Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
31-01-2024
De duistere kant van de democratie
De
duistere kant van de democratie
Waarheid
zonder openheid is een onmogelijkheid omdat de waarheid altijd het
licht mag zien, of eerder nog: de waarheid wil
het licht zien; de leugen daarentegen is lichtschuw en om die reden
ook is vooreerst de wetenschappelijke waarheid de vrucht van
besluitvormingen in een open debat, wat wil zeggen dat principieel
iedereen in staat moet zijn om de als waarheid geponeerde stellingen
met redelijke argumenten aan te vechten zoals dat ook in rechtszaken
het geval is omdat de waarheid een zaak is van recht. Hetzelfde geldt
overigens voor alle andere besluitvormingen in de open debatcultuur
die sinds de Verlichting in de moderne samenlevingen op handen wordt
gedragen. Een aan Voltaire toegeschreven, beroemde uitspraak welke
het standpunt van de vrijheid van meningsuiting fundeert en die
meteen de open debatcultuur verdedigt, luidt: "Ik
ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal het recht om het te
zeggen tot de dood toe verdedigen."
Meningen van mensen vergen niet alleen auteursrechten maar ook
auteursplichten: de auteur moet zijn mening onderschrijven omdat hij
er verantwoording voor verschuldigd is. Wanneer ongeacht wie hem om
verantwoording vraagt, moet hij zijn argumenten op tafel leggen en
bovendien in staat zijn om een antwoord te bieden ten aanzien van
eventuele tegenargumenten.
Men zou het helemaal
niet vermoeden maar in een democratie, die zich immers in alle
felheid onderscheidt van de dictatuur, en waar omtrent de consensus
bestaat dat zij, zeer in tegenstelling tot de verouderd geachte
dictatoriale, fascistische en totalitaire regimes, vooruitstrevend is
en waar dus verkiezingen gelden waar gestemd wordt voor de
beleidsmakers, geldt het recht op stemgeheim, wat in de strikte zin
betekent dat er geen plicht bestaat om de eigen stem, die toch ook
een mening is, openlijk bekend te maken en dat betekent in feite dat
het democratisch bestel met zijn stemgeheim, de open debatcultuur
welke misschien wel de grootste vrucht is van de Verlichting, aan
zijn laars lapt. Ja, uitgerekend de zo geprezen staatsvorm van de
democratie maakt het mogelijk dat er geregeerd wordt in volstrekte
willekeur, want willekeur onderscheidt zich van redelijk verantwoord
gedrag precies in de afwezigheid van de plicht om zijn standpunt te
verantwoorden. Het is met andere woorden via de achterdeur - wat zeg
ik: via de voordeur, of eerder nog: via de grote poort van de
democratische besluitvorming, welke nochtans pretendeert de bewaker
te zijn van onze heilige vrijheid, dat de ons allen fnuikende
willekeur van weleer, de onverantwoordelijkheid, de dictatuur, het
fascisme en het totalitarisme met het allergrootste gemak in de
hedendaagse westerse maatschappijen die zich zo hoog boven alle
andere staatsvormen verheven achten, naar binnen wandelen.
(J.B.,
31 januari 2024)
27-01-2024
Over voorwendsels en motieven
Over
voorwendsels en motieven
Alles wat een begin
heeft, heeft ook een einde. De vraag is alleen of er echt een begin
is aan de dingen en of het niet veeleer zo is dat het zogenaamde
begin (alsook het einde) een constructie is van onze
classificatiedrang.
Men zal opmerken dat
het leven een begin heeft en derhalve ook een einde maar dan vergeet
men dat men zich bij voorbaat heeft beperkt tot wat men zelf onder
'het leven' verstaat. Het leven van een individu omspant uiteraard
meer tijd dan dat van één van zijn lichaamscellen en het leven als
zodanig is uitgebreider dan het bestaan van een enkeling. En is ook
het zogenaamde ontstaan van leven op aarde niet met vooringenomen
opvattingen besmet, gelet op het feit dat ook de zogenaamde dode stof
die tenslotte altijd van het leven deel uitmaakt, tot het leven zelf
zou kunnen gerekend worden? Ook het aan de aarde toegeschreven begin
komt uit iets anders voort en hetzelfde geldt uiteraard voor het
zonnestelsel en voor de Melkweg: alvast lijkt het erop dat een einde
zich aan ons gezichtsveld blijft onttrekken.
Tracht men zich het
geheel voor de geest te halen, dan zijn begin en einde sowieso zoek
en deelt men alles op in minuscule partikels, dan blijkt elk kleinste
stukje weer heel anders: om de haverklap en nog veel sneller komen en
gaan de dingen voorbij. Zouden ze dat niet doen, dan stond de tijd
stil en dat betekent dat dingen die zichzelf blijven, niet kunnen
bestaan.
Verandering is het
wezen van alles wat is maar dat wil ook zeggen dat niets is:
er is alleen een worden of een verworden. Bovendien is het een
illusie om te geloven dat de verandering van de ene toestand naar de
volgende zou inhouden dat wat vooraf gaat hetgeen erop volgt,
veroorzaakt omdat verandering als zodanig onafwendbaar of
noodzakelijk blijkt en zij derhalve allerminst nood heeft aan
oorzaken. Het oorzakelijkheidsdenken volgt uit een onterechte
projectie van onze eigen al dan niet vermeende
handelingsmogelijkheden naar de dingen buiten ons.
Maar als het begin
en het einde van de dingen eigenschappen zijn die wij er zelf aan
toekennen, dan zijn ook de dingen als zodanig creaties van onszelf.
Er moet uiteraard 'iets' zijn waaraan wij eigenschappen toekennen
maar het lijkt er sterk op dat wij daar helemaal geen vat kunnen op
krijgen: het lijkt chaos maar tegelijk kan het geen chaos zijn omdat
wij moeten buigen voor zekere wetten waaraan het allemaal blijkt te
gehoorzamen.
Voor het vermoeden
van Goldbach dat 'heel eenvoudig' stelt dat elk even getal groter dan
2 kan geschreven worden als de som van twee priemgetallen, kan
geen tegenvoorbeeld gevonden worden en toch blijkt het onbewijsbaar.
Het is immers onbegonnen werk om in de ene na de andere perfect na te
speuren priemgetallen een orde vast te stellen. Hoe dan zou men ooit
in staat zijn om aan de immer direct voor ons allen aanwezige doch
alles behalve eenvoudige werkelijkheid kop of staart te krijgen?
Toch krioelt het
alom van (overigens elkaar letterlijk bevechtende) theorieën die
aanspraak maken op het bezit van de waarheid. In de oude mythen
verklaart men de werkelijkheid met de gekste verhalen. In de religies
wordt alles uitgelegd middels 'god'. Zekere religies houden vol dat
de god in wie zij geloven, zichzelf geopenbaard heeft, waarbij zij
kennelijk over het hoofd zien dat degenen aan wie de openbaring ten
deel gevallen is, opnieuw geen andere grond van zekerheid hebben dan
het klakkeloos geloof in wie over zichzelf beweren god te zijn.
Mensen hebben het er blijkbaar moeilijk mee om op de werkelijkheid
geen vat te kunnen krijgen: zij houden vast aan hun verzinsels
waarmee zij dan liever samen vergaan, wat zich vertaalt in eindeloos
oorlog voeren.
Maar ook het
'ongeloof' biedt geen soelaas daar het alras zijn toevlucht zoekt in
een specifieke, rusteloze activiteit, gedreven door andermaal toch
alweer een geloof, namelijk de hoop ooit de algehele waarheid te
zullen kennen: het is de hoogdravende eigenwaan in de opdringerige
verkapping van de zogenaamde 'wetenschap'. De wetenschap, is zij niet
een zotheid zoals alle andere maar dan met dat ene verschil dat zij
vandaag de scepter zwaait en derhalve geen enkele vorm van spot
verdraagt? Alvast dient men zich rekenschap te geven van het feit dat
de zich verlicht achtende wereld zich het recht toe-eigent om te
heersen over al wie naar haar vermeende inzichten alsnog in
duisternis verkeren.
Heersen over de
wereld van de leken, dat is het ultieme doel van wetenschappers en
zij verschillen hierin niet van de kerkvorsten van weleer, nu het ook
duidelijk geworden is dat de wetenschap de nieuwe religie is
geworden. Niemand zal het in zijn hoofd halen om iets in te brengen
tegen techniek en kunde maar wetenschap, dat zijn wetenschappelijke
theorieën en in de eerste plaats: theorieën. En wetenschappelijke
theorieën zijn in hetzelfde bedje ziek als de rest van de retorica,
anders genoemd: de leugenaarskunst. Het is het verhaal van de kar die
voor het paard gespannen wordt, of ook nog: een variant op de
middeldoelomkering. Een actueel voorbeeld haalde vandaag nog de
kranten.
Onze
minister van justitie verklaarde immers: "Terroristen
beroepen zich op omvolkingstheorie om slachtoffers te maken."1
Hiermee heeft de minister uiteraard andermaal het warm water
uitgevonden, wat echter niet wegneemt dat die waarheid onverminderd
geldt in de wereld van de politiek. Extreemrechts representeert een
helaas almaar groeiende schare van gefrustreerde kiezers die hun
gevoelens van wraak willen koelen op zondebokken en daartoe behoeven
zij uiteraard vooreerst een theorie die dit als noodzakelijk
voorstelt en die dan bepaalt wie de zondebokken dan wel zullen wezen.
Hitler
had zijn rassentheorie om volop en ongestraft te kunnen moorden: het
botvieren van de moordlust was het eigenlijke doel dat
bedrieglijkerwijze werd voorgesteld als een noodzakelijk kwaad,
terwijl de rassentheorie alleen maar het voorwendsel daartoe was. Het
verdrijven van migranten die hierheen gehaald werden om het vuile
werk op te knappen in de mijnen alsook op alle andere plekken waar
slavernij van pas komt, wordt als noodzakelijk voorgesteld met een
'omvolkingstheorie', te gek om los te lopen. En ook wetenschappelijke
theorieën dienen om praktijken te verantwoorden die bijvoorbeeld
gericht zijn op het rendement van de volksgezondheid maar ook op dat
van allerlei bedrijven in de marge, zoals de pillenindustrie, de
klinieken en nog andere zorginstellingen voor bijvoorbeeld senioren.
Iedereen weet intussen dat die laatst genoemde echte industrieën
zijn geworden die samen met de uitvaartbedrijven en nog andere
multinationals gigantische winsten boeken en zij doen dat steeds ten
koste van
wat zij voorwenden na te streven. Cliëntelisme is zelfs in het
onderwijs het nieuwe normaal geworden waar directies in besloten
vergaderingen de leerkrachten van de school bezweren om de leerlingen
vooral geen slechte punten te geven of te doen werken omdat zij dan
zouden overlopen naar andere scholen terwijl elke leerling
anderhalf lesuur waard is.
De
kar wordt voor het paard gespannen: de theorie die zogezegd de daden
moet verantwoorden, komt achteraf. De jager wil niets anders doen dan
hazen schieten want dat vindt hij leuk maar hij verantwoordt zich met
het verhaal dat hij moet eten of dat het bosbestand op orde moet
gehouden worden. Een nog jonge wet inzake patiëntenrechten werd
gestemd om te verhinderen dat medische bedrijven, die immers moeten
renderen, therapieën gaan uitvoeren boven het hoofd van de patiënt
- dat motief staat ook letterlijk in die wet vermeld.
Vooral
de kapitalistische economie zorgt ervoor dat het middel met het doel
verwisseld wordt en dat mensen op den duur ziek worden verklaard of
zelfs ziek worden gemaakt om het medisch bedrijf uit het slop te
halen, zoals dat reeds het geval is met een hele reeks
nepaandoeningen zoals ADHD, zekere vormen van hoge bloeddruk en
allerlei stofwisselingsziekten die snel zouden verdwijnen indien
alleen maar de vraatzucht kon worden ingedijkt.
Bijzonder
zorgwekkend is het contrast tussen enerzijds de 'medische' brieven
die met de regelmaat van de klok gericht worden aan alle ouderen,
naar eigen zeggen uit bezorgdheid voor de gezondheid, met
uitnodigingen tot gratis preventief kankeronderzoek en anderzijds de
straffeloosheid inzake de consumptie van alcohol, tabak en vele
andere drugs en de laksheid van de overheid inzake investeringen in
verkeersveiligheid en andere sectoren die enorme aantallen
onschuldige slachtoffers blijven eisen. De theorieën vormen
telkenmale de excuses om praktijken door te kunnen voeren die
motieven hebben welke niets te maken hebben met de redenen opgegeven
in de theorieën.
Wetenschappelijke
theorieën, zijn zij niet de nieuwe theologieën? Hoe dan ook is het
uit de theologie dat zij ontstaan zijn: de universiteiten ontstonden
uit de kloosterscholen, de theologie geldt als de moeder van alle
wetenschappen en de priesterroepingen verdwenen in gelijke tred met
de opkomst van de medische beroepen. Zijn het dan echt de theorieën
die ineens afgedaan hebben of spelen hier inderdaad de altijd
angstvallig verborgen gehouden motieven waarvoor de theorieën
slechts de voorwendsels zijn? Hoe dan ook lijkt het er op dat de
ingeburgerdheid van de leugen via de middeldoelomkering het
onderscheid tussen wetenschappelijke theorieën en politieke
ideologieën2
zodanig vervaagt dat het ganse mensdom er dreigt aan opgeofferd te
worden, want dat is wat er gebeurt van zodra de kapitalistische
economie haar masker verliest en haar ware gelaat moet tonen: het
afzichtelijke masker van de oorlog.
Rond 1925
deed de westerse economie het relatief goed maar in Engeland nam de
werkloosheid fel toe. Er waren ook problemen veroorzaakt door
de herstelbetalingen van Duitsland dat oorlogsschulden had. De V.S.
die immers niet hadden geleden onder W.O.I en waar de massaproductie
op gang kwam (denk aan de auto's van Henri Ford maar ook aan vele
moderne huishoudtoestellen zoals stofzuigers en strijkijzers),
verstrekten aan Europa enorme leningen.
De welvaart in de V.S. was gestegen maar na het drankverbod van 1920
floreerden plotseling de smokkel, de zwarte markt, de illegaliteit
en met de verachting van de wet ontstond het gangsterdom.
Het fortuin van moordenaar en
belastingontduiker Al Capone was
wellicht vergelijkbaar met dat van de huidige miljardairs zoals Bill
Gates en Elon Musk.
Steeds meer mensen
begonnen nu op de beurs te spelen en er
ontstond een speculatie-luchtbel, totdat
op 29 oktober 1929 de beurs in NY crashte:
de waarden werden gehalveerd en het verlies
bedroeg 50 miljard dollar. Tot de gevolgen behoorden
investeringsangst, faillissementen van banken
en fabrieken, een
halvering van de wereldhandel, devaluatie van de munt, massale
werkloosheid en navenante ellende.
Maar in 1932 werd de wilskrachtige Roosevelt president die met zijn
'New Deal' de economie herstelde.
Intussen
droomde in een eveneens slabakkend Europa
de gefrustreerde en op wraak beluste, pangermaanse nationalist,
joden- en marxistenhater Adolf Hitler over de oprichting van een
nationale massapartij van opgehitst
Duits bloed met een racistisch en
sociaal programma als lokaas en op de agenda de weigering van de
herstelbetalingen en ruimte voor Duitse expansie.
In 1923 telde de NSDAP 15.000 leden, de inflatie
bracht economische chaos, Hitler plande
een staatsgreep, organiseerde een
opstand, een mars met een paar duizend
gewapende mannen. De opstand werd neergeslagen, Hitler kreeg
gevangenisstraf en hij begon te schrijven aan Mein Kampf.
De crisis
van de jaren dertig telde 17 miljoen steuntrekkers
en herstelde de kansen voor de demagogie.
Toenemende ontevredenheid ingevolge het
noodverordeningsregime van de regering
Müller dat bezuinigingen doorvoerde en
belastingverhoging deed het nazisme
doorbreken. De nazi's waren reeds baas op
straat, industriëlen begonnen Hitler te steunen en in 1932
behaalde hij meer dan een derde van de stemmen. Hij vestigde een
dictatuur, ruimde al zijn rivalen en op
30 januari 1933 leidde hij een regering die alras middels de SA en de
SS haar politieke tegenstanders
ging terroriseren.
Het
propaganda-apparaat joeg angst aan en
straatgevechten deden denken aan een
burgeroorlog. Een brandstichting door
een vermoedelijke psychopaat werd het voorwendsel
voor het doorvoeren van verordeningen die alle garanties
voor rechtszekerheid en politieke vrijheid buiten werking
stelden en de regering handelde voortaan naar willekeur.
Repressie
en terreur maakten dat de nazi's 44 percent van de stemmen haalden,
de meerderheid. Een wet die Hitler dictatoriale
macht gaf werd goedgekeurd en de nazi's kregen het ganse
Duitse volk in de tang met propaganda,
terreur en bovendien martelingen door de
Gestapo en het afvoeren van tegenstanders en
ongewenste bevolkingsgroepen, vooral Joden, de zondebokken
bij uitstek, maar ook politieke rivalen en
journalisten, naar concentratiekampen.
Tijdens de oorlog werd dan overgegaan naar uitroeiing
en wel op industriële schaal.
(J.B.,
21 januari 2024)
20-01-2024
Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
Faites votre jeu, messieurs! (karikatuur uit 1904)
19-01-2024
Vreselijk lot
Vreselijk
lot
'Oorlog' betekent
'vreselijk lot'. Net geen tachtig jaar na het beslechten van de
Tweede Wereldoorlog treedt vandaag opnieuw de mobilisatie ten tonele:
militairen worden opgeroepen, het leger wordt in gereedheid gebracht,
strategische plekken worden vrijgemaakt en alles wat van nut kan
zijn, wordt aangeslagen: de overgang van vrede naar oorlog is een
feit. De Noord-Atlantische VerdragsOrganisatie, die de landen van
Noord-Amerika en Europa verenigt, kondigt aan dat binnen welgeteld
een maand negentigduizend Amerikaanse soldaten Europa zullen aandoen
om hier grote manoeuvres te gaan houden onder het voorwendsel de
Russen te ontraden om verder door te stoten met hun aanval op het
Westen.
De aankondiging van
deze beslissing is niet toevallig gevallen tijdens de vergadering in
Davos van het Wereld Economisch Forum, dat een club vertegenwoordigt
van de allerrijkste wereldburgers die geen enkel mandaat hebben, die
de democratie aan hun laars lappen en die helemaal eigenhandig
bepalen waaraan de thans voorradige kapitalen besteed zullen worden,
wat wil zeggen dat zij gaan dicteren wat er te gebeuren staat, wel te
verstaan: met ons. Krieg und Leichen, die letzste Höffnung der
Reichen!
Deze waarheid van
John Heartfield in het vizier gehouden, ondergaan wij heden
letterlijk wat de titel van zijn collage uit 1932 uitdrukt: het volk
wordt onder de voet gelopen door de bloedhond met de hoge hoed en de
medaille die zijn passen maakt over de lijken op het slagveld. Men
kan over de nazi-concentratiekampen zeggen dat zij een oorlogsfront
waren waar de massa werd vernietigd maar in de huidige constellatie
moet men de uitdrukking omkeren en inzien dat het front in wezen het
klassieke concentratiekamp is waar het volk (door de 'elite') zal
worden omgebracht.
De aankondiging van
de bevelhebber van de westerse strijdkrachten vangt aan met de
waarschuwing tegen eventueel pacifisme, want dat betekent de
herinnering aan het feit dat wij leven in democratieën die hun
bestaan te danken hebben aan de bereidheid om te vechten voor hun
voortbestaan, wat wil zeggen: aan de oorlog. In tegenstelling tot wat
men kon vermoeden, is de democratie met andere woorden geen
resultante van open dialoog, van verstandelijk overleg of van
rationaliteit: omdat vrijheid pas kan bestaan bij de gratie van haar
verdediging, is de democratie niets anders dan een vrucht van de
oorlog. Dit is althans wat de krijgsheren ons vandaag voorzeggen.
De beslissing tot
oorlogsvoering wordt aldus nimmer door het volk genomen: een club van
door niemand verkozen en in tegendeel door iedereen verwenste
potentaten (zij vormen 1 percent van de bevolking en bezitten 99
percent van de rijkdommen op aarde) heeft ons 'verschrikkelijk lot'
bezegeld. Het concentratiekamp waar wij allen zullen worden
omgebracht, wordt voorgesteld als een front waaraan wij onze plicht
moeten gaan vervullen, die erin bestaat onze vrijheid te verdedigen.
Wij zijn het zogezegd verplicht aan onze voorouders die met de prijs
van hun leven betaald hebben voor onze vrijheid en vandaag is het
onze beurt want het ogenblik is gekomen waarop een nieuwe storting
dient te gebeuren en uiteraard begrijpt iedereen dat wanbetalers niet
zullen worden geduld.
Wat aan de mensen
wordt voorgehouden aan deze kant van de frontlijn, wordt hen ook
voorgehouden aan de andere kant: ook aan de Russen wordt gezegd dat
zij het aan hun voorouders verplicht zijn om met hun leven hun
vaderland te gaan verdedigen aan het front. En aan de beide kanten
van het front slikt het volk de leugen van de potentaten die zich
dezer dagen te buiten gaan aan de executie van machts- en andere
wellusten in het gat van de EU dat Zwitserland is, met zijn banken
waar tot voor kort het goud der opgestookte joden achtergehouden werd
en waar jaarlijks een half biljard dollar aan drugsgeld witgewassen
wordt. En wie zei ook weer dat de verslaafden aan drugs en andere
medicamenten de slachtoffers zijn op het altaar van het gouden kalf
in 'vredestijd'?
(J.B.,
19 januari 2024)
17-01-2024
De toekomst wordt gewis nog zwarter
De
toekomst wordt gewis nog zwarter
Het
gouden kalf heeft zijn tent opgeslagen uitgerekend in het gat van de
EU waarover sociologieprofessor in Genève en Parijs en gewezen
VN-functionaris voor de mensenrechten Jean Ziegler in 1990 een boek
schrijft onder de titel: La
Suisse lave plus blanc.1
Deze
wasmachine wast meer bepaald jaarlijks 300 à 500 miljard dollar aan
drugsgeld wit. De maffia dicteert de wet die ervoor zorgt dat ten
koste van talloze mensenlevens winzucht op legale wijze en voortaan
ongeremd haar gang kan gaan.
Op
het Wereld Economisch Forum in Davos paraderen onze vorst en onze
premier samen met de oprichter van het WEF en tevens de uitvinder van
'the Great Reset', Klaus Schwab, en multimiljardair Bill Gates.
Bovenaan
op de agenda en genoemd als 's werelds grootste gevaar vandaag staat
'desinformatie'. Uiteraard is desinformatie voor de rijken niets
anders dan wat degenen vertellen op wiens kap zij teren en dat is de
waarheid. Maar de rijken bezitten tevens de media en haar
instrumenten, zoals het internet. Bill Gates doet er dan ook alles
aan om het net te voorzien van filters die deze allergrootste
bedreiging tenietdoen.
Tevens
aanwezig op het forum is Zelenski, die 's werelds beleggingen in
oorlogswapens wil aangezwengeld zien. Samen met de drugshandel biedt
de wapenhandel de meest lucratieve investeringsmogelijkheden.
Andermaal
John Heartfield: Krieg und Leichen,
die letzste Höffnung der Reichen.
Gezien de belangen die op het spel staan, zal voortaan de censuur
niets ontziend toeslaan. En reeds worden de verzen bewaarheid van
Heinrich Heine: Wo
man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen.
Jean Ziegler: Pourquoi il faut détruire le capitalisme ?
15-01-2024
Voodoo
Voodoo
Bovenop de toren van
de Paterskerk in Eindhoven staat in de plaats van een kruis een beeld
van het Heilig Hart. Een Heilig Hartbeeld toont een Christusfiguur
met het hart dat als het ware uit de borst naar voren stulpt terwijl
de wijsvinger van een hand van het beeld het orgaan als zodanig
aanwijst, aldus verwijzend naar het kruisbeeld met het met een lans
doorstoken hart. Aan de gevel van de Notre-Dame staat een beeld van
de cefalofoor (wat wil zeggen: de hoofddrager), Dionysius van Parijs,
die wordt afgebeeld met een afgehakt hoofd dat hij in zijn handen
draagt want aldus zou de derde-eeuwse martelaar na zijn onthoofding
op de Montmartre nog een eind weegs gegaan zijn tot in het huidige
Saint-Denis, de plek waar hij wilde begraven worden. De uit het
huidige Turkije afkomstige Sint-Niklaas wordt afgebeeld met aan zijn
voeten een kuip met daarin de drie kinderen die hij volgens een
legende opnieuw tot leven zou hebben gewekt nadat ze door een
herbergier waren vermoord en in de pekel gedaan. In de kroon van het
beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima prijkt de kogel waarmee op 13
mei 1981 op paus Johannes-Paulus II een aanslag werd gepleegd;
volgens de inmiddels heilige paus zou de kogel afgewend zijn van
diens hoofd door toedoen van Maria die immers ook op 13 mei - in 1917
- in Fatima aan drie herderskinderen verscheen.
Waarom werden goden,
heiligen, engelen maar ook voorwerpen en dieren in alle tijden
wereldwijd massaal afgebeeld? Het antwoord op die vraag laat zich
onmiddellijk raden: men kan zich bezwaarlijk richten tot onzichtbaren
of afwezigen en daarom fabriceert men hen een lichaam van hout of van
steen waarvan men gelooft dat zij zich daarin dan incarneren. Op die
manier kan men vervolgens spreken tot de beelden om gunsten te
verkrijgen of allerlei hulp; men kan om voorspoed vragen, men kan
aanbidden en men kan dank betuigen.
Edoch, dit alles
wordt uiteraard pas mogelijk door tovenarij en tovenarij wordt door
de Bijbel verboden. Daarom ook ontketenden in 1566 de calvinisten in
de Lage Landen de beeldenstorm. Daarom verbiedt het jodendom het
uitspreken van de naam van God en wordt bij het lezen van de Thora
met het zilveren vingertje - yad (hand) - over de naam van de
Allerhoogste heen gesprongen. Daarom verbiedt de islam de afbeelding
van god maar ook die van mensen. Men kan aan een beeld waarvan men
gelooft dat het de belichaming van de godheid is, om gunsten vragen
maar tot die gunsten behoort bijvoorbeeld ook de oorlogszege, en dus
de dood van de vijand. Het gebed tot een beeld is derhalve niet zo
onschuldig als het lijkt, het beeld kan meer bepaald ook als
moordwapen worden ingezet.
Voodoo is een
religie die het beste bewaard werd op Saint-Domingue (het huidige
Haïti) waar vele Afrikaanse slaven werden heen gebracht gedurende de
eeuwen waarin het Afrikaanse continent werd leeggeroofd van
arbeidskrachten die in Europese kolonies op het Amerikaanse continent
in de plantages werden uitgebuit en er crepeerden. Voodoo zou een
verschrijving zijn van 'vous-deux' waarbij onduidelijk is waar dit op
slaat: goed en kwaad, god en mens of misschien ook wel: de afbeelding
(de pop) en degene die ze representeert. Middels zekere rituelen
wordt de pop bezeten van een geest en zo kan een afwezige middels de
pop aanwezig worden gemaakt. Aan de afwezige kunnen offers worden
gebracht maar hij of zij kan ook gefolterd worden of zelfs gedood.
Volgens bepaalde vorsers in de psychologie zou die praktijk ook
werken van zodra er geloof aan gehecht wordt door vooral het
slachtoffer: het volstaat dikwijls dat mensen weten dat anderen hen
kwaad willen doen, opdat zij het op de een of andere manier ook
daadwerkelijk zouden ondergaan.
Onwetendheid is een
van de meest te schuwen kwalen, ook al omdat wat niet gezien, gehoord
of gekend wordt, niet zomaar onbestaande is doch nieuwe vormen
aanneemt. Het Charles Bonnetsyndroom is een oogziekte die wordt
gekenmerkt door visuele hallucinaties doordat het netvlies blinde
vlekken heeft die dan door de hersenen worden opgevuld met
fantasiebeelden. Het gaat niet om een zieke geest die waanbeelden
heeft maar wel om een oogletsel waarbij blinde vlekken door gezonde
hersenen spontaan worden opgevuld met zelfgemaakte beelden (waarvan
dan onbewust verondersteld wordt dat zij wellicht de werkelijkheid
benaderen). Men ziet dan dingen die er niet zijn en wellicht vindt
ook het horen van stemmen die er niet zijn een analoge verklaring.
Het hebben van gedachten is heel duidelijk een bewust fabricaat van
misschien of helemaal niet bestaande dingen op het 'toneel' van de
geest, waarbij wie ze verzinnen dus ook goed weten dat ze niet echt
zijn. Men kan er wel geloof aan hechten in meer of mindere mate en de
sterkte van dat geloof kan ook beïnvloed worden door derden middels
insinuaties, verhalen, theorieën, zinnebeelden en nog vele ander
vormen van tovenarij. Teksten met gaten worden prompt opgevuld,
welhaast naar believen van de lezer. Verklaringen allerhande
vervolledigen zogenaamde feiten welke op hun beurt berusten op
getuigenissen van soms heel lang geleden en van dubieuze en vaak
helemaal onbestaande figuren. Gaten in de werkelijkheid die sowieso
reeds één groot gat is, worden opgevuld met het plaveisel van
dromen, angsten en verlangens, hoop, vermoedens en gezegsels, over
welke Stijn Streuvels schrijft in Zonnetij: W'en
verstaan malkaars gezegsels niet meer.1
Ons weten is op die manier onwetendheid, de zo hoogdravende
wetenschap, de religie van de nieuwe tijd, is toverij.
Tovenarij is in dit
verband het tevoorschijn brengen van wat er niet is maar wel zou
kunnen zijn: de belastingbetaler betaalt keurig zijn schulden aan de
staat omdat de belastingencontroleur zou kunnen komen maar of hij
effectief komt, weet de brave burger niet en zijn onwetendheid maakt
dat de macht van de tovenaar zich uitbreidt buiten zijn fysieke
aanwezigheid. Maar met het in de plaats komen van de
waarschijnlijkheid, daar waar ooit de waarheid zijn stek had, neemt
de praktijk van de tovenarij de ooit zo klaar en duidelijke wereld
van weleer in en op den duur wordt wat wij voor waar hielden zodanig
bedroomd met angsten en verlangens en nog duizend andere gezonde maar
ook zieke zieleroerselen dat van een onderscheid tussen realiteit en
fictie niet langer sprake kan zijn.
De voodoo-pop
verbeeldt niet alleen een afwezige maar wordt daaraan ook gelijk
zoals de geest gelijk wordt aan het lichaam en het woord aan zijn
betekenis. Als wij spreken zijn we ons er helemaal niet langer van
bewust dat het de taal is die haar gang gaat via toevalligerwijze
onze monden die haar instrumenten zijn. De taal die spreekt met onze
vele tongen precies zoals het vuur dat brandt met vele vlammen, de
theorieën die zichzelf volgens de autonoom geworden wetten van de
logica, de retorica of de rede los van ons ontwikkelen, de
wetenschappen over wiens resultaten wij geen zeg meer hebben en de
politiek die zich ontvouwt volgens een plan waar geen mens met zijn
verstand nog in de buurt kan komen. Zoals water glipt het ons
allemaal door de vingers, ontsnapt de werkelijkheid aan ons begrip,
worden wij poppen van louter stro bespeeld door tovenaars die er hun
ding mee doen.
Dat iets of iemand
'aanzien' heeft, betekent dat het ding of de persoon bekeken kan
worden, waaronder dan verstaan wordt: 'zonder afkeuring'. Edoch, als
het een persoon betreft, heeft die afkeuring niet per se te maken met
het adeldom van de betrokkene, ze kan ook slaan op zijn of haar
macht. Wie genoeg macht hebben, hoeven immers geen afkeuring te
vrezen omdat hun machtspositie sowieso respect afdwingt en wie
gevoeliger zijn voor recht dan voor macht, worden door machthebbers
vaak genadeloos afgemaakt omdat ze weigeren om te buigen voor het in
deze cultuur van de mammon heilige huisje van het privaatbezit dat
bijvoorbeeld toestaat dat wie geld hebben voor twee broden, het brood
opkopen van de armlastige hongerige dat ze dan gebeurlijk ook nog
geheel straffeloos kunnen weggooien. Dat laatste gebeurt overigens
dagelijks, bijvoorbeeld telkens waar intrinsiek waardevolle zaken
vernietigd worden om de marktprijs de hoogte in te jagen. Het
probleem van schaarste aan bijvoorbeeld voedsel wordt dan
ondergeschikt gemaakt aan het probleem van de winstmaximalisatie, wat
betekent dat winst wordt gemaakt ten koste van honger: de economie is
belangrijker geworden dan de mens, zijn werktuigen overheersen de
mens.
In humane
samenlevingen dwingen mensen respect af wanneer zij tot
medemenselijkheid in staat zijn en zij worden verfoeid van zodra zij
weigeren om met hun medeburgers rekening te houden: sociaal zijn
staat gelijk aan empathisch zijn en betrokken op het algemeen
welzijn. In de huidige westerse maatschappijen daarentegen wordt
respect afgedwongen middels louter macht: iemand heeft aanzien als de
auto waarin hij rijdt, de villa die hij bewoont of de kringen waarin
hij vertoeft, van macht getuigen of van geldbezit. Het respect dat
hij afdwingt, dwingt hij letterlijk af omdat hij een bedreiging vormt
voor al wie minder macht hebben dan hij; de rechtsstaat verbiedt hem
weliswaar om te moorden maar iedereen weet dat aan wie in ongenade
vallen bij de machthebbers, de toegang tot de wereld wordt
bemoeilijkt zo niet geheel verhinderd. En dit terwijl in onze
westerse maatschappijen het leven geheel door de wereld gechanteerd
wordt, zoals bij uitstek het probleem van de sans-papiers dat
illustreert.
Edoch, is het geen
enge gedachte dat een mens zijn aanzien moet ontlenen aan de vrees
die anderen voor hem moeten koesteren? Kan een mens die mens wil
blijven nog wel op aanzien azen wanneer hij weet dat hij dit pas
verkrijgt wanneer en in de mate dat hij voor degenen van wie hij
respect verlangt, een afschrikking betekent? En volgt daar niet uit
dat wie van goede wil zijn in de christelijke of in de humane
betekenis van het woord, door deze perverse gang van zaken
onvermijdelijk zullen getypeerd worden als 'niet bedreigend' of
'onschadelijk' en in één adem ook als 'zonder aanzien'?
De oorzaken van de
oorlogen die woeden in het verlengde van een concurrentiële,
kapitalistische economie moeten niet verder gezocht worden dan in de
genoemde feiten.
(J.B.,
14 januari 2024)
12-01-2024
Struisvogelpolitiek
Struisvogelpolitiek
Hebben
wij, mensen, nood aan goden aan wie wij ons dan kunnen opofferen?
Neen: de nood aan goden ontstaat pas in noodsituaties. Wel is het zo
dat het bestaan sowieso niet zonder een existentiële noodsituatie
gedacht kan worden: de confrontatie met het niet weg te werken lijden
en met de dood die alle mooie plannen, beloften en
geloofsovertuigingen ten spijt, het fatale eindpunt is en blijft van
alle leven zonder ooit ook maar enige uitzondering en zonder
zichtbaar teken dat dit ooit zal veranderen, voedt weliswaar de hoop
dat een redder er zal voor zorgen dat het allemaal anders is of wordt
dan zoals wij het ervaren. Maar de hoop is een wens en geen wil omdat
de wil pas kan bestaan waar ook de mogelijkheden aanwezig zijn om hem
middels daden ten uitvoer te brengen. En de utopie van de realisatie
van een eeuwig leven dat bovendien gevrijwaard blijft van leed mag
dan wel de motor zijn van onverdroten menselijke inspanningen: wij
worden geconfronteerd met de dystopie van een hel die de
contraproductiviteit van alle menselijk streven aan de kaak stelt.
Het is waar dat er zoiets als vooruitgang bestaat maar het is even
waar dat die vooruitgang zich beperkt tot het louter technische,
zelfs en vooral waar het de moraliteit betreft, terwijl die
technische vooruitgang lijkt betaald te worden met de ziel van het
morele. De vorm wordt complexer, de kwantiteit neemt toe en er worden
hogere toppen gescheerd maar de complexiteit blijkt een ideale
voedingsbodem voor het bedrog, het oplopen van de hoeveelheden gaat
gepaard met een teruglopende kwaliteit en ondanks zekere prestigieuze
verwezenlijkingen moeten wij steeds vaker opkijken tegen catastrofale
ontwikkelingen en algehele ontmenselijking. De groei is leuk maar
noodzakelijk eindig en daarom brengt hij hoe dan ook de aftakeling
mee. Bezit, consumptie en genot worden vanzelfsprekend
gemaximaliseerd maar dat gebeurt nimmer zonder dat ook de
hoeveelheden niet meer weg te werken afval toenemen die steeds minder
leefbare ruimte overlaten. Het is een verborgen tragiek dat mensen
wanneer zij opgroeien, gedurende de opvoeding en de scholing, in
feite een wereld voorgespiegeld krijgen die steunt op het
vooruitgangsgeloof of zelfs op het geloof in een eeuwig leven,
waarbij zowel zijzelf als de wereld als zodanig als vanzelfsprekend
bezig zijn aan een klim die uitmondt in de extase van een voltooiing,
al wordt het ook nooit echt duidelijk wat die finale (die geen einde
kennen zou) dan wel mag inhouden, terwijl opvoeders er zo makkelijk
mee weg komen het volledige levensbeeld als het ware halverwege
doormidden te hakken en aldus de eigenlijke waarheid van de finale,
die alleen maar een neergang en een fatale ondergang kan zijn die
slechts kan uitmonden in de dood, zomaar te verzwijgen.
Aan
een neergang is de wereld momenteel toe en zoals altijd wordt die
neergang getekend door een dictatuur die zich zoals altijd opricht in
zijn theatrale dwaasheid. Een dictatuur, een fascisme of zelfs een
totalitair systeem in al zijn rampzaligheid. Men kan er heel lang
over nadenken hoe verstandige en bekwame lieden het dan verdragen
kunnen dat quasi alle machtsposities in geen tijd worden bezet door
populisten, praatjesmakers, opportunisten, megalomanen en criminelen
van alle allooi maar een antwoord op deze verstomming blijkt heel
moeilijk te formuleren. Uiteindelijk valt de macht in handen van een
demon die het systeem vertegenwoordigt van de absolute duisternis:
terwijl beschaafde maatschappijen open zijn en transparant en zij
dankzij de viering van het woord, de logos of de rede, het recht doen
spreken inzake het morele maar ook met betrekking tot de waarheid van
de kennis, zodat zij met recht en rede verlicht worden genoemd,
regeert fascisme in duisternissen die worden gefabriceerd door een
dwingende omerta bekrachtigd met de gruwel van terreur. Het zijn niet
langer rechters die de orde handhaven door het aan het licht brengen
van de gang van zaken onder het toeziend oog van principieel elkeen:
verzwegen wetten welke verondersteld worden onmiddellijk gekend te
zijn, worden opgelegd middels de terreur van een zich verschuilende
bende die immer zonder vorm van proces en ook zonder waarschuwingen
toeslaat om haar heerschappij te vestigen, te handhaven en nog uit te
breiden. De bende heerst door iedereen in de gaten te houden en in de
tang en zij doet dat zonder zelf gezien te worden, precies zoals de
lafaards en de pesters handelen. Zij veroordeelt wie haar niet zinnen
op geheel arbitraire wijze en zij executeert dan ook meteen haar
tegenstanders zoals maffiabendes dat doen: men vindt hun slachtoffers
eender waar omgebracht en zo dienen deze ongelukkigen meteen als
middel tot afschrikking voor wie zich alsnog overgaven aan de
politiek der struisvogels.
Struisvogels,
aldus kon men de huidige westerse bevolking nu wel typeren. De mensen
willen het niet weten dat wat op de televisieschermen afgespeeld
wordt, misschien wel heel strikt moet worden onderscheiden van de
fictie waarmee menigeen zichzelf zo graag verdooft maar ook
vergiftigt. De dood van de oorlog is niet ver meer af, het vuur
breidt uit zoals dat bij natuurbranden het geval is in tijden van
grote droogte en insgelijks blijkt blussen onbegonnen werk omdat vuur
nu eenmaal loopt en uitbreidt want dat is nu eenmaal de natuur van
vuur, zoals het de natuur van water is dat het naar de diepste plek
loopt, feilloos.
(J.B.,
12 januari 2023)
11-01-2024
Over het jodendom (herhaling)
Over
het jodendom
1.
Beknopte historiek
Van
oudsher hebben mensen zich gevestigd in vruchtbare gebieden, in
streken waar water is en zon en zo ligt in de Oudheid, zo'n vier
duizend jaar voor Christus, de wieg der beschavingen in drie
stroomgebieden in het Midden-Oosten, de Levant of het land van de
opgaande zon. Op de plek waar de
delta van de Nijl gelegen is, situeert zich het oude Egypte. De
Harappa of de Indusbeschaving ontwikkelde zich rond de Indus met zijn
vele bijrivieren. En in het zogenaamde land van melk en
honing, het tweestromenland of Mesopatamië waar de Tigris
en de Eufraat lopen, was er de beschaving van Sumer of de Sumerische
beschaving, de plek vanwaar de Joden stammen.
Volgens
de Bijbelse ontstaansgeschiedenis van het jodendom schiep God Adam en
Eva en zij hadden naast Kaïn en Abel nog een derde zoon, Set
genaamd, die de vader werd van Methusalem, wiens zoon Lamech was en
diens zoon was Noach. Naast Cham en Jafet was ook Sem een zoon van
Noach - Sem zou zijn naam gegeven hebben aan de Semieten, zoals de
Joden ook worden genoemd (ofschoon een andere uitleg aangeeft dat het
Semitisch alleen maar naar een taalgroep verwijst). Sem was een
voorvader van Abraham, de gemeenschappelijke stamvader van Arabieren
en Joden.
De
Joden kennen een lange, bloedige voorgeschiedenis van machtsstrijd om
de troonsopvolging, te beginnen bij het Verenigd Koninkrijk Israël
of het Twaalfstammenrijk dat gesticht werd door Saul in Kanaän in
1030 voor Christus. De zoon van Saul, Isboset, verloor de troon aan
een hofdienaar uit de stam Juda, die koning David werd. Diens zoon
werd koning Salomo die het Tienstammenrijk regeerde. Uit de overige
twee stammen, die van Juda en Benjamin, ontstond het koninkrijk Juda.
Tussen
79 en 94 na Christus schreef Flavius Josephus in het Grieks de
volgens hemzelf complete Joodse Geschiedenis (Ioudaïkè
Arkhailogia ofAntiquitates
Judaicae).
De oorlogszuchtige Joden zouden rond Palestina geleefd hebben tussen
tussen
536 voor en 73 na Christus en in Judaea (toentertijd een Romeinse
provincie) vanaf 44 na Christus. Over de jaren daarna (van 66 tot 73)
vertelt Flavius Josephus in een ander werk, getiteld: De
Joodse oorlog tegen de Romeinen.1Dat
werk handelt over de verwoesting van Jeruzalem en van de tempel.
Vooraleer
zij tempels bouwden, kwamen de Joden onder Gods hoede samen in een
verplaatsbare ontmoetingstent, de tabernakel, gebouwd rond een
heilige kist, de Ark van het Verbond, waarin de twee stenen platen
met daarop de tien geboden, door Mozes van Jahweh zelf ontvangen op
de Sinaï tijdens de uittocht der Joden uit Egypte, bewaard werden.
Op die uittocht en gedurende hun oorlogen droegen de Joden Jahweh met
zich mee (als een licht dat boven de ark zweefde) om die desnoods
naar het front te sturen in de hoop aldus te zullen overwinnen.
Edoch, de Filistijnen maakten de ark buit en ofschoon aangenomen werd
dat de ark nadien in de tempel werd bewaard, is het onduidelijk wat
er verder mee gebeurde.
De
eerste tempel werd gebouwd door koning Salomo tussen 1000 en 900 voor
Christus en hij werd verwoest door de Babylonische koning
Nebucadonozor II in 586 voor Christus. De tweede tempel, de tempel
van Herodes, werd gebouwd in 515 voor Christus door de stadhouder van
Jehud, Zerubbabel; hij werd pas in 64 na Christus voltooid en amper
zes jaar later, in 70 na Christus, verwoest door de Romeinse keizer
Titus - een overblijfsel daarvan is de Westmuur of de Klaagmuur.
De
eredienst werd voortaan in de synagogen gehouden en men gelooft dat
de resten van de tempel zich bevinden onder het tempelplein op de
tempelberg waarop nu twee moskeeën staan: de zevende-eeuwse
Rotskoepel (waar Mohammeds hemelvaart plaatsvond) en de
achtste-eeuwse Al-Aqsamoskee. De tempelberg werd in de oudheid
bovenaan vlak gemaakt om gebruikt te worden als dorsvloer en dorsen
betekent dat het kaf van het koren wordt gescheiden, wat op deze plek
ook zou gebeurden met betrekking tot het mensdom, na het armageddon,
op het einde der tijden.
De
Joden en de Mohammedanen vechten om Jeruzalem, op de dorsvloer die de
tempelberg is, waar aan het begin der tijden het kaf gescheiden werd
van het koren en waar dat aan het einde der tijden opnieuw gebeuren
zou met betrekking tot het mensdom. En dat verschrikkelijke bijgeloof
heeft ervoor gezorgd dat die bloedige strijd ook vandaag in alle
hevigheid blijft doorgaan en zelfs nog uitbreiding neemt met slechts
het uitzicht op een nieuwe wereldoorlog.
De
Ark van het Verbond slaat op het verbond dat Jahweh via Mozes sloot
met zijn volk dat onder de goddelijke gratie zou vallen mits het de
wet van Mozes zou naleven - nadat het ten tijde van Noach gestraft
werd met een zondvloed die, als wij de klimatologen mogen geloven,
heel binnenkort aan een heruitgave toe is. Edoch, een herhaling van
die ramp zou in tegenspraak zijn met de belofte dat dit nooit meer
zou gebeuren in het zog van de goddelijke vergeving ten teken waarvan
toentertijd aan de hemel voor het eerst een regenboog verscheen,
vandaag symbool van de verdraagzaamheid jegens de verscheidenheid
onder de mensen.
Dat
dit alles beslist louter bijgeloof is, kan blijken uit het feit dat
dergelijke verzinsels in geen geval kunnen stroken met de
werkelijkheid maar het geloof is hardleers en om bijvoorbeeld te
kunnen verklaren waar Adams zonen hun vrouwen vandaan haalden, (men
kan het niet gekker bedenken), ontwikkelde men de theorie van de
preadamieten, de mensen die geleefd moeten
hebben voor Adam - hun bestaan moet immers verklaren hoe de zonen van
de eerste mensen aan hun vrouwen kwamen.2
Zo ook waren de hemelvaart van de Heer en die van zijn (immers
onbevlekt ontvangen) moeder verklaringen waarom niemand op aarde deze
onsterfelijke mensen ooit nog tegen het lijf is gelopen.3
Zoals
oorlogende primitieve stammen hun totem met zich mee droegen om hun
veiligheidsgevoel te garanderen, zo werd met de Ark des Verbonds
gezeuld van strijdperk naar strijdperk omdat men geloofde dat Jahweh
zelf er op zetelde, dat Hij aldus zijn dappere soldaten vergezelde en
bijstond: de Ark garandeerde de zege over de meest gevreesde vijanden
en zij was aldus het geheime en het meest krachtige wapen van het
uitverkoren volk. Vandaag wil men nog altijd de tempelberg innemen en
de verloren geraakte Ark onder het graniet van de rots vandaan halen
maar in feite koestert men een heel ander wapen, diep onder de grond,
in de kelders waar geen mens mag komen - het wapen mede verzonnen
door een man van joodse komaf die luistert naar de naam van Albert
Einstein.
Zoals
men de naam van God niet ijdel mag gebruiken, zo ook zwijgt men in
alle talen over de bom die, eenmaal gelanceerd, er zal voor zorgen
dat de Vierde Wereldoorlog met stenen zal worden uitgevochten, zoals
Einstein zelf het stelde. De geleerde was overigens pacifist,
socialist en antizionist en hij bedankte voor de eer toen hem het
presidentschap van Israël werd aangeboden na de dood van Chaim
Weizmann.
Weizmann,
de eerste Israëlische president, was wel een zionist. Het zionisme
is als ideologie en nationale beweging ontstaan op het einde van de
negentiende eeuw vanuit een heimwee van de Joden naar een thuisland
sinds zij ballingen waren reeds ten tijde van de Babylonische
overheersing: zij wilden zich gaan vestigen waar ooit de stammen van
Juda en Israël leefden, namelijk bij Jahweh zelf, waar koning David
zijn graf heeft, waar het Laatste Avondmaal plaatshad en waar Maria
stierf, namelijk in Jeruzalem op de Tempelberg, ook de berg Sion of
Zion genaamd.
De
Zionistische Wereldorganisatie, gesticht door Theodor Herzl en Max
Nordau, reageerde op het antisemitisme maar werkte het ook in de
hand. Zij wilden een joodse staat oprichten en wat betreft de locatie
dachten zij vooral aan ons
onvergetelijk historisch thuisland Palestina
en aan (het dun bevolkte) Argentinië. Herzl wilde de joodse
huisvesting als een soort kolonie in een vreemd land omzichtig doen
verlopen want
het komt regelmatig voor dat de regering, daartoe geprest door de
zich bedreigd voelende bevolking, een verdere toevloed van joden
verhindert.
Hij wilde het doen onder Europees protectoraat. "De
Joden (...) zullen hun eigen staat krijgen (en)leven
als vrije mensen op onze eigen grond, en vredig sterven in onze eigen
woningen. De wereld zal bevrijd worden door onze vrijheid, verrijkt
worden door onze rijkdom en versterkt worden door grootheid..."4
Met
de 'utopische' roman Altneuland(1902)
maakte Herzl het zionisme aannemelijk ("Wij
zullen er voor Europa een bruggehoofd naar Azië vormen, een bolwerk
van de Beschaving tegen de Barbarij"5)
maar hij zag de autochtone Arabieren over het hoofd: "Men
moet de plaatselijke bevolking geen werk geven" (tenzij:)
"het
droogleggen van moerassen en het uitroeien van slangen".
(Daarna moet men ze) "ongemerkt
over de grens zetten".6
Herzl
kon Chamberlain winnen voor de idee om de joodse staat in Oeganda te
vestigen maar hij overleed in 1904 en op zijn graf in Jeruzalem leest
men: "Wenn
ihr wollt, ist es kein Märchen".
Het jaar daarop viel de keuze op het grondgebied Palestina dat in
twee verdeeld werd. Maar sommige Joden veroordelen Herzl's droom als
een dwarsbomen van Gods plannen met zijn uitverkoren volk.
Na
het einde van W.O.II met de moord op zes miljoen Joden in de
concentratiekampen en de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki op 6 en
9 augustus 1945 met een kwart miljoen doden en nog eens zoveel
slachtoffers ingevolge de stralingsziekte, werd in 1948 Israël
gesticht dat reeds in 1966 beschikte over atoombommen - vandaag zo'n
negentig stuks. momenteel positioneren zich naar aanleiding van de
oorlog een aantal Amerikaanse vaartuigen in het oostelijk deel van de
Middellandse Zee en dat zijn geen vissersboten.7
3. Op weg
naar het 'beloofde' land: utopie en werkelijkheid
Men zou het joodse volk
doorheen de geschiedenis kunnen vergelijken met een thuisloos kind
dat gedoemd is om op straat te leven, rond te zwerven en te leven van
allerlei klusjes her en der waardoor het weliswaar behendig en
zelfredzaam werd en heel wat kennis verzamelde over de vele plekken
waar het geweest is maar tegelijk bleef kampen met een diepe heimwee.
Het werd uiteindelijk door een rechter toegewezen aan een pleeggezin
dat het stiefmoederlijk behandelde, of eerder nog: een placebo-thuis
waarmee het in de clinch ging toen de jaren van volwassenheid het
naar onafhankelijkheid en vrijheid deed verlangen.
Er zijn volkeren die van
nature nomaden zijn en die ook niet liever willen dan rond te
trekken, zoals bijvoorbeeld de Roma, de 'bohemiens' (i.e.: van
Bohemen) die eertijds 'zigeuners' werden genoemd, trekkers van dorp
naar dorp, begaafde muzikanten met huizen op wielen die tot voor kort
als foorkramers onze kermissen opluisterden - nu stilaan overgenomen
door grote bedrijven. Interessant is hier dat het woord 'zigeuner'
verwant blijkt met het Engelse 'gipsy' en het Spaanse 'gitano',
verwijzend naar het woord 'Egyptisch', waaruit etymologen afleiden
dat de Roma wellicht verwant zijn met de (zeshonderdduizend of
volgens de Bijbel twee miljoen) joden die in 1313 voor Christus na
hun Exodus of uittocht uit Egypte (waar ze gedurende vier eeuwen
gevangen waren) veertig jaar lang ronddoolden in de woestijn, op zoek
naar het hun door Jahweh 'beloofde land'. De twee vrouwen met de
witte hoofddoek ('bern' genoemd) links onderaan op het middenpaneel
van 'De hooiwagen' van Jeroen Bosch uit 1515 (die daarmee Jesaja
40:6-7 illustreert) zijn Roma-vrouwen. Links naast de hooiwagen,
achter de hoogmoed symboliserende paus en de keizer te paard, zijn
overigens ook joden afgebeeld met in hun midden de Antichrist:
ofschoon hij vereenzelvigd werd met de Romeinse keizer Nero, die
'zwanger was van een worm', geloofde men dat hij een jood moest zijn.
Samen met de joden werden de Roma die het transport naar Polen misten
waar zij als slaven werden ingezet, door Hitler in concentratiekampen
in Bełżec,
Sobibór en Treblinka uitgemoord. Dat lot deelden allen
die niet beantwoordden aan het racistische ideaalbeeld van een
waanzinnige utopie die aan zes miljoen onschuldige mensen het leven
kostte.
De daadwerkelijke
verwezenlijking van een (politieke, religieuze of nog andersoortige)
utopie blijkt overigens doorheen de hele geschiedenis het recept bij
uitstek voor het welslagen van gigantische catastrofen met in hun zog
onnoemelijk menselijk leed, oorlogen en genocides maar kennelijk kan
de mens het in zijn hoogmoed niet laten om aan de werkelijkheid zoals
zij is, zijn waanzin op te dringen. De katholieke kerk met haar
'heilige' missies die het kolonialisme moesten verkappen en de door
megalomanie gedreven rooftochten in alle continenten, sinds haar
bestaan doorheen de ganse geschiedenis met als voorbeeld uit de eigen
historie de droom van de door grootheidswaan gedreven vorst Leopold
II met een Afrikaans land waarvan hij de bevolking decimeerde om zich
eerst met ivoor en vervolgens met rubber persoonlijk onnoemelijk te
verrijken; de moordenaars van de autochtone bevolking van het
Amerikaanse continent in het zog van Christoffel Columbus; de
fundamentalistische islam met haar zending die de onderwerping wil
van alle mensen...
Plato's Republiek
of ideale staat was een aristocratie - de ganse werkelijkheid was in
zijn opvatting een schaduw van volmaakte (na te volgen)
ideaalbeelden, een onderneming die uiteraard tot mislukking is
gedoemd. Bij Plato gaat het om de verwezenlijking van een
verstandelijk gepland ideaal zoals onder meer het communistische. In
de vierde eeuw beschreef Augustinus' de ideale aardse staat (civitas
terrena) naar het model van de godsstaat
(Civitas Dei).
Thomas Morus' Utopia
uit 1516 is een fantasie van een collectivistisch ideaal land in de
verwezenlijking waarvan hij uiteindelijk zelf niet geloofde. De
utopieën die de revue passeren zijn niet te tellen, de dystopieën
daarentegen verwezenlijken zich kennelijk met een verbluffende
voorspelbaarheid - het best gekende voorbeeld is uiteraard George
Orwells 1984. Maar
we moeten bij het onderwerp blijven: ook Israël is een poging tot
verwezenlijking van een utopie, zoals geformuleerd door Theodor
Herzl, eerst in zijn essay Der Jodenstaat van
1896 en vervolgens in zijn roman Altneuland
van 1902, geschriften die in het licht van de huidige opflakkering
van de Israëlische kwestie enige aandacht verdienen.8
De
ondertitel van Herzls opstel luidt: Versuch
einer modernen Lösung der Judenfrage - in
vertaling: Poging
tot een moderne oplossing voor het jodenprobleem. Het
was ongetwijfeld deze verzuchting die Hitler spottend parafraseerde
met het gebruik van de term 'Endlösung'of
'Finale
oplossing' waarmee
hij niets minder bedoelde dan de 'Vernichtung'of
de 'uitroeiing'van
de joden.
Toen Herzl zijn essay schreef, was de Holocaust nog ver
af maar de joden die toentertijd vooral in tsaristisch Rusland
verbleven, waren (tussen 1881 en 1905) slachtoffer van de zogenaamde
pogroms of een soort van vervolgingen of razzia waarbij bijvoorbeeld
de huizen platgebrand werden, zoals ook gebeurde met de woningen van
de zwarten, meer bepaald om hen te onderwerpen, ten tijde van het
ivoor- en rubberschandaal in de Congo onder Leopold II.
In Rusland (vooral in Oekraïne) stierven duizenden
joden en ook na de Oktoberrevolutie van 1917 werden in de Russische
burgeroorlog honderdduizend joden vermoord door de anticommunisten -
de 'Witten', namelijk de grootgrondbezitters en de adel die hun
privileges niet wilden afstaan, precies zoals dat gebeurde in het
verzet tegen de abolitionisten in de Amerikaanse burgeroorlog van
1861 tot 1865. Berucht is de pogrom van 1905 in Jekaterinoslav
waarbij vele joodse kinderen werden omgebracht. Honderdduizenden
joden emigreerden daarop naar de V.S.
De
geschiedenis staat echter bol van de massamoorden op de joden:
tijdens de Babylonische ballingschap vanaf 597 voor Christus werden
de joden uitgemoord, in 1011 moorden de Moren hen uit in Córdoba, in
1033 en ook in 1276 in Fez in Marokko, in 1066 in Granada alsook
tijdens de Kruistochten, in 1291 in Bagdad, in 1309 in het
Nederlandse Born, tijdens de pestepidemie van 1348-'49 werden zij
vals beschuldigd de pest te verspreiden met navenante vervolgingen in
heel Europa (ook in Brussel), in 1465 werden àlle joden in Fez
vermoord, in 1506 was er in Lissabon een pogrom tegen joden op bevel
van Dominicanen met duizenden doden, in 1679 maakte een pogrom in
Jemen tienduizend doden (de joden werden daar in de woestijn
gedreven), in 1790 in Tétouan in Marokko, in 1819 in Duitsland,
daarna in Odessa door Grieken en Russen, in 1834 in Safed in
Palestina, in 1881-'84 in Rusland, in 1888 in Iran, in 1903 tot 1906
opnieuw in Rusland, onder meer in Odessa waarvan de latere
Israëlische premier Golda Meïr als klein meisje een trauma opliep,
in 1907 in Casablanca in Marokko, in 1910 in Iran, in 1912 in Fez, in
1919 in Catalonië en verder in Oekraïne (1919-1920), Palestina
(1929), Turkije (1934), Duitsland (de Reichskristallnachtvan
1938), de beruchte moordpartij op joden die met metalen staven de
schedel werden ingeslagen in Litouwen (1941), Bagdad (1941), Polen
(1946), talloze pogroms in de Arabische wereld na het uitroepen van
de joodse staat van 1948 tot 1954. De verzuchting van Herzl, het
verlangen naar een thuisland en een veilige haven, is meer dan
begrijpelijk.10
5. Theodor
Herzls zionisme, het Russische antisemitisme en de geschiedenis van
de Protocollen van de wijzen van Sion11
In
West-Europa werden de joden vervolgd en zij vluchtten naar Rusland
waar zij (geregelde vervolgingen ten spijt) thuis waren van in de
vroege middeleeuwen en wel in die mate dat in de elfde en twaalfde
eeuw een wijk van Kiev de joodse stad werd genoemd. Edoch in 1881
werden zij valselijk beschuldigd van de moord op tsaar Alexander II
waarna zij vervolgd werden: hun huizen werden platgebrand, zij werden
vermoord, niet toegelaten tot scholen en hogere beroepen, in 1886 uit
Kiev verbannen, in 1891 uit Moskou verbannen en in 1892 kregen zij
ook nog verbod op verkiezingsdeelname. Toen de communistische
revolutie broedde, gebruikte de geheime politie van de tsaren, de
ochrana, met de bijstand van de Russisch-Orthodoxe kerk, het
antisemitisme als wapen tegen de
revolutionairen die zij ervan beschuldigden een complot te smeden
tegen de christenen en dat trachtten ze te bewijzen middels een
geschrift, de zogenaamde Protocollen van
de wijzen van Sion.
Het gaat om een fictief
verslag van een vergadering in Bazel in 1897 van complotterende
zionisten die het christendom zouden willen vervangen door de joodse
wereldheerschappij.
Het jaar voordien, in
1896 publiceerde de zionist Herzl inderdaad zijn essay Der
Judenstaat en daar omtrent plande hij ook
vergaderingen met gelijkgezinden maar dat handelde helemaal niet over
een joodse wereldheerschappij doch over de zoektocht naar een joods
thuisland teneinde eindelijk komaf te kunnen maken met de (in de
voorgaande aflevering van deze reeks vermelde) lange geschiedenis van
wereldwijde vervolging.
Dat de Protocollen een
vervalsing waren, bleek vrijwel onmiddellijk: iedereen kan nagaan dat
zij een quasi letterlijk plagiaat zijn van een oudere tekst gericht
tegen Napoleon III waarin deze keizer werd vervangen door 'de joden'
en Frankrijk door 'de wereld'. De vervalsing gebeurde door de
ochrana, de geheime politie van de tsaren.
De hocus pocus of hoax
zat, meer in detail, als volgt in elkaar. De oudere tekst waarvan zij
geplagieerd werden, dateert van 1864 en is van de hand van Maurice
Joly (1829-1878). Volgens Umberto Eco is die tekst op zijn beurt een
afschrijfsel van een werk van Eugène Sue (1804-1857) dat tevens
andermaal geplagieerd en aangepast werd, namelijk in 1868 door Herman
Goedsche. Over de authenticiteit van deze ontmaskerende bronnen kan
men overigens alle info vinden op het internet.
Niettemin ging deze
tekst een eigen leven leiden en werd hij wijd en zijd vertaald en
uitgegeven door antisemieten, vooral Islamieten en zo bijvoorbeeld
wordt ernaar verwezen als naar een 'historisch document' in het
handvest van de Palestijnse terreurbeweging Hamas. De Duitse uitgave
van 1922 kwam Hitler en zijn NSDAP goed van pas en vanaf 1967
verspreidden onder meer antisemitische islamitische fundamentalisten
zoals Faëz Ajjaz in Libanon, Syrië en Saoedi-Arabië de tekst om de
Jodenhaat aan te wakkeren. Faëz Ajjaz zou ook banden hebben met
extreemrechts in Vlaanderen, waar in 1941 Lannoo in Tielt de
Protocollen
uitgaf.
De vervalsing wordt
tevens benut in de New Age-beweging door de fantast-evangelist Robin
De Ruiter met onder meer zijn in 2017 verschenen trilogie De
13 satanische bloedlijnen: de oorzaak van veel ellende en kwaad op
aarde, een fantasie over de Illuminati of
de op wereldmacht beluste, complotterende joden en vrijmetselaars,
veelvuldig vertaald in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Turks en
Russisch. Zij worden vaker geïdentificeerd met de bankiersfamilie
Rotschild die Hitler nog zou hebben geholpen met zijn Holocaust. Naar
deze potentaten werd ook verwezen in de zogenaamde complottheorieën
naar aanleiding van de politieke perikelen omtrent de
coronapandemie.12
6. Der
Judenstaat
De oorspronkelijk
titel van Herzls Der Judenstaat luidt: Gericht
aan de familie Rothschild maar de Rothschilds verwierpen
Herzls plan. Het pamflet is een basistekst van het Zionisme en
betreft de stichting van een onafhankelijke joodse staat in de
twintigste eeuw in Palestina waar de joden vandaan komen. Dit vanuit
de noodzaak om aan de joden die dat wensen een thuisland te geven
waar zij in vrijheid en vrede kunnen leven op hun eigen grond in
plaats van in Europese ghetto's, wat niet anders kan in gevolge het
antisemitisme. Maar Herzl voorzag dat het inplanten van een joodse
kolonie weerstand zou oproepen bij de autochtone bevolking van
Palestina en achtte het daarom noodzakelijk om deze onderneming te
laten plaatsgrijpen onder Europees protectoraat teneinde de
soevereiniteit van het joodse volk te kunnen verzekeren. De Engelsen
wilden zich inzetten om de stichting van Israël te steunen, wat
vastgelegd werd in de Balfour Declaration van 1926,
waarin staatssecretaris Arthur Balfour zijn steun betuigt aan Lord
Rothschild van de Brits-Joodse Gemeenschap. Nadat zich in de jaren
dertig al joden waren gaan vestigen in Palestina met inderdaad de
voorziene Arabische revolte van 1936-'39 tot gevolg, moesten de
Britten de verdere instroom van joden afremmen. Na de Tweede
Wereldoorlog, in 1948 volgde de daadwerkelijke stichting van de staat
Israël.13
2
Deze theorie werd
ontwikkeld door Bijbelcriticus en Hugenoot Isaac La Peyrère
(1596-1676) die zich hiervoor baseerde op "Thesaurus
temporum" van
de Franse protestantse humanist Josephus Justus Scaliger
(1540-1609).
3
Dat Onze-Lieve-Vrouw onbevlekt ontvangen is, betekent dat immers zij
niet bevlekt was met de erfzonde die volgens het eerste Bijbelboek
Genesis de mens sterfelijk heeft gemaakt.
9Voor
de oorspronkelijke tekst, zie: THEODOR HERZL, DOCTOR DER RECHTE, DER
JUDENSTAAT. VERSUCH EINER MODERNEN LÖSUNG DER JUDENFRAGE,
LEIPZIG UND WIEN 1896, M. BREITENSTEINS VERLAGSBUCHHANDLUNG, WIEN,
IX., WÄHRINGERSTRASSE 5:
https://de.wikisource.org/wiki/Der_Judenstaat
Toen na het
beëindigen van de Tweede Wereldoorlog bleek dat in de jaren dertig
en dan ook gedurende de oorlog zes miljoen mensen, meestal joden,
door het nazi-regime van Duitsland werden vermoord in
concentratiekampen, stelde men zich de vraag hoe dit had kunnen
gebeuren in een beschaafd, westers land. Velen dachten dat Hitler
gebruik gemaakt had van krankzinnige mensen, meer bepaald van
sadisten, om een slachting van die ernst en omvang mogelijk te maken.
Edoch, nader onderzoek wees quasi onmiddellijk uit dat degenen die de
zogenaamde 'Endlösung' uitvoerden, gewone ambtenaren waren die er
geen kwaad leken in te zien wanneer zij hun job deden zoals dat
vanwege de overheid van hen verwacht werd.
Maar het onbegrip
bleef en kort na de oorlog plande een psycholoog aan de universiteit
van New York dit fenomeen te gaan onderzoeken met een
wetenschappelijk experiment: hij wilde weten of gewone mensen in
staat waren om 'onschuldige' medemensen te folteren en eventueel te
doden op bevel van de overheid. Het experiment heette later het
gehoorzaamheidsexperiment en de onderzoeker was Stanley Millgram.1
De resultaten van dit experiment waren duidelijk: het overgrote deel
van de mensen doet zonder meer wat hun door de autoriteiten wordt
opgedragen, inbegrepen het folteren en in vele gevallen ook het doden
van medemensen. Het experiment werd nadien herhaald in vele variaties
maar de resultaten waren telkenmale eender.
De conclusie luidt
klaar en duidelijk dat gehoorzaamheid aan de autoriteiten en niet een
vermeend sadisme ervoor gezorgd heeft dat gewone burgers de
'ondenkbare' historische wreedheden konden begaan. Maar als inzake
het plegen van genocide de gezagsgetrouwheid doorslaggevend is en
niet het sadisme van de uitvoerders, dan geldt uiteraard evenzeer dat
gehoorzaamheid aan de overheid en niet een vermeend beschavingspeil
de doorslag geeft voor het zich voltrekken van die gruweldaden.
Blinde gehoorzaamheid dus en niét sadisme, niét beschaving, niét
volk, staat of religie.
Met andere woorden
blijkt de gruwel waartoe toentertijd de nazi's in staat bleken, niet
het monopolie van de nazi's of van de Duitsers of van eender welk
volk maar zij voltrekt zich ongeacht waar van zodra de bevelen tot
het plegen van de gruweldaden gegeven worden en de ondergeschikten
daaraan gehoorzamen. De gruwel voltrekt zich dus omwille van het
samengaan van in eerste instantie deze twee factoren, waarvan de
eerste de onmenselijkheid van de leider is en de tweede de
gehoorzaamheid van de ondergeschikten. Nog anders gezegd: bij het
ontbreken van hetzij een wrede dictator, hetzij een gehoorzaam volk,
kan er van genocide helemaal geen sprake zijn. Tegelijk geldt dat
genocide quasi onvermijdelijk is als één van deze twee ingrediënten
ontbreekt.
Een direct gevolg
van die vaststelling is dan dat een eeuw geleden de Duitsers als volk
helemaal niet meer of minder immoreel waren dan de burgers van andere
naties: zij hadden het ongeluk in de tang te zitten van een regime
van een wrede dictator. Anderzijds waren de joden weliswaar massaal
slachtoffer van die moordpartijen en volstrekt onschuldig maar dit
was niet het geval omdat zij joden waren. Andermaal: de nationaliteit
van de betrokkenen blijkt geen rol van doorslaggevende betekenis te
spelen, alleen het samengaan van vooral de twee genoemde factoren
schept bijna de onvermijdelijkheid van de catastrofe.
Wanneer het er
vandaag op lijkt dat de joden van slachtoffers naar daders
geëvolueerd zijn, is opnieuw de aan bod gebrachte denkfout in het
spel. Naast de gehoorzaamheid van een sowieso willoze massa, is de
wreedheid van de betrokken leider bepalend voor het zich voltrekken
van de genocide.
Een ander punt is de
kwestie wat de leider wreed maakt, die alvast in een democratisch
bestel uiteindelijk door het volk verkozen werd. Soms is er sprake
van een dictatuur van de massa en is populisme doorslaggevend,
onbekwaamheid van de leider en nog andere factoren of een combinatie
van deze zaken. De huidige toestand in Gaza herinnert alvast aan wat
Hannah Arendt hier over schrijft alsook de denkers die haar vooraf
gingen en die het massafenomeen hebben bestudeerd. Het doet ook
denken aan Spinoza's woorden die uiteindelijk pleiten voor het
elitarisme en aldus stelt de hele kwestie de democratie in vraag.
Vrijheid en
gelijkheid zijn kostbare verworvenheden maar ook het allerbeste
verwordt uiteindelijk tot het allergruwelijkste als het niet wordt
ingetoomd en op die manier herrijst de wijsheid van de Hellenen, dat
uiteindelijk de gulden middenweg de best mogelijke is. Men moet zich
er in het bijzonder voor hoeden om partijdig te gaan worden en om te
gaan geloven dat de oorlog een strijd zou zijn tussen de goedaardigen
en de boosaardigen: die twee bestaan niet omdat ze verwisselbaar
zijn. Alleen goed en kwaad bestaan en het goede bestaat in de
weigering om te geloven in het bestaan van goedaardigen en
boosaardigen.
Het
brandmerken van een dier of een mens is het aanbrengen met een
gloeiende staaf van een merkteken op de huid van het dier of de mens
met de bedoeling dat het blijvend is en voor iedereen zichtbaar. Zo
kan men een paard brandmerken om het dier te kunnen identificeren als
eigendom van een zekere persoon. Slaven krijgen vaak een brandmerk en
auto's krijgen voor hun registratie een onuitwisbaar nummer in het
staal van het chassis. De identiteitskaart is in feite een brandmerk
dat evenwel niet op iemands huid of aangezicht geplakt wordt maar dan
toch op een afbeelding (een foto) van het aangezicht, waardoor de
persoon geïdentificeerd wordt met een naam, een geboortedatum en
-plaats, een adres, een geslacht, een rijksregisternummer en het
burgerschap van een zeker land. Het doopsel in het katholicisme, dat
volgens de kerkelijke leer een exorcisme is en dat, zoals de
catechismus het zegt, een onuitwisbaar merkteken nalaat in de ziel
van de dopeling, heeft de bedoeling iemand (en dan meestal nog
buiten diens medeweten en wil) te brandmerken als lid van de
katholieke kerk. De schandpaal identificeert publiekelijk en derhalve
eveneens op een onuitwisbare manier een misdadiger met zijn misdaad.
Vaak
mag het volk zijn woede kwijt op de geschandaliseerde die
bijvoorbeeld in het geval van het vergrijp van homoseksualiteit de
aanvallen dikwijls niet overleeft, wat per definitie gebeurt bij
steniging of kruisiging waarbij men aldus voor eeuwig tot zijn
misdaad wordt herleid en vandaag kent men de zogenaamde digitale
schandpaal die kan leiden tot moord of zelfmoord van de
gebrandmerkte.
In
de bovenstaande gevallen is sprake van het brandmerken van individuen
of personen en uiteraard is de impact daarvan onvergelijkbaar veel
groter dan in het geval waar eerder grote groepen of volkeren een
naam opgeplakt krijgen door een enkeling. Correcter uitgedrukt: een
enkeling is helemaal
niet in staatom
een volk te brandmerken en zo hij dit ogenschijnlijk alsnog doet, is
zijn opzet tot mislukken gedoemd, beseft hij dat ook heel goed en kan
zijn uithaal alleen maar gelabeld worden als een vorm van gekscheren.
Zo kunnen de Hollanders er glimlachend hun schouders bij ophalen
wanneer zij er door bijvoorbeeld een cursiefjesschrijver spottend aan
herinnerd worden dat zij gierigaards zijn, al zal men het
voorzichtigheidshalve wel hebben over zuinigheid. Daarentegen: waar
een welbepaald persoon, een enkeling, wordt opgezadeld met het stigma
van vrek en aldus te kijk gezet wordt ten aanschouwe van de hele
wereld, is uiteraard sprake van een misdaad van een heel andere orde.
In
het eerste geval gaat het om een 'aanval' van een enkeling op een
(grote) groep waartegen hij sowieso niet opgewassen is en waarbij die
enkeling eerder als dapper dan als misdadig zal bestempeld worden
terwijl in het laatste geval een hele groep de aanval richt op één
persoon, die daardoor even weerloos wordt als de man aan de
schandpaal. De massa die een enkeling aan de schandpaal ketent,
straalt geen dapperheid uit maar veeleer lafheid.
De
aanval van een enkeling op een groep krijgt echter een wat ander
karakter wanneer die enkeling een politicus is die zich tot een grote
menigte richt, zoals in het geval waar Adolf Hitler het Duitse volk
toespreekt. In huiselijk verband hoeft de politicus dan weer niet
meer zo voorzichtig te zijn als bij de uitoefening van zijn job omdat
hij zich daar helemaal niet richt tot een menigte van burgers maar
eerder tot familieleden, vrienden of collega's van wie overigens
bekend is dat zij om zich te 'ontspannen' al eens grappen over zaken
waar eigenlijk helemaal niet mee te lachen valt, zoals leraren,
zorgverleners of toppolitici doen wanneer zij geconfronteerd worden
met quasi hopeloze gevallen die alsnog remediëring vereisen:
uitspraken in dat verband zijn uiteraard niet gemeend maar vrienden
zullen elkaar nooit pakken op hun woorden en die gevallen zijn
veeleer verwant met zelfspot dan met spot of stigmatisering.
Conner
Rousseau verklapte eerder in een interview dat hij zich opgejaagd
wild voelde en te oordelen naar de situatie waarin hij
gemanoeuvreerd werd en geblokkeerd geraakte, is hij dat
ontegensprekelijk: hij zit in een hoek gejaagd en moet de voor een
politicus bijzonder pijnlijke vernederingen slikken van zowat
iedereen, gaande van zijn 'slachtoffers' (de Roma), wat weliswaar
begrijpelijk is (zolang geen sprake is van 'ziektegewin'), over zijn
collega's (die hem veroordelen, maar dan vooral, zoals destijds
Pilatus die zijn handen in onschuld waste, om zelf buiten schot te
blijven), tot zijn rechters die hem andermaal vernederen met
enerzijds de therapie die zij hem zelf opleggen - de confrontatie met
de genocide van de Roma - en die een beetje doet denken aan de
bestrijding van een mug met een canonbal en anderzijds de
verplichting om in therapie te gaan bij misschien wel een psychiater
waardoor zij hem nillens willens brandmerken als ziek of gestoord. De
associatie van gestoordheid met een van de norm afwijkende
seksualiteit is gauw gemaakt door een publiek dat het nog minder nauw
neemt met de feiten dan de rechters doen.
Waarmee
helemaal niet gezegd is dat het publiekelijk stigmatiseren van mensen
geen misdaad zou zijn maar er is een verschil tussen het bewust en
gepland toespreken van een publiek en het gekscheren onder vrienden
dat publiek gemaakt wordt door met een verborgen camera gewapende
lieden die iemands woorden uit de context rukken en die ze bovendien
tegen diens wil op straat gaan uitbazuinen. Is het dan niet wettelijk
verboden om in een publieke ruimte een mens herkenbaar te
fotograferen en zijn foto dan publiek te maken? En geldt hetzelfde
dan niet met betrekking tot wat iemand in eigen kring en niet voor
het publiek bedoeld, zegt? Een kroeg is uiteraard geen slaapkamer
maar het is nog veel minder een Tv-studio en wat men er ook van zegt:
uitgerekend dat hebben zekere lieden daarvan gemaakt. Het is
overigens duidelijk wie de daders zijn van deze wel bijzonder gemene
en moordende list waarmee ze er alvast in geslaagd blijken om hun
slachtoffer helemaal van streek te maken en het is ook duidelijk wat
hun motivatie zijn mag, in acht genomen het feit dat sinds de opkomst
van de politicus in kwestie bij het volk de overtuiging is gaan leven
dat Conner Rousseau binnen de kortste keren wel eens onze jongste
premier ooit zou kunnen zijn.1
2.
Grove nalatigheden vanwege de rechtsstaat
In Antisemitism
(1948),het eerste deel van haar 'trilogie',
getiteld: The Origins of Totalitarianismuit 19512,
besteedt
Hannah Arendt uitgebreid aandacht aan de zaak Dreyfus. Alfred Dreyfus
was een Frans-joodse legerofficier die in 1894 valselijk beschuldigd
werd van spionage voor de Duitsers en gestraft met degradatie en
deportatie naar het Duivelseiland. Twee jaar later toonde
luitenant-kolonel Picquart aan dat de bewijzen tegen Dreyfus
vervalsingen waren en dat de echte spion een legercommandant was.
Edoch, een antisemitische militaire overheid verwierp Dreyfus zijn
onschuld. Mede onder invloed van J'accusevan Emile Zola
die Dreyfus verdedigde, brak een schandaal uit dat de Fransen
polariseerde. In een nieuw proces werd Dreyfus tot tien jaar
gevangenisstraf veroordeeld en pas in 1906 werd de zaak als een
gerechtelijke dwaling erkend. In 1908 werd nog een aanslag gepleegd
op hem door een antisemiet die door de jury prompt werd
vrijgesproken. Later noemde president Chirac het proces een poging
tot het aanwakkeren van de Jodenhaat.
Joden, Roma en
homoseksuelen zijn de meest in het oog springende voorbeelden van
gehate en derhalve vervolgde en benadeelde minderheidsgroepen.
Minderheden worden sowieso gediscrimineerd maar vanaf het ogenblik
dat een hatende massa haar gelijkgestemde politici in het zadel heeft
gehesen, verschijnt daar ineens ook nog het mandaat
om het leven van de meest kwetsbaren ook met wettelijke middelen
onmogelijk te maken: de massa hijst haar Führer
in het zadel en de reeds middels demonisering ontmenselijkte mensen
worden voortaan door de politie
opgepakt en nu ook fysiek massaal omgebracht in zogenaamde
concentratiekampen.
Het antisemitisme, de
vreemdelingenhaat en de intolerantie tegenover holebi's is nu terug
van 'weggeweest', wat hier uiteraard betekent weg uit de wet
want met semi-legale en legale middelen worden heden opnieuw
campagnes opgestart tegen de aloude zondebokken. Ook in de 'zaak'
Conner Rousseau glipt de wapenstok het toneel naar binnen, hier in de
gedaante van de verborgen camera, de bodycam van een gemeentelijk
politiekorps dat een door het 'gewone volk' op handen gedragen
politicus, uiteraard gevreesd door de gesettelde potentaten, op de
hielen volgt zoals inderdaad gebeurt met opgejaagd wild: zij volgen
hem tot net niet in de slaapkamer om dan te doen waarop het strengste
verbod geldt: in de openbaarheid gooien wat privé is.
Toegegeven, het is niet
helemaal privé wat men in zijn vrije tijd op café vertelt maar
mocht men alle mensen in de nog resterende volkse
communicatiegelegenheden die de kroegen tenslotte zijn, met camera's
op de hielen zitten, dan kon de complete bevolking van dit land in
gedwongen therapie en moesten alle openbare gebouwen herschapen
worden tot Dossin-kazernes. Bovendien kan men niet gaan keuvelen in
de kroeg zonder te consumeren; men kan daar ook water drinken, dat is
waar, op smaak gebracht met chocoladerepen.
Tenslotte is alcohol een
harddrug en dat het goedje alsnog door de wet kan worden toegelaten
op café, is te danken aan een bijkomende wet die mensen alsnog tegen
de drankduivel beschermt door de cafébazen te verplichten om er op
toe te zien dat de klanten niet dronken worden, of tenminste: dat zij
zich niet in die mate bezatten dat zij niet meer weten wat zij doen
want dan vormen zij een gevaar voor zichzelf en ook voor anderen.
Waar de waard zich kennelijk niet kwijt van deze plicht, zijn er
gebeurlijk alsnog agenten van de politie aanwezig om dit vast te
stellen en in het geval van de 'zaak' Conner Rousseau bewijzen zij
middels de opnamen van hun eigen bodycam niet zozeer dat de politicus
zatteklap vertelt maar in de eerste plaats dat zij het in weerwil van
hun plicht hebben nagelaten om een dronken man in bescherming te
nemen tegen het gevaar dat hij voor zichzelf is en mogelijkerwijze
ook voor anderen.
De situatie herinnert
aan de Dreyfus-affaire omdat zij exemplarisch is voor de
hardnekkigheid waarmee een aan de macht zijnde overheid, hiertoe
aangezet door haat, haar ongelijk verdedigt tegen beter weten in.
Niet alleen de gemeentelijke politie is betrokken maar ook het
gerecht, de politici, de media en de ganse bevolking, zelfs bijna in
de mate waarin de hele wereld betrokken werd in de pandemie-affaire
(ironisch genoeg zozeer verdedigd door de mentor van de hier
besproken politicus) welke een hypocriete miljardenfraude verkapt
waarvan het bedrieglijke karakter uiteraard pas binnen vele jaren het
licht zal mogen zien.3
3. Alles
van waarde is weerloos
Achtenzestig
jaar geleden overtrad in een toen nog onvrij werelddeel een zwarte
vrouw de wet en met deze 'misdaad' veranderde zij de wereld: in 1955
pleegde Rosa Parks verzet door de weigering haar zitplaats op de bus
aan een blanke af te staan en aldus herschiep zij mede een
apartheidsstaat tot het Amerika van de gelijke rechten. Toentertijd
schreven velen de authentieke politica een criminele inborst toe maar
binnen de kortste keren werd zij geroemd om het revolterende karakter
dat voor staatslui onontbeerlijk is. Vandaag is daarvan nog heel
weinig te zien: het gros van de politiekers blijken ordinaire
windhanen die zoals Pilatus de voor onze toekomst broodnodige
uitzonderingen op de regel geheel onterecht doch prompt en
gewetenloos veroordelen.
Wie
een tekst schrijft, maakt eerst een kladwerk met potlood en gom en
het papier wordt quasi onleesbaar van de vele doorhalingen en
verbeteringen van taal- en andere fouten. En dat voorbereidend werk
is een privézaak:
een schilder verdraagt geen publiek totdat zijn doek helemaal af is,
een auteur laakt lieden die azen op zijn recept en een chef-kok laat
niet in zijn potten kijken. Hoe omvangrijker en belangrijker de te
leveren prestatie, des te groter de ruimte vereist voor prospecties,
probeersels en proeven. Vaklui schuwen pottenkijkers als de pest maar
in hun blinde na-ijver vallen bemoeials vandaag de laboratoria van de
meest creatieve mensen binnen, gewapend met domme camera's:
veiligheid eerst, zo schreeuwen zij het als helden uit en de meest
elementaire vrijheid, onontbeerlijk voor de scheppende geest, moet
het bekopen; het genie wordt opgeofferd aan de middelmaat, alles
van waarde is weerloos.
Dit
eeuwig kersverse vers van Lucebert betekent vandaag dat de mens wordt
omgebracht op het altaar van het gouden kalf. Straks herstart in het
mondaine Parijs het megacircus van de Olympische Spelen waarbij alle
kinderrechten ten spijt, een onschuldige jeugd andermaal massaal
wordt geofferd aan de vlaggen van de naties: enkelingen schitteren op
het schavot in de muziek der sferen waartoe hun volkslied door de
gelegenheid wordt verheven maar een meerderheid belandt in diepe
depressies, gegraven door een veeleisende doch inerte massa.
Kind-atleten moeten de eerzucht van hun presidenten bevredigen en de
economische belangen van hun natie -
brood en spelen
- zoals kindsoldaten, naar het front gedreven onder een bangelijk
getrompetter en het vervloekte nationalisme van een slappe vlag. Een
moedige doch veel te vroeg uit de zandbak weggerukte en tot krijgers
herleide jeugd betekent dwangarbeid voor kinderen en doet denken de
slachtoffers van pooiers, het hoofd op hol gebracht met drugs om te
kunnen renderen. De oude krokodillen, belust op jong bloed, dat hun
als masker moet dienen om stemmen te trekken en fortuin te maken:
goudhaantjes, zo heten zij hun 'beschermelingen' met wiens leven zij
spelen - hun geluk zal hen worst wezen.
Het
weze herhaald: als Conner Rousseau een racist is, dan kunnen wij met
zijn allen aanspraak maken op de titel van paus van Rome.4
4. Non
posse peccare
Het
effect van het alziend oog op het gedrag van wie er door in de gaten
worden gehouden is ons niet alleen welbekend uit George Orwells 1984
maar ook vanuit wetenschappelijk oogpunt: mensen neigen ertoe om hun
gedrag aan te passen aan de wensen van degenen door wie zij
gecontroleerd worden omdat controle en manipulatie een en hetzelfde
zijn. Manipulatie is er niet zozeer in de verordening of in het
opleggen van regels, wat in dat spel uiteraard een onmisbare factor
is, maar veeleer in de controle uitgeoefend met het oog op de
naleving van die regels alsook in het bestaan van afdoende sancties.
Dit is zo omdat machthebbers helemaal niet geïnteresseerd zijn in
wat mensen geloven
maar wél in wat zij belijden.
De
geloofsbelijdenis maakt een katholiek tot wie hij is en uiteraard
doet hij nooit wat hij zegt maar daartoe dient dan ook de biecht die
hem uiteindelijk binnen de kerk houdt en die ervoor zorgt dat zij
haar leden niet verliest. Machtig zijn degenen die in staat zijn om
anderen ertoe te dwingen te belijden dat de leugens die zij hen
vertellen, de waarheid zijn. Controleren is gebieden en zij die
werkelijk gecontroleerd worden, gehoorzamen dan ook aan hun
bevelhebbers. Tenzij zij revolteren.
Nu miskijkt menigeen zich alras op het plaatje want
de controle die op Rousseau wordt uitgeoefend is niet zozeer die van
de bodycams der flikken maar deze van wie de man met de dood
bedreigen. Het is immers een heet hangijzer en een publiek geheim dat
de straffen van de maffia deze van de wetten van het land waar die
zich heeft genesteld, in hun schaduw stellen. Het slachtoffer
gehoorzaamt met andere woorden aan de allerstrengste controleur,
hierbij in de eerste plaats gehoor verlenend aan een wat andere vorm
van de aloude spreuk dat men het woord spreekt van hem wiens brood
men eet: iemand spreekt het woord van degene die zijn leven in de
hand houdt want bedreigt. Aan deze waarheid geeft Rousseau al dan
niet bewust uiting door de bodycams waarmee de wetsbewaarders hem te
lijf gaan, te negeren. Er zijn nog een meute controleurs van een heel
ander kaliber aan de slag, zo zou zijn gedrag hen duidelijk moeten
maken maar zij hebben er geen oren naar, zij negeren het kwaad en zij
beschuldigen veel liever het slachtoffer, wat in dit soort zaken
altijd de tactiek is omdat dit de weg is van de geringste weerstand.
De controleurs van het andere kaliber werken niet met
waarschuwingen en boetes, vraag dat maar eens aan Karel Van Noppen,
of is die doodeerlijke man dan voor helemaal niets gesneuveld? Zo
moeilijk is het om in het voetspoor van helden te treden, dat ook
vandaag nog alle koeien in alle weiden van dit land aan bodybuilding
lijken te doen. Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen, zo zeggen
sommigen maar waar haalt men dan het recht om een man te stenigen die
er niet direct in slaagt om het summum van het heldendom te evenaren
en die zich daar bovendien ook nog eens uitgebreid en herhaaldelijk
voor excuseert? Want het gaat hier meer bepaald en ontegensprekelijk
over een dreiging die ook in de jaren dertig van de voorbije eeuw aan
de orde was en die nu weer gans Europa in de tang heeft en misschien
wel de hele wereld, kijk maar naar de koers die Rusland vaart en
Indië, weldra het meest bevolkte land op aarde.
Met de hete adem in de nek van neonazi's en
kortstondig maar zeer zeker levensreddend vluchtend in een roes en
zich de angst negerend alsnog begevend in de open wereld waar men
door het allergrootste gevaar van heden vogelvrij verklaard werd en
derhalve in de kijker loopt van een geweer dat onafwendbaar aan het
lot van de genoemde, gewetensvolle vee-artskeurder herinnert, doet
men allicht een kleine toegeving aan het adres van de belagers en
zegt men, misschien alleen maar om zijn vel te redden, dronken in het
duister van een nachtelijke kroeg: inderdaad, die en gene lieden zijn
hier vreemd, zij moeten worden beteugeld want zij zien er
schrikbarend bedreigend uit - en nog enkele van die uitlatingen die
aan elkeen zullen duidelijk maken dat men het helemaal niet menen
kan. Alleen zij hebben er geen oren naar: zij die allang zaten te
azen op de kop van de man die hen op één been voorbij spurt in de
wedloop die alras van wal zal steken om de strijd te beslechten die
nu voor de deur staat: de strijd tussen de toekomst en de
middeleeuwen.5
5. De
moordende eenzaamheid van de vogelvrij verklaarden
Op
14 november l.l. kon men in het VRT-nieuws lezen: In
Mexico is Jesús Ociel Baena, de eerste openlijk non-binaire
magistraat in Latijns-Amerika, thuis do od teruggevonden. Baena was
een belangrijke voorvechter van LGBTQ-rechten op het hele continent.
De doodsoorzaak wordt nog onderzocht.6
Het gebeurt steeds vaker, mensen die vermoord worden omdat zij
opkomen voor hun rechten en de oorzaak is haat - in dit geval:
homohaat en homofobie.
Het is een feit maar het wordt vaak uitsluitend door
de slachtoffers ervaren: LGBTQ-mensen worden gepest en vervolgd. Al
te vaak is homohaat een consequentie van fanatiek geloof: heel wat
moreel in de steek gelaten burgers hebben nood aan een houvast en
eenmaal zij die denken te hebben, is dat hun heilige zaak die
derhalve tot elke prijs zal worden verdedigd. Godsdienstwaanzin biedt
een zeker comfort aan de waanzinnigen zelf maar is tegelijk een
gevaar voor alle 'ketters'.
Er is een tijd van
vrede en er is een tijd van oorlog,
aldus citeerde onlangs de Israëlische president Benjamin Netanyahu
de Bijbel om het geweld jegens de Palestijnen te verantwoorden. En
met Genesis
1:27 - Man
en vrouw schiep Hij hen
-
worden homo's wereldwijd gedemoniseerd, wat dan homofobie en ook
homohaat niet alleen mogelijk maar tevens noodzakelijk maakt want
waar ruimte gegeven wordt aan homoseksuelen, zo gelooft men althans,
geven zij een voorbeeld dat vloekt met het woord Gods, zouden deze
'handlangers van de duivel' wel eens navolging kunnen krijgen en
worden derhalve de zielen van anderen in gevaar gebracht.
Dat
een van de belangrijkste bronnen van homohaat de katholieke kerk is,
leidt geen twijfel en al haar recente en zeer plaatselijke
gebarenmakerij in het ijle om haar vel te redden ten spijt, blijkt
haar genadeloosheid tegenover holebi's bijvoorbeeld al van zeven
eeuwen geleden uit de verzen 24 tot en met 42 van de Veertiende Zang
van de Hel
(Inferno)
van het allegorische epos van Dante
Alleghieri (1265-1321): De
Goddelijke Komedie7:
Weer andren liepen
zonder ooit te rusten. (...) En traagzaam dwarrelde over heel de
vlakte/ een zee van vuur, in grote en dichte vlokken,/ (...) dat op
de grond nog gloeide,/ (...) zo daalde hier deze eeuwge
vlammenregen,/waardoor het zand als tonder onder vuurslag/ ontvlamde,
om dus het lijden te verdubblen./ En nimmer was er rust voor 't
razend dansen/ der arme handen, die nu hier, dan ginder/ het vuur dat
nimmer uitdooft van zich sloegen.8
De
Florentijn Dante hield zich overigens ook in met de politiek in het
Italië van zijn tijd, onder meer maakte hij daar deel uit van het
bestuur van een volkspartij, de Capitano
del Popolo. In
1302 werd hij door zijn politieke tegenstanders veroordeeld, De
Goddelijke Komedie schreef
hij in ballingschap (1307-1321). De weldoener werd verraden en
verguisd omdat hij met kop en schouders boven de massa uit stak en zo
deelde hij het lot van vele groten voor en na hem, van Socrates, die
tot de gifbeker veroordeeld werd op beschuldiging van heiligschennis
en jeugdbederf, tot de Gekruisigde van Nazareth, door zijn apostelen
verraden, Nelson Mandela, Aleksej
Navalny en noem maar op: Nihil novi sub
sole...
Zoals Dante's werk getuigt, is de katholieke kerk
hier sinds oudsher de motor achter de demonisering en de vervolging
van homo's maar religies zijn niet de enige bron van homohaat: naast
het geloof is er ook nog het bijgeloof en behalve de religies zijn er
ook nog de niet te tellen ideologieën met hun belachelijke
stereotypen die de complexe realiteit simplificeren met niet alleen
lachwekkende maar vaak ook dramatische gevolgen voor zowel aanhangers
als verwerpers van de theorieën in kwestie. Mensen neigen ertoe zich
te wapenen tegen de realiteit door pogingen te ondernemen om die naar
hun hand te zetten. Soms lukt dat wel tot op zekere hoogte en dan
spreekt men over wetenschap en techniek maar waar men
onwetenschappelijk te werk gaat, komt het magische denken ten tonele
en gaat men vlotjes over tot het excommuniceren van zekere sociale
categorieën, bij voorkeur minderheden, zondebokken voor zowat alles
wat niet naar wens verloopt. Op die manier ontstond de nu
exemplarische geschiedenis van de 'heksen van Salem' waarbij
onschuldigen werden veroordeeld en gedood omdat een wat achterlijke,
bijgelovige dorpsgemeenschap hen omwille van uiterlijke, fysieke
kenmerken voor 'heksen' hield.
Wij leven weliswaar niet meer in de middeleeuwen maar
(onder meer) op het internet bieden allerlei vormen van bijgeloof
alsook velerlei ideologieën een houvast aan vooral jongeren wiens
hunker daarnaar vaak door sociaal miserabele omstandigheden maar even
vaak door een overmaat aan welvaart onbevredigd blijft. En in feite
bestaan hier geen onschuldige vormen van bijgeloof en van magie omdat
leugens sowieso altijd gevaarlijk zijn: toentertijd gingen armelui
met hun zieke kinderen bij de eerwaarde om die door hem te laten
'belezen' en vandaag vraagt een vrouw met kanker raad aan een
handlezer die haar vertelt dat zij in uitstekende gezondheid
verkeert, waardoor zij een tijdig bezoek aan de dokter mist.
Nu
de laatste getuigen van de holocaust dood zijn, verhindert de door de
opsluiting van de ouderen in de hand gewerkte, vaak volstrekte
afwezigheid van het langetermijngeheugen dat de alarmbel gaat
rinkelen wanneer steeds grotere groepen mensen zich gaan vermeien in
een mentaliteit die polarisering bevordert en het huldigen van
stereotypen. Nog erger wordt het waar zij overgaat tot het opnieuw
aanbidden van uitgerekend die demonen die luttele generaties geleden
van de wereld een hel maakten door de
natuur een handje te helpen,
wat neerkwam op brute genocide op basis van pseudowetenschap en
verkapt als 'zuivering'. De opmars van het neonazisme en het
identitair denken is een vaak totaal onderschat kwaad met een
doortastend werkelijkheidsgehalte waarvan in een wereld van
vereenzaming en egoïsme behalve de daders, vaak enkel de
slachtoffers weet hebben en daar ook moeten voor vrezen, vooral dan
als zij tot zekere 'risicogroepen' behoren.
Het is een bekend gegeven uit de psychopathologie dat
pesters er voor zorgen dat zij niet worden betrapt en dat hun
slachtoffers worden beroofd van elke mogelijkheid om het geweld tegen
hen (op een geloofwaardige manier) kenbaar te maken, waardoor zij tot
een quasi volkomen hulpeloosheid veroordeeld zijn. Vaak weten de
slachtoffers door wie ze gepest worden maar zij beschikken niet de
mogelijkheid om daar bewijzen van te leveren; ze vertellen niet wat
er aan de hand is uit angst niet geloofd te worden en hun angst is
terecht omdat de pesters sowieso meer zelfzekerheid hebben dan hun
slachtoffers en derhalve als geloofwaardiger overkomen in geval de
zaak ter sprake zou komen.
Het behoort niet tot de leefwereld van
buitenstaanders en daarom ook begrijpen zij niet wat het betekent om
te moeten leven in de voortdurende angst voor pesterijen. Dat geldt
echter in een nog veel grotere mate voor wie doodsbedreigingen
ontvangen omdat de lafhartige daders zich daar sowieso verborgen
houden: wie met de dood worden bedreigd moeten ongeacht wie
beschouwen als hun mogelijke moordenaars en de uiteraard prioritaire
bezigheid van de eigen beveiliging (vaak zonder hoop op hulp van
derden) slorpt alle energie en aandacht op zodat het leven tot een
louter overleven wordt herleid met als enige zekerheid het uitzicht
op een gewisse totale uitputting, ogenschijnlijk al te dikwijls
uitmondend in zware ziekte of zelfmoord.9
6. De
sublieme chantage en de mythe van Sisyphus
Althans
volgens de joods-christelijke mythologie die samen met de Griekse
mede aan de basis ligt van onze westerse cultuur was de mens
oorspronkelijk een goddelijk want naar
Gods beeld en gelijkenis geschapen10wezen
dat echter verleid werd door de duivel om tegen de Schepper in
opstand te komen, waarna het viel, zijn goddelijkheid verloor en
sterfelijk werd. Sinds dat ogenblik regeert de duivel over de mens en
zijn wereld en een parabel uit het Nieuwe Testament verhaalt hoe
naast de mens ook nog de Godmens door de duivel werd verleid: na een
vastenperiode van veertig dagen en nachten bracht Lucifer Christus
naar de woestijn: Als
u de Zoon van God bent, beveel dan die stenen in broden te
veranderen., zo gebood hij Hem maar Jezus
weigerde: Er staat geschreven: De mens
leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de
mond van God.Vervolgens
nam de duivel Hem mee naar het hoogste punt van de tempel: Als
u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat
geschreven: Zijn engelen zal hij opdracht geven om u op hun handen
te dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen.Maar
Hij weerstond ook deze tweede verzoeking: Er
staat ook geschreven: Stel de Heer, uw God, niet op de proef.Dan
nam de duivel hem mee naar een hoge berg en toonde hem alle
koninkrijken van de wereld in al hun pracht: Dit
alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.Daarop
zei Jezus tegen hem: Ga
weg, Satan! Want er staat geschreven: Aanbid de Heer, uw God,
vereer alleen hem.11
Later
geeft Christus aan de apostel Petrus, samen met de macht om zonden te
vergeven, de macht over de toegang tot het paradijs: Gij
zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen (...) Ik
zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen (...).12
Wanneer Fjodor
Dostojevski in 1879-'80 in zijn parabel, De
grootinquisiteur van Sevilla,een
raamvertelling in zijn De
Gebroeders Karamazov,Christus
andermaal ten tonele laat verschijnen, herinnert hij aan deze teksten
en voert aan dat de katholieke kerk het werk van Christus gelooft te
hebben verbeterd vanuit de wetenschap dat misschien wel een kleine
groep van uitverkorenen maar niet de hele mensheid waartoe zij zich
richt, in staat is om in de voetsporen van de Heiland te treden: de
kerk plooit voor de wil van Lucifer, geeft aan de mens zijn dagelijks
brood, zegt wat hij moet en laten en regeert de wereld. En Christus
heeft zich daarmee niet meer te bemoeien daar Hij aan de kerk zijn
macht uit handen gegeven heeft; niemand kan derhalve wereldse macht
verwerven zonder de knieval voor het kwaad. Het kwaad chanteert het
mensdom.
Mythen zijn
verhalen maar zoals de levenservaring ons diets maakt, overklast hun
fictie vaker alle feiten omdat zij de genen van de geschiedenis zelf
blijken te zijn: de kern, gevat in een schijnbaar sprookje, dat
alleen maar ontplooien kan op de wijze zoals het werd geprogrammeerd,
zoals ook elk levend wezen zijn genetisch programma uitvoert tegen
wil en dank - Ge kunt van een
ezel geen koerspeerd maken, aldus
verantwoordt zich de vertegenwoordiger van de paus van Rome jegens de
teruggekeerde Heiland die Hij vervolgens verjaagt onder de bedreiging
Hem anders andermaal te zullen kruisigen.
Het geluk van de bozenis een
realiteit, de wereld is aan de durvers, wie geen bloed aan de handen
willen, zullen het aardse rijk niet beërven, de pikorde is een
piramide met aan de top de massamoordenaars, aan de basis vindt men
alleen maar de 'onnozelen' in de betekenis van 'onschuldigen', zij
die niet (willen) weten of beamen dat het kwaad regeert in de
'civitas terenna'.
De katholieke
theologen maken zich sterk met de woorden die Jezus richt tot
Nicodemus:
Zozeer
heeft God de wereld liefgehad dat hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven
heeft om ons te verlossen13maar
zij lijken de verzen te vergeten die daar op volgen en die herinneren
aan de proloog van het Johannesevangelie: Het
licht is in de wereld gekomen, maar de mensen beminden de duisternis
meer dan het licht, omdat hun daden slecht waren (...) uit vrees dat
(hun) werken openbaar gemaakt worden. (...)14En
valt uit deze woorden dan niet af te leiden dat het kerkelijke devies
tot het nastreven van aards geluk de mens opsluit in een grote
duisternis en dat derhalve een leer van blind geloof en devotie een
dwaalleer is?
Wat
mensen missen is de moed van Sysiphus, in het oorlogsjaar 1942 zo
treffend beschreven door Albert Camus15
- de moed om de steen telkens weer naar boven te rollen: het absurde
of grondeloze karakter van het bestaan moet ons niet tot wanhoop
drijven maar tot verzet.16
Ce qui
compte n'est pas de vivre le mieux, mais de vivre le plus,aldus
Camus. Sysiphus (...) (n'a pas d'espoir mais) il
n'est pas de destin qui ne se surmonte par le mépris.17Sisyphus'
overwinning schuilt in de aanvaardingvan
de absurditeit die hem niet langer verhindert nog iets te ondernemen.
La
lutte elle-même vers les sommets suffit à remplir un coeur d'homme.
Il faut imaginer Sisyphe heureux.Het
is waar dat alle menselijke ondernemingen tot mislukken zijn gedoemd
maar als men de moed opbrengt om zich daarbij neer te leggen, kan men
het geluk ervaren dat Sisyphus alsnog te beurt valt. Die grote
wijsheid van een atheïst lijkt te raken aan de boodschap tot
volharding en tot vertrouwensvolle berusting in het lot uit menige
religieuze cultuur die roemt wie in staat zijn om te leven zonder ook
maar enig tastbaar houvast, zoals bij uitstek Job.18
2
Hannah Arendt, The Origins of
Totalitarianism (1951).
Voor de zaak Dreyfus, zie de Nederlandse vertaling van het eerste
deel Antisemitisme
(2021) door Willem Visser, uitgeverij Boom, Amsterdam, 2021, pp.
149-190.
7Dante's
naam wordt ook wel geschreven als Dante Alighieri.La
Commedia,
later ook Divina
Commedia
genoemd en in het Nederlands vertaald als De
Goddelijke Komedie.
14
Zie: Marcus 1:12-13; Lucas 4:1-13; Johannes 6:26, 31, Johannes
2:18-22; Johannes 6:15. Zie:
Joh. 3,16 en verder: Joh. 3:16-21. Zie:
Joh. 1:1-18. Een fragment: In
het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was
God. Het was in het begin bij God. Alles is door Hem ontstaan, en
buiten Hem om is er niets ontstaan. (...) Het ware licht was er, dat
elke mens verlicht en dat in de wereld moest komen. Het was in de
wereld, een wereld die door Hem was ontstaan, en die wereld heeft
Hem niet erkend. In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen
mensen hebben Hem niet opgenomen. (...)
(Willibrord-vertaling, 1995 ).
15
Albert Camus, Le
Mythe de Sisyphe ,
1942, ook reeds besproken in zijn L'étranger (1942) en verder
uitgewerkt in zijn L'Homme
révolté (1951).
16
In Wikipedia wordt de kern van het probleem als volgt samengevat:
Prendre l'absurde au sérieux signifie
reconnaître la contradiction entre le désir de la raison humaine
et le monde déraisonnable. Le suicide, alors, doit également être
rejeté: sans l'homme, l'absurde ne peut pas exister. La
contradiction doit être vécue; la raison et ses limites doivent
être reconnues, sans faux espoir. Cependant, l'absurde ne pourra
jamais être accepté: il exige une confrontation et une révolte
constantes. Zie:
https://fr.wikipedia.org/wiki/Le_Mythe_de_Sisyphe
Neem een teil water,
neem een glas, kleiner dan de teil, doe water in de teil, houdt het
glas omgekeerd boven de teil en duw het glas naar beneden. De lucht
in het glas drukt de lucht naar beneden, het waterpeil onder het glas
staat, dankzij de drukwetten, veel lager dan het waterpeil in de
teil. Als in de teil een huisje staat, kan het op die manier bewaard
worden tegen het water.
Een huis is relatief
groot maar als het glas vervangen wordt door een plastieken halve
ballon, kan het waterpeil op dezelfde manier naar beneden gedrukt
worden. Het plastiek kan naar beneden gehouden worden met gewichten.
Via de onderkant van de plastieken hoed kan een pomp aangebracht
worden die constant lucht onder de hoed perst om het stijgen van het
waterpeil onder de hoed ingevolge gaatjes, wind e.d.m. tegen te gaan.
Deze methode kan ook
gebruikt worden om afzonderlijke objecten in een overstroomd huis,
zoals kasten, tegen water te beschermen.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: