Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
28-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 46): Corona of Corolla
De
nieuwe pest (vervolg 46):
Corona
of Corolla
Een
goede commerçant is een zeer verstandig man, al kan het ook een
vrouw zijn, en die zegt: wie een product wil slijten, moet ervoor
zorgen dat er een behoefte aan is. Hij moet dus eerst de behoefte
creëren en pas daarna krijgt hij zijn product verkocht. Intussen
weten wij ook dat onze economie draait dankzij gecreëerde behoeften
die dan ook nog eens voor het overgrote deel overbodig zijn. Maar de
behoeftebevrediging is dat dikwijls niet - ja, zo complex wordt het
wel op den duur. Neem nu de auto.
De
auto is een vervoermiddel waarmee in korte tijd grote afstanden
kunnen worden overbrugd. Maar wie auto's wil verkopen, moet ervoor
zorgen dat hij eerst afstanden schept, of beter nog: hij moet mensen
in tijdnood brengen. Doet hij dat niet, dan krijgt hij zijn auto's
niet aan de straatstenen verkocht: mensen die tijd zat hebben, lopen
te voet. Alleen de haastigen onder ons geloven dat zij gebaat zijn
met de aanschaf van een gemotoriseerd voertuig. Maar zelfs dat is een
illusie. Vijftig jaar geleden berekende Ivan Illich dat een auto aan
Jan Modaal meer tijd kost dan dat hij hem tijd bespaart. Maar dat
allemaal tussen haakjes want het zijn zaken die ons veel te ver van
huis brengen.
Vandaag
kopen wij instrumenten waarvan de levensduur de wettelijke
garantietermijn (en in België is dat twee jaar) nauwelijks
overschrijdt: slijtage is een in de marktproducten ingebouwde
behoefte aan vervanging of vernieuwing van het product. Men koopt
producten die door het feit dat zij binnen de twee jaar versleten
zijn, de behoefte creëren om ze opnieuw te kopen. Met het product
koopt men tevens de behoefte aan een tweede, een derde en zo voort.
Toen
vijfentwintig jaar geleden de eerste computers op de markt kwamen en
het internet werd ontwikkeld, bestonden er geen computervirussen. En
op een dag waren ze er, plotseling, als uit het niets. Het leek wel
alsof ergens op niet te achterhalen locaties criminelen aan het werk
waren met de bedoeling het internetverkeer te verstoren.
Onzin
uiteraard want ook criminelen werken niet gratis - bij
uitstek
criminelen werken niet gratis. Dat is wat de student ons vertelde die
het eerste antivirusprogramma op onze PC kwam installeren en voor de
slechte verstaander, zo voegde hij eraan toe: vanzelfsprekend zijn
het de producenten van antivirusprogramma's die de virussen maken en
verspreiden want alleen zij hebben daar baat bij. Zij zijn gewiekste
commerçanten, zij creëren de behoefte aan veiligheid, met andere
woorden: zij creëren het gevaar. De slotenmaker is de boef, de
leerkracht maakt onwetend en de pastoor zelf fabriceert de duivel.
En
ik herinnerde mij een verhaal dat nu honderd jaar oud moet zijn, een
verhaal van mijn grootvader zaliger die tandpijn had en naar de
tandarts wilde. Maar zijn vader gaf hem de goede raad: jongen, doe
dat niet, want tandartsen zijn rijkelui en eerlijke mensen worden
niet rijk: als ge gaat, zal hij eerst uw goede tanden trekken en ge
zult nog een keer moeten gaan voor uw slechte! Had ik maar naar mijn
vader geluisterd! - zo vertelde mij mijn grootvader zaliger en hij
ging met zijn vingers in zijn mond en haalde het eruit en toonde het
mij: zijn vals gebit. Daarop zegde hij nog iets, uiteraard geheel
onverstaanbaar, en wij moesten erom lachen maar het is niet om te
lachen als ze u zo bij den bok zetten, zoals ze dat in vroeger tijden
zegden, toen de mensen nog wisten hoezeer een bok kon stinken.
Wie
vertrouwt nog zijn garagist? Een motor is een ingewikkeld ding en
niet iedereen heeft daar verstand van. En vertrouwen is een heel mooi
woord. Edoch: Erst
kommt das Fressen und dann kommt die Moral.
Ook de garagist is een welvarend man. De auto, de koersfiets, de
diepvriezer, de stofzuiger, de wasmachine, de computer. En wat zegde
Ivan Illich over de geneeskunde? De man schreef een boek met als
titel: Medical
Nemesis. The expropriation of health. Vrij
vertaald: De
geneeskunde als rivaal. Over de ontvreemding van onze gezondheid.
Anders
uitgedrukt: De
ziekmakende werking van de geneeskunde. En
men ziet het al aankomen: de producenten van vaccins en de
fabrikanten van de virussen zijn ook hier agenten van een en dezelfde
commerce.
Jawel,
de zevenentachtigjarige Nobelprijswinnaar Geneeskunde, de man die het
aidsvirus ontdekte - men moet het maar doen! -, de onderzoeker die
borg staat voor zijn bevindingen, ook als anderen die associëren met
kwakzalverij - hij heeft wellicht gelijk wanneer hij beweert dat het
nieuwe coronavirus een menselijk fabricaat is. Hij kan het weten, hij
was levenslang getrouwd met virussen, zij waren zijn gasten, zijn
leermeesters, zijn gezellen, een lang leven lang.
En
de man vertelde tijdens het interview van 16 april hoe groot die druk
wel is die uitgaat van alle mogelijke belanghebbenden. De druk om de
waarheid ongezegd te laten want alleen een 'judas' spreekt de
waarheid in die hoge kringen van beroepsbedriegers en van
mensenfoppers. Edoch, gedenk dit: de hoge ouderdom is een zegen voor
wie de waarheid willen zeggen. Kijk, de farmaceutische industrie
wrijft zich al in de handen, zij hebben het over miljarden en wie zal
hen tegenspreken, ze hebben nu het ganse mensdom bij de lurven.
Luc
Montagnier steekt andermaal zijn nek uit. Ik geloof dat wat hij zegt
- die man die niets meer te verliezen heeft en alles reeds gewonnen -
de waarheid is en niets dan de waarheid. SARS-CoV-2
of het virus dat covid-19 veroorzaakt, is een maaksel van de
farmaceutische industrie. De behoefte aan een vaccin is er bij al wie
besmet zijn of het kunnen worden, en uitgerekend geen mens op aarde
is niet in dat geval! Bovendien, alsof dit nog niet volstond: de
houdbaarheidstermijn van het vaccin, zo liet men het ons reeds
doorschemeren, zal niet veel meer bedragen dan een zestal maanden.
Dan keert het gevaar terug, met andere woorden: de behoefte aan
veiligheid, welke een nieuwe vaccinatie onvermijdelijk maakt. En van
die kostelijke grap zal het mensdom zo te horen nog de eerste jaren
niet verlost zijn. Ja, een goede commerçant is een zeer gewiekst
man. Een man die niet tevreden is met een Toyota Corolla.
(J.B.,
28 april 2020)
De nieuwe pest (vervolg 45): Coronagolven
De nieuwe pest (vervolg 45):
Coronagolven
In
een toestand van evenwicht vindt geen verandering plaats. (1) Wordt
het evenwicht verstoord, dan kan die verstoring zich voortplanten in
de ruimte als een golf of als een trilling. (2) (3) Dit kan
betrekking hebben op maatschappelijk, psychologisch, economisch,
natuurkundig of scheikundig vlak. (1)
De
zevenentachtigjarige Franse viroloog Luc Montagnier, gewezen
professor aan het Parijse Pasteurinstituut waar hij van 1972 tot 2000
het virale kankeronderzoek leidde, gewezen directeur van het
nationaal centrum voor wetenschappelijk onderzoek en gewezen
professor aan de Universiteit van New York, die voor zijn ontdekking
van het aidsvirus in 2008 de Nobelprijs voor de Geneeskunde ontving,
verklaarde in een televisie-interview van 16 april 2020 op de Franse
zender CNews
dat SARS-CoV-2
of het virus dat covid-19 veroorzaakt, niet natuurlijk is maar van
menselijke makelij: het virus zou afkomstig zijn uit een laboratorium
in Wuhan en het zou stukjes bevatten van het HIV
dat aids
veroorzaakt. (4)
Professor
Montagnier veroorzaakte al vaker controverse en zette ook kwaad bloed
bij het medisch corps, vooral voor zijn verdediging in 1988 van de
these van Jacques Benveniste dat water een geheugen zou hebben - een
these die de waarde moest aantonen van homeopathie die zoals bekend
door het gros der academici voor kwakzalverij wordt gehouden.
Bovendien is Montagnier ook tegenstander van verplichte vaccinaties
omdat die volgens zijn onderzoek de toekomstige generaties beetje bij
beetje zouden vergiftigen. (4) In het televisie-interview van 16
april 2020 bracht de Nobelprijswinnaar Geneeskunde de uitbraak van
covid-19 tevens in verband met de activiteit van elektromagnetische
golven. (5)
Er
bestaat momenteel een forse tegenkanting vanwege een deel van de
wetenschappelijke wereld tegen de invoer van het mobiele netwerk van
de vijfde generatie ('5G') dat een veel krachtiger straling
produceert dan de huidige draadloze communicatienetwerken terwijl
onbewezen blijft dat die stralingsdosis vrij is van
gezondheidsrisico's. Een groep van meer dan 180 wetenschappers uit 35
landen hebben in september 2017 de Europese commissie gewaarschuwd
voor de mogelijke gevaren van 5G
voor de volksgezondheid. (6) Sommigen gaan nog verder en suggereren
een verband tussen 5G
en de corona-epidemie waarbij het vermoeden wordt geuit dat de hoge
stralingsdosis het menselijke immuunsysteem tilt doet slaan met als
gevolg een (wereldwijde) dodelijke ziekte waarvan de ware oorsprong
om economische redenen verborgen moet blijven en derhalve valselijk
wordt toegeschreven aan een virus: de corona-pandemie bestaat niet
maar is een verkapping van een nieuwe stralingsziekte veroorzaakt
door 5G.
Waar
het evenwicht verstoord wordt, kan een golf ontstaan of een trilling
maar ook het omgekeerde bestaat: een golf of een trilling kunnen een
evenwichtstoestand verstoren en dit zou wel eens het geval kunnen
zijn met de werking van de sterke elektromagnetische golven van 5G
op ons immuunsysteem, op de activiteit van virussen in ons
immuunsysteem of nog anderszins. En het probleem dat zich nu stelt is
het volgende.
Terwijl
de voorzichtigheid gebiedt om handelingen niet te stellen totdat
bewezen is dat zij ongevaarlijk
zijn, perverteert de ongeremde zucht naar geld en macht van sommigen
dit principe tot het bijzonder gevaarlijke principe dat handelingen
toelaatbaar zijn zolang hun gevaar
onbewezen is. Het ligt voor de hand dat men de straat niet mag
oversteken zolang men zich er niet van verzekerd heeft dat er geen
auto komt aangereden maar in hun pervers winstbejag willen figuren
zoals Elon Musk en aanverwante mega-economen de straat oversteken
zolang het onbewezen blijft dat er wel een auto komt aangereden. Of
beter: zij willen dat wij
de
straat oversteken van zodra zij
beweren dat de onveiligheid daarvan onbewezen is.
Of
de elektromagnetische golven van de nieuwe 5G-netwerken
de nieuwe coronaziekte veroorzaken, blijft een open vraag maar dat
een of andere 'klap' een maatschappelijke golf en zelfs een tsunami
veroorzaakt heeft, staat intussen buiten kijf: de hele wereld is in
de ban van een pandemie en van een angstvallige dagelijkse telling
van het aantal doden en geen mens blijkt nog in staat om de
veroorzaakte deining te doen ophouden. De situatie doet denken aan de
algemene en rampzalige paniek die uitbreekt in een cinemazaal nadat
iemand heeft geroepen dat het brandt: er ontstaat een chaos die niet
te stoppen is, de redelijkheid maakt plaats voor doodsangst,
geruchten worden voor waar gehouden, kortom: de rust van het
evenwicht is verstoord en een onrust die zichzelf in stand lijkt te
houden richt alom vernielingen aan waarvan het einde maar niet in
zicht komt.
De nieuwe pest (vervolg 44): De tellers die tellen en de tellers die niet tellen
De
nieuwe pest (vervolg 44):
De
tellers die tellen en de tellers die niet tellen
Vandaag
27 april 2020, na vier maanden nieuwe coronagriep en kennelijk al
ruim voorbij de piek, staat de teller op 206.000 doden wereldwijd.
(1) Gesteld dat de mensen aan corona blijven sneuvelen aan dit tempo,
zullen dat er ongeveer 600.000 per jaar zijn - wereldwijd. Waarvan
het merendeel hoogbejaarden met onderliggende aandoeningen die ook
zonder corona veroordeeld waren om in de komende weken of maanden te
overlijden. Dit aantal coronadoden verschilt dan in geen enkel
opzicht van het slachtofferaantal van de jaarlijkse seizoensgriep
dat ligt tussen 290.000 en 650.000. (2)
Een
eerste vraag die rijst is uiteraard die naar de zin van de nooit
geziene en bijzonder rampzalige veiligheidsmaatregelen: waarom werden
die nooit eerder getroffen en dit jaar ineens wel? Het antwoord laat
op zich wachten. Een tweede vraag is deze naar het uitblijven van
veiligheidsmaatregelen met betrekking tot ziekten en rampen waarvan
het jaarlijkse slachtofferaantal een groot veelvoud is van het aantal
doden die deze griep maakt en dan niet zozeer bij hoogbejaarden met
onderliggende aandoeningen en met een nog zeer geringe
levensverwachting maar bij jonge mensen en kinderen die nog aan het
prille begin staan van het leven.
Enkele
feiten: jaarlijks vallen wereldwijd 1,35 miljoen verkeersdoden; 9,6
miljoen kankerdoden en 17,77 miljoen doden door hart- en vaatziekten
(31,8 percent van alle sterfgevallen) en dat zijn er een pak meer dan
de 206.000 coronadoden van dit jaar. (3)
Op
te merken valt dat voor de jaarlijks 1,35 miljoen verkeersdoden -
meestal jonge mensen en kinderen - het verkeer niet wordt stilgelegd.
Meer nog: er is nauwelijks controle van automobilisten aan zebrapaden
en de boetes blijven achterwege, wat verklaart dat het merendeel van
de automobilisten gewoon doorrijden aan zebrapaden en geen voorrang
verlenen aan voetgangers. De veiligheid voor zwakke weggebruikers
blijkt nu eenmaal geen prioriteit en voetpaden en fietspaden
ontbreken zowat overal.
Jaarlijks
vallen wereldwijd 4,2 tot 4,5 miljoen doden ingevolge fijn stof
(lees: uitlaatgassen ingevolge vooral het autoverkeer) en dat zijn er
meer dan als gevolg van roken. (4)
Maar
de hypocrisie bereikt een climax in het volgende feit. Wereldwijd
sterven elke
dag
24.000 mensen door honger en dat zijn er jaarlijks bijna tien
miljoen. (5) Voor deze 10 miljoen mensenlevens wordt de economie
helemaal niet stilgelegd, laat staan dat zij zou inleveren. Het
tegendeel is het geval: de harde waarheid luidt dat onze economie
teert
op
deze jaarlijks tien miljoen hongerdoden. Deze tien miljoen mensen
worden elk jaar letterlijk opgeofferd aan onze economie. Onze
economie kost met andere woorden alleen al door de honger die zij
veroorzaakt tien miljoen mensenlevens per jaar. Maar die teller is
voor de gloednieuwe religie van deze tijd kennelijk van geen tel. Het
tijdperk van het gouden kalf heeft zich gesetteld.
Er
wordt gezegd dat de pandemie of wat daarvoor moet doorgaan door
sommigen te baat genomen wordt om de massa weer in het gareel te
krijgen nadat allerlei emancipaties de greep op het volk onmogelijk
hadden gemaakt. Maar hoe kan men ook weten dat dit inderdaad het
geval is? Hoe kan men weten dat de stoute beweringen over een aan de
gang zijnde machtsgreep (gepleegd door een zekere elite op 'het
volk') ook waar zijn?
Iedereen
zal het er over eens zijn dat wie mensen aan zich wil onderwerpen,
het bevel moet voeren en er moet voor zorgen dat hij gehoorzaamd
wordt. Iedereen weet ook dat de enige garantie voor dat laatste erin
bestaat te tonen dat men de sterkere is. Maar wat is dan precies het
verschil tussen een normale democratische regering en een dictatuur?
Want beide bevelen ze en willen ze gehoorzaamd worden. Het antwoord
is onthutsend.
In
een democratie en in een rechtsstaat worden de verordeningen
uiteraard door het volk zelf beslist of tenminste dan toch door de
vertegenwoordigers van het volk in het parlement en het bestaan van
een van de politiek onafhankelijke instantie - het gerecht -
garandeert ook dat die regels afdwingbaar zijn. Maar de grond van
deze constellatie is dat democratische wetten in principe redelijk
zijn, wat wil zeggen dat zij tot stand komen door openbaar
overleg
met redelijke argumenten waarbij erover gewaakt wordt dat genomen
beslissingen het algemeen
welzijn
dienen. Zo bijvoorbeeld wordt beslist om de maximum snelheid in de
bebouwde kom te bepalen op 50 km per uur nadat men overeengekomen is
op grond van openbaar gemaakt onderzoek dat dit daar inderdaad de
veiligste manier is om zich te verplaatsen. Uitgerekend de
(principieel controleerbare) juistheid en de betrouwbaarheid van die
bepaling maken dat ieder weldenkend mens zich ook zonder
tegenpruttelen aan die regel zal houden. Niemand kan die regel
onredelijk noemen; niemand kan op een geloofwaardige manier de
stelling verdedigen dat die regel dictatoriaal is of dat hij
onterecht de vrijheid van de burger zou beperken - andermaal: omdat
men eerst heeft ingezien dat deze algemene vrijheidsbeperking
noodzakelijk
is voor de algemene veiligheid. Het gaat om een redelijk overleg
onder het volk inzake het nemen van een beslissing over de kosten en
de baten van welbepaalde in te voeren wetten. En nogmaals: het tot
stand komen van democratische wetten gebeurt via algemeen overleg en
met redelijke argumenten. Het enige minpunt bestaat erin dat een
stemming (een kwantificering van aanvankelijk louter kwalitatieve
argumenten) helaas onvermijdelijk is; het ware immers beter indien
iederéén het eens kon worden over wat te doen in functie van het
algemeen belang en indien er dus geen enkele tegenstem was maar
politieke rationaliteit is nu eenmaal geen wiskunde.
Bij
een niet-democratische besluitvorming komt er uiteraard geen
parlement kijken en bestaat geen (normale) rechtspraak maar dikwijls
wordt via allerlei procedures verdoezeld dat een schijnparlement de
plaats van het parlement heeft ingenomen of dat men te maken krijgt
met schijnrechtspraak. In geval van nood is het soms niet anders
mogelijk dan dat een noodregering gevormd wordt en dat noodregels
ingevoerd worden: waar totaal onverwacht de algemene veiligheid op
het spel komt te staan, zal even onverwacht de vrijheid aan banden
moeten worden gelegd en omdat gezondheid in de eerste plaats een zaak
is van veiligheid, kan men bij een pandemie niet anders verwachten
dan dat de vrijheid ook drastisch wordt ingeperkt. Maar de vraag weze
nu herhaald: hoe verzekert men zich ervan dat de stoute beweringen
over een aan de gang zijnde machtsgreep waar zijn? En het antwoord op
die prangende vraag wordt pas kenbaar als men de onderliggende
verantwoording voor de betrokken handelwijzen als zodanig belicht.
Zoals
gezegd bestaat de basis voor de democratische wetten in hun
redelijkheid en hun openbaarheid: principieel kan iedereen nagaan hoe
de wetten tot stand kwamen, of iedereen daarin zijn zegje heeft gehad
en of alles in redelijkheid is verlopen. En in een dictatuur is dat
pertinent niet
zo. Een dictator kan het er wel doen op lijken dat de beslissingen
door het volk genomen worden, dat ze redelijk zijn en noodzakelijk,
maar geen enkele dictator kan verbergen dat zijn wetten onredelijk
zijn als ze dat inderdaad zijn omdat geen enkele mens, en derhalve
ook geen dictator, boven de rede staat. En nu komt het onthutsende
van de hele zaak.
Dictators
doen als puntje bij paaltje komt ook geen moeite om te verbergen dat
wat zij eisen, onredelijk is: zij eisen een bepaald gedrag en durft
iemand het aan om te vragen naar de reden, dan vertikken zij het om
zich te verantwoorden; hun antwoord bestaat uit een boete of een
andere straf die zich herhaalt totdat de betrokkene ophoudt naar de
verantwoording te vragen.
Elke
dictatuur overleeft bij de gratie van de onderwerping. Van
onderwerping is sprake waar mensen bevelen uitvoeren,
verbodsbepalingen aanvaarden of belijdenissen afleggen die indruisen
tegen de redelijkheid. En precies aan het feit dat mensen redeloze
regels volgen, weet
een dictator ook dat hij hen onderworpen heeft. Hij zou dit niet weten
wanneer de regels redelijk waren omdat in dat geval de twijfel
bestond dat de regels gevolgd werden omwille van hun redelijkheid.
Maar waar de regels helemaal geen redelijke grondslag hebben, zullen
alleen diegenen ze volgen die zich er (blind) aan onderwerpen -
mensen die daarentegen het recht en de rede hoogachten, zullen
ertegen in opstand komen.
De
mens is een complex wezen: enerzijds zijn wij geneigd om te geloven
dat het volstrekt onmogelijk is om tegen beter weten in te handelen
maar anderzijds doen wij dat wel voortdurend terwijl wij dat onbewust
beschouwen als een soort van noodzakelijk kwaad. Zoals wij kunnen
liegen terwijl wij de waarheid kennen (en de kennis van de waarheid
is een noodzaak voor de mogelijkheid van het liegen), zo ook kunnen
wij een geloof belijden terwijl wij heel goed weten dat de
geloofspunten in kwestie je reinste onzin zijn. In de beide gevallen
handelen wij tegen beter weten in omdat wij nu eenmaal moeten
overleven terwijl op de achtergrond het vers uit de Driestuiversopera
van Bertolt Brecht weerklinkt: Erst
kommt das Fressen, dann kommt die Moral.
Een
aan een religie onderworpen volk (en 'religie' betekent ook
'overgave') belijdt in de zondagsmis te geloven in de hemel, het
vagevuur, de hel, alle heiligen, duivelen en engelen en het systeem
van de aflaten, maar geen zinnig mens in de hele kerk gelooft dat ook
werkelijk en de kerkleiding weet
dat ook. Maar de kerkleiding verlangt zelfs niet dat het volk
gelooft wat zij het voorhouden; het enige wat zij verlangen is dat
het volk zich gedraagt
overeenkomstig
dat geloof. Als de kerk predikt dat men een aflaat (een
strafvermindering in het vagevuur na de dood) kan bekomen middels een
gift aan de kerk, dan is het de kerk eender of diegene die deze
aflaat effectief betaalt, ook gelooft in de werking ervan; dat er
betaald wordt en dat de kerk het geld ontvangt, is het enige wat zij
kan controleren maar tegelijk is dat ook het enige wat voor haar van
tel is. Met andere woorden is het de kerk erom te doen dat het volk
betaalt en of het dat doet vanuit een echt of een voorgewend geloof,
is dan allang geen punt meer.
Het
dictatoriale van de hele kwestie schuilt hierin dat dit handeltje in
één enkele richting gaat: voor de kerk volstaat het niet dat iemand
echt spijt heeft van zijn zonden, zij vergeeft ze aan de biechteling
van zodra deze zijn geloof belijdt door met echt geld te betalen; de
biechteling van zijn kant heeft zich daarentegen helemaal geen vragen
te stellen over het feit of zijn zonden dan wel echt vergeven zijn:
hij dient dit te geloven zonder meer. De kerk eist garanties van de
gelovige terwijl de gelovige geen garanties kan eisen van de kerk: de
machthebber wantrouwt de onderworpene maar eist tegelijk zijn
vertrouwen. Waar
iemand een ander blind vertrouwt zonder hetzelfde van de tegenpartij
te verlangen, is zonder enige twijfel sprake van onderwerping.
De
hele kwestie moet nu duidelijk zijn: de vraag of de huidige al dan
niet vermeende pandemie door sommigen wordt aangegrepen voor een
machtsgreep, kan bevestigend beantwoord worden van zodra men kan
waarnemen dat regels en wetten worden gesteld die geen redelijke
grondslag hebben. En dat is nu bij uitstek het geval waar het regels
betreft op grond van voorgewende
kennis. Van voorgewende kennis is zonder enige twijfel sprake waar de
stellingnamen tegenover de realiteit welke de gedragsregels zou
moeten verantwoorden, divers zijn en elkaar tegenspreken. Bondiger
uitgedrukt: inconsistenties binnen de perceptie van de realiteit,
maakt deze perceptie vals en ontkracht uiteraard de betekenis of de
zin van de gedragsregels die op grond daarvan worden uitgevaardigd.
Om
het met een simpel concreet voorbeeld te zeggen: waar sommige medici
beweren dat het dragen van mondmaskers tegen covid-19-besmetting
zinloos is terwijl andere medici beweren dat mondmaskers meer kwaad
doen dan goed en waar men alsnog besluit tot een wet die het dragen
van mondmaskers verplicht, ontbreekt elke redelijke grondslag voor
die wet en zal het afdwingen ervan niet anders interpreteerbaar zijn
dan als de manifestatie van een dictatuur.
En
nu is het inderdaad zo dat de standpunten van de verantwoordelijke
beleidsmakers én van de wetenschappers omtrent de al dan niet
vermeende pandemie op velerlei vlak onderling zeer grondig uiteen
lopen: het geldt voor de zin van het dragen van mondmaskers maar ook
voor de zin van social
distancing waarvan
zelfs niemand weet of deze regel zelfs niet geheel tegendoelmatig is;
het geldt voor zowat alles wat over het virus gezegd wordt omdat de
kennis ontbreekt zodat het volk zich moet onderwerpen aan regels
zonder gronden, wat erop neerkomt dat wij zomaar moeten aanvaarden
het proefkonijn te zijn van wetenschappers en beleidsmakers wiens
onderling tegenstrijdige en derhalve onmogelijk correcte meningen
slechts getuigen van twee zaken: ten eerste is dat een volstrekte
onbekwaamheid en ten tweede een volstrekte immoraliteit. Wat betreft
dat laatste, weze het verduidelijkt dat de immoraliteit hier bestaat
in het voorwenden van kennis of dus in het kennelijke onvermogen om
publiekelijk toe te geven dat men omtrent zaken van levensbelang
onwetend
is. Vandaar volgt hier voor de derde keer in deze artikelenreeks eenzelfde
citaat uit het werk van Ivan Illich met een uitspraak over deze kwestie:
"Een
bestudering van de evolutie van ziektepatronen levert als bewijs op
dat artsen in de laatste honderd jaar epidemieën niet sterker
beïnvloed hebben dan priesters in vroeger tijden. Epidemieën kwamen
en gingen, door beiden verwenst, maar door geen van beiden beïnvloed.
Ze zijn even ongevoelig voor de rituelen die in medische klinieken
uitgevoerd worden, als voor die welke bij religieuze altaren
gebruikelijk waren. Het is wellicht nuttig een bespreking van de
toekomst van de gezondheidszorg met de erkenning van dit feit te
beginnen."
(1)
(J.B.,
26 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Ivan Illich, Grenzen
aan de geneeskunde. Het medisch bedrijf - een bedreiging voor de
gezondheid? Het
Wereldvenster, Baarn 1978. (Oorspronkelijke titel en uitgave: Medical
Nemesis - The Expropriation of Health,
Marion Boyars, Londen 1975), p. 21.
24-04-2020
De complottheorie bij uitstek: Overbevolking
Complottheorie: overbevolking
23-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 42): Sadisten gemaskeerd als weldoeners. Over de pest en het pesten
De nieuwe pest (vervolg 42):
Sadisten
gemaskeerd als weldoeners. Over de pest en het pesten
"Ik
ken een naamgenoot van mij, die
aan zijn jonge vrouw eenige valsche edelgesteenten ten geschenke gaf
en haar door zijn welbespraaktheid - want hij was niet op zijn mondje
gevallen - wist te overtuigen, dat zij niet alleen echt en natuurlijk
waren, maar ook een onschatbare waarde bezaten. Wat, bid ik u, maakte
het voor haar voor verschil, dat ze haar oogen zoowel als haar hart
aan die stukjes glas ophaalde en die prullen als kostbaren schat
zorgvuldig opborg?"
(1)
Met
deze woorden uit het jaar 1509 eert Erasmus de Zotheid in zijn Moriae
Encomium.
Een kinderhand is gauw gevuld, zoals men in de volksmond zegt en met
betrekking tot de massa spreekt men over volksverlakkerij of
populisme. Maar deze handelwijzen zijn niet zo onschuldig als ze
lijken. Het Evangelie koppelt onwetendheid aan onschuld maar belaadt
wie kennis voorwenden met schuld en verantwoordelijkheid. En het
voorwenden van kennis die men niet eens bezit, en dan nog met
betrekking tot zaken van levensbelang en bovendien teneinde met die
leugen gehoor te vinden bij het volk (al te vaak met de bedoeling
daar winst uit te slaan), is ronduit moorddadig. Maar nog meer pret
beleven sommigen door medemensen niet alleen het goede te onthouden
maar door hen bovendien te kwellen met pijn of vernederingen.
Sadisme
vindt men niet toevallig in overdadige mate terug bij lieden aan wie
het aan niets ontbreekt omdat het hier gaat om pogingen van mensen
die blasé zijn (ongevoelig geworden door overdadig genot) om alsnog
hun genietingen op te vijzelen. Waar het aan zichzelf bezorgen van
genot het natuurlijke plafond heeft bereikt, kan dit immers alsnog
met een psychologisch extraatje versterkt worden en dat bestaat erin
anderen fysiek of psychisch te kwellen. Niet te verwarren met het
sadomasochisme dat een seksueel spel is waarmee alle deelnemers
vrijwillig instemmen maar veeleer verwant met het vandaag
veelbesproken pestgedrag (dat dikwijls ontstaat vanuit frustratie),
blijkt uit het werk van Markies De Sade dat sadisten meestal
maatschappelijk hooggeplaatsten zijn die zichzelf verlichte
libertijnen achten en die hun medemensen minachten en een pervers
plezier beleven aan het misbruiken van hun macht, wat zij overigens
geloven te kunnen rechtvaardigen vanuit de opvatting dat de
verdringing van verborgen drijfveren en instincten, een hypocrisie is
waarvan zijzelf dan gevrijwaard zouden blijven. (2)
Naar
aanleiding van de verkiezingen in mei 2019 maakten we reeds een
verwijzing naar de relatie tussen onze concurrentiële economie en het
sadisme die hier opnieuw heel letterlijk van toepassing is. (2) In
het in 1997 verschenen werk Das
Böse oder Das Drama der Freiheit verhaalt
de Duitse wijsgeer Rüdiger Safranski (3) over het kwaad dat
onvermijdelijk want als prijs van de vrijheid in de wereld kwam. De
poging tot een terugkeer naar de (eerlijk geachte) natuur die de (als
hypocriet bestempelde) cultuur achter zich meent te kunnen laten,
werd aangedreven door een streven naar het vermeerderen van de lust.
Edoch, de lustmaximalisatie is een in wezen mateloos
streven en waar dit zijn grenzen bereikt, tracht het zichzelf alsnog
te overtreffen door aan de eigen lust het leed toe te voegen dat men
aan derden berokkent. La
maladie du voisin reconforte, même guérit,
maar het leed van de buur maakt niet alleen gezond: het zorgt
omzeggens voor een overmaat
aan gezondheid in die zin dat het lust verschaft. In zijn bespreking
van Markies De Sade, schrijft Safranski: "De
lust is tiranniek. Hij wil geen genoegen schenken, maar zichzelf een
genoegen verschaffen. En hij kan dat genoegen intensiveren door de
ander kwaad te doen, door hem pijn te laten lijden."
(4) De kwellingen waaraan men de ander onderwerpt, veroorzaken een
heel bijzondere kitteling van de lust en inzake de lust is
mateloosheid
een principe: "Alles
is goed als het maar mateloos is".
(5) De wellust van het moorden wordt opgedreven door de moord te
herhalen in de massamoord. Maar dat delirium, aldus De Sade, slaat
uiteindelijk om in monotonie en daarom wil de lust een
(tegenstribbelend) publiek, ontheiliging en schandaal. Het kwaad is
een mogelijkheid van de vrijheid en de politieke beweging van het
liberalisme lijkt derhalve bijna gedoemd om, ook daar waar het niet
ontspoort in het libertinisme, tot het kwaad te verworden. Het
principe van de concurrentie is in wezen sadistisch omdat in de roes
van het winnen, het genot dat voortkomt uit de nederlaag van de
verliezer, niet te versmaden blijkt: de winnaar beklimt het podium en
kijkt neer op de verliezer; hij verwerft in één klap allerlei
voorrechten en het gelijkheidsbeginsel wordt als vanzelfsprekend
opgeschort; het bedrieglijke gezegde dat niet de overwinning maar de
deelname belangrijk is, is de enig resterende troostprijs voor de
loser
van wie men het normaal vindt dat hij de facto ook heel wat rechten
kwijtspeelt: in economische termen staat winst gelijk met geld en
geld zijn rechten omdat rechten zijn verworden tot marktproducten die
immers gekocht en verkocht worden. (2)
Aan
de top van de huidige concurrentiële wereldeconomie hebben de
rijkste mensen ter wereld het voor het zeggen en zoals dat nu eenmaal
met de hebzucht het geval is, wordt deze allerminst verzadigd door
bezit: naarmate het bezit toeneemt, wordt de hebzucht alleen maar
groter. Gefinancierd door de gigantische kapitalen van de grootste
olieproducenten ter wereld, volstaat zelfs een eerste plaats in de
absolute wereldtop niet om de machtshonger van de producenten van
computer hard- en software te bevredigen: zij hebben de ganse
wereldbevolking gehypnotiseerd aan het pc-scherm weten te binden maar
slechts dromend van 'nog meer' willen ze élke wereldburger 24 uur op
24, zeven dagen per week en het liefst nog voor eeuwig en drie dagen
aan het plastic schermpje kluisteren in de waanzinnige hoop dat hij
alleen nog pc-spullen consumeert. Een epidemie die mensen verhindert
om het huis nog te verlaten en die hen veroordeelt tot een leven
achter het pc-scherm is voor die lui dan ook een geschenk uit de
hemel en als het daar niet vanzelf uit nederdaalt, dan zorgt
gespecialiseerde software er wel voor dat de complete wereldbevolking
gelooft
dat dit het geval is.
In
de huidige toestand van de wereld kwelt een absolute minderheid van
sadisten ongestraft een absolute meerderheid van slachtoffers met als
reeds onafwendbare uitkomst de absolute afgrond die zo kentekenend is
voor verslaafden en waarin zij alles en allen waarmee zij in
aanraking komen, meeslepen.
(J.B.,
23 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Desiderius
Erasmus, De
lof der zotheid (ed.
A.H. Kan) (vert. Johannes Benedictus Kan). Met illustraties
van Hans Holbein de Jonge. Wereld-Bibliotheek, Amsterdam / Antwerpen
1949 (12de druk), p. 90.
(3)
Rüdiger Safranski, Das
Böse oder Das Drama der Freiheit, Carl
Hanser Verlag, München, Wenen. Nederlandse vertaling van Mark
Wildschut: Het
kwaad, Atlas en Olympus,
Amstel Uitgevers BV, 1998.
(4)R.
Safranski,
Het kwaad, Olympus,
2011, p. 164.
(5)
R. Safranski,o.c.,
pag. 165.
20-04-2020
coronavirus
coronavirus
19-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 41): Het coronaspel en het spel van de wereld
De
nieuwe pest (vervolg 41):
Het
coronaspel en het spel van de wereld
De
aard van de oorspronkelijke werkelijkheid is chaos of leegte, een
toestand zonder enig houvast, noch iets noch niets. Die toestand is
onhoudbaar en smeekt om orde. In alle mythologieën ontstaat uit de
chaos, orde doordat uit het Ene de tegenstellingen geboren worden: er
komt licht en daardoor de tegenstelling licht en duisternis. Of in
het begin is er het Woord waaruit alles voortkomt: het bevel of het
gebod, de wet die goed van kwaad onderscheidt en die de regels
bepaalt van het spel waarin de chaos getransformeerd wordt. De
werkelijkheid is in wezen een spel. In zijn Homo
ludens uit 1938 (1)
schrijft Johan Huizinga:
"Het
is al een oude gedachte die getuigt, dat bij doordenken tot den bodem
van ons kennen alle menschelijk handelen slechts een spelen schijnt.
Wie aan deze metaphysische conclusie genoeg heeft, moet dit boek niet
lezen. Mij schijnt zij geen reden, om de onderscheiding van het spel
als een eigen factor in al wat in de wereld is, te laten varen. Sinds
langen tijd ben ik steeds stelliger tot de overtuiging gekomen, dat
menschelijke beschaving opkomt en zich ontplooit in spel, als spel."
(2)
En
over de aard en betekenis van het spel als cultuurverschijnsel
schrijft Huizinga verder:
"Men
kan bijna al het abstracte loochenen: recht, schoonheid, waarheid,
goedheid, geest, God. Men kan den ernst loochenen. Het spel
niet. Maar met het spel erkent men, of men wil of niet, den geest,
(...). Het doorbreekt, reeds in de dierenwereld, de grenzen van het
physisch bestaande. Het is ten opzichte van een gedetermineerd
gedachte wereld van louter krachtwerkingen in den volsten zin des
woords een superabundans, een overtolligheid. (...) Het bestaan van
het spel bevestigt voortdurend, en in den hoogsten zin, het
supralogisch karakter van onze situatie in den kosmos. (...) Wij
spelen, en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel
redelijke wezens, want het spel is onredelijk." (3)
Deze
tijd is onmiskenbaar een kantelpunt in de geschiedenis van de
wereldcultuur. Tot op heden is de religie van cruciaal belang geweest
voor de beschaving: zij was het toonaangevende spel. Maar sinds enige
tijd lijkt het geloof te hebben afgedaan. De kerken lopen leeg als
een van de resultaten van een lange strijd. Een strijd waarin
beslecht wordt wat het spel van de nieuwe wereld zal worden. De
wetenschappen, ooit zozeer bevochten door de kerk, werden pas heilig
verklaard toen de kerk hun waarde niet langer kon loochenen.
Aanvankelijk werden zij nog ondergebracht binnen de kerk, zij het
ondergeschikt aan de theologie als hoogste vorm van kennis. Nog een
geruime tijd werd het geloof door de sciëntisten geduld maar vandaag
hebben zij zich radicaal tegen de religie gekeerd: zij verwerpen de
spelregels van Rome - zij verbieden ze. De mensen vrezen niet langer
de hel en hebben de hemel van het hiernamaals ingeruild tegen een
aards-paradijs in het hiernumaals. Het spel van de
mysteriegodsdiensten blijkt immers niet in staat om de honger te
lenigen en de pijn te verlichten. En de vermommingen, eigen aan elk
spel, wekken de lachlust: mijters en kazuifels, het onverstaanbare
Kerklatijn, de groteske gebaren en de exuberante wonderverhalen
blijken leugens die het niet langer doen in deze tijd. Een nieuw spel
dringt zich op aan het toneel van de wereld en de spelers strooien
met klinkende munt en met tastbare bewijzen het ontgoochelde publiek
van weleer nieuw zand in de ogen. Politici, economen, fysici,
fysiologen: zij steken de bisschoppen van weleer naar de kroon en
creëren een nieuw theater. Niet langer de pastoor staat aan de wieg
en aan het graf doch de dokter met zijn inentingen en verklaringen,
de staat met haar paperassen en haar rechten en de banken met hun
leuze van 'je bent wat je hebt'. Niemand kan er nog omheen hoe in
deze coronapsychose de wereldbevolking massaal gehoorzaamheid biedt
aan de WHO, de Wereld Gezondheids Organisatie, die het mensdom
met haar inentingen zal beschermen tegen de hel van de pandemieën,
terwijl met het Hoogfeest van Pasen de belangrijkste dag van het
kerkelijk jaar zonder meer van tafel wordt geveegd, genegeerd
wordt, ja, de viering wordt zowaar voor het eerst sinds haar
tweeduizendjarig bestaan verboden en niet langer het altaar van de
heilige mis staat centraal doch dat van het panel der virologen en
politici. En dat op grond van een nieuw geloofspunt dat gammel blijkt
omdat ook politici en medici niet in staat blijken om een pandemie een halt
toe te roepen. Hun dagelijkse bezweringen van het nieuwe kwaad dat
het hiernumaals bedreigt, hypnotiseren de massa's voor de
televisieschermen niet langer want de mensen worden de loze beloften
moe, zij vermoeden een bedrog, nog goedkoper en nog omvangrijker dan
het godsdienstcarrousel van destijds, met nieuwe systemen van
heropvoeding en conditionering, regeltjes die samenscholing moeten
sanctioneren, communicatie aan banden moeten leggen en met harde
straffen het nieuwe geweten van de wereld moeten vormen, dat alleen
luistert naar de wetten van het gouden kalf. Nu reeds hoort men op de
achtergrond het geruzie over patenten en remedies die al fel worden
gegeerd door een hysterische wereldbevolking, men heeft het gewis
over een gigantische miljardenbusiness. En op spelbrekerij staat
derhalve zonder enige twijfel de doodstraf. Huizinga schrijft:
"Ieder
spel heeft zijn regels. Zij bepalen, wat er binnen de tijdelijke
wereld, die het heeft afgebakend, gelden zal. De regels van een spel
zijn volstrekt bindend en onbetwijfelbaar. Paul Valéry heeft het
terloops eens gezegd, en het is een gedachte van ongemeen verre
strekking: ten opzichte van de regels van een spel is geen
scepticisme mogelijk. (...) De speler, die zich tegen de regels
verzet, of zich eraan onttrekt, is spelbreker. (...) De spelbreker is
heel iets anders dan de valsche speler. Deze laatste (...) blijft den
tooverkring van het spel in schijn erkennen. De gemeenschap van het
spel vergeeft hem zijn zonde lichter dan den spelbreker, want deze
laatste breekt hun wereld zelf. (...) Hij ontneemt aan het spel de
illusie, inlusio, letterlijk inspeling, woord zwaar van
beteekenis. Daarom moet hij vernietigd worden, want hij bedreigt het
bestaan der spelgemeenschap. (...) De spelbreker breekt hun
tooverwereld, daarom is hij laf en wordt uitgestooten. Ook in de
wereld van den hoogen ernst hebben de valsche spelers, de huichelaars
en bedriegers, het altijd gemakkelijker gehad dan de spelbrekers
(...) De club hoort bij het spel als de hoed bij het hoofd. (...) De
uitzonderlijkheid en afzonderlijkheid van het spel neemt haar
treffendsten vorm aan in het geheim, waarmee het zich gaarne omringt.
Reeds kleine kinderen verhoogen de bekoring van hun spel door er een
geheimpje van te maken. (...) Het anders-zijn en het geheim van
het spel zijn samen zichtbaar uitgedrukt in de vermomming. Hierin
wordt de ongewoonheid van het spel volkomen. De vermomde of
gemaskerde speelt een ander wezen. Hij is een ander
wezen! Kinderlijke schrik, uitgelaten vermaak, heilige ritus en
mystische verbeelding gaan in alles wat masker en vermomming is
onoplosbaar dooreen." (4)
(J.B.,
19 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Eigenlijk sinds 1903 en vooral in zijn oratio uit 1933: "Over
de grenzen van spel en ernst in de cultuur" (Haarlem,
Tjeenk Willink, 1933. [Verzamelde werken V, p. 3 vg.]).
(2)
Johan Huizinga, Homo ludens. Proeve eener bepaling van het
spel-element der cultuur, pp.
26. [In: Johan Huizinga, Verzamelde werken V.
Cultuurgeschiedenis III (ed. L. Brummel et al.). H.D. Tjeenk
Willink & Zoon N.V., Haarlem 1950, p. 26-246.]
(3)
Johan Huizinga, o.c., pp. 31.
(4)
Johan Huizinga, o.c., pp. 40-41.
18-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 40): Coronaconditionering (deel 2)
De
nieuwe pest (vervolg 40):
Coronaconditionering
(deel 2: de zombiefabriek)
-
Wie we daar hebben, Omsk Van Togenbirger en met de fiets! Dat komt
goed uit want ons gesprek van aan het warenhuis was nog niet ten
einde: kom gauw binnen!
OVT:
Dat zal moeilijk zijn, ik heb namelijk geen contanten op zak en ze
rijden rond... tienduizend frank is een smak geld...
-
Laten we dan hier op straat... daar staat een bank, misschien kunnen
we daar even gaan zitten?
OVT:
Ook verboden, mijn beste! De nieuwe wetten... enfin wetten... het
zijn regels, een soort noodregels... al kunnen die intussen al weer
veranderd zijn...
-
Zou dat lukken, wandelen en praten?
OVT:
Beslist, als u tenminste geen bezwaar hebt dat de mensen in de buurt
meeluisteren...
-
Wat we vertellen mag toch gehoord worden?
OVT:
Wel, zo heel zeker ben ik daar nu niet meer van, het kon immers
geïnterpreteerd worden als genocide wanneer wij bijvoorbeeld onze
ongerustheid omtrent die regels in ons gesprek tot uiting zouden
brengen... Het gaat om de volksgezondheid, herinner u: de klinieken
liggen vol, de mensen vallen zoals de vliegen en wat zijn de nieuwe
kleren van de keizer mooi! Wie de zin van de nieuwe regels betwisten
of wie ze verkeerd interpreteren...
-
Maar ze kunnen ons toch niet verbieden om te praten?
OVT:
Dat lijkt mij nog zo zeker niet, mijn beste: een dokter vertelde mij
onlangs dat bij het praten speekseldeeltjes tot drie meter ver in het
rond vliegen en mondmaskers voor iedereen zijn na vier maanden
coronapest nog steeds niet voorradig! Kijk, toen ik hier zopas de
straat indraaide, botste ik bijna tegen een drone
aan, ik vertraagde om een bananenschil te ontwijken en hoorde vanuit
het tuig een stem roepen: "Doorrijden in coronatijden! Met
anderhalve meter wordt het leven beter! Bezint voor ge aan de rit
begint!"
-
Warempel: god ziet u, hier vloekt men niet...
OVT:
Het doet mij een beetje denken aan de kloosterregel van weleer:
numquam
duo seper tres:
men mag zich nooit met z'n tweeën ophouden, men moet altijd in het
bijzijn van een derde zijn! Dit is het einde van de privacy. Het
lijkt wel alsof de wereld veranderd is in een reusachtig klooster.
Maar waar waren we met ons gesprek beland?
-
Bij de vraag of het allemaal opgezet spel is.
OVT:
Juist, ja. Wel, ik las deze morgen in de plastieken gazet dat we in
de zomer dan toch naar zee mogen... of eigenlijk... moéten we naar
zee... want tenslotte moet elk zijn bijdrage leveren aan de economie
en ook aan de toeristische sector want de eigenaars van hotels,
restaurants en cafés worden wel heel erg getroffen. We moeten
solidair blijven...
-
Maar is dat allemaal opgezet spel?
OVT:
Wel, het gaat om een griep zoals een andere maar het virus wordt
opgeblazen, er wordt een psychose gefabriceerd en de massa
gehoorzaamt de autoriteiten, ook als zij onzin vertellen en dan geeft
men nog veeleer gehoor aan de onzin dan aan redelijke zaken want over
redelijke zaken valt te redetwisten, over onzin helemaal niet meer.
Maar als het slechts
onzin
was, dan kwamen we er nog goedkoop van af!
-
Is het dan erger dan onzin?
OVT:
Wel, oordeel zelf maar: in de kranten staat te lezen dat de uitbaters
aan de kust medelijden gekregen hebben met 'de mensen'. 'De mensen'
willen komen genieten aan het strand, jodium opdoen en dies meer, zo
staat het er, en "wij
willen hun dat geven",
zo zeggen het de plaatselijke politici, begrijpt u? Als wij mogen
gaan wandelen in het witte zand van de grote zee, dan zullen wij dat
te danken hebben aan onze politici! En laten we hier even bij
stilstaan om onze dank te uiten: dank u, beste politici! Dank u voor
de sun
up in the sky! Dank
u voor de wereldzeeën en voor de mooie bloemen! Dank u, beste
politici voor die prachtige natuur! Hoe gul zijn jullie toch! En wij
die dachten, nu god dood is, dat wij geen dank meer konden zeggen!
Applaus, dames en heren, voor onze politici!
-
Maar er staat nog iets bij, ik las ook dat onze politici eraan toe
voegden: "Houdt uw manieren!" En is dat niet vreemd? Want
wat bedoelen ze dan wel?
OVT:
Houdt afstand, natuurlijk! En koester vooral geen geheimen! Als u wat
te zeggen hebt, bazuin het dan luidkeels rond zodat iedereen het
horen kan, dan toont u meteen dat u helemaal niets te verbergen hebt
voor de overheid, begrijpt u?
-
Het doet mij denken aan de preutse protestantse Nederlanders die
toentertijd des avonds de gordijnen voor hun ramen moesten open laten
om zich bij de goegemeente buiten verdenking te kunnen stellen.
OVT:
Wel, maar deze keer wordt het kennelijk nog erger!
-
Hoe zou het dan nog erger kunnen!?
OVT:
Hand in hand op het strand? Vergeet het! Dat wordt romantiek op
anderhalve meter, coronaromantiek zullen we maar zeggen, romantiek
waar iedereen kan van meegenieten en is dat niet solidair? We wisten
al dat geheime liefdesbrieven niet meer mogelijk zijn, het
briefgeheim bestaat alleen nog op papier nu wij per e-mail
corresponderen, maar iemand dingen in het oor fluisteren is voortaan
een peperdure zaak! En dan hebben we het er nog niet over gehad wat
mensen moeten gaan doen die geen centen hebben om te trouwen, om een
huis te kopen en zich daarin officieel te gaan vestigen, want dat
zijn als ik mij niet vergis de stilzwijgende voorwaarden geworden
waarop men met iemand onder hetzelfde dak kan schuilgaan; in alle
andere gevallen kan men verwachten dat een gloednieuwe Gestapo met de
deur in huis valt met arrestatiebevelen, ik vraag mij af of ze de
mensen nu ook meenemen naar de werkkampen... Werkstraffen, zo heet
dat nu, of vergis ik me daarin?
-
Nu gij het zegt... Maar wie heeft dat uitgevonden? Mensen die niet
goed snik zijn? Kwaadaardig? Ofwel de twee?
OVT:
Ze weten heel goed wat ze doen, mijn beste, en ik zal u ook uitleggen
waarom. Weet ge, in de ouderwetse psychologie geloofde men nog in het
bestaan van een ziel, het was de tijd van het essentialisme, een
onverstand vanjewelste. Er was dus de ziel, binnenin onszelf, en dan
waren er ook de zogenaamde uitingen van de ziel, de expressies. Een
vreugdevolle ziel zet aan tot dansen, een droeve ziel doet het
lichaam wenen, ziet u?
-
Maar zo is het niet?
OVT:
Uiteraard niet, dat is lang voorbijgestreefd. Men wendde een
gelijkaardig verhaaltje voor inzake het geweten: mensen hebben
binnenin een door god gegeven geweten dat zij moeten volgen en het is
vanuit dat geweten dat het besef van goed en kwaad voortkomt, het
geweten zegt ons wat wij moeten doen.
-
Onzin?
OVT:
Het is de wet die voorschrijft wat wij moeten doen, de wet! de
natuurwet schrijft de dieren voor wat te doen, tenzij ze
gedomesticeerd zijn. De maatschappelijke wetten bepalen het menselijk
gedrag. En wat wij het geweten noemen, zijn de geïnterioriseerde
wetten! Wij doen wat de wetten voorschrijven omdat wij dan beloond
worden voor ons gedrag en wij onthouden ons van door de wetten
verboden handelingen omdat die bestraft worden, punt uit. Als de
wetten veranderen, verandert ons geweten mee!
-
Een voorbeeld?
OVT:
Vroeger zette de pastoor zijn parochianen ertoe aan om veel kinderen
te kopen: gaat en vermenigvuldigt u! Overigens een misinterpretatie
van die evangelische woorden want het gaat daar om de
vermenigvuldiging der christenen. Maar goed, het was goed om veel
kinderen te kopen en kinderloze paren werden een beetje scheef
bekeken. Maar vandaag zegt de paus dat mensen niet moeten kweken
zoals konijnen. Ja, dat zijn letterlijk zijn woorden en ze zijn
hooguit een paar jaar oud. Nu worden mensen bijna voor misdadigers
gehouden als ze tien kinderen hebben. Er zijn overigens ook
moraalfilosofen die willen dat mensen met grote gezinnen beboet
worden!
-
Het geweten is dus een constructie?
OVT:
Voor een groot stuk, inderdaad. En ook de ziel is dat. Er is dus niet
een ziel met haar expressies. Er is niet eerst de blijheid en dan de
dans die deze blijheid uitdrukt, al kan dat voor een deel wel zo
zijn. Maar in de regel gaat de dans aan de blijheid vooraf, zo weet
men nu: dansen maakt blij. En de uitleg is bijzonder simpel: dansen
is bewegen, beweging wekt het lichaam op en als men dan het
begeleidende gevoel de ziel noemt, is het duidelijk dat het dansen
niet de uitdrukking is van de blijheid maar de oorzaak! De blijheid
is het resultaat van het dansen. Dansen maakt blij.
-
Maar wat wilt u daarmee zeggen?
OVT:
Heel eenvoudig, dat het aan banden leggen van de expressies van een
mens, zijn ziel onderdrukt en uiteindelijk doodt.
-
Is dat dan zo?
OVT:
Dat staat wetenschappelijk vast! En wat doet men nu met die nieuwe
wetten?
-
Men maakt een nieuw geweten?
OVT:
Men onderdrukt de expressies van alle
mensen,
wereldwijd! Weet u wat dat betekent? Men transformeert het mensdom
tot een kolonie van zombies!
-
En dat is nu aan de gang?
OVT:
Maar
kijk dat eens aan, hier staat het, lees dit een keer! Heb ik het niet
gezegd! Ja, lees maar luidop voor!
-
"Een nieuw wetenschappelijk onderzoek bewijst dat spreken het
coronavirus doet verspreiden..."
OVT:
Kijk
dat eens aan: een nieuw wetenschappelijk onderzoek! En niet aan de
eerste de beste universiteit!
-
Ssst!
OVT:
Hemeltje, drones! Een hele zwerm!
(J.B.,
18 april 2020)
17-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 39): Coronaconditionering
De
nieuwe pest (vervolg 39):
Coronaconditionering
Conditioneren
doet men door de band met dieren, niet met mensen, tenzij daar heel
goede redenen voor zijn, zoals gezondheid. Maar wat wanneer blijkt
dat gezondheid een drogredenen is? We liepen geheel onverwacht Omsk
Van Togenbirger tegen het lijf.
-
Omsk Van Togenbirger, we bevinden ons bij deze toevallige ontmoeting
als buren in de lange en kennelijk sprakeloze wachtrij voor het
voedingswarenhuis. We zijn nu een paar weken verder en in deze
coronacrisis doet zich een bijzonder probleem voor, een probleem van
geloofwaardigheid: steeds meer mensen haken af en de autoriteiten
reageren met het uitschrijven van fikse boetes, werk- en
gevangenisstraffen, dwangmaatregelen dus. Wat is er aan de hand?
OVT:
De situatie is niet onherkenbaar: een halve eeuw geleden zag men dit
ook: een massa mensen die zich gedragen zoals een kudde schapen. Hebt
u ooit nog gehoord van de zondagsmis?
-
Toch wel, ja...
OVT:
Ja, maar ik bedoel: de verplichte zondagsmis?
-
Verplicht?
OVT:
Wel, vandaag liggen de kerken er al een tijdje verlaten bij maar ooit
was dat heel anders. De mensen woonden in massa de mis bij, net alsof
zij allemaal geloofden in dat enige ware geloof uit Rome.
-
Geloofden zij dan niet?
OVT:
Niet het geloof was de reden waarom zij elke zondag de mis
bijwoonden: de echte reden was dat zij hun goede naam riskeerden als
zij afhaakten, of zelfs hun job.
-
Zij deden alsof zij geloofden?
OVT:
Uiteraard. U weet toch wat men verwachtte van de gelovigen? De
geloofspunten waren ronduit absurd. U hebt toch nog gehoord van de
onbevlekte ontvangenis, de hemelvaart, de afdaling ter helle, de
verrijzenis, de nederdaling van de heilige geest? Denkt u dat een
zinnig mens dit kan geloven? Men deed inderdaad alsof want er stond
heel wat op het spel natuurlijk!
-
Werden de mensen dan gedwongen om naar de mis te gaan?
OVT:
Zij werden geconditioneerd! Niemand kan gedwongen worden om onzin te
geloven maar de mensen kunnen uiteraard wel gedwongen worden om een
geloof te belijden
en dat is iets heel anders. Men beweert
dan dat men gelooft en men gaat naar de mis, men groet de pastoor,
men laat zijn kinderen dopen en men doet dit alles omdat men denkt
dat het toch niet veel kwaad kan terwijl het wel rampzalige gevolgen
had om voor zijn mening uit te komen en om te zeggen dat men het
allemaal onzin vindt. Maar hypocrisie is kortzichtig opportunisme en
dat is uiteindelijk nog veel rampzaliger!
-
Hoezo?
OVT:
Als iedereen doet alsof, gaat een leugen beslag leggen op de
maatschappelijke werkelijkheid en het is bij de gratie van die leugen
dat enkelingen regeren. Eenmaal de leugen door iedereen beleden
wordt, ook als elkeen voor zichzelf beseft dat het om een leugen
gaat, verwerft zij als het ware rechten.
-
De leugen verwerft rechten?
OVT:
Inderdaad. En dat betekent dat de rechtspraak voortaan geschiedt op
grond van leugens en door leugenaars. Wie durfde te beweren dat de
paus van Rome een leugenaar was, werd door het instituut dat de
leugens in stand hield, gestraft. Men kreeg een blaam, men werd
uitgescholden voor 'ketter', men werd sociaal uitgesloten, men
verloor zijn job en in vroeger tijden was er ook nog de
boekverbranding, er was de index en menigeen belandde op de
brandstapel. Vandaag schrijf men fikse boetes uit, met hetzelfde
effect.
-
Men wordt geconditioneerd om de leugen in stand te houden?
OVT:
De leugen en mét de leugen het gezag van de leugenaars. De mensen
worden gestraft wanneer ze de rede volgden. Niets nieuws onder de
zon.
-
Maar conditionering is uiteraard bijzonder beledigend voor mensen...
OVT:
Ja, dat getuigt van minachting. Conditioneren doet men met
circusdieren. Probeert men mensen te conditioneren dan gaat men ervan
uit dat zij niet in staat zijn tot begrip, men houdt hun met andere
woorden voor apen.
-
Tenzij zeer belangrijke zaken op het spel staan, zoals gezondheid?
OVT:
Wel, dat is hier nu eenmaal niét het geval en dat begint men ook te
zien: dit virus maakt niet meer doden dan de gewone jaarlijkse griep
en de aanpak is op elk vlak bijzonder lamentabel, zowel specialisten
als politici maken zich nu ronduit belachelijk. Maar het ergste is
dat dit wereldwijde carnaval met mondmaskers al heel binnenkort
bijzonder rampzalige gevolgen zal hebben. Wij staan nu in de rij voor
voedsel maar er zijn al gebieden waar het voedsel schaars is en waar
warenhuizen geplunderd worden door een hongerige massa. Eerst
warenhuizen, dan huizen en mensen. Dat wil zeggen een burgeroorlog,
morgen al. En dan: staat van beleg en dictatuur met alles erop en
eraan. En de conditionering zal dan absoluut zijn.
-
Maar werd dit alles dan bewust op touw gezet?
OVT:
Dat vertel ik u een volgende keer, maar neem nu snel uw
gedesinfecteerde karretje, het is uw beurt! En niet ademen!
-
Tot kijk!
(J.B.,
17 april 2020)
14-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 38): Corona en het casino
De
nieuwe pest (vervolg 38):
Corona
en het casino
In
1927 publiceerde de Duitse natuurkundige Werner Heisenberg
(1901-1976) een tekst over de natuurkunde van de kleine deeltjes
waarin beschreven wordt dat er onvergelijkbare paren van grootheden
bestaan (grootheden die elk tot een heel andere wereld met eigen
maatstaven behoren) waarbij, als men die grootheden onderling
vergelijkt, blijkt dat naarmate men de ene exacter beschrijft, de
andere steeds verder aan de greep ontsnapt en omgekeerd. In de
natuurkunde zijn zulke paren bijvoorbeeld tijd en energie of plaats
en impuls. Maar in een zeer brede interpretatie kan men dit principe
uiteraard ook terugvinden in de werkelijkheid van alledag en in de
filosofie. Zo zijn vorm en materie onderling onafscheidelijk omdat er
geen vorm bestaat zonder materie en geen materie zonder vorm terwijl
de twee toch elk tot een andere wereld behoren en derhalve onderling
onvergelijkbaar zijn: van een ding kan de massa gewogen worden maar
de vorm niet. En misschien geldt ook dat lichaam en geest twee
onvergelijkbare grootheden zijn: in dat geval kan het ene niet uit
het andere worden afgeleid en vertroebelt het ene naarmate men het
andere duidelijker in beeld tracht te brengen. Het gaat hier in feite
om een fundamenteel probleem in de filosofie, de
subject-objectspanning: staart men zich blind op het (geestelijke)
subject dan lijkt het (materiële) object gereduceerd te worden tot
een loutere voorstelling ervan, een gedachte of een geest; staart men
zich daarentegen blind op het (materiële) object, dan neigt men
ertoe om ook het (geestelijke) subject te beschrijven als een
bijzonder object (het materiële brein) en uiteindelijk moet men
besluiten dat de waarheid onbepaald blijft of tenminste onbekend,
zoals reeds de filosoof Immanuel Kant wist.
Onbepaaldheid
lijkt tenslotte het karakter te zijn van de werkelijkheid als
zodanig. Maar in dat licht valt het dan uiteraard ook helemaal niet
meer te bepalen of een toestand waarin de wereld verkeert, al dan
niet 'echt' is. De geschiedenis is immers nooit ten einde totdat het
einde zelf er is en daarom ook blijft de waarheidswaarde van
uitspraken over de werkelijkheid noodzakelijk onbeslist. Een
beschrijving van de dingen kan pas waarachtig zijn waar zij gebeurt
in het licht van de Omega - welke zelf een onbekend streefdoel blijft
totdat het bereikt werd - waarna het uiteraard verdwijnt.
(Massa)psychose
is mogelijk precies omdat zekerheid onmogelijk is en zekerheid is ook
niet wenselijk omdat zij stagnerend werkt en uiteindelijk
leugenachtig is want in strijd met de levende (en derhalve altijd
veranderende) realiteit. Omdat de werkelijkheid nooit simpel is, kan
ook nooit definitief uitsluitsel gegeven worden omtrent de
werkelijkheidswaarde van verschijnselen, daden, gebeurtenissen,
processen of theorieën. Op dit gegeven berust ook de macht van
overtuigingen en religies: wat verkondigd wordt, bevat een onbekende
factor, het houdt een belofte en een dreiging in, het is niet
controleerbaar, het zou
wel eens waar kunnen zijn maar voor hetzelfde geld is het bedrog, het
maakt vertrouwen noodzakelijk en tegelijk onmogelijk.
De
corona-crisis is een onbekend proces en derhalve een zaak waarvan het
einde niet in zicht is. Alles wat erover gezegd wordt, kan morgen al
herroepen worden, vergissingen zijn per definitie schering en inslag,
experten ter zake bestaan in feite niet en maatregelen kunnen goed
bedoeld zijn maar tegelijk zouden die wel eens tegendoelmatig kunnen
blijken, zodat elk handelen met betrekking tot ons lot in feite niets
meer voorstelt dan gokken. De mensheid bevindt zich vandaag in een
goktent en wordt verplicht te gaan spelen omdat de ganse wereld is
getransformeerd tot een casino met alleen nog gokautomaten. Maar
misschien is dat ook de ware gedaante van de wereld waarop tenslotte
niemand minder dan Lucifer aanspraak maakte in het bijzijn van de
Schepper zelf. (1)
(J.B.,
14 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Zie: Mattheüs
4:8-10.
De nieuwe pest (vervolg 37): Verblinding
De nieuwe pest (vervolg 37):
Verblinding
OVT: "Hoe krijgen we ze weer in het gareel? That's the question."
"Massahysterie
(...) is een
fenomeen (...) waarbij collectieve denkbeelden of dreigingen, zowel
echt als fictief, door een groep wordt gestuurd als resultaat van
geruchten en angst. (...) In veel gevallen maakt aandacht van de
media de hysterie erger.
Een vaak voorkomend type van
massahysterie treedt op wanneer een groep mensen denkt te lijden aan
dezelfde ziekte of aandoening zonder duidelijke reden. Voor de
aandoening is geen medische verklaring te vinden. Normale gezonde
mensen kunnen worden meegesleurd in deze denkbeelden door de groep.
(...)
De echte paniek bij
massahysterie ontstaat doordat een groep mensen het gevoel krijgt de
controle over een situatie te verliezen. In de massasituatie is de
individuele persoon lichtgeloviger en ook vatbaar voor propaganda en
massapsychoses. Dat heeft tot gevolg dat de massa vaak blind achter
een leider aanloopt. (...)" (1)
Zoals
hoger gezegd, blijkt in weerwil van de oude personalistische
opvattingen over de vrije wil, een onpersoonlijke wil alom werkzaam:
gassen willen
zich verspreiden, water zoekt
de diepte, licht breekt
zodanig dat zijn voortplanting minimaal gehinderd wordt, massa's
trekken
elkaar aan,
de kompasnaald zoekt
het
noorden, lichamen willen
hun
traagheid handhaven, virussen contamineren cellen omdat ze zich
willen
voortplanten,
levende organismen streven
naar evenwicht en de soort wil
overleven.
En wat hiervan gedacht:
"In
voedselarme tijden baren vrouwen meer meisjes dan jongens (...). Het
steunt de hypothese dat diersoorten, en dus de mens, het geslacht van
hun jongen aanpassen aan de omstandigheden. Bij ondervoeding planten
mannetjes zich minder makkelijk voort dan wijfjes, zodat een
populatie er baat bij heeft vrouwelijk nageslacht te bevoordelen. Hoe
dat gaat, is onbekend."
(1) En hiermee zijn we beland bij het volgende hoofdstuk in de
geschiedenis van elke epidemie: de honger.
Van
de bijna acht miljard aardbewoners lijden vandaag een miljard mensen
honger en dagelijks sterven vierentwintigduizend mensen van honger
waarvan 90 percent sterft door chronische ondervoeding en 10 percent
door acuut voedseltekort. (2) Op de wereldkaart is de hongersnood het
grootst in het zuidelijke deel van de wereld en dan vooral in Afrika,
In India en buurlanden maar ook nog in Jemen, Noord-Korea en
Mongolië. (3) En uitgerekend dat zijn ook de gebieden waar het
geboortecijfer het hoogste is. (4) Maar daaruit besluiten dat de
honger daar veroorzaakt wordt door overbevolking, is fout: honger is
daar waar onrecht heerst en waar geen sociale zekerheid bestaat: het
kroost verzekert er de oude dag.
In
de jongste vijftig jaar werden naast Nood-Korea en Bihar in Indië
vooral Afrikaanse landen getroffen door de honger: Biafra, de Sahel,
Ethiopië en de Hoorn van Afrika, Somalië, Zuid-Soedan, Zimbabwe,
Darfoer, Niger, Noordoost-Nigeria en Jemen. De laatste Russische
hongersnood, in de Oekraïne, de 'holodomor' met zeven miljoen doden,
dateert van 1933 en in China vielen in 1928-1929 nog tien miljoen
hongerdoden. Maar ook West-Europa kende tijden van grote hongersnood.
In
1815 was er de grootste gekende vulkaanuitbarsting in de
geschiedenis, meer bepaald op het eiland Soembawa in Indonesië: de
Tambora barstte uit met zo'n klap dat een derde van de 4200 meter
hoge berg eraf ging, wat tot 2500 km ver te horen was. (6) De hemel
verduisterde en het werd koud voor lange tijd: 1816 werd een jaar
zonder zomer en de oogsten mislukten. Er kwamen misoogsten,
voedseltekort, relletjes en plunderingen. Tweehonderdduizend
Europeanen kwamen om. Velen emigreerden naar de VS. (7)
In
de 19de eeuw kende Europa nog twee keer hongersnood: in 1845-1849
mislukte de aardappeloogst in Ierland waar 1,5 miljoen mensen
stierven en velen emigreerden naar de VS en in 1866-1868 kende
Finland honger. In de 20ste eeuw sloeg de honger in Europa nog vier
keer toe: de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gaf aanleiding tot
voedselrellen, in 1923-1924 was er honger in Duitsland, op het einde
van de Tweede Wereldoorlog was er de hongerwinter van 1944-1945 in
Nederland en na de oorlog de hongerwinter van 1946-1947 in Duitsland.
(2)
Maar
ook in de eenentwintigste eeuw kent Europa honger, meer bepaald in
zijn vierde wereld: bijvoorbeeld zowat de helft van de
tachtigplussers die hetzij in ziekenhuizen verblijven hetzij in
zorginstellingen kampen met ondervoeding (tegenover tien percent van
de thuiswonende tachtigplussers). (2)
Wanneer
naar aanleiding van de coronacrisis in een televisie-uitzending van
14 maart 2020 premier Wilmès vanuit de voedselvoorraadschuren aan de
Belgische bevolking vertelt dat 'binnen twee maanden' alle voedsel op
zal zijn, dan weten we vandaag met Pasen dat er nog welgeteld één
maand te gaan is. Kennelijk realiseert ook de premier zich niet wat
dat betekent (zij behoort tot een generatie die nooit honger heeft
gehad) want anders had zij hierover beslist haar mond gehouden. Maar
er leven nog Belgen buiten de tehuizen die ooit zelf honger hebben
gehad en zij proberen alle anderen te waarschuwen dat het niet gaat
om een abstract gegeven maar om een gedaante van de dood die in ons
land niet een paar duizend slachtoffers zal maken zoals haar zus
Corona maar een paar honderdduizend of zelfs meer. Dat net zoals de
pandemie, de voedselschaarste wereldwijd zal toeslaan, is nu reeds
een zekerheid en dat honger vergezeld gaat met rellen is een
historisch gegeven. Wij hebben nog een maand te gaan. Een mens kan
zowat vijftig dagen overleven zonder voedsel en drie dagen zonder
water. Alleen een groot mirakel is nog in staat om de nachtmerrie af
te wenden.
Over
het klassieke denken in termen van oorzakelijkheid schreef de grote
Schotse filosoof David Hume dat causaliteit in feite te herleiden is
tot de 'wet der gewoonte'. Als het regent, wordt de straat nat, zo
hebben wij altijd al ervaren, en daaruit besluiten wij dat de regen
het nat worden van de straat veroorzaakt. Wij zijn eraan gewend
geraakt dat het tweede op het eerste volgt en daaruit besluiten wij
dat het eerste, het tweede veroorzaakt
terwijl
het enige wat we ervan weten, is, dat het erop volgt.
We redeneren primitief, we zoeken een (boze) geest achter een banaal
feit, we induceren een 'oorzaak', we veralgemenen, we zondigen tegen
de elementaire logica.
Wie
geloven dat achter elk kwaad een kwaad opzet zit ofwel een dader,
steunen daarbij op de eigen ervaring dat men aan anderen kwaad kan
berokkenen, maar zij projecteren het morele op het natuurlijke, zoals
ook de primitieven doen waar zij onweer, tegenslag, ziekte en dood
toeschrijven aan boze geesten en aan goden. Alvast wie geloven in het
bestaan van de vrije wil, beweren dat men inzake schade onderscheid
moet maken tussen als zodanig door iemand bedoeld nadeel en schade
ingevolge gebeurtenissen die op generlei wijze doelen kunnen stellen.
Of
een epidemie of een pandemie het opzet koestert om de menselijke
bevolking op aarde uit te dunnen, is in dit licht een helemaal niet
zo makkelijk te beantwoorden vraag. Als bijvoorbeeld de Chinezen, de
Amerikanen of ISIS achter de pandemie zitten, is er, althans volgens
de gelovers in de vrije wil, inderdaad kwaad opzet in het spel en zij
veroordelen wie geloven dat hier bijvoorbeeld Gaia aan het werk is om
de overbevolking te bestrijden of te bestraffen. Nochtans bestaat er
zoiets als een onpersoonlijke bedoeling of althans geloven wij die in
bepaalde gebeurtenissen te herkennen.
In
levende organismen waarvan we niet kunnen zeggen dat ze een persoon
zijn, is een homeostase werkzaam, een streven
naar evenwicht. Over gassen, die toch ook geen personen zijn, zeggen
wij dat zij ernaar streven
om zich in de ruimte te verspreiden, water zoekt
het diepste punt, licht breekt
op die manier dat het zo weinig mogelijk hinder ervaart van het
midden waar het doorheen moet, massa's trekken
elkaar aan,
eenparig bewegende lichamen willen
hun
beweging handhaven en virussen dringen in onze cellen naar binnen
omdat ze zich willen
voortplanten.
Alle dingen lijken in staat te zijn om te willen maar David Hume
indachtig moet men hier opmerken dat wijzelf het zijn die deze wil in
de dingen leggen, zoals we ook oorzaken in gebeurtenissen
projecteren. Maar wat dan gezegd van onze eigen
wil?
Geldt
wat wij over al het andere zeggen dan ook niet voor onszelf? Is ook
onze eigen wil niet een illusie zoals sommige hedendaagse
onderzoekers beweren op grond van de vaststelling dat wij reeds
onbewust beslist hebben om een bepaalde beweging te maken op het
ogenblik dat het in onze gedachten komt om dit te doen?
Een
pandemie wil helemaal niets, het zijn wijzelf die aan de pandemie een
wil toekennen. En toch kunnen wij niet ontkennen dat de pandemie een
zekere richting uitgaat alsof
zij een bedoeling had, net zoals de steen, het water en het levend
organisme.
Als
wij de bewering van David Hume ernstig nemen, dat er geen causaliteit
bestaat doch slechts de wet der gewoonte, en daaruit volgend, dat ook
de wil slechts een projectie is, dan blijkt elk verschil weg te
vallen tussen de menselijke vrije wil en die van stenen, water,
virussen of naar homeostase strevende organismen. Of andersom: als
wij over onszelf alsnog beweren dat we iets kunnen willen, dan mogen
wij dat ook zeggen over stenen, water en een virus. En dan mogen we
ook zeggen dat een pandemie een wil heeft. Derhalve is de volgende
vraag terecht: wat wil een pandemie?
Ongeveer
een eeuw geleden ontstond een nu al geruime tijd op het achterplan
geraakte wetenschap genaamd dieptepsychologie bij voornamelijk Jung,
Adler en Freud. Meer bepaald Carl Gustav Jung ontdekte het zogenaamde
collectief onbewuste met de archetypen, de legenden en de mythen die
de ziel van een cultuur uitmaken en die in een heel bijzondere
relatie staan tot onze zogenaamde rationele kennis. Ware het nu te
ver gezocht indien men inzake het verloop van epidemieën zou wijzen op
de mogelijke betekenissen met betrekking tot de levenscyclus van
legendarische vampieren in wie deze ziekten als het ware
verpersoonlijkt worden? Hoe dan ook was het de ervaring van vele
millennia welke vorm gaf aan de inhoud van de betrokken legenden
terwijl wetenschap per definitie kennis is die uit de ervaring stamt,
opgedaan doorheen de eeuwen in de echte wereld of, waar die niet
voorhanden was, in de namaakwerelden van de laboratoria.
Het
is niet helemaal exact wat we hier vertellen maar laten wij eens
aannemen dat vampieren, net zoals virussen, ontstaan noch vergaan:
zij staan daarentegen op geregelde tijdstippen op uit een schijndood
om zich te vernieuwen, om zich voort te planten, wat zij doen door
zich te bezatten aan het bloed van hun onvrijwillige gastheren op wie
zij parasiteren. Een virus is altijd een gans legioen, nochtans onder
het bevel van een enkele 'geest' die, zoals verpersoonlijkt in de
bijen- of een mierenkoningin, de hele zwerm coördineert en die
bepaalt wanneer het ogenblik gekomen is om toe te slaan of om zich
weer terug te trekken. In de middeleeuwen werd het ophouden van de
pest in Gent toegeschreven aan de heilig Macharius en of het daar om
een wonder ging, is voor discussie vatbaar maar alvast bleek de pest
zich in een mum van tijd teruggetrokken te hebben, even plotseling
als ze verschenen was.
Tegen
de aanval van een bacil of van een virus is geen kruid gewassen en
waar men zich alsnog beschermt door deze boosdoeners om de tuin te
leiden, vinden zij er alras iets op en dan zeggen wij dat zij
resistent geworden zijn, dat zij zich gemuteerd hebben of dat zij
zich onderling tot nieuwe en krachtiger vormen hebben verbonden. Net
zoals vampieren overbruggen virussen grote afstanden wereldwijd en in
geen tijd; muren, gebergten of zeeën vormen geen obstakels voor hun
zwerftochten en net zoals de mensen dat doen met hun vee, slachten
zij hele bevolkingen af om zich te voeden en te vernieuwen tot de
verzadiging is ingetreden en zij weer verdwijnen - voor een
onbepaalde tijd. Meer weet men daar kennelijk nog niet over en
vandaar weze het herhaald wat Ivan Illich er in 1975 over zegde:
"Een
bestudering van de evolutie van ziektepatronen levert als bewijs op
dat artsen in de laatste honderd jaar epidemieën niet sterker
beïnvloed hebben dan priesters in vroeger tijden. Epidemieën kwamen
en gingen, door beiden verwenst, maar door geen van beiden beïnvloed.
Ze zijn even ongevoelig voor de rituelen die in medische klinieken
uitgevoerd worden, als voor die welke bij religieuze altaren
gebruikelijk waren. Het is wellicht nuttig een bespreking van de
toekomst van de gezondheidszorg met de erkenning van dit feit te
beginnen."
(1)
(J.B.,
Pasen 2020)
Verwijzingen: (1)
Ivan Illich, Grenzen
aan de geneeskunde. Het medisch bedrijf - een bedreiging voor de
gezondheid? Het
Wereldvenster, Baarn 1978, p. 21. (Oorspronkelijke titel en uitgave:
Medical
Nemesis - The Expropriation of Health,
Marion Boyars, Londen 1975).
10-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 34): Ivan Illich over Intensive Care: invaliderende afhankelijkheid is de moderne armoede
De
nieuwe pest (vervolg 34):
Ivan
Illich over Intensive Care: invaliderende afhankelijkheid is de
moderne armoede
"Het
beeld van een natuurlijke dood",
zo schrijft Ivan Illich, "een
dood die komt onder medische zorg en ons in goede gezondheid en op
hoge leeftijd treft, is een vrij recent ideaal. (...) De geschiedenis
van de natuurlijke dood is de geschiedenis van de medicalisering van
de strijd tegen de dood." (1)
In de vroege middeleeuwen dansten de (heidense) levenden op het
kerkhof met de doden in het teken van de vreugde van de hernieuwing
van het leven. Met Elckerlyc verzelfstandigt de dood als één van de
vier 'uytersten van den mensch' (zijnde: de dood, het oordeel, de hel
en de hemelse glorie). Dan komt de burgerlijke dood: wie rijk zijn,
betalen om de dood op afstand te houden tot helemaal op het einde van
een gezond en actief leven en in dezelfde beweging wordt bij de
bourgeoisie het ideaal van de 'jeugd' in het leven geroepen en de
vermaledijde 'oude snoeper' van weleer (de rijke oudere man met zijn
jonge maîtresse) wordt voortaan benijd. Dan verandert de dood die
eerst Gods roep was, dan een natuurlijke gebeurtenis, een
natuurkracht en een ontijdige gebeurtenis, in "het
resultaat van specifieke ziekten die door de dokter werden
vastgesteld." (2)
De mythe ontstaat dat de dokter macht heeft over de dood en dat
bepaalt dan ook zijn status. De plattelandsdokter van de middenklasse
die hem goed kon betalen, stamt af van de vroegere legerarts: brute
en door elkeen gewantrouwde heelmeesters die "dank
zij hun reputatie onder veteranen van de napoleontische oorlogen,
patiënten kregen."
(3) Dan kwam het recht op medische verzorging van de wieg tot het
graf en was het (volledige gemedicaliseerde) ideaal de natuurlijke
dood (in tegenstelling tot de abnormale dood ingevolge ziekte, geweld
of allerlei stoornissen) een plicht van de samenleving tegenover elke
burger. Om de natuurlijkheid van de dood te verzekeren moet er een
dokter aan het sterfbed staan. Het recht werd een plicht: de dwang
van 'iedereen levenslang patiënt'. Waar iemand voortijdig sterft,
wordt een heksenjacht geopend naar "iemand
(...) die een medische ingreep op onverantwoordelijke wijze heeft
uitgesteld of verhinderd."
(4) En tenslotte is er "de
dood onder intensive care."
Onze maatschappij bant de dood en voert een kruistocht tegen al zijn
verschijningsvormen maar in onze geïndustrialiseerde samenleving
wordt de dood in het ziekenhuis geconsumeerd. Illich spreekt over een
imperialistische inmenging en over een beroving van onze traditionele
opvatting over wat de dood is. "In
plaats van de vaardigheid van de mensen om voor zichzelf te zorgen te
ontwikkelen, prediken ze [de nieuwe verpleegsters en de dokter die
denken dat ze het beter weten] de ideale ziekenhuisdood [die
geconsumeerd wordt]."
(5) "Tegenwoordig
is de man die het best beschermd is tegen het feit dat hij zijn eigen
sterven gaat regelen, de patiënt in een kritieke toestand. De
samenleving beslist, door middel van het medisch systeem, wanneer en
na welke vernederingen en verminkingen hij zal sterven. De
medicalisering van de samenleving heeft een eind gemaakt aan het
tijdperk van de natuurlijke dood. De westerse mens heeft het recht
verloren om de leiding over zijn eigen sterven in de hand te houden.
Gezondheid, of de autonome macht om z'n eigen boontjes te doppen, is
totaal verbeurd verklaard. De technische dood heeft het van het
sterven gewonnen. De mechanische dood heeft alle andere manieren van
sterven overwonnen en vernietigd."
(6)
In
een voetnoot geeft Ivan Illich nog een prachtige illustratie van het
autonome sterven uit Brillat-Savarin, Méditation
XXVI, de la mort,
in Physiologie
du gout:
"Brillat-Savarin
verzorgde zijn 93 jaar oude tante toen ze stervende was. 'Ze was nog
volkomen bij haar positieven en men zou beslist niet gemerkt hebben
dat haar einde naderde, als ze niet haar eetlust verloren had en
zwakker was gaan spreken. "Ben je daar, neef?" "Ja,
tante, ik ben tot uw dienst en het lijkt me een goed idee als u een
glas van die heerlijke oude wijn drinkt." "Ja, graag, m'n
vriend, een glas wijn gaat er altijd wel in!" Ik liet haar een
half glas van mijn beste wijn drinken. Ze kikkerde onmiddellijk op,
en terwijl ze haar eens zo mooie ogen op me richtte, zei ze: "Dank
je voor die laatste gunst. Als je ooit zo oud wordt als ik, zal je
zien dat de dood even noodzakelijk wordt als slaap." Dat waren
haar laatste woorden. Een half uur later was ze voor altijd
ingeslapen." (7)
(J.B.,
10 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Ivan Illich, Grenzen
aan de geneeskunde. Het medisch bedrijf - een bedreiging voor de
gezondheid? Het
Wereldvenster, Baarn 1978, p. 191. (Oorspronkelijke titel en uitgave:
Medical
Nemesis - The Expropriation of Health,
Marion Boyars, Londen 1975).
(2)
Ivan Illich, o.c.,
p. 212.
(3)
Ivan Illich, o.c.,
p. 212-213.
(4)
Ivan Illich, o.c.,
p. 214-219.
(5)
Ivan Illich, o.c.,
p. 222.
(6)
Toen Ivan Illich Medical
Nemesis
schreef, kende men euthanasie alleen nog maar als praktijk in
primitieve culturen of als de 'genadedood' onder het nazisme terwijl
het vandaag de nieuwste vorm van sterven wil worden.
(7)
Ivan Illich, o.c.,
p. 225, voetnoot 66.
09-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 33): "Een op winst beluste industrie die er alleen maar baat bij heeft als wij geloven ziek te zijn"
De
nieuwe pest (vervolg 33):
"Een
op winst beluste industrie die er alleen maar baat bij heeft als wij
geloven ziek te zijn"
Meer
dan 2500 jaar geleden schreef Herakleitos van Efeze: "De
geneesheren, die snijden en branden, doen er hun beklag over, dat ze
geen waardige beloning ontvangen, terwijl ze hetzelfde
bewerkstelligen als de ziektes." Dat
laatste heeft de moderne filosoof Ivan Illich herhaald in zijn
'Grenzen
aan de geneeskunde' waarvan
de ondertitel luidt: 'Het
medisch bedrijf - een bedreiging voor de gezondheid?'
- een rapport uit 1975 waarover toentertijd de Volkskrant schreef:
"Het
medisch bedrijf heeft van pijn, ziekte en dood een technisch probleem
gemaakt. Niemand heeft dit briljanter aan de kaak gesteld dan Ivan
Illich." Zijn
openingszin herinnert aan de menselijke contrateleologie uit de
Helleense tragedies: "Het
medisch bedrijf is langzamerhand een grote bedreiging van de
gezondheid geworden."
(1) en meteen legt Illich ook uit waarom dit het geval is: de
gezondheidszorg wordt gesponsord door machtige bedrijven die vooral
op winst uit zijn en daaruit volgt een vertrouwenscrisis. De
gezondmaking van de geneeskunde is derhalve vooreerst een politieke
zaak. "In
de loop van de vorige generaties heeft het monopolie van de
gezondheidszorg zich ongelimiteerd kunnen uitbreiden en heeft dit
onze vrijheid met betrekking tot ons eigen lichaam aangetast."
(2)
Wij zijn met andere woorden ook op het gebied van de gezondheidszorg
onze autonomie aan het verliezen en dat is geen goede zaak voor onze
gezondheid. "Een
gezondheidspeil kan slechts dalen als overleving voorbij een zeker
punt gaat afhangen van de heteronome (anders gerichte) regulatie van
de homeostase van het organisme." (3)
Zoals een teveel aan verkeer onze mobiliteit in de weg staat, een
teveel aan onderwijs ons verhindert om zelf te leren en een teveel
aan communicatie alleen maar voor verwarring zorgt, zo ook bedreigt
overdreven medicalisering onze gezondheid: zoals zoveel sectoren in
onze industriële samenleving wordt ook de geneeskunde antiproductief
- alleen de industrie wordt hier beter van. Wij moeten het vermogen
herwinnen om zelf voor onze gezondheid te zorgen in plaats van die in
handen te geven van een
op winst beluste industrie die er alleen maar baat bij heeft als wij
geloven ziek te zijn
en pillen slikken.
Over
de illusie van doelmatige doktershulp geeft Illich het voorbeeld van
de aanpak van epidemieën: "Een
bestudering van de evolutie van ziektepatronen levert als bewijs op
dat artsen in de laatste honderd jaar epidemieën niet sterker
beïnvloed hebben dan priesters in vroeger tijden. Epidemieën kwamen
en gingen, door beiden verwenst, maar door geen van beiden beïnvloed.
Ze zijn even ongevoelig voor de rituelen die in medische klinieken
uitgevoerd worden, als voor die welke bij religieuze altaren
gebruikelijk waren. Het is wellicht nuttig een bespreking van de
toekomst van de gezondheidszorg met de erkenning van dit feit te
beginnen."
(4) Waar vroegere ziekteverwekkers verdwijnen, komen er andere in de
plaats, onder meer door artsen en medicijnen veroorzaakte letsels bij
weerloze patiënten. (5)
Waar
vroeger de geneeskunde de helende werking van de natuur probeerde te
versterken, werkt ze vandaag de natuur steeds vaker tegen in de
beknotting van de natuurlijke vruchtbaarheid, de onderdrukking van de
natuurlijke afweer, het wegnemen van de alarmerende pijnsignalen, het
verdoven van de natuurlijke rouw of empathie, kortom: het manipuleren
van leven en dood op bestelling. (6)
In
1975 schreef Illich over een beginnende trend om zoveel mogelijke
mensen in ziekenhuisbedden te krijgen als "(...)
de nieuwerwetse voorliefde voor ziekenhuisverzorging die kapitalen
kost"
(7) en over een geneesmiddeleninvasie: "Elke
cultuur heeft haar vergiften, medicijnen, placebo's en de rituele
entourage voor de toediening ervan. (...) Krachtige medicamenten
(...) doen de gezondheid gewoonlijk meer kwaad dan goed en scheppen
uiteindelijk een nieuwe attitude waarin het lichaam gezien wordt als
een machine die met schakelaars bediend kan worden." (8)
Er ontstaat een overconsumptie van geneesmiddelen waarvan de
(woeker)prijzen bepaald worden door de vrije markt en mensen worden
van voor hun geboorte tot patiënten gemaakt waardoor zij hun
zelfstandigheid verliezen. (9) Daarentegen: "Voor
een groot aantal ziektebeelden geldt dat degenen die weinig of geen
behandeling krijgen, waarschijnlijk het snelst weer beter worden.
'Voor een zieke', zei Hippocrates, 'is het minste het beste' (...):
hem aan het verstand brengen dat hij met zijn kwaal moet leren leven,
(...) voor hem doen wat grootmoeder zou hebben kunnen doen en voor
het overige de natuur haar gang laten gaan."
(10)
Illich
klaagt ook de trend aan om ouderen in instellingen onder te brengen:
"Het
sterftecijfer in het eerste jaar van opneming is duidelijk hoger dan
het cijfer van diegenen die in hun eigen vertrouwde omgeving blijven.
Scheiding van het eigen huis is van invloed op het ontstaan van
ernstige en fatale ziekten. (...) Afhankelijkheid is altijd pijnlijk
en dat geldt in versterkte mate voor ouden van dagen." (11)
Hoe rijker de maatschappij, hoe vaker armen uitgestoten en opgesloten
worden. (12)
En
dan zijn er nog de stigmata. Naast de stigmata 'geneeslijk' en
'ongeneeslijk' is er nu ook een derde stigma: wie 'slechte genen'
heeft, kan veroordeeld worden om een promotie te mislopen of zelfs om
niet geboren te worden. (13) Op grond van medische parameters zoals
bloeddruk- en cholesterolwaarden wordt de levensverwachting voorspeld
en wordt men aan levenslange medische behandelingen onderworpen
terwijl de waarde van die voorspellingen enkel van statistische aard
is en behandelingen gebeurlijk voor heel wat mensen rampzalig zijn.
Er wordt abstractie gemaakt van de schadelijkheid van medische test
zoals radiografieën en ook de bijwerkingen van therapieën worden
geminimaliseerd. Alleen al tijdens het wachten in de muffe wachtkamer
van de arts kan men geïnfecteerd worden met een nieuwe plaag.
Preventieve gezondheidsprogramma's worden dwingend omwille van het
'algemeen belang'.
"Het
hoogtepunt van de behandeling is de dodendans om de stervende
patiënten. (...) In de bedden liggen patiënten die niet levend en
niet dood zijn. De bezwerende dokter ziet zichzelf als een
crisisleider. Op listige wijze arrangeert hij voor elke burger in
zijn stervensuur een kennismaking met de verdovende maatschappijdroom
van oneindige macht. Zoals elke crisisleider van een bank of een
staat ontwerpt hij destructieve strategieën en laat hij hulptroepen
aanrukken die, omdat ze zo nutteloos zijn, alleen maar een
belachelijke indruk maken. Op het laatste moment belooft hij elke
patiënt dat recht op absolute voorrang waarvan de meeste mensen
denken dat ze er veel te onbelangrijk voor zijn."
(14) De angst om te sterven zonder de aanwezigheid van een dokter
illustreert de onderworpenheid aan de nieuwe religie. De mens gelooft
zelf niet te kunnen sterven, hij wil zich door een specialist laten
doden. (15)
De
arts zal nooit toegeven niets meer te kunnen doen: de kwakzalverij
van weleer werd vervangen door het placebo. (16) "Medische
behandelingen worden zwarte
magie
als ze, in plaats van zijn zelfgenezingspotentieel te mobiliseren,
van de zieke een willoze, niet begrijpende voyeur maken van zijn
eigen behandeling. Medische behandelingen verkeren in een
ziekenreligie als
ze uitgeoefend worden als rituelen die de verwachting van de zieke
geheel richten op de wetenschap en de dienaren ervan, in plaats van
hem aan te moedigen een poëtische interpretatie te zoeken voor de
moeilijke situatie waarin hij verkeert, of een bewonderenswaardig
voorbeeld te vinden in een of andere persoon (...) die leerde te
lijden. Medische behandelingen verergeren de ziekte door morele
degradatie als
ze de zieke in een professioneel milieu isoleren, in plaats van de
gemeenschap te leren waarom zij veel meer sociaal begrip moet
opbrengen voor zieke mensen. Magische verwoesting, religieus letsel
en morele degradatie, veroorzaakt onder het voorwendsel van een
biomedisch ingrijpen, zijn alle hoogst belangrijke mechanismen in de
sociale iatrogenese. Ze worden door de medicalisering van de dood
samengesmolten." (17)
Ivan
Illich spreekt inzake de geneeskunde over het "nieuwe
priesterschap"
dat ontstond met de Franse Revolutie. Artsen vervangen de
liefdadigheidswerkers en zij verdienen aan de zieken die louter
technisch benaderd worden zoals te repareren uurwerken. De aandacht
van de geneeskunde verschuift van de zieke
naar de ziekte
en het ziekenhuis wordt een waar museum van veelsoortige plagen en
een plek voor onderwijs. Vandaag is "de
samenleving een kliniek geworden, alle burgers zijn patiënten
geworden van wie de bloeddruk voortdurend in de gaten wordt gehouden
en geregeld, om 'binnen' de normale begrenzing te vallen." (18)
De ziekte wordt tot een instrument van klasseoverheersing. "De
man met de universitaire studie en de bureaucraat worden op die
manier, in de behandeling die hij verstrekt, hun dokters collega's,
terwijl de arbeider gedwongen wordt de plaats in te nemen van een
slaaf die de taal van zijn meester niet spreekt."
(19)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
9 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Ivan Illich, Grenzen
aan de geneeskunde. Het medisch bedrijf - een bedreiging voor de
gezondheid? Het
Wereldvenster, Baarn 1978. (Oorspronkelijke titel en uitgave: Medical
Nemesis - The Expropriation of Health,
Marion Boyars, Londen 1975).
(2)
Ivan Illich, o.c.,
p. 12.
(3)
Ivan Illich, o.c.,
p. 13.
(4)
Ivan Illich, o.c.,
p. 21.
(5)
Ivan Illich, o.c.,
p. 26-44.
(6)
Ivan Illich, o.c.,
p. 45v.
(7)
Ivan Illich, o.c.,
p. 58.
(8)
Ivan Illich, o.c.,
p. 72.
(9)
Ivan Illich, o.c.,
p. 88-89.
(10)
Ivan Illich, o.c.,
p. 91.
(11)
Ivan Illich, o.c.,
p. 95.
(12)
Ivan Illich, o.c.,
p. 95.
(13)
Ivan Illich, o.c.,
p. 103.
(14)
Ivan Illich, o.c.,
p. 110-111.
(15)
Ivan Illich, o.c.,
p. 116-117.
(16)
Ivan Illich, o.c.,
p. 122.
(17)
Ivan Illich, o.c.,
p. 129.
(18)
Ivan Illich, o.c.,
p. 181.
(19)
Ivan Illich, o.c.,
p. 187.
08-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 32): Corona en het einde van de vrijheid
De
nieuwe pest (vervolg 32):
Corona
en het einde van de vrijheid
Naar
aanleiding van de golf van terreuraanslagen die van elke mens de rust
stal en hem in de plaats opzadelde met een toestand van onzekerheid
welke de aanhoudende dreiging van de dood begeleidt, werden alom ter
wereld veiligheidsmaatregelen getroffen welke gebaseerd zijn op
wantrouwen omdat zij nu eenmaal niet efficiënt kunnen zijn als zij
er niet van uitgaan dat iedereen een potentiële terrorist is. Maar
in het kielzog van de als noodzakelijk voorgestelde
veiligheidsmaatregelen kwam er naast het gevaar van terreur heel
ongewenst doch onafwendbaar een secundaire dreiging, namelijk die van
de verdachtmaking.
Waar
nu de terreurdreiging de natuurlijke dreiging van de dood heel
dichtbij bracht om de kwetsbaarheid van de mens te onderstrepen,
bracht de tweede dreiging - die van de verdenking - een zekere
kwetsbaarheid van de burger aan het licht: terwijl eertijds quasi
niemand werd verdacht van kwaad, stond voortaan niemand nog buiten
verdenking met betrekking tot eventueel kwaad of kwaad dat door hem
gepleegd kon
worden in de toekomst. En terwijl iedereen zich kan assureren tegen
kwaad dat hem in de toekomst kon worden aangedaan, is niemand in
staat om zich te verzekeren tegen de verdenking dat hijzelf in de
toekomst kwaad zou kunnen plegen omdat, tragisch genoeg, de
onafwendbaarheid van die verdenking de betekenis heeft van een
noodzaak.
Het
spoor van de enkele door de terreur gemaakte slachtoffers is niets
vergeleken bij het spoor van angst en dreiging dat aanleiding gaf tot
maatregelen die het bestaan van alle overlevenden van de aanslagen
voorgoed aan banden hebben gelegd. Zij die alsnog ontkwamen aan de
kogels en de bommen werden met andere woorden van hun rust beroofd en
zij leven voortaan nimmer zonder de vrees van wat ook hen gebeurlijk
nog te wachten staat. Maar vandaag rust de verdenking niet zozeer op
terroristen en het zijn ook niet de veiligheidsmaatregelen van eigen
makelij die de burgers treffen: het kwaad van heden is de pest die
immer toeslaat als de welvaart groot is, het land in vrede rust en de
kracht van het leven zich in alle vrijheid uitstrekt over de gehele
aarde.
Het
kwaad dat heden door de wereld waart, is gekend van in de vroegste
tijden en doemt ook op in sagen en legenden die wij in tijden van
gezondheid en van kracht voor onnozel en lachwekkend houden: het
leven bloeit en van de dood is nergens sprake. De nacht valt en de
mensen slapen maar de zoete dromen worden aangetast door bijna
onhoorbare geruchten: in de zerken in hun kerkers onder de Karpaten
waarvan de wanstaltige vormen altijd al onheil hebben verraden,
ontwaken vleermuizen: de tijd van de vampieren is weer daar, de
bloeddrinkers die zich bezatten aan de levenskracht, het ganse volk
tenslotte levenloos achterlatend.
Onzin,
waarde lezer? Kijk nu door het raam naar buiten: gij ziet niets dan
lege straten. En op het scherm, het is geen fictie: massagraven. Want
de mensen, zij vallen heden zoals vliegen. Hier, bij onze buren,
overzee en aan de andere kant van deze ongedroomde aarde. De terreur
die zonder dat het echt tot ons wil doordringen, reeds een nieuw
tijdperk heeft ingeluid, ontspringt aan de boosheid van een geest die
zich bedient van ontelbare onooglijke microben die elke levende cel
van ieder wezen op de aarde binnendringen en naar hun hand zetten.
Edoch,
nog erger dan de slachting die het virus aanricht, is het navenante
angstspoor dat met voorzorgsmaatregelen elke beweging controleert,
verlamt en speent van vrijheid. Maar het mysterie is dat de
gevangenschap die daaruit volgt, in wezen aan de hele plaag
voorafgaat.
Bedenk
immers dat deze pandemie een spook is - maar: true
is what works.
Een griep die tot op heden minder doden maakte dan de seizoensgriep
die ons telkenjare aandoet. Gewoonlijk ziekten de mensen uit in het
eigen bed en als zij hoogbejaard waren en aangetast door vele kwalen,
stierven zij niet zelden en werden zij begraven op het kleine kerkhof
van hun eigenste parochie. Edoch, als de vrijheid van de wereld
ongehoord uitbundig woekert, ontwaakt een aloude natuurwet die ervoor
zorgt dat zij zichzelf de das omdoet: er is helemaal geen pest, geen
pandemie, geen epidemie maar de perceptie zorgt er wel voor dat zij
als spook alsnog ons leven in de quarantaine plaatst en ketent in ons
eigen kot.
Doordat
wij heden in paniek de zieken naar klinieken in de steden loodsen,
lijkt het wel alsof hun aantal niet te tellen is. De stervenden
liggen niet langer verspreid elk in hun eigen bed maar een
massapsychose maakt dat wij hen samendrijven op gigantische zalen in
de valse rust van het bezwerende gezoem van allerlei elektronische
apparaten. Dezelfde zieken die eertijds heel ongemerkt in het eigen
bed het leven lieten, drommen zich nu samen en in de hospitalen
stapelen zich lijken op, zij worden dodenhuizen, massagraven. Het
theater van de televisie, de jacht op nieuwssensatie, het winstbejag
van farmareuzen, het op de loer liggen van kersverse dictaturen en
verdwaaldheid van de menselijke soort in de labyrinten van vermaak en
spel, zwengelen de carrousel danig aan dat het ganse mensdom in die
alles verzwelgende dronkenschap valt en pas als het uit het delirium
zal
ontwaken, zal zien hoe het aan de slang gelijk was die in de eigen
staart bijt.
Geen
vrijheid meer en geen soelaas: hoe gesofisticeerd hoogdravend de
cultuur ook verder schrijdt: de werkelijkheid van de dood zal
voortaan nimmer weggemoffeld kunnen worden, de geest is immers uit de
fles en de kennis van de boom van goed en kwaad is even onomkeerbaar
als de tijd: wat eenmaal is geweten, kan nimmer worden ongedaan
gemaakt. De vrijheid zal onder de controle die het leven alom
terroriseren zal, voorgoed verdwijnen en deze dwang verslindt
uiteraard ook goed en kwaad. Brave
new world,
van fictie naar feit.
(J.B.,
8 april 2020)
07-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 31): 'Wij zijn de heersers der aarde' (deel 2)
De
nieuwe pest (vervolg 31):
'Wij
zijn de heersers der aarde' (deel 2)
De
wetenschap werd gebruikt als legitimatie voor de uitsluiting en de
verminking van de armen. De voortplanting van mensen met slechte
genen werd gecriminaliseerd en moest sterilisatie onder dwang
verantwoorden. De dwangwet van Harry Laughlin uit 1922 stond model
voor de nazisterilisatiewet. (1) Guy van den Berghe schrijft: "De
Amerikaanse natie moest op wetenschappelijke en legale wijze behoed
en gezuiverd worden van mensen van het verkeerde slag. Weinigen
vroeger zich af of dat zomaar kon in een democratie, integendeel,
velen vonden dat absoluut noodzakelijk. Geen wonder dus dat er onder
de dictatuur zoveel meer zal kunnen."
(2) Sterilisatie onder dwang werd ingevoerd in Vaud (Zwitserland) in
1928, in Denemarken (1929), in Alberta (Canada) (1928), in British
Columbia (Canada) (1933), in Zweden en Noorwegen (1934), in Finland
en Danzig (1935), in Estland (1936). "In
Zweden werden in de periode 1935-1976 minstens zestigduizend jonge
vrouwen tegen hun wil gesteriliseerd. Mentaal en fysiek gehandicapte
vrouwen die niet in staat waren om voor hun kinderen te zorgen, maar
ook mensen met een zeer slecht zicht of een 'ongezonde seksuele
appetijt." (3)
Eugenetica
betekent dat een land zich van zijn unfits
moet ontdoen en ter verantwoording wordt zelfs de Bijbel erbij
gehaald (Exodus 20:5). (4) In de jaren 1920-1930 werd op Amerikaanse
handelsbeurzen reclame gemaakt voor eugenetica met waarschuwingen
tegen rassenvermenging en degeneratie. (5) van den Berghe citeert een
redenering die reeds bij Darwin gangbaar was: "Hoe
lang zullen wij Amerikanen, die zo zorgvuldig omspringen met de
stamboom
van onze varkens, kippen en vee, het ouderschap van onze kinderen aan
toeval en 'blind' sentiment overlaten?"
(6)
Op
het door o.m. Winston Churchill bijgewoonde eerste internationaal
congres over eugenetica o.l.v. Leonard Darwin op 24 juli 1912 in
Londen, uit politicus Arthur Balfour de volgende kritiek: "We
zeggen dat de fitten overleven. Maar het enige
wat dat betekent
is dat zij die overleven fit zijn." (7)
van den Berghe: "De
blijvende eugenetische bezorgdheid dat 'de biologisch fitten in
aantal afnemen door daling van het geboortecijfer' moet
volgens de doctrine van natuurlijke selectie verkeerd zijn. Want als
families van hoger opgeleiden hun aantal niet op peil kunnen houden,
betekent dat natuurlijk niets anders dan dat ze niet fit zijn."
(8)
Maar
de eugenetica radicaliseert: zwakzinnigen worden afgezonderd en
gesteriliseerd en huwelijkskandidaten moeten een gezondsheidsattest
voorleggen. (9) En men wil ook de armen weg:
"Een
oppervlakkig meevoelend mens
geeft de bedelaar een aalmoes; wie dieper meevoelt, bouwt een
armenhuis; wie radicaal meevoelt zorgt ervoor dat de bedelaar niet
geboren wordt."
(10) De Franse eugeneticus Charles Richet die deze sociale selectie
bepleit en die zelfs aan pasgeborenen het recht op leven ontzegt,
krijgt er in 1917 zelfs de Nobelprijs voor de Geneeskunde voor! (11)
De
Mental Deficiency Act uit
1913 ontzegt zelfs aan mensen die niet in staat zijn hun zaken
fatsoenlijk te regelen het recht op vrijheid. (12)
"Tien
jaar later [in
1926]
zal politieke
agitator Adolf Hitler in het korte nawoord bij Mein
Kampfschrijven
dat 'een staat die zich in het tijdperk van de rassenvergiftiging
aan de verzorging van de beste elementen van zijn ras wijdt op een
goede dag meester
moet worden over de aarde'".
(13) En daar weerklinkt het Nazi-strijdlied:
"De
machtigste koning van storm en van wind
is
de arend geweldig en groot.
De
vogels zij sidderen en beven van angst
voor
zijn snavel en klauwende poot.
Als
de leeuw verheft zijn gebrul des nachts
dan
verschrikt hij de dieren ter wereld.
Ja,
we zijn de heersers der aarde, de koningen van de zee.
Tiralala,
tiralala, tiralala, tiralala, hoi hoi.
Ja,
we zijn de heersers der aarde, de koningen van de zee."
Er
is kritiek op de verregaande manipulatie van het volk, onder meer in
Brave
New World
van Aldous Huxley (1894-1963) maar men blijft pleiten voor
eugenetica, rassenhygiëne, sterilisatie en vandaag is dat
consumptie-eugenetica geworden, een 'kind op maat', genen tegen
woekerprijzen, 'egg
freezing service',
'create
your own genetically healthy child online' of
de stunt van de eerste mannelijke zwangerschap. (14)
Maar
het gaat gestaag richting staatsinmenging: "Op
termijn kunnen trends in de gezondheidszorg, zoals de uitbreiding van
genetische
testen tot de hele bevolking en de alarmerende kosten-batenanalyses,
tot meer centraal gestuurde eugenetica leiden. Biomedisch onderzoek
en supervisie worden almaar grootschaliger, met steeds meer
staatsinmenging."
(15) Met alle gevolgen vandien: "De
Franse bioloog en geneticus Jacques Testart (...) verzette zich tegen
bepaalde vormen van onderzoek omdat hij ervan overtuigd was dat ze
tot nieuwe eugenetica zouden leiden. Hij (...) wijst erop dat
eugenetica steeds meer in dienst komt te staan van het liberalisme en
dat de tijd niet ver meer af is dat mensen geselecteerd zullen worden
op concurrentievermogen." (16)
Uit
deze uitweiding moge blijken dat in de menselijke zoektocht naar het
goede beheer van de aarde, abberraties altijd al van de partij zijn
geweest en dat de hypothese dat de huidige pandemie hier op de een of
andere manier mee te maken heeft, allerminst moet beschouwd worden
als een complottheorie maar veeleer als een reële mogelijkheid.
(J.B.,
7 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Guy van den Berghe, De
mens voorbij,
Meulenhof/Manteau 2009, p. 238.
(2)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 241.
(3)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 241.
(4)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 243.
(5)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 244.
(6)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 244-245.
(7)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 245.
(8)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 245.
(9)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 246.
(10)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 248.
(11)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 249-250.
(12)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 253.
(13)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 254.
(14)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 339-340.
(15)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 341.
(16)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 342.
06-04-2020
De nieuwe pest (vervolg 30): 'Wij zijn de heersers der aarde'
De
nieuwe pest (vervolg 30):
'Wij
zijn de heersers der aarde'
"Velen,
ook Charles Darwin
zelf, vreesden dat de beschaving de natuurlijke selectie grotendeels
tenietgedaan had en de evolutie van de soort mens tot stilstand was
gekomen. Dringende en dwingende maatregelen waren noodzakelijk. De
niet-fitten, de zich ongebreideld voortplantende minderwaardigen,
moeten aan banden gelegd worden. Geesteszieken en criminelen moeten
afgezonderd worden, van voortplanting uitgezonderd." (1)
Aldus hebben de 'heersers der aarde' beslist (2) die met de
Verlichting hun intrede deden: zij die zich laten leiden door het
licht van de rede; de Bijbel wordt vervangen door de Encyclopédie;
kennis zal het mensras perfectioneren. "Wil
men bevolking en voedselvoorraad beter op elkaar afstemmen, dan moet
ofwel de bevolkingstoename worden afgeremd ofwel moeten de zwakke
leden worden geëlimineerd",
zo zegt Malthus (3): "'De
armenwetten creëren de armen die ze bijstaan." (4)
van den Berghe schrijft: "Anderhalve
eeuw lang zullen Malthus' populatieprincipe en de politieke
consequenties die hij eraan vastknoopte worden overgenomen door
sociaaldarwinisten, eugenetici, geleerden, politici en racisten. Met
telkens weer de boodschap dat de in sociaal, economisch,
intellectueel, biologisch of genetisch opzicht minderwaardigen zich
veel sneller voortplanten dan de meerwaardigen. Proletariër versus
bourgeois, unfit versus fit, abnormaal versus normaal, jood versus
ariër."
(5) Er is degeneratie maar wie de maatschappij verontreinigen, moeten
weggezuiverd worden en in dat proces zullen artsen een hoofdrol
spelen. (6) "De
gezondheidszorg werd steeds centraler georganiseerd, en stukje bij
beetje werd de hele westerse maatschappij gemedicaliseerd."
(7) "De
inenting tegen pokken was de eerste grootschalige, door de staat
georganiseerde, succesrijke gezondheidscampagne. Maar de strijd was
nog lang niet gestreden. De uit Azië overgekomen cholera richtte
vanaf 1830 ware slachtingen aan. Epidemieën golfden over Europa
(...) Er kwamen quarantainemaatregelen, militaire versperringen en
medische controles voor wie uit besmet gebied kwam. Eind 18de eeuw
voerden enkele Duitse staten een soort medische politie in om
epidemieën te bestrijden."
(8) "Gezondheid
werd stilaan een obsessie."
(9) "Medici
werden steeds vaker betrokken bij het bevolkings- en
gezondheidsbeleid (dalend geboortecijfer, epidemieën)."
(10)
"De
grote massa werd gemedicaliseerd. In 1883 voerde Bismarck als eerste
de verplichte ziekteverzekering in, met artsen in overheidsdienst en
gratis behandeling." (11)
Eind
19de eeuw werd in Duitsland een medische identiteitskaart ingevoerd
en een ministerie van volksgezondheid opgericht. G. Hoffman
schrijft over een medisch utopia in zijn Moraal
van de macht:
"De
bevolking in Hofmanns denkbeeldige staat wordt jaarlijks aan een
grondig medisch onderzoek onderworpen. Zieken en gehandicapten worden
doorverwezen naar de medische politie; kanker en tbc worden behandeld
door middel van 'euthanasie'.
Geesteszieken en gehandicapten vormen een te zware economische last
en worden van bij de geboorte uitgeschakeld. De
mensheid van ellende bevrijd,
luidde een aantal jaren later de titel van een ander geschrift van
dezelfde auteur."
(12) "In
De
Toverberg (1924)
belicht Thomas Mann het medisch utopia heel wat kritischer. In het
sanatorium waar de roman zich afspeelt, een wereld van medische
afzondering waarin men in plaats van een foto een röntgenopname van
de geliefde koestert, bepalen artsen of iemand ziek is, kan men
alleen in naam gezond
zijn. Patiënten moeten voortdurend 'temperaturen', krijgen ziekte
aangepraat,
worden geneeskundig betoverd. Alles is onder medische controle. De
zich beaat overleverende patiënten worden in fysieke en psychische
kabinetten doorgelicht met röntgenstralen en psychoanalyse."
(13)
Darwin
treedt Malthus bij met zijn strijd om het bestaan en de natuurlijke
selectie en hij inspireert Samuel Butler die in 1863 schrijft over de
nakende machtsgreep van de machines en in 1872 volgt de utopische
roman Erewhon;
or, Over the Range,
"een
bijna profetische visie waarin zaken als organicisme (de maatschappij
als menselijk lichaam), sociaaldarwinisme, artificiële
intelligentie, DNAonderzoek en transhumanisme verwerkt zijn of
aangekondigd worden."
(14) Men wil liefdadigheid afschaffen die immers de natuurlijke
selectie tegenwerkt en "de
Franse antropoloog, filosoof en socialist Georges Vacher de Lapouge
(1854-1936) stelde voor een grootstad in te richten met gratis
alcohol en voorbehoedsmiddelen, een oord waar alle menselijke
wrakhout zou aanspoelen en zichzelf in geen tijd te gronde zou
richten. In een in 1913 verschenen essay over eugenetica in de
oudheid omschrijft Allen G. Roper, een Engels classicus, urbanisering
als een nieuw en efficiënt wapen van de natuur om
de unfit door snelle verspreiding van ziekte te elimineren. Anderen
wilden niet aan de maatschappij, maar aan de mens zelf sleutelen.
Eigen volk
of de soort mens verbeteren door goede geboorten te bevorderen en
slechte te beperken: eugenetica."
(15)
"Het
angstbeeld van een op sterven na dood volkslichaam hield in dat de
beroepsexpert,
de arts, de patriottische plicht had tussenbeide te komen. Slecht
functionerende cellen, schadelijke individuen die het staatslichaam
verzwakken en uitputten, moeten verwijderd, geëlimineerd, en waar
mogelijk voorkomen worden. (...) alle sociaal onaangepasten en
ongeneeslijken chirurgisch weggesneden worden, als de zieke appendix
uit een gezond lichaam. Wie helen wil, moet soms vernietigen. De
bereidheid van staat en arts om tussen te komen groeide. De paradox
tussen genezen en doden vervalt als al wie van de norm afwijkt, al
wie abnormaal is, als ziektekiem wordt gezien. Het rotte deel
wegsnijden wordt een therapeutische noodzaak, een goede daad, een
verdienste."
(16)
En
dit was reeds lang voor de nazi's in de USA aan de gang: "Medici
(...) zullen een vooraanstaande rol spelen in de eugenetische
beweging (...). Begin 20ste eeuw zullen artsen de zuiverheid en
gezondheid van de jonge Amerikaanse natie bewaken door alle fysiek en
mentaal minderwaardig lijkende immigranten de toegang tot de nieuwe
wereld te ontzeggen. Al even vanzelfsprekend zullen ze als
selectieheren van de volksgezondheid ijveren voor massale
sterilisatie van zwakzinnigen, geesteszieken en criminelen. Zoals ze
enkele decennia later, in nazi-Duitsland, mensen zullen selecteren
voor
sterilisatie, 'genadedood' en gaskamer."
(17)
"Eind
19de eeuw al voerden artsen in Duitse kolonies medische experimenten
uit op in kampen opgesloten inboorlingen. Ze transplanteerden
kankerweefsel, brachten wormen in bij kinderen, infecteerden gezonde
mensen. In Duitsland zelf werd toen ook op prostituees
geëxperimenteerd, onder meer door Emil Adolf von Behring, de man die
de serumtherapie tegen difterie bedacht. Behring spoot mensen in met
syfilis in de hoop dat er immuniteit zou ontstaan."
(18)
De
Schotse industrieel en filosoof William Rathbone Greg (1809-1881)
schrijft: "Een
samenleving die toelaat en mogelijk maakt dat erfelijk
minderwaardigen huwen en zich voortplanten, is ziek. De staat (...)
moet drastisch optreden,
zoals een tuinier onkruid wiedt om rozen ruimte te geven."
(19) Thomas
Henry Huxley (...) stelt in 1893: "dat
de overheid de natuurlijke groei moet leiden en cultiveren,
levensomstandigheden verbeteren en 'zwakken en misvormden verwijderen
zoals een tuinman de minder goede planten uittrekt'." (20)
"Eind
19de eeuw al pleitten sommige artsen en politici voor de genadedood‟
voor ongeneeslijk
zieken. Gedaan met leed en pijn, verzorging en kosten. (...) stelde
Alfred Jost in 1895. (...) Controle over leven en dood komt aan het
sociaal organisme toe. Jost bedacht ook het begrip negativen
Lebenswert,
dat de rechtvaardiging van medisch gedirigeerde genadedood‟
in zich draagt. Aanvankelijk
(...) mochten ongeneeslijken zelf kiezen of ze eruit wilden stappen.
Maar geleidelijk verschoof de klemtoon naar abnormaliteit,
waardeloosheid, kostprijs en gevaar voor de maatschappij."
(21)
Reeds
Plato (in De
Staat)
bepleit dat paarvorming en voortplanting niet aan het toeval mogen
overgelaten worden (22) en in zijn Utopia neemt de grote humanist
Thomas Morus (1478-1535) die ideeën over: "Euthanasie
voor terminaal zieken mag, huwelijk en voortplanting zijn rationeel
geregeld." (23)
Dit en nog veel meer is voorafgegaan aan het nazisme en pas "midden
jaren 1920 tekent Adolf Hitler in Mein
Kampf op
dat 'indien men kans zag om slechts zeshonderd jaar lang
alle lichamelijk gedegenereerde en geestelijk zieke individuen buiten
staat te stellen en de kracht te ontnemen om kinderen te verwekken,
men de mensheid niet alleen van een geweldige last zou bevrijden,
maar daarmee ook een herstel mogelijk
maken zoals men zich heden ten dage bijna niet kan voorstellen'."
(24)
Maar
Eugenetica bestond dus ook in de VS: onder leiding van de natavists
werden kruistochten georganiseerd tegen sociale en hygiënische
wantoestanden. De mormonen ontrieden het ouderschap aan ongezonde
individuen. De profeet Noyes stichtte een commune (Oneida)
waar mensen wetenschappelijk 'gekweekt' werden door selectie. Op de
Indianen, de autochtone Amerikaanse bevolking, werd een genocide
gepleegd. Racistische wetten werden gestemd. Chinese immigranten
werden ervan beschuldigd de builenpest te hebben veroorzaakt die in
1900 uitbrak op Honolulu. In die tijd ontstonden bewegingen zoals
'Clean
up America' die
aan geboortebeperking deden en inentingen verplichtten en de 'Race
Betterment Foundation' (gesticht
in 1906). In 1905 introduceerde de Amerikaanse psycholoog Goddart een
IQ-test om ongeschikte individuen te detecteren: idioten, imbecielen
en debielen over wie hij schrijft: "Al
deze waardeloze zielen kosten pakken geld aan de gemeenschap. Ze
moeten geïdentificeerd worden en morons moeten gesteriliseerd
worden."
(25)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
6 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Guy
van den Berghe, De
mens voorbij,
Meulenhof/Manteau 2009, p. 16.
(2)
"Wij zijn de heersers der aarde, de koningen van de zee",
aldus vangt het refrein aan van een strijdlied uit de nazitijd
waarvan het auteurschap verborgen wordt gehouden - in het Duits
getiteld: Der
mächtigste König im Luftrevier.
(Zie ook:
https://www.neues-deutschland.de/artikel/8297.wir-sind-die-herren-der-welt.html
)
(3)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 122.
(4)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 123.
(5)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 125.
(6)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 138.
(7)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 138.
(8)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 140.
(9)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 141.
(10)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 142.
(11)
Guy
van den Berghe, o.c.,
p. 142.
(12)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 143.
(13)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 143-144.
(14)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 145-146.
(15)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 153.
(16)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 156.
(17)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 156.
(18)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 157.
(19)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 157-158.
(20)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 158.
(21)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 158.
(22)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 160.
(23)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 161.
(24)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 177.
(25)
Guy van den Berghe, o.c.,
p. 231.
De nieuwe pest (vervolg 29): De strijd tegen de overbevolking
De
nieuwe pest (vervolg 29):
De
strijd tegen de overbevolking
Maar
stel nu eens dat niet China de boosdoener is en dat er geen
economische oorlog woedt. Is het mogelijk dat het neomalthusianisme
de harten van de heersers van de aarde heeft veroverd en dat zij
heden dapper bezig zijn met het terugdringen van het
bevolkingsaantal? Hoe dan ook werden in de voorbije tweehonderd jaar
al verschillende dergelijke grootschalige plannen uitgevoerd. De
genoemde en bekendste 'Endlösung' - wat 'oplossing' betekent (!) -
is immers geen unicum en heeft een lange voorgeschiedenis alsook een
vervolg tot op de dag van vandaag. (1)
Het
onderhavige vraagstuk betreft de kwestie van de dood van god en zijn
opvolging door de mens: de mens is er achter gekomen dat hij geen
schepsel is van god maar dat, geheel andersom, god een creatie is van
de hem, wat hem niet alleen het recht geeft maar ook de plicht om
verantwoordelijkheid op te nemen voor het reilen en zeilen in de
wereld (politiek) en op aarde (m.b.t. de biosfeer). In die visie kan
en mag de mens niet langer rekenen op een of andere goddelijke
voorzienigheid maar moet hij daarentegen het heft in eigen handen
nemen en dat houdt uiteraard het risico in op falen. Het lot van de
wereld maar ook dat van de aarde is niet langer in handen van een
alwetende schepper maar wordt behartigd door de feilbare mens. De
mens is zijn eigen proefkonijn geworden en daar kan hij zelfs niet
aan onderuit omdat niets ondernemen hetzelfde is als handelen. Met
betrekking tot het al dan niet vermeende probleem van de
overbevolking houdt dat in dat de volgelingen van Malthus hoe dan ook
zullen proberen om de mensenmassa in te perken en inzake de
eugenetica weerklinkt voortaan de stelling dat het absurd zou zijn om
toe te staan dat de mens de planten en het vee zou veredelen terwijl
hij het eigen ras zomaar op zijn beloop zou laten.
Van
die activiteit van de menselijke zelfverbetering (of alvast een
poging daartoe) is de geneeskunde een mooi voorbeeld en dan vooral de
preventieve gezondheidszorg en de zorg voor de volksgezondheid: bij
maatregelen om de algemene gezondheid van het volk te bevorderen
heeft elkeen belang, wat een reden is om mensen te sensibiliseren of
zelfs te verplichten om zekere regelingen bij te treden, zoals
inentingen tegen allerlei ziekten. Maar het gaat ook verder dan dat.
Naast
het vragen van de vrije en bewuste medewerking van het volk aan
bijvoorbeeld wereldwijd op touw gezette vaccinatieprogramma's, acht
de overheid het ook noodzakelijk om in te grijpen op terreinen waar
zij vermoedt te zullen botsen op tegenstand vanwege de 'patiënten'
en zo blijken vanwege de overheid programma's op touw gezet te worden
waar omtrent het volk helemaal niet wordt ingelicht en waarvan de
infertilisatieprogramma's in derdewereldlanden de bekendste
voorbeelden zijn.
Mensen
worden onvruchtbaar gemaakt, niet alleen zonder dat zij toestemming
hebben gegeven maar ook zonder dat naar hun toestemming werd gevraagd
en dus buiten het eigen medeweten om en de (niet publiek gemaakte en
derhalve eigenlijk ongeldige) verantwoording van de overheid luidt
dat de maatregel de honger bestrijdt en dus geschiedt in het belang
van de betrokkenen. Mensen worden gevaccineerd buiten het eigen
medeweten om, waarbij al dan niet makkelijk determineerbare
risicogroepen (mensen die sterven aan het vaccin zelf) niet worden
ontzien en de vraag rijst of de boven onze hoofden om aangebrachte
'verbeteringen' ook de verbeteraars zelf niet boven het hoofd gaan,
want het valt altijd af te wachten wat de effecten zullen zijn van
hetzij de geneesmiddelen die wij 'vrijwillig' slikken, hetzij de
ingrepen op ons leven waarvan wij helemaal niet op de hoogte worden
gebracht. Het verschil tussen de twee is overigens niet heel groot
omdat ook inzake de ingeburgerde geneesmiddelen bezwaarlijk sprake
kan zijn van echte vrijwilligheid als diegenen die ze slikken
helemaal niet begrijpen hoe ze werken... àls ze al werken.
Het
vertrouwen dat vanwege de overheid gevraagd wordt aan de bevolking is
niet langer een 'vertrouwen' van zodra het wordt geëist:
het is dan brute
dwang. Weliswaar mogen ouders hun kinderen dwingen tot gehoorzaamheid
als men er mag vanuit gaan dat zij het goed voor hebben met hun
kroost maar beweren dat een overheid het recht heeft op een dergelijk
verregaande vorm van paternalisme betekent niets minder dan het geven
van carte blanche aan de dictatuur.
Maar
bepaalde mensen doen kennelijk niets liever dan spelen met macht en
beslissingen nemen over het lot van anderen: zij spelen niet met de
kaarten, met woorden, met duiven of met paarden zoals 'gewone' mensen
dat doen: bepaalde mensen zijn dermate blasé dat alleen nog maar het
spel met mensenlevens hen kan prikkelen en als atoomwapens een oorlog
waarbij zij zichzelf in veiligheid kunnen brengen, onmogelijk maken,
rest alsnog het spel met mensenmassa's buiten het medeweten van die
mensen om.
De
grote Russische romanschrijver Fjodor Dostojevski heeft ons met zijn
parabel van de grootinquisiteur van Sevilla geleerd dat het
uitgerekend dit is wat bij uitstek de katholieke kerk sinds
tweeduizend jaar geheel ongestraft met intussen het derde deel van de
wereldbevolking doet: spelen, bedriegen, voorliegen... 'voor het
eigen goed van'. Geef de mens brood, beheers zijn geweten, heers over
de wereld. De waarheid is, aldus Dostojevski, dat de hogere clerus
zelf niet gelooft wat zij aan het volk voorliegt: de bisschoppen
liegen bewust, zij vertellen aan het volk dat er een voortbestaan
wacht na de dood en zij doen dit om het volk gelukkig te maken; zij
menen dat zij met dit bewuste bedrog een offer brengen voor het
welzijn van de mensheid.
Maar
nieuwe heersers hebben vandaag de fakkel overgenomen van de
verouderde religie: nu god dood is en de mens zichzelf tot god heeft
uitgeroepen, gaat hij uiteraard door met het spel van de zogenaamde
'plaatsvervanger van god op aarde'. Neen, het is niet ondenkbaar dat
dit spel gespeeld wordt en de geschiedenis toont aan dat
machtswellustelingen er echt verslingerd op zijn - ten koste van het
leven van ontelbaren.
(J.B.,
6 april 2020)
Verwijzingen:
(1)
Zie: Guy van den Berghe, De mens voorbij, Meulenhof/Manteau
2009, pp. 9-12: Woord vooraf.
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: