goed over nadenken.

    Naar een idee van B.J.DE Clercq o.p.

    26-10-2014 om 07:20 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    19-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kerk in het midden - 29e zondag A 2014 - Marc

    Negenëntwintigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 18 en zondag 19 oktober 2014

    Eerste lezing: Jesaja 45, 1.4-6 - 'De volken heb Ik onderworpen aan mijn Gezalfde'
    EvangelieMattheüs 22, 15-21 - 'Geef aan God wat God toekomt'

    Het evangelie vandaag lijkt wel bij de politieke actualiteit te passen. Want als het niet gaat over Facebook-uitschuivers of verjaardagsfeestjes, gaat het over belastingen.  
    Of meer. Of minder.

    Nu was dat ook ten tijde van Jezus een heikel thema. De keizer liet zich 'goddelijk' noemen. En als je belastingen betaalde aan de Romeinse keizer erkende je zijn gezag.  Kon je, als gelovige Jood, dat wel verzoenen met het eerste gebod? 
    Er komt naar Jezus een afvaardiging van Farizeeën en 'Herodianen'. Die laatsten waren supporters van koning Herodes, en beiden lagen zwaar overhoop met elkaar. Het is alsof de PS en de NVA samen zouden spannen. Als ze samen naar Jezus trekken, is het omdat ze een gemeenschappelijke vijand wilden elimineren. Jezus liep in de weg van wie een “positie” had. Ze stellen de vraag over de belastingen niet omdat ze die kwestie willen oplossen, maar omdat ze hopen dat Jezus zich in nesten werkt. Zegt hij 'ja', dan heeft hij er gelegen bij de rechtgelovige Joden, zegt hij 'neen' dan staat de Romeinse politie aan zijn deur. 

    Hij is ze te slim af. 
    Hij laat ze zelf zeggen dat het belastinggeld 'van de keizer' is. Hij geeft een antwoord waar ze geen kant mee uit kunnen. En meer nog: hij zet ze in hun hemd. Want zij stonden als het ware met oogkleppen gefixeerd op die belasting, en op hun snood plan om Jezus te 'pakken'. Hij trekt die oogkleppen af, en wijst ze inderdaad 'de weg van God'. 
    Ze hadden niet gedacht dat hij daarover zou beginnen.
    In zijn antwoord is het duidelijk dat wij ieder, ook de overheid, moeten geven waar die recht op heeft. Maar het is even duidelijk, dat de norm waar al ons handelen op gebouwd moet zijn, is: 'geef aan God wat God toekomt'. Ik zeg hier: 'ons'. Want Mattheüs laat Jezus  ook tot ons, nu, spreken. 

    Als gelovigen staan proberen wij 'in het midden' te staan tussen de weg van God en de weg van de menselijke wet. Als burger is ons streven, dat die twee wegen parallel lopen. En voor ons is de wet van God het richtsnoer. Die toepassen op ons dagelijks leven, op ons leven als burger, op onze menselijke wetten, is niet altijd vanzelfsprekend, daar mag discussie over zijn. Maar de richting die de wet van God uitgaat is overduidelijk. 
    We kunnen ze aflezen uit dat woord van Jezus: 'Geef'. Ze wordt verwoord in het gedicht, dat we hoorden als eerste lezing: niet 'hebben' is belangrijk, maar 'zijn': zijn als een weerloos kind, dat luistert en wijkt, en aandacht heeft voor de sterren, het hogere. 

    Als ik hierover nadacht, moest ik ook denken aan een toneelstuk van de Oude Grieken, van voor Christus. Daarin komt het prinsesje Antigone in opstand tegen de wetten van de mensen, uit naam van de goddelijke wet. Haar broer heeft gevochten tegen de stad, en mag als afschrikwekkend voorbeeld niet begraven worden. Zij trotseert dat verbod, begraaft hem, en getuigt voor de koning over haar trouw aan de eeuwige goddelijke wet: Ik ben niet geboren om te haten, maar om lief te hebben.

    Als dat inderdaad onze wet is, dan denk ik dat we als christenen al minstens de opdracht hebben eerlijke mensen te zijn, die niet foefelen met facturen of met belastingbrieven. Mensen die proberen ieder het zijne te geven. 
    Mensen die niet teveel rekenen, maar genereus kunnen zijn, of het nu voor de Mazen is, of voor Welzijnszorg, of voor mensen uit onze straat die we kunnen helpen. Ik durf ook hopen dat we streven naar een politiek van solidariteit en vrede.

    Soms leidt de weg van Jezus naar verzet tegen de wet van de mens, op gevaar van eigen leven. Ik denk dat we ons gelukkig mogen prijzen dat we in ons land niet voor die keuze staan, maar elders in de wereld, en vroeger in onze geschiedenis, hebben christenen en andere mensen van goede wil hun trouw aan Gods wet duur moeten betalen. 
    Wij kunnen alleen maar dankbaar zijn  omdat ons dat bespaard blijft. En vanuit die dankbaarheid kunnen we vrijuit de weg van God gaan: wij zijn geboren, wij hebben het leven gekregen, om lief te hebben.  

    19-10-2014 om 17:04 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zacht zijn voor mekaar - 28e zondag A 2014 - Marina (Ziekenzorg)

    Achtëntwintigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 11 en zondag 12 oktober 2014

    Eerste lezing: Jesaja 25, 6-10a - 'De Heer zal een gastmaal aanrichten'
    EvangelieMattheüs 22, 1-14 - 'Zie, ik heb mijn maaltijd klaar'

    Lieve mensen

    Het thema van dit jaar is “doorbreek eenzaamheid”
    Wanneer je ziek bent , of je hebt beperkingen ,geraak je vlug aan de kant van de samenleving. 
    Ziekte en zorgnood leiden vaak tot isolement en eenzaamheid
    We gaan er al te dikwijls aan voorbij dat mensen met beperkingen of ziektes, kunnen vereenzamen...
    Door allerlei omstandigheden krijg je het gevoel er niet meer bij te horen...
    Je hebt dan van die dagen .dat je liever niet uit bed wil, dat je je alleen voelt,dat je tranen je overmeesteren, dat je hunkert naar een warme knuffel...
    Zulke reacties zijn heel menselijk,wanneer men geen klankbord heeft en enkel tegen muren praat….

    Maar wij vonden je moet niet absoluut ziek zijn om je eenzaam te voelen. Het is niet omdat je alleen bent dat je eenzaam bent, je kan je ook eenzaam voelen als je in een volle zaal zit en dan valt er een bom!
    Ieder zit in zijn isolement!
    Dan is het heel belangrijk om er te zijn voor elkaar!

    En daarom is onze vraag, of bedenking wees lief voor elkaar!
    Wees zacht voor mekaar! Heb aandacht voor iedere medemens en dan vragen wij van ziekenzorg,vergeet de zieken en zwakkeren niet
    laat ze er ook bij horen.

    We hoorden in het evangelie dat Jezus dat graag gewild  had. “Hij bracht zieken weer in de kring,in de samenleving".
    Hij nodigde hen uit op een gastmaal. Iedereen is belangrijk
    In zijn sporen hebben wij een opdracht te vervullen, want iedereen kan vereenzamen...
    Het komt niet enkel voor als je alleen bent,maar ook in een relatie of andere situatie kan je je alleen voelen, het kan ook ons overkomen,..
    En dan zijn we blij dat we niet vergeten worden….

    Ook heel belangrijk is dat we zorg dragen voor elkaar. Er zal wel hulp nodig  geweest zijn om de zieke te helpen “een knikje naar omstaanders van help die mens eens”.

    Krantenbericht,naar aanleiding van een ernstig vergrijp
    “ als je geen steun krijgt, dan hou je het niet zo lang vol ….”

    We zijn allemaal gewone mensen, De ene met een groot,de andere met een klein verdriet…..
    En elk verdriet moeten we proberen een plaatske te geven. Maar daarin kunnen we elkaar helpen!

    Vele zieken wonen een beetje eenzaam,gevangen in hun woning Met Ziekenzorg willen we hen graag een bezoekje brengen, ontmoetingsmomenten, een uitstap. Zo willen wij er ons steentje bijdragen
    En hier even een oproep,om ons te ondersteunen

    Wanneer de dagelijkse sleur wat te zwaar wordt, geeft Ziekenzorg ook de kans om op vakantie te gaan, met aangepaste zorg.
    Op die vakanties wordt veel gelachen en plezier gemaakt.
    Samen wandelen,een terrasje of een lekkere dame blanche… Maar velen vertellen krijgen de kans om hun verhaal te vertellen. En zo ervaren ze dat ze niet alleen zijn met hun zorgen

    Eigen ervaring: 3 soorten vakanteis
    - Mantelzorgers met dementerende partner
    - Toeristische vakantie Trier (Italie)
    - Hotelvakantie aan zee

    Na een vakantie worden er dan ook “dank traantjes “ weggepinkt bij het afscheid….

    Weet je: “In ons leven moet je niet vliegen, maar fladderen als een vlinder”

    Op tijd en stond wat rustiger-aan, en genieten van kleine gewone dingen zodat je jezelf niet vergeet,
    Maar ook aandacht kan schenken aan je medemens en zeker aan zij die het moeilijk hebben.
    Zo kunnen zij uit hun cocon komen en terug genieten van de kleine dingen in hun leven

    De goede sfeer geeft ruimte om te luisteren naar vele levensverhalen, de batterijen worden weer opgeladen
    De Ziekenzorgvakanties zijn altijd veel te vlug voorbij….
    Na zo’n weekje “hemel op aarde” gaan we terug naar de harde realiteit

    Maar, daar kunnen wij iets aandoen…

    Hilde Van Putter verwoordt het in haar boek “levenslang”
     Erbij blijven……
     Iedereen hoort erbij
     Daar zouden wij graag aandacht voor willen vragen

    Met kleine gebaren ,een goededag, even een babbel.
    Een knuffel , even langs lopen …
    Zoveel dat geen moeite kost
             
    Dat willen wij proberen met Ziekenzorg en wij hopen dat de parochie ons daarbij steunt, dat het geen ver van mijn bed show is !
    Ik wil alle vrijwilligers bedanken voor hun inzet, ik wil ook de zieken bedanken voor de dankbaarheid die we krijgen
    Maar ook jullie bedankt om even tijd te maken … en hopelijk delen jullie ook onze zorg.

    Na de viering gaan we samen met zij die ingeschreven hebben naar de SAC; uitkijken naar een gezellig samenzijn.
    Tot heden toe is voor onze zieken alles gratis. Maar gratis bestaat niet, dus je mag ietsje meer dan gewoonlijk geven,’t is voor de zieken
    Koffie als opstapje naar een warme babbel, omdat de vraag naar een kopje koffie bijna automatisch gelinkt is aan een (huis) bezoekje 

    Van Harte Dankjewel.

    13-10-2014 om 16:51 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2000 jaar geleden wisten ze dat al - 26e zondag A 2014 - Jan

    Zesëntwintigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 27 en zondag 28 september 2014

    Eerste lezing: Ezechiël 18, 25-28 - 'De boosdoener die zich bekeert, blijft leven'
    EvangelieMattheüs Mt 21, 28-32 - 'De tweede kreeg spijt en deed toch de wil van zijn vader'

    Jezus ging naar de hogepreisters en de oudsten. Zij waren een beetje de bazen, de hoge pieten van de groep. En Jezus daagt hen een beetje uit. Hij zegt jullie die alles weten, wat denken jullie van het volgende...en laat hen nadenken. Maar het gaat niet om hun antwoord, Jezus laat dat in het midden. Hij wil de hogepriesters en de oudsten vooral doen nadenken, letterlijk aan het denken zetten. 

    Jezus zegt iets heel opmerkelijks: het zijn de tollenaars, de mensen aan de grond, de mensen aan de basis die dichter bij God komen te staan. Omdat zij geloof hechtten aan Johannes en zijn boodschap. 
    Er zit daar wel een rebels kantje in in Jezus. Die hoge pieten hebben niet altijd gelijk, ook al denken ze vaak dat ze wel gelijk hebben. De mensen aan de basis, het voetvolk, de mensen van alledag hebben ook wel wat te zeggen. Zij kunnen ook wel eens de waarheid in pacht hebben. Zij hebben ook een andere kijk op de wereld en dat kan ook best interessant zijn. Dat voetvolk staat blijkbaar wel open voor datgene wat Johannes te vertellen heeft, meer nog ze hechten geloof aan zijn boodschap. 
    Terwijl de hogepriesters er maar weinig van moeten afweten. Het is ook een nieuw verhaal dat Johannes hen weet te vertellen, het is anders dan wat er voorheen verteld werd. En de tollenaars en al degene die aan de basis leeft lijkt het te smaken en de onderschrijven. Bijna alsof Jezus lijkt te zeggen, nieuwe ideeën, vernieuwing vindt sneller aanhang en kan ook beter groeien van onderuit. 

    Als we nu eens kijken naar de parabel van de vader en zijn twee zonen, wordt op de vraag van de vader om in de wijngaard te werken twee antwoorden gegeven. Ofwel zeg je ja en bedoel je nee ofwel herpak je jezelf. Bij ons thuis zeggen ze: het is niet de manier waarop ge valt, maar de manier waarop ge rechtkomt dat maakt tot wie ge zijt. Ge hebt altijd de kans om u te herpakken en het goede te doen. Dat sluit misschien wel aan bij de parabel van vandaag. 

    Een paar weken terug op Jambo had ik een gesprek met een gast die wat gefrustreerd rondliep. Hij zou graag afkicken van de drank en wil daarvoor opgenomen worden. Maar de plaatsen zijn beperkt en het sleept allemaal langer aan dan hij had verwacht door een administratieve rompslomp en dat frustreert hem. Het speelde in zijn hoofd om een paar rake klappen uit te delen aan de mensen van de ontwenning aan zijn ex-vriendin die hem opnieuw aan het drinken heeft gezet. 
    Enfin hij zou het nog druk krijgen. Ik zat naast hem op de grond terwijl hij dit alles vertelde en zei hem dat hij op Jambo niet zo snel iemand in elkaar zou slaan. Waarom zou hij dat dan op een ander gaan doen? Hij antwoordde dat het op Jambo anders is en dat hij naar hier kwam omdat hij zijn kwaadheid kwijt kon op een andere manier. 

    Het doet mij denken aan een oud gezegd van Paul Bailey: Het meest effectieve kalmeermiddel zijn een paar vriendelijke woorden.
    Misschien zijn die paar vriendelijke woorden de boodschap van Johannes in de parabel waar Jezus naar verwijst. Misschien moeten we het allemaal niet zo ver zoeken en misschien zit het wel allemaal in de basis. 
    Gek dat ze dat 2000 jaar geleden al wisten. 

    01-10-2014 om 13:33 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een weerbarstige parabel? - 25e zondag A 2014 - Gie

    Vijfëntwintigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 20 en zondag 21 september 2014

    Eerste lezing: Jesaja 55, 6-9 - 'Uw gedachten zijn niet mijn gedachten'
    EvangelieMattheüs 20, 1-16a - 'Zijt gij kwaad omdat Ik goed ben?'

    In een viering worden de eerste lezing en het evangelie nooit zomaar toevallig gekozen. Gewoonlijk vullen ze elkaar aan of is de ene lezing een verduidelijking van de andere. Vandaag is dat niet anders, al is de toon wel verschillend. 
    Jesaja houdt het kort. Twee zinnetjes maar: een oproep om bekering en een uitspraak over de gedachten en wegen van God, die zo verschillend zijn van de onze. 

    In het evangelie worden we deze week weer geconfronteerd met een bekende, maar weerbarstige parabel. Jezus vertelt het verhaal van de wijngaardenier die uur na uur op zoek gaat naar personeel en op het einde van de dag iedereen met gelijke munt betaalt. 
    Het verhaal strijkt een beetje tegen onze menselijke haren in. Ook wij verwachten dat de arbeiders die de hele dag gewerkt hebben, een hoger loon zouden ontvangen dan degene die maar één enkel uur aan het werk waren. 

    Om het verhaal duidelijker te maken, ging ik op zoek naar een vergelijkbare, actuele situatie. 
    Misschien omdat ik deze week bezig was met de voorbereiding van de Sint-Annekes-Feesten, kwam ik terecht bij … “Comme chez SAF”, het restaurant op zondagmiddag. We gaan daar niet rekenen met denariën, daar hebben we geen wisselgeld voor. Maar het team van Patron Peter maakt wel voor iedereen dezelfde lekkere BRUG-menu klaar, voor een vaste, vooraf afgesproken prijs van 17 euro. 
    Iedereen mag, tussen 12 en 2, komen eten wanneer hij of zij wil. Iedereen mag ook zolang of zoveel eten als hij wil, ieder naar behoefte. 
    Maar al eet de ene misschien dubbel zoveel als de andere, toch krijgt niemand achteraf een extra rekening gepresenteerd. Wij vinden dat allemaal normaal. Niemand gaat daarover klagen of reclameren. 

    Wat is er dan zo verschillend dat gebeurt in de parabel, waar wel iedereen te klagen en te zagen heeft? 
    Inderdaad, het verhaal van de wijngaard is een gelijkenis, een parabel, en dus een geënsceneerd verhaal. Ieder onderdeeltje is zo opgebouwd, om het geheel sterker te laten overkomen. 
    Stel dat we hetzelfde gebeuren anders zouden organiseren. Dat de Heer bijvoorbeeld eerst de arbeiders zou uitbetalen die de hele dag gewerkt hebben, één denarie zoals afgesproken. En pas daarna, als zij vertrokken zijn, de andere arbeiders. Dan zou waarschijnlijk niemand klagen of reclameren.  
    Waarom doet de evangelist dat toch? Dat vat hij zelf samen in het laatste vers van de gelijkenis: “Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten”. 

    Dit is wat Mattheüs wil duidelijk maken, omdat hij dat die omkering een essentieel kenmerk vindt van het Koninkrijk en de Godsvoorstelling van Jezus: de Heer is zo grenzeloos goed, dat Hij méér doet dan het gewone. 
    Mattheus wil dat we op een andere manier leren kijken, dat wij ons Jezus manier van kijken een beetje eigen maken.
    Of dat vreemd is, hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt. En dat dat lang niet zo onmogelijk is, wil ik duidelijk maken met het verhaal van een kinderfeestje, dat net zo goed enkele dagen geleden bij jullie kon gebeurd zijn. 

    Het verjaardagsfeestje was bijna voorbij. Ze hadden op de televisie naar een film gekeken. Ze hadden taart gegeten. Maar er was nog een half uurtje over. “We spelen blindemannetje!”, zei moeder. De jarige kreeg een blinddoek voor de ogen en met een opgerolde krant mocht hij gaan slaan. Wie geraakt werd, was uit. Die moest zolang op de gang gaan staan. 
    Je begrijpt dat Erik er zó vijf geraakt had. Marjolein en Bart en Inge stonden op de gang. Toen volgden Daan en Pieter en Loes. Daarna werd het moeilijker. 
    Na een kwartier maakte moeder een eind aan het spel. Luuk en Carla hadden gewonnen. “Applaus”, riep moeder. De kinderen klapten. 
    Moeder haalde doosjes snoep te voorschijn. Luuk en Carla kregen er een, “dat heb je verdiend”. Maar moeder ging door met uitdelen. Daan, Pieter en Loes kregen er ook een. En zelfs Marjolein en Bart en Inge! 
    “Dat is niet eerlijk”, protesteerde Luuk. “Die hebben verloren en die krijgen evenveel”. 
    “En waarom niet?” vroeg moeder. “Dacht je misschien dat het leuk was om tien minuten op de gang te staan? Jij hebt al applaus gehad en je hebt de hele tijd mee mogen doen. Je hebt je beloning wel binnen!”
    Bart propte de snoepreep snel in zijn grote mond, bang dat ze het hem af zouden nemen. 
    Zo hoeft deze gelijkenis lang niet een zo onmogelijk verhaal te zijn en is het Koninkrijk der hemelen soms dichterbij dan we wel denken. Amen.
    Verhaaltje gevonden bij een preek van Harrie Brouwers uit 2005.

    21-09-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opzien en omzien - Kruisverheffing A 2014 - Fred

    Kruisverheffing - Vierëntwintigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 13 en zondag 14 september 2014

    Eerste lezing: Numeri 21, 4-9 - 'Het teken van de bronzen slang'
    EvangelieJohannes 3, 13-17 - 'De Mensenzoon wordt omhoog geheven'

    Het feest van Kruisverheffing wordt gevierd op 14 september. Het komt dus maar zo om de zes jaar aan bod in de zondagsvieringen. Het feest gaat terug op een zeer oude traditie. In de vierde eeuw vond keizerin Helena, de moeder van Constantijn resten van het kruis en het graf van Jezus in Jeruzalem. Op die plaats liet de keizer een nieuwe kerk bouwen, de Heilig Grafkerk.

    Het lijkt misschien een beetje vreemd dat er sindsdien nog altijd een feest van Kruisverheffing bestaat en wordt gevierd. Moeten we een kruis gaan verheerlijken? Het is toch een afschuwelijk marteltuig. Het geeft bijna de indruk dat we het lijden en de dood gaan verheerlijken. Maar het kruis is als symbool veel rijker aan betekenis. Het is niet alleen het teken van lijden, maar ook van redding en heil.

    Zo is het trouwens ook in de eerste lezing. De Joden zien het niet meer zitten, omdat hun tocht door de woestijn al zo lang duurt en eigenlijk uitzichtloos lijkt. En de Heer stuurt slangen op hen af. Het lijkt op een straf, maar het is eerder een beproeving, een oefening. Slangen betekenen in de bijbel vaak dood en verderf. 
    Maar Mozes krijgt de opdracht een bronzen slang te maken en die op een staak te zetten. Als hij die staak omhoogsteekt, betekent de slang redding voor wie er naar opkijkt. De slang is niet meer dodelijk, maar levensreddend.

    Ook het kruis kan redding betekenen, als we het verheffen, als we ernaar opkijken. Dat is de tweede betekenis en die wordt dus nu gevierd. Maar waarschijnlijk spreekt ook dat mensen van vandaag  minder aan. Het lijkt allemaal wat abstract of wereldvreemd. Een slang die dodelijk is en een bronzen slang op een stok die levens kan redden. Een kruis dat de marteldood betekent en een kruis dat verlossing brengt. Krijgen we dat nog uitgelegd?
    Misschien moeten we eens kijken naar een simpel houten kruis, eens kijken hoe het eruit ziet. Het bestaat uit twee dwarsbalken, een verticale en een horizontale. En die twee dwarsbalken houden elkaar in evenwicht. Als je de horizontale weglaat, blijft de verticale met moeite overeind. En als je de verticale eruit gooit, begint het helemaal te wankelen. De twee balken zijn allebei nodig of je hebt geen kruis meer.

    De symbolische betekenis daarvan is overduidelijk. De verticale balk verwijst naar boven, naar de hemel, naar God. En de horizontale verwijst naar de wereld, naar de mensen. Christenen hebben beide nodig, om te geloven en om hun geloof waar te maken, in daden om te zetten. En we ondervinden ook dat ze elkaar ondersteunen en versterken.
    Het is een beetje zoals in een kruiswoordraadsel. We moeten zowel horizontaal als verticaal een aantal woorden invullen. En af en toe geraken we vast, kunnen we niet meer verder. Dan kunnen letters in een verticale rij ons helpen om een horizontaal woord in te vullen en omgekeerd. De twee helpen elkaar, kunnen als het ware niet zonder elkaar.

    In de loop van de geschiedenis zijn heel wat kloosterorden opgericht, van diverse aard. Sommige orden noemen we actief, andere contemplatief. De actieve orden staan zoveel mogelijk ten dienste van medemensen. Ze houden zich bezig met ziekenzorg, verpleging, onderwijs, missionering. Ze zijn ook actief in parochies en verenigingen. Maar ook zij komen een paar keer per dag samen om te bidden. Zij hebben ook nood aan de verticale balk. Ze kunnen niet zonder, anders houden ze het niet vol.
    De contemplatieve orden leggen heel sterk de nadruk op gebed, op stilte, op bezinning. Maar ook zij verliezen de horizontale balk niet uit het oog. Zij schenken gastvrijheid en onderdak aan mensen die daar nood aan hebben. Of aan mensen die behoefte hebben aan bezinning, aan rust, aan stilte. Zo geven ze ook meer zin aan hun uren van gebed en bezinning. Zo komt ook voor hen het kruis in evenwicht.
    Ook wij, gewone gelovigen, hebben nood aan dat evenwicht. Er is een tijd geweest dat het voor velen voldoende leek om elke zondag naar de mis te gaan. 
    Wat ze met die boodschap verder deden in het dagelijks leven, leek minder belangrijk. Nu wordt misschien meer belang gehecht aan diaconie, aan zorg voor medemensen, aan opkomen tegen onrecht. Maar de verticale balk wordt soms wat verwaarloosd. Ik bedoel niet dat de kerken plots weer moeten vollopen, maar wel dat iedereen af en toe nood heeft aan een moment of een paar momenten van rust en bezinning. Wie de hele dag door actief bezig is, verliest soms het geheel uit het oog en moet eens kunnen herademen en nadenken. En wie voortdurend nadenkt en bidt en hoopt op een betere wereld, moet ook  maar eens de handen uit de mouwen durven steken … 
    Het een kan niet zonder het ander. Actie en bezinning zijn geen tegengestelden van elkaar. Ze versterken elkaar, geven zin aan elkaar, hebben nood aan elkaar.

    Wij maken zo vaak een kruisteken. Verticaal in de naam van de Vader, horizontaal in de naam van de Zoon. En waar de twee balken elkaar raken in de naam van de Geest, die ons bemoedigt en inspireert. Opzien en omzien is de titel van deze viering. Opzien naar boven, naar de Heer. En omzien rondom ons, naar elkaar. En proberen het evenwicht te bewaren … 

    16-09-2014 om 16:15 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het klimaat verandert MIJ ook! - 23e zondag A 2014 - Hilda

    Scheppingszondag - Drieëntwintigste zondag door het jaar A 2014 - Zaterdag 6 en zondag 7 september 2014

    Eerste lezing: Ezechiël 33, 7-9 - 'Als gij de boosdoener niet waarschuwt ?'
    EvangelieMattheus 18, 15-20 - 'Wanneer uw broer gezondigd heeft, wijs hem dan terecht'

    Lieve mensen,

    Hebben velen van jullie gisteren, vrijdag, ook de krant ‘de Morgen’ gekocht, om te lezen welke brief van onze bisschop Mgr. Johan Bonny zij hadden kunnen inkijken?
    Dan hebben jullie ook de extra katern ‘duurzaam ondernemen’ gezien en misschien gelezen. Dan zag je ook slogans als: 
    - ‘Sorteer meer, dan Vervuil je minder’
    - ‘We zoeken een draagvlak voor een nieuwe aanpak van distributie.’
    - ‘Circulaire Economie’
    - ‘Ecodesign’ naar gebruik van grondstoffen en hergebruikbaarheid, ontwerpen
    - ‘Consudelen’ consumeren en delen in één klap
    en ga zo maar door….

    Dan hebben jullie misschien ook wel gedacht, wat kunnen wij daaraan doen, daaraan verbeteren? Dan hebben jullie misschien ook even stil gestaan bij het feit of je schuld hebt of niet aan de vervuiling van ons klimaat….

    Wat zeker is, we worden er vandaag nogmaals op aangesproken!
    Vandaag, hier in deze kerk, in onze kerk, die het label van ‘ecokerk te zijn’ in ontvangst mocht nemen.
    We worden erop aangesproken met de woorden van  Ali Newell, Erwin Roosen,  Geert De Decker en van de evangelist Matteüs!
    Matteüs, zijn woorden kies ik om even bij stil te staan!
    Matteüs legt ons een mogelijke  houding voor; hoe we kunnen omgaan met één van onze broeders die iets misdaan heeft… zeg maar; ‘met iemand in onze omgeving die iets misdaan heeft…’
    Hij zegt ons hoe we met heel ons hart en heel ons verstand, mede verantwoordelijk zijn voor de verdere ontwikkeling van ‘dat misdaan hebben’ en hoe we kunnen bijdragen tot ‘iets meer recht en vrede voor deze man of vrouw…’ .

    Zo denk ik meteen aan de start van het nieuwe schooljaar.
    Hoe verging het ons, wanneer wij iets fout deden! We moesten 100x schrijven ‘ik mag niet praten in de klas’… We werden te kijk gezet in ’t midden van de speelplaats zodat iedereen ons met de vinger kon nawijzen… 
    Nu wordt er een klimaat geschept waarin kinderen nieuwsgierig worden, ja, zelfs leergierig worden… een klimaat waarin kinderen niet worden gekleineerd, waarin ze kunnen groeien…
    Ik denk ook aan het TVprogramma  ‘De Rechtbank’ en zie hoe een rechter de misdader vóór hem tot inzicht brengt om hem te bevrijden van de angst waarin hij door zijn misdaad terechtkwam, om hem uitzicht te geven op een betere toekomst. Hoe de rechter met heel zijn hart wil dat deze misdadiger een mooiere en betere mens wordt en daartoe ook alle kansen geeft, een beter klimaat schept…

    Als actuele kanttekening kijk ik ook vandaag naar onze katholieke catechismus en hoe mensen worden gekleineerd en uitgesloten uit de kerk door het lot dat hen overkomen is… en vooral kijk ik naar het klimaat dat onze bisschop Johan Bonny nu schept, om mensen te bevrijden van het lot waarin ze geboren werden of door niet gewilde omstandigheden terechtgekomen zijn…

    Ja, Matteüs zegt ons hier hoe we dàt liefdevol kunnen doen, omgaan met iemand in ons omgeving die iets misdaan heeft. 
     
    En we zijn niet volmaakt, we durven taxeren en ons vergissen, we betrappen ons op woorden die we niet konden zeggen, of op niet weten omdat we ons niet tijdig informeerden, op ons menselijk tekort en op waarom gaat het zoals het gaat… .
    Dan volgen bij Matteüs, de verzen van verzoening… De Liefde houdt de deur open met de woorden: ‘wat jij verbindt, zal verbonden blijven, wat jij ontbindt zal ook voor Mij ontbonden zijn…’
    Ik lees daarin dat van Godswege, wij allen verantwoordelijkheid in handen hebben gekregen om Mekaar en onze Moeder Aarde bewoonbaar te maken en te houden… . 
    We kennen toch ook de uitspraak van Matteüs, “een mens leeft niet van brood alleen”. Toch moet er ook brood zijn en ligt onze verantwoordelijkheid net zo goed daar…
    Allen mogen en kunnen we ons steentje bijdragen, kunnen we een beter klimaat scheppen opdat er nog lang brood op tafel zou kunnen komen.
    En dat doen we!

    Wij lijken nog ouderwets wanneer we vragen om de deur toe te doen tegen de kou en de onnodige verstook. Wanneer we vragen om het licht uit te doen als je van ’t toilet komt. Als we nog koffie schenken met een melittafilter, en worteltjes raspen met een handrasp…
    En ja wij horen hoe zelfs onze kinderen en kleinkinderen weet hebben van het tekort aan water, en hoe zij de waterkraan niet onnodig laten openstaan. Hoe zij de pesticiden uit de tuin houden en teruggrijpen naar de middeltjes uit grootmoeders tijd. Wij zien hoe zij kiezen voor groenten en fruit van bij ons, zodat het niet de onnodige verre afstanden moet overbruggen met de nodige vervuiling van onze Moeder Aarde… 
    We zien hoe jonge gezinnen zich aansluiten bij de Biodroom die achter het politiebureel gelegen is! En plek om biologisch je eigen groenten te kweken. We zien hoe bij de structurele hervorming van onze parochie een platvorm ‘ de Ecodroom’ voorzien is. Om ook hier de Ecozorg niet uit het oog te verliezen. We zien hoe de groten der aarde duurzame contracten sluiten, en in Japan vragen om afspraken na te leven  tegen 2020! 
    Allemaal vanuit de bekommernis, de liefde voor onze kinderen en kleinkinderen, voor de aarde ons toevertrouwd nog eeuwen lang… 
    Ja, het klimaat, het verandert mij ook…

    En tenslotte biedt Matteüs ons de grote belofte aan dat we er nooit alleen voorstaan… ‘Wanneer we in Zijn naam verzameld zijn, is Hij in ons midden…’
    Want hoe zou het bij God mogelijk zijn, als God niet vlees was geworden in mensen, niet mens was geworden in mensen!
    Hoe zou het bij God mogelijk zijn, als alle God niet geleefd werd, niet geleefd wordt in geduld en eerbied, in plotselinge ontferming, in hartstocht en lange trouw aan Zijn mensen, aan de aarde ons toevertrouwd, onze Moeder Aarde.
    Want begon niet alles met God? Zoals we in ons openingslied gezongen hebben?
    (laten we het nog eens zingen…)
       Het water en het licht en de mens en het vuur en de liefde… 
       en de mens om te wandelen in het licht, in het licht de andere mens te zien die met hem gaat… 
       en de mens met zijn handen om een bloem te plukken…het begon bij God.
    ‘Waar wij in Zijn naam samen zijn’, zoals wij hier en nu, daar rust Zijn zegen op ons doen en laten voor onze menselijke verhoudingen en voor onze Moeder Aarde. 
    Ja het klimaat, het verandert mij ook! 
    Bron: Matteüs, Huub Oosterhuis en Kerugma 

    07-09-2014 om 08:53 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet de grootste willen zijn - HH. Petrus en Paulus A 2014 - Gie

    HH. Petrus en Paulus A 2014 - Zaterdag 28 en zondag 29 juni 2014

    Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 12, 1-11 - 'De Heer heeft mij ontrukt aan Herodes'
    EvangelieMattheus 16, 13-19 - 'Op deze steenrots zal Ik mijn kerk bouwen'

    - Vakantieviering -

    We vieren vandaag het feest van twee grote meneren, Petrus en Paulus. En de vakantie is begonnen. Dus gaan wij op stap met die Petrus en Paulus. Zij beschermen ons niet tegen stakende luchtverkeersleiders, files of andere reisziekten. Maar zij zijn wel ervaringsdeskundigen. En dat toch wel op een redelijk spectaculaire manier. 

    Denk aan het bevrijdingsverhaal van Petrus, dat wij vandaag hoorden in de eerste lezing. Op een werkelijk miraculeuze wijze wordt hij gered uit de gevangenis: een engel verschijnt, zijn boeien vallen af, wachters vallen in slaap, deuren gaan open en Petrus staat buiten, vrij.
    Ook het leven van Paulus zit vol verhaal. Het spektakel begint al met het verhaal van zijn roeping, op de weg naar Damascus. Door een licht uit de hemel verblind, valt hij van zijn paard op de grond. Hij hoort een stem: „Saul, Saul, waarom vervolg je mij?” Paulus antwoordt: „Wie bent u, Heer?” Waarop de stem: „Ik ben Jezus, die jij vervolgt”. Hij wordt letterlijk door Jezus overdonderd. 

    Het is ongelooflijk wat er gebeurt als je besluit om met Jezus op pad te gaan.
    Eigenlijk was Simon maar een eenvoudige visser, die met zijn familie leefde in Kafarnaüm, een dorpje aan het meer van Galilea. Het vissen heeft hij waarschijnlijk van zijn vader geleerd. Hij zal wel regelmatig naar de synagoge gegaan zijn. We weten dat hij getrouwd was. Zijn grootste kwaal is, dat hij nogal ondoordacht spreekt. En in zijn handelen is hij al even onbesuisd. Zo wordt verteld dat hij, bij Jezus gevangenneming, het oor afhakte van Malchus, een Romeinse soldaat. 
    En erg onfeilbaar blijkt hij ook al niet te zijn. Hij vergist zich nogal eens en een leugentje om eigen bestwil is hem niet vreemd. Maar geen haan die daar over kraait. En toch noemt Jezus hem vandaag Petrus. Dat betekent: steenrots! 
    Aan de buitenkant veranderde er waarschijnlijk niet zo veel. Voor zijn omgeving blijf hij gewoon wie hij was. Geen enkele medeapostel heeft er ooit aan gedacht om hun vriend Simon plots Petrus te gaan noemen.

    Het is niet te geloven wat er gebeurt als je besluit om je door Jezus te laten leiden. 
    Saul was wel een geleerde jongen. Hij kwam uit Tarsis in Zuid-Turkije en was al jong naar Jeruzalem gekomen, om daar bij de geleerden de Schrift en de Wet te bestuderen. Hij wordt een gewetensvol Schriftgeleerde. Terecht is hij fier op zijn naam: Saul, zoals die grote koning van Israël. 
    Tot hij Jezus leert kennen. Van dan af heeft hij nog maar een doel in zijn leven: zijn zending voor die Christus ten uitvoer brengen, tot hij eens in Gods koninkrijk voorgoed met zijn Heer verbonden is. 
    Hij is niet langer de grote Saul. “Niet ik leef, maar Christus leeft in mij”, klinkt het nu. Van dan af aan noemt hij zichzelf Paulus. Dat betekent: de kleine, de geringe. 

    Zowel Petrus als Paulus hebben met, door en vóór Jezus heel wat doorstaan. 
    Petrus heeft Jezus “live” meegemaakt. Hij groeit in die tijd uit van visser tot visser van mensen, van trouwe leerling tot strijdvaardige leider. Om te eindigen met de marteldood aan het kruis.
    Paulus groeit van felste vervolger tot felste verdediger. Hij overleeft allerlei tegenslagen, geselingen, een slangenbeet en een schipbreuk. Om te eindigen met de marteldood door het zwaard.

    Ze hebben er ook allebei een andere naam aan overgehouden. Simon werd Petrus, Saul werd Paulus. 
    Twee heel verschillende mensen. Twee heel verschillende achtergronden. En toch zoveel gelijkenissen: ze zijn allebei door Jezus uitgekozen. Zij zijn allebei getuige van Jezus. Zowel Petrus als Paulus hebben als taak meegekregen om lief te hebben en te bemoedigen. 

    Petrus en Paulus, twee heel gewone mensen die, ieder op hun manier, soms klein en machteloos waren. Twee kleine mensen die geleidelijk gegroeid zijn in het liefhebben en ondersteunen van mensen.
    Het is op dergelijke kleine, onvolmaakte mensen dat Jezus zijn kerk wil bouwen. Precies omdat ze klein, niet de grootste, willen zijn. 
    Het is met dergelijke mensen dat wij vandaag op vakantie, op reis, op stap trekken. 

    Aan alle Simons en Simonnekes, alle Sauls en Saulusen, maar ook aan alle Pieters, Pierres, Petra’s en andere Petrussen, Pauls, Paula’s en andere Pollekes wens ik vandaag een zalig naamfeest en aan iedereen een fijne vakantie. 
    Amen. 

    29-06-2014 om 08:35 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brood om van te leven - Sacramentsdag - Fred

    Sacramentsdag A 2014 - Zaterdag 21 en zondag 22 juni 2014

    Eerste lezing: Eerste brief aan de Korintiërs 10, 16-17 - 'Wij allen, één lichaam'
    EvangelieJohannes 6, 51-58 - 'Brood uit de hemel'

    Het verhaal over de grootvader in de eerste lezing hebben wij teruggevonden in een map voor de vormselcatechese. Het is minstens 40 jaar oud, misschien nog heel wat langer. Het was nog te lezen op een lekker ouderwetse stencil. Een halve eeuw geleden dus, maar nog heel herkenbaar en actueel. En natuurlijk werd het toen gebruikt om aan jonge mensen de oorsprong en de betekenis van de eucharistie duidelijk te maken.

    Het eerste wat mij opvalt in het verhaal is dat grootvader wil dat iedereen erbij is, alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Iedereen is erbij, iedereen hoort erbij, voor iedereen is er wat voorzien, voor iedereen is er een plaats aan tafel. In Brazilië nu is er alleen plaats voor de besten, voor de uitverkorenen. Bij die grootvader is er plaats voor iedereen.

    Het is er ook gezellig. Iedereen is er ook heel grààg bij. Er is lekker eten, er wordt gepraat en gezongen, er worden spelletjes gedaan, er zijn geschenkjes voor iedereen. En grootvader vraagt hen allemaal om te blijven samenkomen. Niet alleen om hem niet te vergeten, maar ook omdat samenkomen belangrijk is. Als we blijven samenkomen, bewaren we een band. Als we blijven samenkomen, kunnen ruzies nooit lang duren, zegt hij. Ook daar is een belangrijke parallel met de eucharistie. Als Jezus bij zijn leerlingen kwam, waren zijn eerste woorden altijd: “Vrede zij u – Sjaloom!” Christenen zijn vredebrengers. Zij bewerken de vrede en houden haar in stand.

    En als grootvader er niet meer is, blijven zij samenkomen. En zij doen net zoals vroeger toen hij erbij was, of proberen dat toch. En het is net of grootvader weer bij hen is. Niet alleen zijn herinnering, maar ook zijn geest, zijn boodschap, zijn inspiratie leeft verder. De verwijzingen naar de eucharistie zijn overduidelijk.
    Minder duidelijk is natuurlijk de tweede lezing, het evangelie. “Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, bezit het eeuwig leven”, zegt Jezus. Wat moeten we met zo een uitspraak? Het is niet te verwonderen dat de Joden het niet begrepen en er een discussie over begonnen. Hoe kan je het vlees en het bloed van Jezus eten en drinken? Hoe kan Hij zijn lichaam en bloed aan de mensen weggeven? En hoe kan brood vlees worden?

    Misschien is het goed eens even na te denken over de betekenis van brood. 
    Brood is niet alleen voedsel, het is door de eeuwen heen en in vele talen een belangrijk symbool. Brood is wat mensen nodig hebben om te leven. Wij gaan werken om ons brood te verdienen. We moeten zorgen dat er brood op de plank is. Als we iets niet kunnen missen, noemen we het: broodnodig. En Jezus zelf formuleert het ook in het Onze Vader: geef ons heden ons dagelijks brood.
    De bekende Nederlandse dichter Hans Andreus schrijft het zo in één van zijn liefdesgedichten. Ik heb je liever dan brood, al zegt men dat het niet kan, en al kan het ook niet. 
    Maar ik heb je liever dan brood.

    Eigenlijk is dat wat Jezus bij het laatste avondmaal tot zijn leerlingen zegt. Ik wil voor jullie brood zijn. Ik wil voor jullie onmisbaar zijn. Zo onmisbaar en zo nodig, zo levensnoodzakelijk als brood. Brood om van te leven, niet letterlijk, maar toch heel werkelijk, heel echt. En blijf dus samenkomen, om mij niet te vergeten, maar niet alleen daarom. Blijf samenkomen om ook voor elkaar brood te zijn, om te blijven doen wat Ik voor jullie gedaan heb.
    Er is nog iets belangrijks aan brood als symbool. 
    Brood groeit niet aan de bomen of op het veld. Brood is iets dat gemaakt wordt en gemaakt door vele mensen. Er is heel wat nodig om brood te krijgen. Je moet graan zaaien en dat graan verzorgen en oogsten. Je moet het malen en verwerken tot bloem. Je moet die bloem bewerken en kneden en dan nog het brood bakken. Meestal wordt er door vele verschillende mensen aan gewerkt. Het brood dat wij eten is al door vele mensenhanden gegaan. Voor elkaar brood zijn gaat dan nog veel meer betekenen: samen werken, samen komen, vrede brengen.

    En dat is ook wat wij ons voornemen als wij in de eucharistieviering van dat brood eten. 
    Wij roepen dan als het ware onszelf uit tot vredebrengers. Deelnemen aan die maaltijd eindigt niet als de mis gedaan is. We nemen het mee in het verdere leven van die week. Als wij het brood van Jezus eten, willen wij ook ons leven afstemmen op Hem. 
    Die boodschap krijgen de eerste communicanten en vormelingen mee bij hun voorbereiding. En het wordt straks voor hen nog eens herhaald. Maar het is goed dat wij er ook nog eens over nadenken. En dat wij voor die jonge mensen een voorbeeld  kunnen zijn. Want voorbeelden van volwassenen hebben zij broodnodig …

    22-06-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Helemaal zoals je ze echt in het leven ontmoet - Feest van de Heilige Drie-Eenheid - Hilda

    Feest van de Drie-Eenheid A 2014 - Zaterdag 14 en zondag 15 juni 2014

    Eerste lezing: Exodus 34, 4b-6.8-9 - 'De Heer openbaart zich aan Mozes'
    EvangelieJohannes 3, 16-18 - 'Zozeer heeft God de wereld liefgehad'

    Lieve mensen,
    wat me in eerste instantie opvalt is; dat er in de bijbelteksten vandaag, helemaal geen sprake is van ‘een H. Drievuldigheid, of van een Drie-Ene-God.
    De leer van de goddelijke drie-eenheid werd pas in de 4e eeuw tot dogma verheven.
    Wel wordt in de bijbel herhaalde keren over de drie-ene-God gesproken.
    Jezus zendt zijn apostelen uit met de opdracht: ‘en doop hen in de naam van de Vader, Zoon en H. Geest…’ of ‘zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zendt ik U… 

    Wat horen we dan vooral in de teksten vandaag?
    In de 1ste lezing horen we hoe Mozes weet heeft van JHWH ’s barmhartigheid en hoe hij die ook afsmeekt om zijn volk nog een nieuwe kans te geven… Mozes is er vast van overtuigd dat JHWH zijn volk niet in de steek laat, dat JHWH houdt van Zijn volk, dat JHWH Zijn belofte houdt van; ‘Ik zal er zijn!’

    En in het korte evangelie spreekt Johannes zijn grote bewondering uit voor Zijn zo goede, allesomvattende God!

    Als we naar de wereld kijken via de dagelijkse nieuwsberichten waarin oorlog en geweld in Irak en Kroatië centraal staan, waarin vluchtelingen in schamele bootjes aan de kust van Italië en de honger in Afrika centraal staan, waarin het opruimen van straatkinderen voor de schone schijn van het WK-voetbal in Brazilië centraal staan, dan is het verleidelijk om een zwartboek van de wereld uit te geven en al de plagen extra in de étalage te zetten.

    Maar als je dan het evangelie vandaag naast het zwartboek legt dan moet je als gelovige even doorslikken: ‘ Zo zeer heeft God de wereld liefgehad…dat Hij zijn Eniggeboren Zoon heeft geschonken, omdat al wie in Hem gelooft niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou kennen’ 

    Dat God van onze wereld kan houden, dat Hij zo’n wereld laat verder bestaan, lijkt ons soms zo onbegrijpelijk.
    Inderdaad, als we God zien als een almachtige tovenaar, die het lijden met een toverstokje kan veranderen in geluk, dan is dit evangelie niet te verteren.
    Maar God laat zich niet kennen als een tovenaar. Hij is één en al liefde en juist door de liefde is Hij soms zo achteloos. 
    Moest Hij onze wereld niet hartstochtelijk liefhebben, zou het met die wereld al lang gedaan geweest zijn.
    God, Hij is dat enorm reservoir van warme genegenheid. Een genegenheid die uitbreekt in een schepping, als Hij in doffe klei vrijheid en geluk boetseert.
    Geen trucjes en ook geen toeval ligt aan de grondslag van ons bestaan. Als een Vader die verwekt en nooit zeker is van wat het worden zal, maar die hoe dan ook, gedreven blijft door Zijn liefde.
    En als het misloopt met die vrijheid en soms loopt het mis - heel onze geschiedenis is daar een illustratie van – zal Hij zelf solidair mee de gevolgen ervan dragen, tot op het kruis alstublieft. En dat niet één keer, maar telkens opnieuw blijft Hij ons bezielen en begeesteren om uit elk lijden te verrijzen tot liever leven.
    Zo zien we dat God aan het licht komt... daar waar mensen gemeenschap vormen... Daar waar mensen proberen die naam van God waar te maken: ik-zal-er-zijn-voor-u... Wees-er...
    • Vandaag gedenken we onze dierbare overledenen. We hangen seffens hun kruisjes op aan de levenszuil. Waar mensen elkaar troosten en dragen in moeilijke dagen, als je iemand verloren hebt die je dierbaar was... daar wordt iets zichtbaar van Gods naam: ik-zal-er-zijn-voor-u... Wees-er...
    • En gans het schooljaar werd er hard gewerkt aan gemeenschapsopbouw! De 8 jarige kinderen en hun ouders werden in onze parochiegemeenschap goed onthaald  om een fijne ‘eerste communie’ te vieren. De 12-jarigen bereidden zich voor op hun ‘vormsel’. Ze leerden door zovele medewerkers en voorgangers iets kennen van wat er allemaal leeft in onze parochiegemeenschap.
    • Het PT werkt hard om “de Verrekijker” aan ons voor te leggen, om samen naar nieuwe werkvormen te zoeken, om samen wat wakker te liggen van onze parochiegemeenschap en vooral van de mensen die er wonen. Door ons vele van die mensen aan te trekken kunnen we misschien heel veel voor hen en zij voor ons betekenen… Kijk maar al naar Jambo….
    • De volgende zondagen worden we bij elkaar geroepen dankend om wat we allemaal mochten beleven en wat de toekomst biedt zoals een nieuwe zomertentoonstelling, een fietsenzegening, vakantievieringen…
    En telkens gaan we van hieruit naar huis om een goed mens te zijn in onze straat of ons appartementsgebouw. Telkens gaan we van hieruit naar huis met weer een dieper besef wat een goddelijke mensen we kunnen zijn in ons gezin, familie en buurt… en weten we dat alleen op die manier Johannes woorden: “zo zeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gezonden, opdat wij allen zouden leven, en niet verloren gaan…”, werkelijkheid kunnen worden!

    Lieve mensen, zijn we niet allen voortdurend op zoek naar Diegene die onze oorsprong is en zo moeilijk te vatten…? 

    Daarom ben ik toch op zoek gegaan naar een woordje meer uitleg over die H.Drievuldigheid, of zoals we het nu onze Drie-Ene-God noemen…
    De Drie-Ene-God doet de theoloog, Jaques Haers, denken aan een huwelijk of een hechte vriendschap: het verbond tussen man en vrouw vormt iets nieuw, het huwelijk! 
    Het huwelijk is veel meer dan de som van man en vrouw. Een hechte vriendschap ook! Je hebt elk van de 3 elementen nodig om het huwelijk of de vriendschap te vormen en toch kunnen de drie elementen op zichzelf bestaan. 

    Zelf moest ik denken aan het kijken naar een 3dimentionele film!
    Je doet het met een speciale bril! Zonder die bril zie je alle figuren, zowel voorwerpen als mensen, niet mooi afgelijnd. Ge ziet ze met verschillende randjes waardoor ze vervormd gezien worden, alsof elke figuur er twee tot drie keer over elkaar staat. Maar de bril brengt al die randjes mooi op elkaar zodat er slechts één figuur te zien is, en nog helemaal in perspectief, niet zomaar plat zoals op een foto, neen, helemaal zoals je ze echt in het leven ontmoet.

    God, Hij die onze oorsprong is, zomaar niet te vatten in woorden. Wel in het geloof, dat Hij ons liefheeft en Zijn liefde in ons gelegd heeft, opdat wij die Liefde zouden doorgeven, zodat iedereen kan leven en niemand verloren gaat… 

    Inspiratie Manu Verhulst en Jaques Haers

    15-06-2014 om 09:57 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoopvol wachten - 7e Paaszondag - Marc

    Zevende Paaszondag A 2014 - Zaterdag 31 mei en zondag 1 juni 2014

    Eerste lezing: Handelingen 1, 12-14 - 'Eensgezind volhardend in het gebed'
    EvangelieJohannes 17, 1-11a - 'Vader, verheerlijk uw Zoon'

    Dit is zo een van die evangelieteksten waarbij er op de preekploeg een eerbiedige stilte valt. Meestal staan we niet te springen om hierover te preken, en we horen elkaar denken: "Heer, laat deze kelk aan mij voorbijgaan...
    Maar misschien is de tekst niet zo overkomelijk, en maken wij het te moeilijk. Het evangelie is als een geweldige mooi gerecht, alles even voedzaam. Maar alles tegelijk binnenspelen, dat is de bedoeling niet. 
    Er is duidelijk aan deze tekst door Johannes hard gewerkt, hij is rijk en diep. Wie hierop studeert, zal er deugd aan hebben. Maar het evangelie is niet alleen voor geleerden geschreven en voor mensen die er op willen studeren. Het is ook voor de gewone mensen, zoals Jezus predikte voor ongeletterde vissers en vrouwen aan de haard. En dan, denk ik, volstaat het om uit dat prachtige gerecht een paar lekkere stukjes te kiezen om rustig tot ons te nemen. Zonder een indigestie te krijgen. En de volgende keer kunnen we een ander stukje nemen, want het evangelie, dat bederft niet.

    Uit het evangelie zou ik één stukje willen nemen, de kers op de taart, als u wil. Er staat dat de Vader ons aan Jezus gegeven heeft. Het staat er zelfs vier keer. Eigenlijk zijn wij het niet die Jezus gekozen hebben. Zoals veel in het leven hebben wij hem gekregen. Zoals kinderen ons geschonken worden, zoals we iemand tegenkomen met wie we dan een heel leven samen blijven, zoals heel het leven ons gegeven is.
    En als Jezus ons dat vandaag vier keer laat horen, is het om ons dubbel gerust te stellen. De Vader vertrouwt ons toe aan Jezus. En een goede vader heeft het beste voor met zijn kinderen. En Jezus zal dat vertrouwen van zijn vader niet beschamen. Zijn bidden is een uiting van zijn bekommernis om ons. En hij heeft ons het eeuwig leven geschonken, want daartoe heeft de Vader Jezus naar ons gezonden.

    Het eeuwig leven.... ik denk dat we eigenlijk niet kunnen vatten wat die woorden juist betekenen. Wij blijven nog in deze wereld, wij kunnen niet weten of kennen waarheen Jezus ons is voorgegaan. Het enige dat we als gelovige kunnen begrijpen, is dat we gerust mogen zijn in de toekomst. Wij behoren God toe. Die troostende boodschap wil Johannes doen horen vandaag.
    Want ondanks alle beloftes van een veilige toekomst is troost, ook voor wie Jezus is tegengekomen, soms heel hard nodig. Dat was zeker zo voor die leerlingen, vrouwen en mannen die zich aan zijn woord bleven vasthouden, ook als hij uit hun gezicht verdwenen was. Het kan soms heel donker worden, ook als we weten dat er ergens nog zon schijnt. Maar gaan we dat licht ook nog terugzien? 

    Het was voor die kleine groep angstige gelovigen heel donker, als ze gingen schuilen in de bovenzaal, het zaaltje waar Jezus van hen afscheid had genomen. Misschien gingen ze daar schuilen, om de echo van zijn troostende woorden nog te horen. Misschien gingen ze daar schuilen, om elkaars hand vast te houden. Als het heel donker wordt in het leven, is het enige dat we soms nog kunnen, elkaars hand vast te houden. 
    Om te laten voelen, want woorden schieten te kort: je bent niet alleen. En soms is het de enige manier om het evangelie in praktijk te brengen: elkaar niet loslaten, tegen beter weten in, omdat het de enige manier is die ons nog rest om de naastenliefde tastbaar te maken.

    En als we elkaar handen aanraken, krijgen we misschien genoeg hoop, om ze tot een gebed te vouwen. Zoals dat groepje in dat zaaltje. Bidden is sterker dan we durven denken, in deze moderne tijden. De paus heeft gebeden aan de Palestijnse muur. Oost-Duitse christenen hebben gebeden in de weken voor de val van de Duitse muur. 
    Een linkse Duitse krant schrijft vandaag daarover: "Bidden helpt, want het betekent dat er altijd hoop is.". 
    Als we elkaar niet loslaten in het donker, als we kunnen bidden tegen beter weten in, is er hoop. Die hoop kan ons staande houden, ook in deze tussentijd, tussen het heengaan van Jezus en de bevrijdende komst van zijn Geest, die alles anders zal maken. Bidden in het donker is belijden: er komen andere tijden.

    01-06-2014 om 08:46 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doorgaan met het rotsvast vertrouwen - 6e Paaszondag - Hilda

    Zesde Paaszondag A 2014 - Zaterdag 24 en zondag 25 mei 2014

    Eerste lezing: Handelingen 8, 5-8.14-17 - 'De apostelen legden hun de handen op en ze ontvingen de H. Geest'
    EvangelieJohannes 14, 1 - 12 - 'Ik zal de Vader vragen en Hij zal u een andere Helper geven'

    Lieve Mensen,
    Wie van ons kent nog Christine  en Tom en hun twee zonen Tim en Tijs!
    Tom heeft ros haar waaraan iedereen hem herkende en daardoor nu misschien ook zegt: ‘ja, dat is lang geleden dat ik hem nog gezien hebben’. Twee jonge mensen die zich engageerden in onze parochie en op vele activiteiten aanwezig waren.
    Dit gezin is door het werk van Tom naar Londen verhuisd. Beginnend voor 2 jaar en misschien veel langer…
    Maanden op voorhand werd gewerkt aan dat vertrek en het afscheid nemen! Werd begonnen met het plannen van de verhuis, de inpak en berging van hun inboedel, en met het afscheid nemen van familie, vrienden en kennissen.
    En bij de afscheidsfeestjes en bij het afscheid zelf werd iedereen nog eens op het hart gedrukt hoe erg ze allen zouden missen en hoe welkom we waren…. En hoe ze al uitkeken naar hun wederkomst… Nu kunnen we met hen nog mee-leven via hun blog op het internet.

    Zelf herinner ik me ook nog vele verhalen over de zo lange en intense voorbereiding van een tante en nonkel die in 1946 voor het eerst naar Belgisch Congo trokken! Met tranen in de ogen namen afscheid aan de kade van de Berendrechtsluis, met het rotsvast vertrouwen van een blij weerzien. Later moesten we telkens voor 3 jaar afscheid van hen nemen, maar dan was er geen voorbereiding meer nodig  om terug te gaan.

    Vrijdag werden velen van ons diep geraakt door de begrafenis van onze oud-premier: Jean-Luc De Haene. 
    We werden ook diep geraakt door de woorden van de kinderen en kleinkinderen, door de woorden van politici en medewerkers. Ik spreek er hier enkele uit:
    “Opa, ik bewonder je voor alles wat je hebt gedaan voor je gezin, België en Europa. 
    Je veranderde iets in de wereld. 
    Je maakte van de problemen geen verzinsel. Je sprak geen woord te veel, geen woord te weinig.
    Opa je was zo een fantastische man, zo bijzonder, ik geef je nu een heel bijzonder plaatske in m’n hart.”

    “Je was een man die koos voor oplossingen en compromis voor de Federale en Vlaamse regering.
    Je was een man die mee zorgde voor de opbouw van de samenleving nationaal en internationaal.
    Je was meer visionair dan crisismanager.
    Je was een man als een caleidoscoop. 
    Bekommerd om het geheel, attent voor het individu.
    De tocht is moeilijk, de gids ervaren. De gids is er niet meer, we zijn hem kwijt. 
    Maar niet de richting die hij uitging, die blijven we volgen.”

    Zo luisteren we ook weken lang naar de afscheidsrede van Jezus volgens  Johannes! Johannes die de verhalen over Jezus tot zich nam en een grote aanbidder van die Heer Jezus werd.
    Pas 100 jaar nà Jezus’ dood schreef deze man de overlevering van Jezus neer…
    Dat doet ons ook begrijpen hoe hij, die zo vol van Jezus was, ons van zijn begeestering wil doorgeven…
    Het laat ons ook zien, hoe Johannes er zeker van wil zijn dat we verstaan wat hij bedoelt.
    Johannes heeft begrepen dat Jezus heel goed wist wat Hem te wachten stond en daarom zijn vrienden en de wereld tijdig heeft ingelicht en voorbereid op Zijn afscheid en op het moeten verder leven zonder Hem… Vandaar dat Johannes ook zo veel schrijft over dat afscheid nemen! Het wordt duidelijk van bij het laatste avondmaal, tot in het verhaal van vandaag en het zal nog verder gaan op de dag van ons Heer Hemelvaart en Pinksteren…
    Voor mij is Johannes als grote fan van Jezus, vooral een ware gelovige, die ons voortdurend zegt: “Mensen, probeer dat nu toch eens te geloven!”

    Dat Jezus in de wereld gekomen is met God diep in Hem, om God mens te laten worden met de mensen. En dat Hij dat ook doet in ieder van ons. Dat God geen andere handen en voeten had dan die van Jezus om zich te tonen aan de mensen. En dat wij, die in dàt geloof leven en deze opdracht hebben doorgekregen, ook niets anders kunnen, dan de handen en voeten van God zijn in de ze wereld…
    Wie in Mij gelooft zegt Jezus, kan niet anders dan mijn geboden onderhouden, ze handen en voeten geven… Wie in Mij gelooft zegt Jezus, kan niet anders dan handen en voeten zijn van  Mijn Vader. Wie in Mij gelooft zegt Jezus, die wordt mild.
    “ Je oordeelt niet meer over anderen. Je bent niet langer hard, je wilt niet overal gelden ten koste je medemensen, je luistert omdat elke andere een voortdurend wonder is.” (Karel Staes)

    Zo probeert Johannes ook ons te zeggen dat we misschien wel de Gids kwijt zijn, maar niet de richting die Hij uitging. De richting die wij kunnen en willen blijven volgen!

    Wie ook met een rotsvast vertrouwen Jezus’ richting blijft uitgaan is Mieke Van Hecke!
    Directeur generaal van het katholiek onderwijs, 10 jaar lang!
    Ook vrijdag werd van haar, als directeur generaal, officieel afscheid genomen. 
    En zij getuigde nog voor een laatste keer voor de camera:
    “We hebben hard gewerkt en gewroet, zowel voor de zorg als voor de kwaliteit van het onderwijs.
    We hebben hard gewerkt en gewroet voor de belangen van het kind.
    En we hebben het recht opgeëist om het te mogen doen vanuit een heel specifiek project, vanuit onze christelijke inspiratie. 
    Die 2, samen mogen verwoorden, daarin hebben we stappen gezet!”
    En wie Mieke hoorde, weet hoe ze voor haar christelijk opdracht uitkwam!

    Zijn dit geen mensen van onze tijd die, zoals Jezus zijn leerlingen opdroeg, getuigen van Hem zijn, ver buiten Jeruzalem, Judea, Samaria en tot het uiteinde van de aarde.

    Zo kunnen wij terugblikken op  zoveel jaren kerk- en geloofsgeschiedenis waarin soms minder goeie dingen gebeurden waarover we niet trots zijn. 
    Maar waarin vooral heel veel goeds tot stand gekomen is: zoals die zorg voor het onderwijs, zorg voor zieken en gekwetste mensen, verenigingsleven, ingebed zijn in kunst en cultuur.

    Daarom misschien, dat wij ons nu nog geroepen voelen om onze VERREKIJKER boven te halen en te zien hoe het in deze zo snel veranderende tijd verder kan met onze christelijke samenleving, met onze in oppervlakte steeds groter wordende en steeds snellere veranderende parochie… 
    We worden weer opgeroepen om maandag 2 juni vanuit onze VERREKIJKER samen verder te zoeken in de richting die Hij ons uitwijst. 

    We hebben hier ook een 30-tal Vormelingen vooraan! Over 14 dagen ontvangen zij het sacrament van het Vormsel en vandaag trekken zij nog, nà deze viering,  op doorleeftocht naar Gaverland. Jonge mensen die kiezen om de verhalen over het leven van Jezus beter te leren kennen en in Jezus’ spoor willen verder gaan…

    Ja lieve mensen, in Zijn Geest, met Zijn Geest en door Zijn Geest  zullen we doorgaan met het rotsvast vertrouwen, zo te groeien tot een klein stukje hemel op aarde… wat al vele jaren in de opdrachtverklaring van onze parochie staat.

    25-05-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Er voor kiezen en er voor gaan - 5e Paaszondag - Gie

    Vijfde Paaszondag A 2014 - Zaterdag 17 en zondag 18 mei 2014

    Eerste lezing: Handelingen 6,1-7 - 'Zeven medewerkers gekozen - Groei van de gemeente'
    EvangelieJohannes 14, 1 - 12 - 'Jezus, de weg naar de Vader'

    De eerste lezing van vandaag komt opnieuw uit de Handelingen, het vervolgverhaal over de jonge kerk, waaraan we met Pasen begonnen zijn. 
    Er is zo’n kolossale aangroei, dat de apostelen het niet meer alleen aankunnen. Er ontstaat een conflict tussen de Hebreeuws sprekende joden en de Griekstalige over de zorg, vooral voor de weduwen van die laatste groep. 
    Om het probleem op te lossen, houden ze verkiezingen. Ze zoeken wijze mannen, die zullen instaan voor die materiële zorg. Die mannen worden aangesteld tot wat wij vandaag diakens zouden noemen. 

    Van dan af is er in die jonge kerk een taakverdeling: met apostelen, die zich verder zullen wijden aan het gebed en de verkondiging, en diakens, die zullen instaan voor de materiële ondersteuning. 
    Maar in praktijk blijken die taken lang niet zo strikt afgebakend. De diakens Stefanus en Filippus zullen bijvoorbeeld ook als apostelen optreden. Zij kiezen ervoor en gaan er voor. 
    Zo gaat het ook bij ons. De ene dag zijn we voorganger of predikant. De andere dag staan wij met evenveel enthousiasme soep te koken of een tent op te bouwen bij een parochiegebeuren. 

    In de bemoedigende afscheidswoorden in het evangelie van vandaag springen een drietal zinnen van Jezus naar voor. 
    De eerste is: wees niet verontrust, wees niet ongerust, "In het huis van mijn Vader kunnen velen verblijf houden", er is ruimte voor velen. 
    Wij zouden dat eenvoudig kunnen vertalen als: onze gemeenschap van christelijke gelovigen is geen besloten clubje dat alleen toegankelijk is voor ingewijden, maar een plaats waar iedereen zichzelf kan zijn. 
    Johannes komt daar regelmatig op terug, hoe Jezus zich helemaal geeft en zo van overal mensen aantrekt, ook kinderen en mensen aan de rand. Hij laat Jezus ook zeggen: door te sterven blijft de graankorrel niet alleen, maar brengt veel vruchten voort. 
    Dat vraagt dat wij, als kerk, als geloofsgemeenschap van Christus, ook geroepen worden om naar buiten te treden en begaan te zijn met het wel en wee van mensen.

    Een tweede opmerkelijke zin van Jezus is: "Jullie geloven in God, geloof ook in Mij". De omstandigheden waarin Hij dat vraagt zijn niet ideaal. We zijn bij het Laatste Avondmaal. Jezus zelf wordt binnenkort gekruisigd en is onzeker. De leerlingen voelen de spanning om wat hen misschien te wachten staat. In verkiezingstaal zou je kunnen zeggen: de peilingen zitten niet mee. 
    In deze omstandigheden vraagt Jezus van zijn leerlingen om in Hem te geloven, in die concrete persoon die voor hen staat en met hen spreekt. Geloof niet alleen in die God die voor iedereen ruimte heeft, geloof ook in die mens-geworden God. Durf te geloven dat Jezus goed nieuws brengt voor de mensen. 

    Ook vandaag blijft geloven de eerste vereiste voor een gelovige. We moeten niet verontrust zijn over leeglopende kerken, maar wel over een eventueel leeglopend geloof. 
    Geloven in Jezus, maakt geloven in God concreet en tastbaar: wie Mij ziet en hoort, ziet en hoort de Vader. Dat zou het voor de leerlingen veel eenvoudiger moeten maken. Maar hoe zichtbaar is het voor ons? 
    Jezus loopt hier nu niet meer rond, maar is wel zichtbaar in mensen die zich inzetten voor een betere wereld. Door hen wordt Gods liefde tastbaar wordt voor iedereen, in eerste instantie voor de mensen die het moeilijk hebben. 

    Een derde zin die er een beetje uitspringt is: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven". Het zou vandaag de slogan op Jezus’ verkiezingsaffiche kunnen zijn. In zekere zin nodigt Hij ons uit om campagne te blijven voeren, ook als Hij niet meer lijfelijk aanwezig is. 

    Slogans zijn dikwijls dooddoeners. 
    In enge zin gelezen, klinkt een uitspraak als "Ik ben de (enige) weg" er benauwend. Als je die weg kwijtgeraakt, dan ben je niet alleen de weg kwijt, maar ook de waarheid. Dan verdwijnt al het hoopvolle perspectief van die God, waarbij ruimte is voor velen. In de plaats daarvan verschijnt het beeld van een smalle en moeilijke weg. En dan ben je ook nog het leven kwijt. Een echte dood- doener dus. 
    Met de waarheid is het niet beter gesteld. De ene zijn waarheid is de andere niet. Ook dat blijkt duidelijk in deze verkiezingstijd.

    "Hoe moeten we dan die weg kennen?", vroeg Thomas. Hoe moeten wij dan die Weg, die Waarheid en dat Leven vinden?
    Als we erkennen wie Jezus is, als we in Hem geloven, dan moeten we ook erkennen dat er in Hem net zoveel ruimte is als in God zelf. Deze Weg is zo breed dat iedereen er zijn eigen pad op kan vinden. We treffen er zowel brave meelopers als kritische dwarsliggers. Het is niet de weg van de minste weerstand. Het is vooral de weg van: een gegeven mens te zijn voor anderen. 
    Laten wij ervoor kiezen, en er ook voor gaan. 
    Amen. 
    Inspiratie o.m. gevonden in een preek van Hans Callaert. 

    18-05-2014 om 17:44 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een liefdevolle ruimte - 4e Paaszondag - Marc

    Vierde Paaszondag A 2014 - Zaterdag 10 en zondag 11 mei 2014

    Eerste lezing: Eerste brief van Petrus 2, 20b - 25 - 'Slaven en hun meesters'
    EvangelieJohannes 10, 1 - 7 - 'De Goede Herder'

    In het laatste zinnetje uit het evangelie vandaag staat: Jezus sprak versluierde taal... Dat was zeker zo voor wie er toen bij was: Johannes beschrijft een episode uit het leven van Jezus, toen men nog helemaal niet wist wie hij precies was, toen er nog veel discussie was, onder andere bij de Farizeeën, of die timmerman wel zo'n hoge toon mocht aanslaan.

    Maar enkele tientallen jaren later, en ook vandaag, zal veel van die sluier niet meer over deze tekst liggen. Johannes vertelt dit verhaal aan de leerlingen van Jezus, aan ons, en wij, wij kennen zijn stem. 
    Of wij zouden ze moeten kennen, als we bij zijn kudde horen... 

    Het is voor ons een vertrouwd beeld: Jezus, de goede herder. Hij komt binnen door de deur als een goede bekende. Wie niet langs de weg van het evangelie komt, zijn bandieten en inbrekers. Dat zou wel eens kunnen slaan op die mensen die Jezus bestreden, een aantal Farizeeën onder andere.
    Voor hen was de harde toepassing van de wet belangrijker dan barmhartigheid, dan mensen oprichten uit hun ellende, dan licht in duisternis brengen. Voor een groot deel stelden zij zich zo op, om hun eigen macht te beschermen. Eigenbelang eerst.. En die mensen zullen hem aan het kruis slaan.

    Dat is niet de weg van het evangelie. 
    De weg van het evangelie leidt ons naar de ruimte die Jezus wil schenken, de ruimte van een leven waar plaats is voor onbaatzuchtige liefde, voor de zwakke. Wij kunnen kiezen: ofwel volgen we hem op de weg van de onbaatzuchtigheid, ofwel, ja, volgen we de de valse profeten, die ons naar de harde wereld willen brengen van zich opwerken ten koste van anderen...
    Vergis je niet. Als het hier over schaapjes gaat, wil dat niet zeggen dat het evangelie  pret en verzet brengt. De eerste lezing, van Petrus, spreekt over het lijden, waarin hij ons ook is voorgegaan. Het herdersleven is niet alleen in de zon zitten en liedjes spelen, maar ook kou, ontbering, gevaar, wilde beesten. Maar de belofte van het evangelie houdt in, dat hij ons voorgaat naar weidegronden waar leven sterker zal zijn dan het kwaad en de dood.

    Zegt dit evangelie nu dat wij volgzame schapen zijn, die alleen schaapachtig moeten volgen? Helemaal niet. 
    Er is die deurwachter, ook zo'n versluierd woord. Dat zal in de verdere tekst ook op Jezus toegepast worden. Maar als ik nu die zin lees, denk ik aan Herman – als hij dat niet erg vindt. Zijn job is de deur van het evangelie openen, zodat we met Jezus op weg kunnen gaan. Maar zijn wij voor elkaar niet allemaal deurwachters van het evangelie? Zetten wij niet voor de mensen rondom ons de deur van het evangelie open, zodat ook anderen kunnen zien wie Jezus echt is? 
    En zijn wij niet geroepen om zelf een goede herder te zijn? Jezus volgen, heeft twee betekenissen: ja, hem achterna gaan, maar ook: hem navolgen in zijn leven en lijden.  

    Zo'n herder, die heeft een goed gehoor. 
    Dat heeft hij nodig, om te weten wat zijn schapen nodig hebben. Hij hoort het geluid van de schapenbelletjes, en als er eentje te ver zit, of hij vermoedt onraad, gaat hij erop af om het te helpen. Ik stel me zo voor, dat als we stilletjes bidden, of als wij hier rond het altaar ons aan hem toevertrouwen, dat hij onze belletjes hoort, en bij ons is. Zo zouden ook wij aandachtig moeten zijn voor elkaars belletje: heeft men ons niet nodig? Zit mijn huisgenoot niet met zorgen? 
    Kan ik die mens op straat, die ik rap wil voorbij lopen, niet helpen? 
    En soms is dat vermoeiend, en kwetsen wij onszelf ook, zoals de herder zijn handen kwetst als hij een schaap uit de dorens haalt, of het verdedigt tegen de wolven. 
    Moet dat ons verwonderen? 
    Wij volgen onze herder op zijn tocht die naar Jeruzalem voert, en naar het kruis. Maar wij komen hier vieren dat hij ons doorheen lijden naar nieuw leven brengt, waar alle striemen en pijn genezen zullen. Hij laat ons niet in de steek. 
    Laten we elkaar dan ook niet in de steek laten.

    11-05-2014 om 17:52 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs