Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 20-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vertrouwen - 12de zondag B 2009 - Ria

    Twaalfde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 20 en zondag 21 juni 2009

    Eerste lezing: Job 38, 1.8-11 - 'De Heer spreekt in storm en wind'
    Evangelie: Marcus 4, 35-41 - 'Zelfs wind en water gehoorzamen Hem'

    De beide lezingen die we vandaag hoorden gaan in feite over ‘vertrouwen’.
    Job in de eerste lezing spreekt in zeer bloemrijke termen en verzen over zijn onwrikbaar vertrouwen in God die hij, terecht, als de universele Schepper ziet. Voor Job is het: God geeft en God neemt. Het volledig betoog van Job houdt in dat hij, Job dus, ondanks het volledig verlies van zijn aardse goederen, zijn kinderen incluis, zijn onnoemelijk lichamelijk lijden, dit niet ziet als een onrecht hem door God aangedaan. Hij blijft God zijn volledig vertrouwen schenken. Dit verhaal van Job’s tegenspoed heeft zoals we weten een gelukkig einde. Uiteindelijk krijgt Job in veelvoud alles terug van God, als beloning voor zijn vertrouwen.Hij mag dan in voorspoed nog 140 jaar leven.
    Verhalen zoals dit vinden we nog terug in het Oude Testament. Mensen die onder tegenslag en gruwelijk lijden (denken we maar terug aan het verhaal van de Makkabeeën) nooit hun vertrouwen in God verloren hebben en Hem ook nooit verloochenden. Zulke verhalen gaven mensen in tegenspoed hoop.

    Dat brengt ons zo bij het evangelie van Marcus. Het woord ‘Evangelie’ stamt uit het  grieks en betekent: het goede nieuws. Maar… uitgerekend op de dag dat voor ons de officiële zomer begint, horen wij het verhaal over de storm op het meer!

    En ook hier gaat het over vertrouwen. Volgens het verhaal, en dat is het ook, nl. een verhaal, vragen de leerlingen aan Jezus iets te doen opdat zij niet met hun bootje zouden vergaan. Hoewel Jezus hen verwijt bang te zijn en niet genoeg vertrouwen te hebben, bewijzen zij juist door Hem te vragen om op te treden, dat zij eigenlijk al hun vertrouwen op Hem stellen en terecht zo blijkt uit de rest van het verhaal.
    Bijbelkenners hebben zich tot taak gesteld deze verhalen zeer nauwkeurig te analyseren. Hierbij struikelen zij dikwijls over onnauwkeurigheden in deze teksten, hetzij dat de tijd of de plaats van het gebeuren niet erg juist te achterhalen is, of dat de volgorde van de feiten niet klopt. Is dat belangrijk?
    Ik denk het niet. Wij weten ondertussen dat het Evangelie geen geschiedkundig werk is waar alle gebeurtenissen netjes in volgorde geplaatst kunnen worden. Het is een verzameling van gegevens, overgeleverd door de metgezellen en bedoeld om Zijn leven en werk voor de volgende generaties te bewaren. Meer dan de feiten zijn de bedoelingen achter de verhalen van zeer groot belang, toen en zeker nu.

    De christenen voor wie Marcus zijn Evangelie schreef, bevonden zich midden in de storm van tegenstand en vervolging. Jezus leek verder weg dan ooit.
    Verhalen als deze, waar Jezus niet alleen de storm maar de gewisse dood van zijn volgelingen afwendde, gaven het volk hoop en vertrouwen. Zij hielden stand in moeilijke omstandigheden.

    In de hedendaagse wereld, waar alles en iedereen om materiële waarden draait, lijkt God wel helemaal afwezig. Toch wil God , bij monde van Jezus’ blijde boodschap, mensen behoeden voor de chaos en hen van hun angst bevrijden.
    Laat ook voor ons dit verhaal een voorbeeld zijn dat hoe moeilijk het ook kan zijn in ons leven, we toch terug kunnen naar het geloof in Gods goedheid en Zijn vertrouwen in ons, want zoals Jezus het toen zegde: het koninkrijk van God op aarde ligt in de handen van de mensen van goede wil.

    Naar goede gewoonte wil ik graag nog even een tekst aanhalen die ik gevonden heb, deels bij Toon Hermans, deels bij Erwin Roosen:

    Toon Hermans zegt, en ik citeer:
       Als het je goed gaat,hoor je niemand klagen;
       Maar met droeve dagen omgaan,
       Da’s de kunst!
    En Erwin  Roosen voegt hieraan toe:
       Maar wanneer mijn leven overhoop gehaald wordt,
       Zie ik het vaak niet meer zitten!
       Geef mij dan de kracht en het vertrouwen,God
       Om toch naar Jou te luisteren
       En opnieuw een beetje rust te vinden! Amen

    20-06-2009 om 20:37 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    14-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aanraakbaar Aanwezig - 11de zondag B 2009 - Gie

    Elfde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 13 en zondag 14 juni 2009

    Eerste lezing: Exodus 24, 3-8
    Evangelie: Marcus 14, 12-16, 22-26

    Wij gedenken, wij vieren vandaag Sacramentsdag. In bepaalde opzichten gelijkt die dag een beetje op de verkiezingen van vorige zondag. Tegelijk “van bij ons” en “internationaal”, een beetje Belgisch en een beetje van heel de wereld.

    Ik had mij voorgenomen om vandaag niet over politiek te beginnen. En dat blijft écht de bedoeling, maar ik kan het ook niet zomaar weglaten.
    Verscheidene politici zitten in een lastig parket. Omdat ze in een aangebrande situatie in beeld kwamen. Omdat ze zich lieten vangen in grove vriendjespolitiek. Omdat zij op een onfrisse manier kandidaten van een andere partij probeerden over te doen overlopen. Omdat ze zich niet hielden aan hun kiesbeloften en een andere zetel gingen bezetten. Ik hoef geen namen te noemen en ik moet er ook geen tekeningetje bij maken.

    Wie zich niet met dergelijke praktijken inlaat, staat in een benijdenswaardig sterke positie. Wie zelf onkreukbaar is, heeft alle recht van spreken. Ook al is zij een vrouw. Ik wil het vandaag hebben over zuster Juliana, een vrome en zeer plichtsgetrouwe kloosterzuster.
    Juliana werd in 1192 geboren in Rétinne, een dorpje in de buurt van Luik. Het begin van haar leven zag er niet rooskleurig uit: op haar vijf jaar verloor ze haar beide ouders. Gelukkig werd ze opgevangen door de zusters augustinessen, die vlabij, op de berg Cornillon, een klooster hadden. Het kleine meisje kon het zo goed stellen bij die zusters dat zij er tien jaar later haar kloostergeloften aflegde.
    Zij werd een heel devoot nonnetje, trouw in het gebed en gepassioneerd door de Eucharistie, beter gezegd, door het “Heilig Sacrament”.
    Wij kunnen het ons vandaag nauwelijks voorstellen welke grote impact de Heilige Communie toen had. Ook al ging je, zoals het een brave kloosterzuster betaamt, alle dagen naar de kerk en zo dikwijls mogelijk naar de Heilige Mis, toch kon je niet zomaar iedere dag te communie gaan.

    Ten eerste moest je wel écht nuchter zijn, dus helemaal niets gegeten hebben. De ouderen onder ons kennen dat nog. Want dat was vijftig jaar geleden ook nog zo. Daarom werd er toen tijdens de hoogmis maar weinig ter communie gegaan.
    Maar er was meer. Je kon ook niet zonder biecht of boete zomaar aan het Heilig Misoffer deelnemen. Het gebed om vergeving was toen nog een echte schuld-belijdenis.
    Tenslotte mocht je de communie niet met je handen aanraken. De priester legde de hostie behoedzaam op je tong.

    En toch was dat Sacrament voor onze jonge non zo belangrijk. Want daarin kon ze Jezus, de Christus die ze zo aanbad, écht bij haar aanwezig hebben. Het was toch die Jezus die, toen Hij bij het Laatste Avondmaal brood en wijn met zijn leerlingen deelde, gezegd had: “Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed” en “blijf dit doen om Mij te gedenken”. Die onbereikbare Jezus kwam haar, daar in dat Heilige Sacrament, aanraakbaar dicht nabij.

    Zuster Juliana was daarom uiterst streng voor zichzelf en deed haar uiterste best, om toch maar rein te zijn.
    Op een dag in 1209, precies 800 jaar geleden, kreeg zij tijdens haar gebed een visioen. Zij zag een schijf, stralend als de volle maan, maar dan met een hap eruit. Maar ze begreep niet wat die maansverduistering voor haar kon betekenen. Pas twee jaar later, waarschijnlijk tijdens een eucharistieviering, zag ze plots de betekenis van haar visioen. Het was niet de maan, maar de stralende hostie, die door de priester omhoog werd geheven tijdens de viering: “Dit is mijn lichaam”. Natuurlijk kon je niet de hele hostie zien, omdat ze werd vastgehouden door de vingers van de priester. Tegelijkertijd begreep onze zuster ook de achterliggende betekenis van dit visioen voor haar. Je kon niet de hele hostie, dus ook niet de hele Christus zien. Er bleef een stukje verborgen. En Juliana beschouwde het als haar taak om dat ontbrekende deel aan het licht te brengen.

    Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een jonge non van nauwelijks twintig jaar, kon toch moeilijk naar de Paus van Rome stappen en vragen of hij een speciale feestdag voor het Heilig Sacrament wou instellen. Dat lukte zelfs niet toen ze een tiental jaar later overste werd van haar klooster. Integendeel. De harde discipline die Juliana van zichzelf eiste, konden haar medezusters niet opbrengen. Het liep zo erg mis, dat zij uit het klooster moest wegvluchten.
    Juliana had nu alleen nog steun van haar medezuster Eva. Verder was er Jacques Pantaléon, een kanunnik uit Luik, die hen beiden een hand boven het hoofd hield. Hij had niet alleen oog voor hun onkreukbaarheid en strenge devotie, hij zag ook wel wat in hun Sacramentsfeest. Hij ging het voorstel aankaarten en vond gehoor bij Robert, de bisschop van Luik. In 1246 werd in dat bisdom een bijzondere dag ter ere van het Heilig Sacrament ingevoerd.

    Helaas kwam daar een eind aan, na de dood van bisschop Robert. Erger nog, Juliana werd opnieuw uit het klooster verdreven. Zij werd kluizenares en is in 1258 in alle eenzaamheid gestorven.
    Vrouwen met geestelijke roeping hadden (en hebben) het niet gemakkelijk in de kerk. Omdat zij geen priester konden worden zoals de mannen, kozen zij, naar het woord van Johannes, voor een plaats “in de wereld, maar niet van de wereld”. Veel appreciatie van de buitenwereld was er niet. Mystieke nonnen en kluizenaressen werden als zonderlingen beschouwd, waarvan de spiritualiteit dichtbij waanzin aanleunde. Toch waren zij, door hun standvastigheid, tot grote dingen in staat. In het algemeen werden deze religieuzen bekeken als passieve vrouwen die in hun kluis op God zaten te wachten, zoals andere vrouwen thuis op hun man wachten.

    Het verhaal is nog niet gedaan. In 1262 werd de vroegere kanunnik uit Luik, Paus Urbanus IV. Hij was het die in 1264 Sacramentsdag tot een hoogfeest voor de hele kerk maakte. Onze vrome Juliana heeft dat niet meer meemaken.
    Sacramentsdag werd, volgens haar droom, een feest waarop, na de plechtige Heilige Mis, de geconsacreerde Hostie voor iedereen zichtbaar, ter aanbidding op het altaar werd geplaatst. Daarna werd dit Heilig Sacrament in plechtige processie door de straten gedragen, de basis van alle andere processies.

    Terecht een zalige hoogdag!
    Amen.

    14-06-2009 om 09:20 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (2)


    07-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vader, Zoon en Heilige Geest - Drievuldigheidszondag B 2009 - Fred

    Drievuldigheidszondag B 2009 - Zaterdag 6 en zondag 7 juni 2009

    Eerste lezing: Deuteronomium 4, 32-34.39-40 - 'De Heer is God; er is geen ander'
    Evangelie: Matteüs 28, 16-20 -  'Zie, Ik ben met u, alle dagen'

    In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, Amen.

    Hoe dikwijls hebben wij dat gebaar al niet gemaakt en die woorden erbij uitgesproken? En hoe vaak hebben we dat niet gedaan zonder erbij na te denken?
    Het kruisteken is hét teken bij uitstek van ons geloof. En daar zijn nogal wat verklaringen voor. Natuurlijk is het in de eerste plaats een verwijzing naar de kruisdood van Jezus, de Messias, de Verlosser. En evenzeer naar zijn Verrijzenis. Zijn lijden en dood, zijn verheerlijking nadien, zijn essentieel voor ons, christenen en voor ons geloof.
    Het kruisteken verwijst ook naar de dubbele opdracht waar wij als christenen voor geplaatst zijn. Er is een verticale richting, die verwijst naar hoger, naar God, onze Schepper. Om de band met die God te bewaren en niet te vergeten, komen wij hier trouwens geregeld samen om te bidden en ons te bezinnen.

    En er is de horizontale lijn, die ons verbindt met onze medemensen, die ons plaatst voor onze verantwoordelijkheid in de wereld, in de samenleving. Die horizontale lijn roept ons op tot liefde en vrede, tot medemenselijkheid. En dat is dan ook een reden waarom wij geregeld samen komen, om gemeenschap te vormen, om elkaar te steunen en te bemoedigen.
    Dat zijn een paar bedenkingen en verklaringen bij het teken van het kruis. Maar vandaag gaat het ook om de woorden die wij erbij uitspreken: in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Die woorden hebben wij al talloze malen uitgesproken: bij het begin van ieder gebed, bij het begin van een viering, het zijn de woorden die horen bij het doopritueel, bij een uitvaart, bij elke zegening, bij zowat alle sacramenten.
    En vandaag is het in de liturgie Drievuldigheidszondag. Er is maar één God, maar er zijn drie goddelijke personen: de vader, de zoon en de geest. Dat klinkt onbegrijpelijk en dat is het ook. Men noemt het een mysterie. Toen ik in de lagere school zat – en daarvoor moet ik toch al teruggaan naar het midden van de vorige eeuw – zei men tegen ons: de goddelijke drievuldigheid, dat is een mysterie. Je moet dat niet proberen te begrijpen en je moet er ook geen vragen over stellen. Daar moesten wij het mee doen. En een halve eeuw later wordt van mij verwacht dat ik er een homilie over houd.

    Nochtans werd een halve eeuw geleden dat kruisteken nog veel vaker gemaakt dan nu. Op school bij het begin van elke les, op vele plaatsen zelfs op het werk. En in die tijd was er ook nog geen gesneden brood te koop bij de bakker en werd het nieuwe, het verse brood elke morgen aangesneden. En wat deed vader of moeder vooraleer de eerste snede werd afgesneden? Juist, een kruisteken maken op dat brood.
    Ik weet niet of men dan altijd aan de vader, de zoon en de heilige geest dacht. Mijn vader zaliger heeft mij ooit bekend dat hij – zo 's morgens in alle vroegte - dikwijls gewoon stilletjes één, twee, drie, vier zei, toen hij een kruisteken over dat brood maakte.
    Dat kruisteken werd dus vaak een automatisch gebaar, waarbij de betekenis zo goed als verloren raakt. Een teken dat te vaak gebruikt wordt, verliest zijn kracht. Of het wordt zelfs misbruikt, bijna als een toverformule. We zien nogal eens sportlui een kruisteken maken bij het begin van een wedstrijd. Zou dat helpen? En wordt daarbij dan aan de drie goddelijke personen gedacht?

    Op zoek naar een verklaring ben ik wat gaan lezen en opzoeken en ik vond wel een aantal mooie beelden. Ergens worden de drie personen vergeleken met de arm, de hand en de vinger. God de Vader is de arm die ons beschermt voor alle gevaar. De Zoon is de hand die wij kunnen aanraken en ook reiken naar onze medemens. En de Geest is de vinger die ons de weg, de juiste richting wijst. En arm, hand en vinger vormen ook één geheel.
    Een andere verklaring heeft het over drie ruimtelijke dimensies. God is boven mij, naast mij en in mij. De Vader, de Schepper is boven ons, Hij overstijgt onze menselijke natuur. De Zoon is naast ons, Hij werd mens zoals wij, Hij is onze broeder. En de Geest is in ons, Hij inspireert en bemoedigt, Hij komt tot ons ook in sacramenten zoals het Vormsel.

    Het beeld dat het dichtst staat bij de lezingen van vandaag, zowel de eerste lezing als het evangelie, is misschien wel dit: God is ons verleden, ons heden en onze toekomst. Mozes vertelt zijn volk over het verleden, de schepping en de bevrijding uit de slavernij. Hij roept de mensen op hun Heer en God te erkennen in het heden en spiegelt hen een gelukkige toekomst voor.
    In het evangelie worden ook verleden en heden opgeroepen, vooraleer Jezus zijn leerlingen uitzendt met hun opdracht in de toekomst: het rijk Gods, de boodschap van Jezus te verkondigen en te verspreiden.
    Het klinkt mooi: God de Vader is onze Schepper, ons verleden, onze oorsprong. Hij is onmerkbaar aanwezig en heel vaak beseffen wij pas achteraf, dat Hij in ons leven is voorbijgegaan. De Zoon spreekt hier en nu, in de tijd. Hij staat als het ware in ons midden, herkenbaar als een medemens. En de Geest kondigt de komende dingen aan, de Geest is de belofte voor de toekomst.

    Vader, Zoon en heilige Geest … verleden, heden en toekomst.
    Het zou een verklaring kunnen zijn.
    Maar toch ook weer niet helemaal.
    Het blijft tenslotte een mysterie … 

    07-06-2009 om 12:08 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarvoor geraak jij in vuur en vlam? - Pinksteren B 2009 - Martine

    Pinksteren 2009 B - Zaterdag 30 en zondag 31 mei 2009

    Eerste lezing: Handelingen 2, 1-11 - 'Allen werden vervuld van de H. Geest'
    Evangelie: Johannes 15,26-27 . 16,12-15 - 'De Geest zal over Mij getuigen'

    Op de cultuurmarkt van linkeroever, een tijdje geleden, werd er aan de mensen volgende vragen gesteld:
       ‘Voor wie of voor wat word je enthousiast?’
       ‘Voor wie of voor wat geraak je in vuur en vlam?’

    Er waren papiertjes geknipt in de vorm van vlammetjes en daar mochten ze hun antwoorden opschrijven.
    Het is prachtig om te lezen wat er in deze mensen allemaal spontaan naar boven is gekomen.
    Er zaten dingen bij die te maken hadden met verbondenheden, zoals:
    ‘Ik geraak in vuur en vlam voor mijn moeder, mijn kleinkinderen, mijn hartsvriendin, mijn vrouw, vrienden,…’ Iemand geraakt zelfs in vuur en vlam voor zijn spiksplinternieuwe auto, ‘ook al is het maar een okkasie’, schrijft deze persoon er tussen haakjes bij.
    Iemand is enthousiast in het hebben van een band met iemand zonder dezelfde taal te spreken.

    Sommige mensen schreven op de vlammetjes ook zaken die niet zo vrijblijvend waren. Het zijn meer de doe-dingen, dingen die vragen om actie, om engagement.
    Bepaalde mensen werden enthousiast voor een verre reis, voor een ontwikkelingsproject in Kenia, voor een grote burendag, voor de samenhorigheid van vele mensen, voor een hobby,…’
    Er waren ook mensen die in zich een enthousiasme voelen voor een meer christelijke levensstijl in onze samenleving, voor liefde onder de mensen, voor vriendschap met iedereen, voor het samen werken aan een mooie buurt, voor iedereen die bezorgd is om de andere, voor eerlijke solidariteit in deze wereld,…
    Wat de passie van Frank De Winne is, hebben we deze week allemaal kunnen zien. Met vurig enthousiasme heeft hij veel meer dan 2 jaar gewerkt om een droom te laten uitkomen. Hij straalde. ’t Was mooi om te zien.

    En jij? Waarvoor geraak jij in vuur en vlam?
    Is er iets waar jij het warm van krijgt, waarvan je voelt dat het precies niet te stoppen is?
    Het is iets waar je enorm veel energie van krijgt. Het is alsof er een kracht, diep in jezelf wordt aangesproken en die niet te stoppen is. Je hebt geen keuze meer, je hebt dit te doen. Je wordt voortgestuwd.
    Misschien heb je in je leven wel zaken verwezenlijkt waar je trots op bent en die je zonder die stuwkracht, zonder dat enthousiasme, zonder die geest-drift anders nooit had kunnen waarmaken.
    Natuurlijk is er ook doorzettingsvermogen en talent nodig om iets te bereiken, om soms moeilijke dingen aan te kunnen, maar zonder de geestdrift is alles zoveel zwaarder.
    Geestdrift, vurig enthousiasme, zorgt ervoor dat we onze eventuele schrik opzij durven zetten, dat we grenzen durven verleggen, dat we durven spreken, dat we dingen durven doen waarvoor we anders niet de moed of het vertrouwen zouden hebben.

    Dat is wat de leerlingen ook ervaren hebben. De voorstelling van het vuur dat zich in tongen op ieder van hen neerzette is een prachtig beeld. De Heilige Geest is in werking getreden. Toch hoeven we die Heilige Geest niet buiten ons te zoeken. Het is diep in ons , in de kern van wie we zijn, dat ook die Geest voelbaar is. Van daaruit kunnen we het vuur voelen branden, de energie voelen opspuiten.
    Belangrijk in dit verhaal is ook de samenhorigheid, ze maken dit samen mee. Als we ons enthousiast kunnen voelen voor een bepaalde missie, wordt het alleen maar versterkt als we dit kunnen delen met mensen die hiervoor ook in vuur en vlam staan. En als het door omstandigheden weer een beetje wegebt, is het superbelangrijk dat we weer samenkomen en ons weer laten aansteken, zodat we weer ‘begeesterd’ onze weg verder kunnen zetten.

    We kunnen naar de Sinksenfoor gaan om te feesten en blij te zijn. Maar, wat dacht je ervan om van onze omgeving een Sinksenfoor te maken waar iedereen enthousiast is om te leven en om de Geest in elkeen zijn werk te laten doen, zodat Jezus door ons weer een beetje zichtbaar mag worden.

    Martine Andries.

    01-06-2009 om 09:50 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geprangd tussen - 7de Paaszondag B 2009 - Ria

    Zevende Paaszondag B 2009 - Zaterdag 23 en zondag 24 mei 2009

    Eerste lezing: 1e brief Johannes 4, 11-16  - 'Wie in de liefde woont, woont in God'
    Evangelie: Johannes 17, 11b-19 - 'Dat zij één mogen zijn zoals wij'

    Vandaag zit de viering en de teksten  als het ware  geprangd tussen twee zeer belangrijke gebeurtenissen  in het kerkelijk jaar en in onze eigen beleving van ons geloof, nl. Hemelvaartdag en Sinksen.
    De evangelielezing van vandaag, Johannes 17, staat bekend als moeilijk,daarom willen wij er dan ook even bij stilstaan , er even over praten en proberen een beetje duiding te geven!

    Het  gebed, want dat is deze tekst toch, wordt door Jezus uitgesproken tijdens Het Laatste Avondmaal. Hij drukt hier zijn zeer grote bekommernis uit over het lot van Zijn vrienden en smeekt de Vader hen toch niet in de steek te laten.
    Hij weet , en zegt het ook, dat aan Zijn wereldlijk leven een einde komt. Zijn prediking en zijn genezingswerk is voltooid. Het is op dit moment dat Jezus dit gebed, deze smeekbede aan zijn Vader richt. Het is een echte samenvatting van Zijn boodschap, de boodschap van liefde en verdraagzaamheid, maar ook van standvastigheid in een voor hen o zo vijandige wereld. Als Hij zegt dat zij niet van de wereld zijn, zoals ook Hij niet van de wereld is, bedoelt Hij dat, hoewel zij in de wereld leven, zij hun onafhankelijkheid behouden, omdat ze in hun diepste wezen meer verbonden zijn met Jezus en Zijn Vader, en minder met de wereld en haar harde wetten. Door zich zo verbonden te voelen met God beschikken zij nu al over ‘eeuwig leven’. Jezus zendt hen de wereld in zoals de Vader Jezus gezonden heeft. Zij zetten het werk van Jezus voort: het brengen van Zijn Blijde Boodschap, het woord van God en daarmee het eeuwig leven.

    Zo is het Woord ook tot ons gekomen, want die boodschap was niet voor de leerlingen en het volk van toen alleen, ze moet ook doorgegeven worden, zowel in de tijd als in de ruimte, dat wil zeggen overal waar mensen in vrede met elkaar willen leven. Moeilijke opdracht, maar daar zit nu juist de kracht van het Woord en meer nog dan woorden zijn het  ook de bijhorende daden die tot navolging strekken!

    Tal van mensen zetten zich vanuit kerken en vanuit hun geloofsovertuiging in voor mensen in nood. Voor hen is de koppeling tussen geloven en actie vanzelfsprekend: ben je een volgeling van Jezus,laat het zien aan je acties!
    In deze tijd  zijn er ook opnieuw stemmen te horen die het christendom wat aan de kant willen schuiven. Veel goede initiatieven worden als naïef en niet nuttig aanzien. Velen verliezen dan ook de moed om hun visie te laten horen. Steeds meer vormen wij een kleine groep binnen een zoniet vijandige ,dan toch wel een onverschillige wereld. Dan is een tekst ,zoals die we vandaag hoorden, een steun, want zoals Jezus voor zijn discipelen bad,telt dat voor ons allen die zich zijn volgelingen noemen.

    Hij vraagt de Vader ons te behoeden voor de macht van het kwaad en te helpen bij de keuze voor het goede. Want het is soms gemakkelijker toe te geven aan de lokroep van het materiële, en geen rekening te houden met de anderen, en alleen aan ons eigen genoegen te denken, maar dat is niet de weg die Jezus ons heeft voorgeleefd. Hij heeft voor ons gebeden opdat wij trouw zouden blijven aan onze roepingen en dat God ons mag bewaren in eenheid en vreugde.

    Ideeën en stukken tekst zijn van de hand van Erwin Roosen zoals ook het volgende gebed:

    Als ik het zelf niet meer kan,
    omdat mijn ongeloof te groot is geworden;
    of als ik er de woorden niet meer voor vind,
    omdat tegenwerking en kritiek
    elke stem in mij onmogelijk hebben gemaakt;
    Laat Jezus dan voor mij bidden,God,
    en Jou vragen dat Je mij behoedt
    voor de macht van het kwaad
    en mij zegent.
    En hopelijk vind ik dan de kracht
    om enthousiast  christen te zijn.
    ondanks alles soms.

    25-05-2009 om 08:21 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hemelvaart heeft een dubbelheid - Hemelvaart B 2009 - Herman

    Hemelvaart B 2009 - Donderdag 21 mei 2009

    Eerste lezing: Handelingen 1, 1-11 - 'Onder hun ogen omhooggeheven'
    Evangelie: Marcus 16, 15-20 - 'Ten hemel opgenomen zit Hij aan Gods rechterhand'

    Beste vrienden,

    Hemelvaart is altijd een feest met een dubbele betekenis.
    Enerzijds vieren we dat Jezus van ons is heengegaan om thuis te komen in Gods heerlijkeheid. Hemelvaart is een afscheid. Maar ook een feest van vertrouwvolle aanbidding want Jezus zit aan de rechterhand van de Vader.
    Anderzijds belijden we dat Jezus op een nieuwe manier blijvend bij zijn leerlingen en bij ons aanwezig is. ‘Al heeft Hij ons verlaten, Hij laat ons nooit alleen’, zingt het bekende kerklied.

    Hemelvaart heeft een dubbelheid. Het zegt ons dat we moeten leven met ons hoofd in de wolken en met onze voeten op de grond.

    Ik heb me laten vertellen dat je op de Olijfberg de kapel van de Hemelvaart kunt bezoeken, waar volgens de legende Jezus ten hemel werd opgenomen. (Ik wou het vijf jaar geleden zelf gaan bezoeken, maar toen begon de zoveelste Intifada en we zijn niet kunnen vertrekken.) Maar de kapel zou er als volgt uitzien. Het is een achthoekig gebouw, met een open dak. Het verwijst dus naar de hemel. In de vloer van de kapel is de naakte rots te zien, met daarin een kleine holte: ‘de voetafdruk van Jezus bij zijn hemelvaart’ , zegt de traditie.
    Een vrome fantasie, kan je zeggen. Ongetwijfeld. Maar wel zinvol. De achtergebleven voetindrukken zijn een vingerwijzing voor de mensen die naar boven staren. De voetindrukken zeggen ons: ‘Treed in zijn voetspoor! Zet zijn werk verder! Geloof in daadkracht. Wees zijn getuigen tot aan het uiteinde der aarde!’

    Leven als christen is leven met ons hoofd in de wolken en onze voeten op de grond.

    De ‘wolk’ in de bijbel verwijst naar Gods aanwezigheid. Het is maar een beeld uiteraard. Wie ooit met een vliegtuig gereisd heeft, heeft gezien dat er boven de wolken geen engeltjes van wolk tot wolk lopen en rijstpap koken. Maar een wolk verwijst naar God. Zoals je een wolk niet kan vastpakken, zo kan je ook God niet ‘be-grijpen’. Als een wolk ging God zijn volk voor in de woestijn (en ’s nachts als een vuur), bij de doop van Jezus sprak een stem uit de wolken, enz. Hier in het verhaal onttrekt een wolk Jezus aan het zicht van zijn leerlingen. D.w.z. Hij is bij God, Hij is thuis.

    De leerlingen moeten aanvaarden dat Jezus niet meer bij hen is. Zo is het bij elk rouwproces. Je moet de doden kunnen laten rusten. Je moet niet verlangen naar dingen die er niet (meer) zijn.
    De leerlingen vragen aan Jezus: “Gaat Gij nu voor ons het koninkrijk herstellen?” En Jezus ontwijkt op het eerste gezicht de vraag. ‘Het komt u niet toe om dat te weten.’ Maar zijn antwoord gaat verder: ‘Jullie moeten het doen. Jullie moeten getuigen, vanaf de plaats waar je nu leeft, tot de einden der aarde’. En zover zijn ze gegaan, de leerlingen en zovele generaties missionarissen, tot Congo, tot Molokaï, tot Taiwan, tot de Eskimo’s. Maar het moeilijkste missiegebied is misschien nog wel Vlaanderen, je eigen kring, je eigen gemeenschap. Daar word je naartoe gezonden. Met alle kracht en kwetsbaarheid die in jou is.
    Maar je staat er niet alleen voor: je krijgt de Geest mee! We worden toegerust met de kracht van de heilige Geest. Die Geest hebben we met ons doopsel en ons Vormsel meegekregen, wij allemaal! We vergeten dat te vaak. Maar wij zijn voldoende toegerust met alles wat we nodig hebben.
    Daarmee kunnen we in het voetspoor van Jezus gaan.

    Laten we het samen doen! Onze talenten bundelen om van deze aarde, hier waar het te doen is, een stukje hemel te maken. We hebben alle talenten nodig! Er zijn mensen die anderen kunnen begeesteren en bezielen en overtuigen. Anderen voelen zich beter als ze iets kunnen betekenen voor kleine, zieke of kwetsbare mensen. Weer anderen hebben de gave om te organiseren en mensen bij elkaar te brengen. Nog anderen hebben de gave om te volharden in het gebed. Dat is een talent!
    Al die talenten moeten we samenleggen, om in onze Sint-Anna-ten-Drieënparochie de hemel te ontdekken. Staar niet naar de hemel, hier is het te doen. Denk niet: ‘mijn tijd is voorbij, een ander zal het wel doen’. Wíj moeten het doen: ieder die is gedoopt en gevormd! Laten we gaan, in Jezus’ voetspoor!

    Herman Augustyns

    met dank aan Werkboek Weekendliturgie, Gooi en Sticht

    21-05-2009 om 19:37 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (2)


    17-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geloven in liefde-metterdaad - 6de Paaszondag B 2009 - Marc

    Zesde Paaszondag B 2009 - Zaterdag 16 en zondag 17 mei 2009

    Eerste lezing: 1e brief Johannes 4, 7-10 -  'God is liefde'
    Evangelie: Johannes 15, 9-17 -  'Dat mijn vreugde in u moge zijn en uw vreugde volkomen wordt'

    Hoera, het is weer Songfestivaltijd! En als ik naar de teksten van de lezingen geluisterd heb, lijkt het er een beetje op dat die aangepast zijn aan dat songfestival. Op zo’n festivalavond is het al liefde wat de klok slaat. Kort en kernachtig zoals ze dat in Litouwen zeggen: “Love”! Gezongen door Sasha Son. Ten points! Als ze in Griekenland zingen “This is our night”, zal dat wel niet zijn om te gaan kaarten. En “Miss Kiss Kiss Bang”, nog wel uit Duitsland, dat is ook wel duidelijk.
    Nu duren die liedjes zo’n goeie drie minuten. En ik vrees dat de liefde of de amor of de love waarover ze zingen, dikwijls ook niet veel langer duurt.  La noche es para mi, en daarna zien we wel weer.

    De teksten uit onze lezingen gaan ook over liefde. Ze zouden geschreven zijn door de apostel Johannes, en volgens de traditie wist die wel wat van liefde: want hij was “de leerling van wie Jezus veel hield”.  Het is wel niet zo duidelijk wat de historische grond hiervan is, maar veel belangrijker is de inhoud van de teksten die aan Johannes toegeschreven worden. Het staat wel vast dat onze lezingen zo tegen het einde van de eerste eeuw na Christus geschreven zijn. De boodschap van Jezus werd nu al zoveel tientallen jaren doorgegeven, er begonnen vele verhalen de ronde te doen, en er werd al veel gediscuteerd over wie Jezus eigenlijk was, en wie nu echt bij zijn leerlingen hoorde, en wie niet: want men begon toen ook stilletjes aan over ketters te spreken. En dan kan ik me goed voorstellen, dat zo’n oudere leerling van Jezus zich begon af te vragen: wat is nu eigenlijk de kern? Waar draait het om, als ik dat evangelie in zijn geheel beschouw? En deze leerling, deze Johannes, komt tot de conclusie: we hebben van Jezus geleerd dat God liefde is, en dat wij in die liefde moeten blijven. En dat kunnen we, door zelf lief te hebben.
    Voila, zo simpel is het. Is ons geloof dan een Songfestival???

    Jammer voor de muziekliefhebbers onder ons, maar ik denk van niet. Die liefde die Johannes ontdekt heeft in Jezus, is liefde die iemand ertoe brengt zijn leven te geven. Jezus heeft dat voorgeleefd, en heeft zijn leven letterlijk gegeven. En ik lees een zinnetje in die eerste brief van Johannes, dat mij doet nadenken:””om onze zonden uit te wissen door het offer van zijn leven”. Jezus noemt ons zijn vrienden, wij zijn dat. Maar wij zijn dat ondanks onze zonden. Een woord dat niet meer in de mode is, maar daarom niet minder correct. Wij zijn zondaars, dat wil zeggen: wij maken fouten. Meestal kleine, soms hele grote. En toch kunnen wij in die liefde van God blijven, als we bereid zijn zoals Jezus ook ons leven te geven. Volgens mij betekent dat: niet alleen mijn leven geven voor wie ik “graag zie”, voor wie ik aangenaam en sympathiek en belangrijk vind, maar even goed voor wie fouten begaat – tegen mij. De evangelieverhalen, waar deze Johannes over nagedacht heeft, staan vol voorbeelden van die liefde van Jezus, van God dus, voor wie in fout was, en dikwijls zwaar in fout.

    Zo simpel is het dus niet. Als wij willen doen wat Hij zegt, moeten wij bereid zijn ons op te offeren, voor de mens naast ons: onze antipathie opofferen, onze gekwetste trots, onze wraakzucht misschien, onze angst dat er van ons geprofiteerd zal worden.... Ach, wij gaan de wereld niet verbeteren, of heldendaden doen: ons leven geven doen we in ons gezin, in onze vereniging, op ons werk, overal waar we proberen goed met mensen samen te leven, en ze gaarne te zien, ook als we het daar heel moeilijk mee hebben...

    Dat is niet altijd gemakkelijk. Maar we zullen toch al ondervonden hebben, dat het spreekwoord waar is: “wie goed doet, goed ontmoet”. De Blijde Boodschap van vandaag kan ook de moed geven om vol te houden, verder te gaan op de weg waarop Jezus ons gezonden heeft. En de Blijde Boodschap is ook, dat als wijzelf falen, als die goddelijke liefde voor ons te hoog gegrepen is, dat God ons graag blijft zien. Dat wij bij Hem altijd opnieuw kunnen beginnen. En dat is niet alleen iets waarin we blind moeten geloven. Die liefde van God worden we gewaar, als mensen rondom ons over onze fouten heen stappen, en ons laten voelen dat ze ons graag blijven zien, ondanks onze stommiteiten.

    Zo kunnen we mekaar steunen om dat gebod van Jezus trouw te blijven: wij kunnen die liefde tastbaar maken voor mekaar. Dat zijn de vruchten, die we moeten voortbrengen. Wij zijn verantwoordelijk, voor mekaars geloof in die liefde.
    Ik weet dat de gelovige gemeenschap bestaat uit vele mensen met soms heel verschillende visies op het geloof, maar ik ben er van overtuigd dat wij allemaal door die boodschap van liefde geraakt zijn, en dat we met vallen en opstaan proberen van ernaar te leven. Soms denk ik, dat we met zijn allen dat meer zouden moeten durven uitstralen. De Kerk, dat zou een groep mensen moeten zijn waaraan het ook te zien is, dat ze met liefde in het leven staan. Voor mekaar, voor de mensen “binnen”, en ook voor allen die buiten de Kerk staan. De blijde boodschap is voor iedereen: God ziet u graag, en wij zien u graag. Dan zouden er heel veel mensen blij zijn, dat de Kerk bestaat. God is liefde: twelve points!

    17-05-2009 om 20:12 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verbonden met elkaar - 5de Paaszondag B 2009 - Jan

    Vijfde Paaszondag B 2009 - Zaterdag 9 en zondag 10 mei 2009

    Eerste lezing: 1e brief Johannes 3, 18-24 - 'Liefhebben met concrete daden'
    Evangelie: Johannes 15,1-8 - 'Wie in Mij blijft, draagt veel vrucht'

    "Ik ben de wijnstok, en jullie zijn de ranken", staat er.
    Er staat niet: "Ik ben de wijnstok en jullie zijn de vruchten".
    En de ranken – wij dus -, moeten vruchten dragen.  En nog liefst rijpe vruchten.
    Een rank die er zo maar bij hangt en geen vruchten draagt,
    zo'n rank wordt door de wijngaardenier weggesnoeid.

    En dat is de basis van de boodschap van Jezus' gelijkenis.
    Alle elementen zijn aanwezig :
    de wijngaardenier is de Vader;
    als een wijnstok, zo is de Zoon;
    de kleinere ranken, dat zijn wij -
    versta : wij worden ertoe uitgenodigd dat te zijn of te worden.
    En de vruchten?
    Valt het u op dat de vruchten niet verpersoonlijkt worden,
    dat wij ook die vruchten niet zijn?
    Neen, wij zullen vrucht dragen, niet vrucht zijn.

    Het vrucht dragen lijkt hier de grote zorg van Jezus te zijn. En het zal dan ook onze opdracht zijn.  En weet je, snoeien draagt bij tot een rijke oogst. De werkman van de wijngaard snoeit in de winter heel wat dorre takken die het vuur in moeten. In de lente knipt hij de wild woekerende scheuten. Het wekt verwondering bij het zien hoeveel bundels takken telkens worden afgevoerd. Een niet gesnoeide wijnstok brengt alleen bladeren voort. De wijnbouwers zeggen dat de wijngaard weent, als hij wordt gesnoeid. Het sap stroomt overvloedig uit de snede van de wijnstok alvorens de wonde dicht gaat. Snoeien is noodzaak. Snoeien is reinigen, zuiveren of bevrijden van dodende overtolligheid, van wat er teveel is.

    Deze tekst komt toch echt wel juist op tijd.
    Nu de natuur op haar mooist is, nu de bloemen kleur geven in de tuin, op de grasvelden,
    in de bloembakken… Nu leren we dat we eerst moeten snoeien om daarna vruchten te kunnen oogsten.  Precies nu alles openbarst.

    Snoeien doet pijn.  Snoeien is weggooien wat je niet meer nodig hebt.
    Wat kunnen wij in ons leven zoal niet wegsnoeien?
    Onze overtollige luxe die ons onder druk zet omdat we denken dat we niet meer zonder kunnen?
    Onze gejaagdheid, omdat we denken dat we van alles zouden missen indien we er niet op tijd bij zijn?
    Onze hebzucht, omdat we denken dat we alles wat we willen en zien, moeten hebben?
    Onze eigenzinnigheid, omdat we vaak denken dat enkel wij gelijk hebben?

    Aangespoord door de Wijngaardenier moeten we bij onszelf durven laten wegsnoeien
    zodat het goede kan doorgroeien.

    Och mensen laat ons toch eens snoeien in onze gewoontes. 
    We gaan er misschien veel beter uitkomen en zullen dan ook betere vruchten voortbrengen.
    Vruchten van vriendschap, van hulpvaardigheid van er zijn voor mekaar.

    Vorige week had ik de geweldige gelegenheid met een pelgrim samen een stukje weg af te leggen.  Hij is op 1 april in Scherpenheuvel vertrokken, te voet naar Santiago De Compostella.  Meer dan 2200 Km. Te voet door België, Frankrijk en dan nog 800 Km Spanje. Ook hij heeft gesnoeid in zijn manier van leven om deze keiharde pelgrimstocht van bijna 3 maanden te kunnen afleggen. We hebben een weekje samen door de Auvergne gestapt.
    We hebben gezien hoe de natuur open bloeit, hoe groen het groen is en ondervonden hoe stil het is wanneer je alleen door een bos, over een klein wegeltje, stapt.  Ik heb elke nacht de nachtegaal gehoord.  Pure schoonheid, puur genot dat niets kost.

    Je bent dan ten diepste verbonden met mekaar, net zoals het thema van deze viering ons duidelijk maakt.
    Wij zijn allen ranken aan dezelfde wijnstok., we worden door hetzelfde sap gevoed.  We  krijgen dezelfde impulsen.  We moeten het alleen willen opnemen, willen slikken, het willen aanvaarden dat we door iets of iemand gevoed en gesterkt  worden, om dan samen overvloedig vruchten voort te brengen.

    Is dit geen schoon beeld?
    Zoals de wijnranken verbonden zijn met de wijnstok, zo moeten wij ons dan ook met mekaar  verbonden voelen.  Samen trossen, samenklikken...  samen rijp worden, - ja, want nu zijn we nog groen….(achter onze oren), samen vruchten dragen…

    Ik heb tijdens die pelgrimstocht gezien en ervaren hoe ruwe bolsters, mannen met baarden en slordige kledij en zware botinnen aan hun voeten, hoe die mannen heel devoot een kaarsje brandden en een gebedje prevelden.  Mijn vriend had vele briefjes bij met steeds een intentie van iemand die vroeg om daarvoor een kaarsje te branden in één of andere kerk.  En er zijn veel kerken op de weg naar Compostella.
    Het doet goed te ervaren hoe het leven ook mooi kan zijn in soberheid. Een van de schoonste momenten was, wanneer we even halt hielden, hij een koekje, een “petit beureke” uit zijn rugzak haalde en het gaf.  Ik moest er dan een stuk afbreken, en telkens zeiden we: “op de vriendschap” (net zoals Michiel Hendrickx in het Bourgondisch complot) Ik heb gevoeld hoe een vriendschap ook groeit door samen een meer dan gewone inspanning te leveren.
    Oh dat wil niet zeggen dat we het er niet van gepakt hebben.

    Maar we mogen ons doel niet uit het oog verliezen. Zo simpel is het.
    Maar ook soms moeilijk.
    Wanneer we als pelgrims ‘de weg van Jezus volgen’ - maar dan echt en concreet – kan dit ons leven ingrijpend veranderen.  Het kan best zijn dat het al eens pijn zal doen, dat we last hebben van het snoeien en dat we blaren krijgen op onze voeten . 
    Maar we zullen merken dat we op onze tocht heel veel anderen ontmoeten die in dezelfde richting gaan.  Die dezelfde droom hebben en die dezelfde verbondenheid voelen die ons bij mekaar houdt.

    En dat alleen al is de moeite waard om het te blijven volhouden, want zo zullen wij samen vruchten dragen…

    10-05-2009 om 16:42 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    03-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geborgenheid - 4de Paaszondag B 2009 - Martine

    Vierde Paaszondag B 2009 - Zaterdag 2 en zondag 3 mei 2009

    Eerste lezing: Handelingen 4, 8-12 - 'Bij niemand anders is redding te vinden'
    Evangelie: Johannes 10, 11-18 - 'De goede herder geeft zijn leven'

    Als ik de lezingen die we net gehoord hebben in een paar zinnen zou samenvatten, dan zou ik zeggen:

       1. Jezus is niet zomaar een steen, hij is een hoeksteen geworden.
       2. Jezus brengt redding voor alle mensen.
       3. Jezus is als een goede herder voor zijn schapen. 
       4. Jezus geeft zijn leven uit eigen vrije wil.
       5. Jezus noemt God zijn Vader en leeft in grote verbondenheid met Hem.

    Allemaal goed en wel, maar wat heeft dat met ons te maken.
    Wat hebben we hieraan in ons dagelijks leven?
    Dat beeld van die goede herder met een hart voor zijn schapen is wel heel mooi, maar kunnen of willen wij onszelf als schapen herkennen?

    Het woord ‘schaap’ komt niet altijd zo positief over in onze maatschappij. ‘Och arme dat schaap, ze heeft toch al veel afgezien. Ziet dat schaap daar eens lopen, ze blijft maar sukkelen. Enz.’ Blijkbaar is het ook heel erg vrouwelijk. Sexistisch bijna. Och arme dat zwakke geslacht…
    Echt opbeurend is dit niet. Het lijkt eerder onderdrukkend. Er spreekt vooral een zeker medelijden uit en dat helpt mensen niet uit de miserie, maar duwt hen er dikwijls nog verder in.

    Schapen hebben ook iets meegaand, iets van zelf niet kunnen kiezen, iets van geleefd worden.
    Neen, dat beeld van dat schaap, vindt niet zo direct aansluiting in mijn leefwereld. Mensen zijn geen arme schapen die steeds afhankelijk moeten zijn en in een soort van onderdrukking leven. Mensen mogen niet geleefd worden, ze mogen echt leven. Mensen zijn dynamische wezens, die kunnen kiezen hoe ze hun leven aanpakken.
    Mensen zijn vrij, zij kunnen op elk moment beslissen wat ze doen met de tijd die hun gegeven is. Mensen hebben geen medelijden nodig.

    Wat hebben wij dan wel nodig?
    Elke mens heeft bepaalde aspiraties, diepe verlangens, maar ook behoeften.
    Aspiraties die je diep in jezelf kan voelen, zijn oa ‘Jezelf mogen zijn’, ‘Evenwicht mogen ontdekken in je leven’, ‘Zichzelf mogen ontwikkelen en ontplooien’, ‘Sommige dingen leren aanvaarden, met andere leren leven, nog andere leren ombuigen’. Ik ben er zeker van dat jij nog andere aspiraties zult ontdekken bij jezelf.
    Maar we hebben ook behoeften.
    Er zijn de normale behoeften aan eten en drinken, behoefte aan rust, aan veiligheid, aan ontspanning, aan tijd voor onszelf.
    Er is ook de behoefte aan gezien worden, erkend worden, aanvaard worden in wie we zijn.
    Elk mens wil ook graag beluisterd worden, wil ernstig genomen worden.
    En elke mens wil zich ook graag geborgen voelen.

    Hier wil ik even bij blijven stilstaan. Het thema van deze viering. ‘Zich geborgen voelen’, ‘Geborgenheid’. Bij dit woord voel ik een warmte in mij, een zachtheid, een diep geluk.
    In geborgenheid worden heel wat behoeften beantwoord. Het geeft een veilig gevoel, het laat me thuiskomen. Het onderdrukt me niet, het laat me vrij, het geeft me alle kansen. Het is ook een plaats waar ik mag uithuilen, zonder dat er een oordeel zal worden uitgesproken. Mijn verdriet mag er gewoon zijn.

    Zou het dat kunnen zijn wat er in de lezingen bedoeld wordt?
    Zou Jezus diegene kunnen zijn die mij die geborgenheid kan geven?
    Ja, dan is Hij voor mij heel belangrijk. Dan is Hij voor mij als een hoeksteen. Iemand waar je altijd op kan rekenen.
    Ja, dan is Hij voor mij als een redder. Hij steunt mij en wijst mij de weg.
    Ja, dan zie ik hoe hij met een groot hart alle mensen toelaat en wil behoeden als een herder.
    Ja, ik kan zijn liefde voor de mensen voelen en waardeer dat hij tot het uiterste is gegaan voor ons.
    Ja, ik voel de verbondenheid met God via Jezus. Ik sta er niet alleen voor. Het is God die mij draagt in heel moeilijke momenten.

    Geborgenheid is essentieel in ons leven. We kunnen die geborgenheid vinden bij mensen en dit is enorm belangrijk. Maar als je dicht bij jezelf kunt komen, kan je die geborgenheid ook vinden bij Jezus en dat overstijgt ons menselijk denken.
    In deze viering worden we uitgenodigd om ons meer en meer geborgen te weten bij Jezus. En hoe kunnen we dit het beste oefenen dan door zijn voorbeeld te volgen en zelf ook geborgenheid te geven aan mensen in onze omgeving, zelf ook tijd te maken voor elkaar, naar elkaar te luiseren zonder te oordelen.
    ‘Geborgenheid’, neem dit woord de volgende week met je mee, laat je ervan doordringen en laat het maar stralen.

    Martine Andries.

    03-05-2009 om 14:50 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In hun midden - 3de Paaszondag B 2009 - Gie

    Derde Paaszondag B 2009 - Zaterdag 25 en zondag 26 april 2009

    Eerste lezing: Handelingen 3, 13-15, 17-19 - 'De Messias zou sterven'
    Evangelie: Lucas 24, 35-48 - 'Zo moet Christus lijden en verrijzen'

    Eigenlijk is het evangelieverhaal van vandaag hetzelfde als dat van vorige zondag. Alleen werd het ons vorige week verteld door Johannes (20, 19-31) en vandaag door Lucas (24, 35-48).
    We horen een verhaal dat begint als dat van de Emmaüsgangers, dat verder gaat als dat van (de ongelovige) Thomas, en dat eindigt met gezonden worden en gaan getuigen.
    Lucas, die we ook al hoorden in de Handelingen, vertelt het op zijn eigen manier. Hij trekt daarbij, misschien nog meer dan Johannes, alle registers open.

    Ook bij Lucas staat Jezus “plotseling in hun midden”. Dat het om dezelfde Jezus gaat, horen wij aan zijn “vrede zij u”: Zijn paswoord.
    Lucas legt ons ook uit, dat het om de gekruisigde Christus gaat. Lucas maakt die Jezus zichtbaar en voelbaar: “kijk naar mijn handen en voeten”, zegt Jezus, “raak mij aan”, “betast mijn wonden”.
    En Lucas gaat nog een stapje verder. “Hebben jullie hier iets te eten”, laat hij Jezus vragen.

    Oké, dit is een levende, geen spook of een geestesverschijning. Daarover zijn alle aanwezigen het ondertussen eens. Maar is het wel de Christus? Daarop legt Jezus hen uit, net als bij de Emmaüsgangers, hoe alles in de schriften voorzegd is en geschreven staat.
    Zo wordt de Jezus die hier in hun midden is, gaandeweg tastbaar en levend. Geloven is niet langer dromen alsof je naar een film zit te kijken. Geloven is eten en drinken. Geloven is leven met de Levende.
    Natuurlijk zijn jullie wel eens verliefd geweest. Misschien ben je het nog altijd. Wanneer ben je verliefd? Wanneer heb je iemand lief? Als die persoon, dat lief, méér wordt dan een postkaart, méér wordt dan een brief of een vluchtige zoen. Iemand liefhebben is samen iets doen, samen iets mee-maken, samen eten en drinken, elkaar proeven, elkaar voelen. Als die liefde zichtbaar, raakbaar, eetbaar, voelbaar wordt met al je zintuigen, in de eerste plaats met je “hart”, dan pas gaat het om echte, levende mensen.

    Met déze Jezus gaat dat ook zo.
    Wanneer wordt Jezus levend, van vlees en bloed? Wanneer Hij meer wordt dan alleen fantasie, herinnering en verloren illusies. Als Hij adem krijgt, eten en drinken wordt. Als Hij erbij is wanneer je samen aan tafel gaat. Als Hij een eind met je meegaat, wanneer je op weg bent.
    Geloven gebeurt gaandeweg, gaande-de-weg.
    Waar zit dan de sleutel? Hoe komt de Heer ook in ons midden? We lezen het stapsgewijs bij Lucas.
    Wanneer mensen eensgezind samen zijn, “in de vrede van de Heer”. Daarom beginnen wij iedere viering, ook deze gebedsdienst, met een vergevingsmoment.

    Wanneer wij die Jezus opnieuw leren kennen uit alles wat er over Hem in de schrift geschreven staat. Te beginnen bij Mozes en de profeten. Daarom lezen wij iedere keer opnieuw een stukje uit het Oude Testament en een stukje uit het Evangelie.
    Wanneer wij, zoals Jezus ons voordeed op de Laatste Avond, samen danken en delen aan elkaar, dan “leeft” Hij midden onder ons.
    Waar mensen samen vrede bouwen, daar is de Heer (in) hun midden.
    Waar mensen samen bidden, danken, breken en delen, daar “gebeurt” Jezus.
    Waar door mensen de schrift wordt doorverteld en gelezen, daar “leeft” Jezus. Daar, in de confrontatie met het Evangelie, wordt Jezus het “vlees-geworden woord”, een raadsman en tochtgenoot die met jou mee op weg gaat.
    Lucas legt het ons uit met alle mogelijke middelen: letterlijk met hand en tand. Maar ook met kijken, betasten en beluisteren. Alle vijf zintuigen komen aan bod. Maar ook ons zesde zintuig, ons hart, wordt aangesproken.
    Zintuigen: tuigen om zin, goesting te krijgen, tuigen om zin te geven. Voorwaar ook een oproep om te ge-tuigen van een Jezus die leeft in ons midden en die met ons meegaat!
    Amen.

    26-04-2009 om 12:06 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geloven... ondanks twijfels - 2de Paaszondag B 2009 - Fred

    Tweede Paaszondag B 2009 - Zaterdag 18 en zondag 19 april 2009

    Eerste lezing: 1e brief Johannes 5, 1-6 - 'Geloven dat Jezus de Verrezene is'
    Evangelie: Johannes 20, 19-31 - 'Acht dagen later kwam Jezus'

    De laatste tijd ben ik nogal eens aanwezig bij uitvaarten. Heel vaak kiezen mensen daar mooie en zinvolle teksten, die de pijn bij het afscheid wat verzachten en die troost en hoop kunnen bieden. Wie kiest voor een kerkelijke uitvaart gelooft immers dat de dood niet het einde is, dat er zoiets als eeuwig leven bestaat. En toch hoor ik bij elke uitvaart spreken over ons tastend en aarzelend, ons twijfelend geloof.

    We willen wel geloven dat er leven is na de dood, maar tegelijkertijd is dat geloven zo moeilijk. Eigenlijk bevinden wij ons in goed gezelschap bij Thomas uit het evangelie. We doen hem onrecht aan door hem steeds maar als de ongelovige Thomas te bestempelen. Want eigenlijk is het toch echt wel een ongeloofwaardig verhaal dat hij krijgt opgedist.

    Trouwens, ook de andere leerlingen geloven maar dat Jezus verrezen is, als zij Hem echt hebben gezien. Ja, er waren wel een paar vrouwen geweest die vertelden dat Hij verrezen was, maar de meeste leerlingen geloofden hen niet. Dood is toch dood. Zo denken wij er ook over. Er is toch niemand, zelfs geen begrafenisondernemer, die ooit een dode, die al begraven was, weer levend, gezond en wel teruggezien heeft.
    Eigenlijk is het geloof of het ongeloof van Thomas niet de essentie van dit evangelie. De evangelist Johannes is misschien de laatste ooggetuige van Jezus en hij schrijft zijn evangelie aan het eind van de eerste eeuw. En hij weet dat het geloof in Jezus enkel voortgang kan vinden door de verkondiging van mensen die Jezus zelf gezien en gekend hebben.

    En Johannes schrijft dus zijn verhalen met het oog op zijn lezers. Zij hebben Jezus nooit gezien, maar worden toch uitgenodigd in Hem te geloven. Niet op grond van bewijzen, want die zijn er niet, maar op grond van tekens. "Die tekenen zijn opgeschreven, opdat gij moogt geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God" hoorden we daarnet.
    En als we op die manier nog eens naar dit evangelie kijken, zien we twee belangrijke tekens. Telkens Jezus aan zijn leerlingen verschijnt, wenst Hij hen de vrede. "Vrede zij u. Sjaloom!" Wat Hij in de eerste plaats wil van zijn leerlingen, zijn volgelingen, en dus ook van ons, is dat zij vredebrengers zijn. Het joodse Sjaloom betekent trouwens veel meer dan ons woordje vrede. Sjaloom heeft niet alleen te maken met het afzweren van geweld, maar ook met harmonie en vreugde. Het is als het ware de samenvatting van Gods bedoelingen, van zijn droom met deze wereld.

    Het tweede teken dat we in het evangelie vinden is een zichtbaar teken. Jezus toont aan zijn leerlingen – en later ook aan Thomas – zijn kruiswonden in zijn handen en zijn zijde. Daarmee toont Hij ook dat de verrezen Jezus niemand anders is dan de gekruisigde. Hij kon pas verrijzen en verheerlijkt worden, als Hij eerst door lijden en dood heen ging. En dat is ook de zending die zijn leerlingen meekrijgen.
    Die zending wordt ook concreet en heel eenvoudig verwoord in de eerste lezing van vandaag. Die komt uit de eerste brief van Johannes, vermoedelijk niet dezelfde als de evangelist. "Wie de vader liefheeft" hoorden we daar "bemint ook het kind". Geloven in God houdt in dat wij Gods kinderen liefhebben. En dat wij elkaar niet alleen Sjaloom toewensen, maar ook Sjaloom voor elkaar proberen te zijn.

    Ik ben begonnen met te verwijzen naar het tastend en twijfelend geloof dat wordt uitgesproken bij uitvaarten. Geloof is immers niet gebaseerd op zekerheden, op bewijzen. Ongeloof trouwens ook niet. Waarschijnlijk hebben atheïsten het ook moeilijk om te geloven dat nu echt alles voorbij is, wanneer zij afscheid moeten nemen van een geliefde.
    Want ik hoor bij uitvaarten ook heel veel uitingen van echt geloof, ik hoor daar vaak de vaste overtuiging dat de overledene toch nog verder leeft, niet zal vergeten worden. Dat zijn of haar werk wordt voortgezet, dat men in de voetsporen van de overledene wil treden.
    En ook hier worden beelden of tekenen gebruikt. Men heeft het over de andere kant, de overzijde. Men gebruikt het beeld van een bootje dat uit het zicht verdwijnt, maar aan de andere oever herkend en verwelkomd wordt. Het zijn niet zomaar beelden, het zijn uitingen van geloof, geloof in iets waarvoor onze taal de juiste woorden niet heeft.

    Heel wat beroemde mensen leven na hun dood verder door talloze mensen die hun werk voortzetten. Alfred Nobel, pater Damiaan, Martin Luther King, het zijn maar enkele voorbeelden uit de zovelen. En het mooiste voorbeeld is natuurlijk Jezus zelf. Tweeduizend jaar leeft Hij al verder. En ongeveer elke woonkamer bevat één of meerdere foto's van mensen die bij ons voortleven, die niet vergeten worden.
    Wij staan heel dicht bij de ongelovige Thomas. Hij heette ook Didymus, wat betekent: tweeling. Wij zijn allemaal een beetje zijn tweelingbroer. En we hoeven ons daar niet voor te schamen. Trouwens, als Thomas tenslotte Jezus heeft gezien en herkend, spreekt hij de sterkste geloofsbelijdenis uit die het evangelie van Johannes kent: "Mijn Heer en mijn God!"
    Thomas is de eerste die Jezus als God aanspreekt …

    18-04-2009 om 20:07 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God laat ons nooit alleen - Pasen B 2009 - Herman
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Pasen B 2009 - Zaterdag 11 en zondag 12 april 2009

    Eerste lezing: Handelingen 10, 34-43 - 'We hebben met Hem gegeten'
    Evangelie: Johannes 20, 1-9 - 'Hij moest uit de doden opstaan'

    Op de eerste dag, vroeg in de morgen, het was nog donker, ...

    Zusters en broeders, het zijn woorden die dra-gen, woorden die meer zeggen dan ze zeggen. Het is de eerste dag, de dag dus waarop er iets nieuws te gebeuren staat, maar het is nog niet duidelijk wat, want het is nog vroeg in de morgen, zo vroeg dat het nog donker is. Even donker als in het hart van Maria Magdalena. Want de steen op haar hart is even zwaar als de steen voor het graf, en ze weet niet wie die beide stenen zal wegrollen. En dan ziet ze dat de steen bij het graf al weggerold is en dat het graf leeg is. Niet leeggeroofd, nee, daarvoor is het veel te ordelijk, want alles ligt er netjes gerangschikt. Dat is dus niet het werk van fanatieke leerlingen die Jezus' lichaam inderhaast hebben weggehaald. Wat het wél is, is iets ongehoords, iets wat we nooit zullen kunnen begrijpen: dat Jezus verrezen is.

    Dat Hij is opgestaan uit de doden, en dat Hij aan mensen verschenen is, ‘niet aan het hele volk, maar aan getuigen die door God tevoren waren uitgekozen, aan ons die met Hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de doden was opgestaan', aldus Petrus in de eerste lezing.

    Ik zei het al: het is iets ongehoords, iets onbegrijpelijks. En het is precies om dat ongehoorde en dat onbegrijpelijke dat we hier samengekomen zijn, zoals we elke week samenkomen om Hem te gedenken die ons als mens onze God is komen voorleven.
    Onbegrijpelijk en ongehoord, en ook totaal nieuw: het leven dat sterker is dan de dood, en een God die ons vanuit het lege graf toeroept: ‘Durf leven! Leg af dat ongeloof en die twijfel. Zoek het licht in elke duisternis, de hoop in elke wanhoop, het leven in elke dood. En laat u niet verpletteren door de stenen die op u afkomen. Want zie, Ik ben bij u, nu en altijd ben Ik bij u.'

    Durven leven en de stenen wegrollen die ons leven bedreigen. De stenen van onvrede, van ruzie, van ziekte en dood. De stenen op ons hart wanneer het niet goed gaat tussen ons en onze familie, de stenen om het kwaad dat we hebben aangericht, de stenen van onmacht omdat we niet altijd en in alle omstandigheden goed en barmhartig zijn, en vredevol en vergevensgezind. Al die stenen die ons verhinderen te leven. ‘Rol ze van u weg', zegt God ons vandaag, ‘en vergeet nooit dat het leven sterker is dan de dood. Dat de liefde altijd overwint en dat er na elke nacht een nieuwe dag komt.'

    Zusters en broeders, ik denk dat dit de betekenis is van Pasen: dat we weten en beseffen dat God ons nooit in de steek laat. Vorige zondag lazen we het lijdensverhaal, en we hoorden hoe Jezus zelf wanhopig uitschreeuwde: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten!' En daarna slaakte Hij een luide kreet en gaf de geest. Let wel, Hij stierf niet, Hij gaf de geest, en dat is iets helemaal anders. Want God had Hem niet in de steek gelaten, zoals Hij niemand in de steek laat. En via Jezus gaf Hij ons zijn geest. Zijn geest die ons doet zoeken naar het goede, en die met ons is, alle dagen van ons leven. Zijn geest die ons sterkt in pijn en verdriet, die ons telkens opnieuw nieuw leven geeft. Zijn geest die ons na elke pijn opnieuw laat verrijzen, en die ons in het hart prent dat wij zelf verrijzenis kunnen zijn voor onze medemens, verrijzenis tot het leven dat God zich in zijn mooiste scheppingsdroom heeft gedroomd: een leven van liefde, van vreugde, van vrede. Een leven van geven, een leven van ontvangen. Een leven van openheid voor God en voor elkaar. Een eeuwig leven.

    Ik wil eindigen met een gedicht van de evangelische dichter Kurt Marti
      
            jullie vragen
            wat is
            de verrijzenis van de doden ?
            ik weet het niet

            jullie vragen
            wanneer is
            de verrijzenis van de doden ?
            ik weet het niet

            jullie vragen
            bestaat er
            een verrijzenis van de doden ?
            ik weet het niet

            jullie vragen
            bestaat er
            geen verrijzenis van de doden ?
            ik weet het niet

            ik weet
            alleen maar
            waar jullie niet naar vragen :
            de verrijzenis van de levenden

            ik weet
            alleen maar
            waartoe Hij ons roept :
            tot verrijzenis hier en nu

    Met dank aan Romain Debbaut en Kris Gelaude

    12-04-2009 om 18:59 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eén takje is ons genoeg - Palmzondag B 2009 - Jan

    Palmzondag B 2009 - Zaterdag 4 en zondag 5 april 2009

    Evangelie: Marcus 11, 1-10 - 'Gezegend de Komende'
    Passieverhaal: Marcus 14, 1-15, 47

    Hoe kunnen mensen iemand vandaag toejuichen en onthalen in hun stad en hem enkele dagen later ter dood veroordelen?
    Het is en blijft een thema dat ons bezighoudt.

    In elke grote stad staat er wel eentje, zo'n beeld met een kerel op een steigerend paard. Meestal heeft ie ook nog een lans, een zwaard of een geweer in de hand.
    Machthebbers laten zich zo graag afbeelden: hoog te paard, verheven boven het gewone volk en bij leven lieten ze zich begeleiden door zoveel mogelijk soldaten en indrukwekkend wapentuig. Macht en geweld wordt ook nog eens massaal toegejuicht.
    Maar je kunt van zo'n hoogte met een geweldige klap naar beneden vallen, daar denkt niemand aan die in de massa staat.

    Maar als je uit heel ander hout gesneden bent, als je geen  macht en geweld propageert, maar vrede, verdraagzaamheid, eenvoud, bescheidenheid, stille menslievendheid, hoe word je dan ingehaald ?
    Dan kom je binnen op een ezelsveulen in plaats van op een paard en je omgeeft je met wat vrienden, eenvoudige vissers.
    En dan roepen de omstanders  "Help ons" of "Hosanna", want dat is hetzelfde.
    Ze roepen niet te hard en zwaaien niet met vlaggen, maar met palmtakjes
    Waar staan wij als christenen van de 21e eeuw bij het toekijken en het beluisteren van dit verhaal?

    Staan wij mee te juichen en te zwaaien met de massa?  Of staan wij een beetje bedeesd achteraan te bekijken hoe anderen enthousiast zijn?
    Of laten wij ons ook leiden door twijfelaars, en zijn we een paar uur na ons enthousiasme mee aan het twijfelen?  En nog een paar dagen later brullen we misschien mee: “kruisig hem”?
    Wat hebben we dan aan mekaar?  Voelen we ons als groep één of zijn we echt individuen, elk met een eigen mening.

    De takken waarmee ze wuifden waren haastig uit de bomen gerukt en vliegensvlug dan ook weer weggegooid. De handen die ze hadden vastgehouden werden weer tot vuisten gebald.
    Het Hosanna in de monden verstierf tot “kruisig hem
    Wat is dat toch bij mensen, dat ze zo graag idolen maken, mensen bejubelen en verheffen. Om ze dan later alleen des te harder te kunnen treffen en omlaag te halen.
    Zo zijn wij mensen, wispelturig, zwak soms, beïnvloedbaar.
    Vrienden, het is dan deze week te tijd om dat goed te maken.  Noemt het daarom “Goede week”?

    Als we zien hoe sterk maar toch bescheiden Jezus optrad, dan kunnen we ons niet voorstellen dat hij het nodig vond om  bejubeld te worden bij zijn intocht in Jeruzalem.
    Juichen wij te vroeg? 
    Blijft hij een belangrijke gast die we uitbundig verwelkomen?  Durven wij het aan deze koning te volgen die kiest voor een lastdier in plaats van een strijdros?    Durven wij onderdanen zijn van deze koning wiens enige wapen de liefde is? 
    Hoe blijf je overeind met je idealen, met je geloof, als je om je heen ziet, wanneer je ziet dat velen afhaken of  er niet veel van terecht brengen?
    We mogen ons echter troosten met het evangelie, ja zelfs met het lijdensverhaal, als we zien dat zelfs de Twaalf er niet in slagen om Hem trouw te blijven.
    Hoe kan de vernederende, mensonterende executie – de kruisdood – van een ingoed mens, zo’n 20 eeuwen geleden, voor ons hier en nu nog bevrijding betekenen? 
    Ik zeg dit alles, omdat we vandaag en de volgende dagen de weg van Jezus volgen vanaf het moment dat er voor Hem geen weg meer terug is. En de vraag daarbij is: heeft Hij dit zelf gewild of heeft het leven Hem in deze situatie gebracht. Is zijn lijden en dood het gevolg van keuzes die hij bewust maakte?  Of deed Hij het omdat Hij niet meer terug kon?
    Er was geen weg terug. En dat is zo ook voortaan voor iedereen die in Hem gelooft. Wie dat doet kàn niet anders dan dezelfde keuze maken. Dat gedenken wij vandaag

    Een takje is ons genoeg.
    Een palmtakje geschoven achter het kruis is voor ons een jaar lang een teken dat uit die dood leven verrijst.
    Ja, er is hoop in zicht, we zien een mens om op te steunen, hij heeft een geloof om op te bouwen,
    Zijn kruis zal ons symbool worden.  We zullen het overal meedragen.

    Eén takje is ons genoeg:
    de tijd is gekomen om uit onze angst te stappen en de toekomst nu aan te vatten.  Hoopvol, en vol geloof dat we het gaan kunnen.   We hebben mekaar nodig, ook in deze dagen.
    De takken die wij achter het kruisbeeld steken, zullen ons een jaar lang herinneren, zullen een teken zijn dat zijn dood niet voor niets was.

    Denk daaraan en straal dit uit als je straks deze palm mee naar huis neemt...

    05-04-2009 om 13:51 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gegrift in ons hart - 5de zondag veertigdagentijd B 2009 - Ria

    Vijfde zondag in de veertigdagentijd B 2009 - Zaterdag 28 en zondag 29 maart 2009

    Eerste lezing: Jeremia 31, 31-34 - 'Ik zal een nieuw verbond sluiten'
    Evangelie: Johannes 12, 20-33 - 'Als de graankorrel in de aarde sterft'

    In de eerste lezing horen we de profeet Jeremia die het volk Israël waarschuwt voor de nakende ondergang van het koninkrijk Juda.
    Tegelijk geeft hij hun ook hoop: hij spreekt over een nieuw verbond dat de Heer met Zijn volk zal sluiten. Zij zijn immers afgedwaald van de woorden die op de stenen tafelen gedrukt staan. Woorden die op papier of steen geschreven of gebeiteld zijn, worden niet gelezen en dus ook niet meer gevolgd! Daarom zal de Heer Zijn geboden in hun hart griffen en zullen zij niet anders kunnen dan ze te eerbiedigen en er ook naar te leven.
    Zo is het ook met ons: wij moeten ook niet telkens opnieuw de richtlijnen, die van ons goede mensen maken, lezen of van buiten leren! Diep van binnen, in de kern van ons wezen, weten we spontaan wanneer we de verkeerde weg opgaan. Ook bij ons zijn die Godswoorden in ons hart gegrift. Wat voor het oude volk Israël telde, is ook voor ons van toepassing.

    Het evangelieverhaal situeert zich na de intocht in Jeruzalem.Na al de tekens die Jezus gesteld heeft, is er een ganse beweging op gang gekomen.
    Ter gelegenheid van het nakende Paasfeest waren vele pelgrims in Jeruzalem. Onder hen bevonden zich ook Grieken: dwz. niet Joden die wel met de joodse godsdienst sympatiseerden en Godvrezenden werden genoemd.
    Zoals de tekst gaat lijkt het wel of de verschijning van deze mensen voor Jezus een signaal is. Plots veranderen Zijn uitspraken. Hij heeft het over Zijn verheerlijking en tevens over Zijn lijden. Dan komt ook aan het licht dat Hij wel beducht is voor wat Hem te wachten staat. Even speelt Hij met de gedachte om Zijn Vader clementie te vragen en ervoor te zorgen dat Hem die afschuwelijke dood bespaart blijft.
    Onmiddellijk herpakt Hij zich en trekt weer een van Zijn prachtige vergelijkingen: de stervende graankorrel die honderdvoudig vrucht zal geven!

    Waar de eerste lezing een belofte van heil inhoudt, zo is voor ons althans, de vervulling van die belofte Jezus. Want is Hij niet de mens in wie wij het heil zien?
    Wanneer de bijbel spreekt over 'het hart' is dat niet romantisch of sentimenteel bedoelt. Dan gaat het over de diepste kern van onze persoon, de geheime kracht van onze innerlijke energie. Het  is het vermogen tot liefhebben en de kracht die ons aanzet  naar de anderen te gaan .Wij kunnen de ellende en de pijn die onze medemens ervaart aanvoelen. Zijn voorbeeld kan ons nog steeds aanzetten tot hulp en ondersteuning van hen die het nodig hebben.
    Het zijn Gods woorden, gegrift in ons hart, die ons doen meeleven, ons doen helpen. Die ook onze beurs doen opengaan om toch een klein beetje de miserie helpen te verlichten.

    Wij gaan stilaan naar Pasen, het feest bij uitstek om ons te laten begrijpen hoe gezegend wij zijn. Meer nog dan Kerstmis moet Pasen voor ons het feest van het licht, van de bevrijding uit de onzekerheid en het verdriet van de Passie, zijn.
    We zijn nog niet zover. Het herdenken van Jezus’ lijden moet nog beginnen, dus is er nog tijd voor ons om ons te bezinnen en misschien met een heldere kijk ons leven even te overschouwen en voor onszelf enkele besluiten te nemen, steeds met Gods woorden in gedachtenis.

    29-03-2009 om 19:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nieuw verbond - 4de zondag veertigdagentijd B 2009 - Gie

    Vierde zondag in de veertigdagentijd B 2009 - Zaterdag 21 en zondag 22 maart 2009

    Eerste lezing: Kronieken 2 36, 14-16.19-23 - 'Ballingschap en bevrijding van het volk'
    Evangelie: Johannes 3, 14-21 - 'De Mensenzoon, omhoog geheven'

    Vandaag is er omhaling voor Broederlijk Delen. Een paar dagen geleden dacht ik nog: als ik de parochianen nu eens voorstel om niet te preken, en hen vraag om in ruil daarvoor gul wat geld in de mandjes te leggen.
    Maar toen heb ik de lezingen van vandaag eens grondig gelezen. …

    Al heel de vastentijd lang gaat de eerste lezing over een nieuw verbond tussen God en zijn volk: de regenboog na de zondvloed bij Noach, de nakomelingen van Abraham na het offer van Isaak, de tien geboden bij Mozes en vandaag de terugkeer van het volk uit de ballingschap dankzij koning Cyrus.
    Ook de evangelielezing van Johannes vandaag gaat over een nieuw verbond met God: de Vader die zijn Zoon Jezus naar de wereld zendt, opdat die wereld zou worden gered.
    Tot daar de lezingen van deze zondag.

    Ook de vastenactie Broederlijk Delen gaat over een verbond. Zowel de steun aan zuster Jeanne Devos en haar organisatie voor thuiswerkers als het project rond het volk van Tilak en hun handel in woudproducten, voornamelijk tamarinde.
    Broederlijk Delen maakt een verbond, sluit een overeenkomst om, via projectpartner Pards, deel te nemen aan het project waarmee het inheemse volk van Tilak, door opleidingen, samenwerking, leningen en gezondheidszorg, ondersteund wordt bij hun handel in tamarinde.

    Tamarinde. In een woordenboek van 1970, dat is amper 40 jaar geleden, staat te lezen dat de tamarinde een tropische boom is en dat de wand van de peulen wordt verwerkt tot een purgatief, een laxeermiddel. Punt. Dat is alles.
    In mijn Van Dale, 12de druk, 1995, lees ik niet alleen over die laxeermiddelen, maar ook dat de vruchten worden gebruikt voor tabak en sausen, dat er een geneesmiddel wordt gemaakt uit het moes van de vruchten en over het bijzonder buigzame hout van de tamarindeboom.
    Als ik vandaag op het internet het woord tamarinde in-google, verschijnt er een veelvoud aan bladzijden informatie over de tamarindeboom.
    De bomen, die inderdaad diep geworteld zijn, worden orkaanvast genoemd. Het hout ervan is hard en duurzaam en wordt gebruikt voor raderen, gereedschap en meubelen. De schors wordt gebruikt om huiden te looien.
    De bladeren worden gebruikt als groente, om thee te zetten of als rode kleurstof. De bloemen zijn eetbaar bij soep en salade.
    Maar vooral de peulen, de vruchten die eruit groeien, worden voor onwaarschijnlijk veel dingen gebruikt. Ze zitten boordevol vitaminen en mineralen. Het zoetzure vruchtvlees wordt gebruikt bij vis, vlees en in sauzen. De vruchtenmoes en siroop worden gebruikt in frisdrank, sorbet, confituur en snoep.

    Vruchten en bloemen zijn een remedie tegen reuma, pijn, hoest, wonden en koorts. Van de gemalen zaden kan brood worden gebakken en tamarindeolie kan als lampolie worden gebruikt.
    Zelfs het overrijpe vruchtenmoes kan, gemengd met zout, nog worden gebruikt als polijstmiddel voor metalen.
    Naarmate de belangstelling voor de tamarinde groeit, nemen ook de gebruiks-mogelijkheden ervan toe. Of is het omgekeerd.
    Ook mijn belangstelling is alvast gewekt. Voor de vele mogelijkheden van de tamarinde, maar vooral voor de mensen die de peulen kweken en op de markt brengen: het tribalvolk van Tilak in India.
    Mijn preek is kort. Maar de weg is nog lang en zonder hulp niet haalbaar. Dus had ik toch wat graag dat jullie seffens gul de mandjes van Broederlijk Delen vullen. Laat dat vandaag ‘ons’ kleine verbond zijn. Zuster Jeanne Devos en haar thuiswerkers organisatie, en ook Tilak en haar lotgenoten zullen je dankbaar zijn!
    Amen.

    Gie Stappaerts

    22-03-2009 om 17:17 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als elkaars spiegelbeeld - 2de zondag veertigdagentijd B 2009 - Fred

    Tweede zondag in de veertigdagentijd B 2009 - Zaterdag 6 en zondag 7 maart 2009

    Eerste lezing: Genesis 22, 1-2, 9a, 10-13, 15-18 - '' - 'Het offer van Abraham'
    Evangelie: Marcus 9, 2-10 - '' - 'Dit is mijn Zoon, de Welbeminde'

    Ongeveer één keer per maand komen wij samen met de preekploeg. Dat zijn de mensen die om de beurt hier proberen een ietwat zinvolle homilie te houden. We komen samen om de thema's van de vieringen te bespreken en we trachten elkaar dan ook wat tips en inspiratie te geven.
    Eerst leest de predikant van dienst de lezingen van de zondag voor. En soms gebeurt het dat die lezingen ons meteen op een bepaald spoor zetten en stof bieden voor een preek. Maar even vaak is er na die lezingen een ogenblik stilte, wordt er wat gezucht en kijken we elkaar vertwijfeld aan.
    Soms begrijpen we het na een tweede of derde lezing nog niet helemaal. Vooral de teksten uit het Oude Testament zorgen geregeld voor problemen. En dan zegt iemand: Wat is dat voor een tekst? Wat wordt daar nu eigenlijk mee bedoeld? En wat kunnen we daar in Gods naam – jawel – in een homilie over zeggen?

    Wat moeten we bijvoorbeeld denken van de eerste lezing van vandaag? God heeft Abraham uitgekozen als stamvader voor zijn nieuw geslacht, zijn uitverkoren volk. En hij heeft hem zelfs een zoon geschonken om dat geslacht voort te zetten. Dat wordt voorgesteld als een wonder, want Sara, zijn vrouw, was eigenlijk onvruchtbaar en veel te oud om nog een kind ter wereld te brengen. En uitgerekend die zoon, Isaak, zou Abraham nu eigenhandig moeten doden en aan God offeren. Pas op het allerlaatste moment, als Abraham zijn mes al klaar houdt, stuurt God een engel om hem tegen te houden. "Stop maar, Abraham, 't is niet meer nodig, het was allemaal niet zo bedoeld". Wat voor een God is dat, die zijn uitverkorene zulk een onmenselijke beproeving oplegt?

    In het evangelie lijkt Jezus ook een wreed spelletje te spelen met zijn leerlingen. Hij neemt ze mee naar een berg en verandert daar van gedaante. Hij laat zelfs Elia en Mozes verschijnen, die voor de joden de profeten en de wet  vertegenwoordigen. Hij toont hen dus eigenlijk een voorafbeelding van de verheerlijking die Hem later te beurt zal vallen. Maar, als ze dat beeld of die realiteit even willen vasthouden, zet Hij hen onmiddellijk weer met beide voeten op de grond: eerst nog lijden en sterven, jongens, en intussen: mondje dicht!

    Beide verhalen worden gesitueerd op een berg en twee keer wordt ook over een geliefde zoon gesproken. Abraham krijgt eerst de opdracht zijn geliefde zoon te doden, maar moet het uiteindelijk niet doen. En na de verheerlijking op de berg klinkt er die stem uit de wolk. En God zal zijn geliefde Zoon wél offeren, wél laten sterven. Dat wordt meteen voorspeld.
    Komt God in deze twee verhalen niet naar voor als een wreedaardige God, die zijn mensen veel te zware beproevingen oplegt? En die ze op een ander moment als het ware valse hoop biedt en die dan onmiddellijk de grond inboort? Of moeten we de verhalen misschien anders gaan lezen? Allicht wel, de verhalen uit de Bijbel bevatten geen verslagen van gebeurtenissen. Het zijn in de eerste plaats geloofsverhalen en moeten dus ook zo begrepen worden.

    En dan zien we dat die twee verhalen eigenlijk elkaars spiegelbeeld zijn. In het eerste verhaal wordt Abraham tot het uiterste beproefd. Erger kan bijna niet. Maar op het ultieme moment is er de redding en vrijwel meteen volgt de belofte van een stralende toekomst. Abraham zal overvloedig gezegend worden en zijn nakomelingen zullen even talrijk zijn als de sterren aan de hemel en de zandkorrels aan het strand van de zee. Voor Abraham verandert de totale duisternis plots in stralend licht.

    Op de berg Tabor gebeurt voor de drie leerlingen eigenlijk net het omgekeerde. Van schitterend licht naar duisternis en vertwijfeling. Ze krijgen ook een dubbele voorspelling. De verheerlijking van Jezus bevestigt dat Hij inderdaad de lang verwachte Messias is, maar ook lijden en dood liggen in het verschiet. Hij zal lijden en sterven, maar nadien ook opstaan, leven over de dood heen.
    Moeilijk te begrijpen misschien, maar zo is het leven nu eenmaal. Iedereen kent in zijn bestaan zonnige plekken en schaduwkanten, licht en duister, vreugde en verdriet. In Bijbelse taal: in ieder leven zijn er dalervaringen en bergervaringen. Ook onze geliefde zoon – of dochter – bezorgt ons momenten van intense vreugde, maar ook ogenblikken van grote bezorgdheid en soms diepe pijn.
    Je kan niet leven met topmomenten alleen. Je kan de momenten van diep geluk nooit lang vasthouden. Maar evenzeer weten we dat in zware beproevingen er altijd een straaltje hoop blijft, dat er een uitweg is, hoe moeizaam soms ook.
    In die zin sluiten de verhalen van vandaag ook aan bij deze vastentijd en bij Broederlijk Delen. Voor de mensen in India, waar onze aandacht nu naar uitgaat, zijn het harde tijden. Maar in de vieringen van deze veertigdagentijd klinkt ook ons geloof dat er voor hen uitzicht is. Alleen: vanzelf zal het niet gaan. Als we ons daarvan bewust zijn, zijn we al een eind op weg. Samen met de sterke vrouwen uit de campagne, Tilak en zuster Jeanne Devos.

    Belangrijk is dat we bij elkaar de hoop levendig houden. En tegelijkertijd realistisch blijven en geen valse hoop bieden. Drie tenten op een berg bouwen is geen uitweg uit de dagelijkse zorgen. Ziekte, lijden en dood horen onvermijdelijk bij het leven. Net als vreugde, geboorte, genezing, feestdagen, liefde en vriendschap. Hoop en geloof bieden ons uitzicht, zelfs in een periode dat alles lijkt tegen te zitten en we geen uitweg meer menen te zien. En evenzeer moeten wij ervoor zorgen dat we, zelfs in ogenblikken van de grootste euforie,   met beide voeten op de grond blijven.
    De cyclus van het kerkelijk jaar leert ons dat ook. Er is Kerstmis, maar dan wel pas na de advent. Er is Allerheiligen, maar ook Allerzielen. Er is Witte Donderdag, maar ook Hemelvaart en Pinksteren. Er is Goede Vrijdag en er is Pasen. En ze kunnen niet zonder elkaar. Dat is de realiteit en dat is ons geloof.
    En onze hoop.
    Geen Pasen zonder Goede Vrijdag.
    Maar evenzeer: geen Goede Vrijdag zonder Pasen.

    08-03-2009 om 13:37 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chaos of kleuren - 1ste zondag veertigdagentijd B 2009 - Marc

    Eerste zondag in de veertigdagentijd B 2009 - Zaterdag 28 februari en zondag 1 maart 2009

    Eerste lezing: Genesis 9, 8-15 - 'Het verbond met Noach'
    Evangelie: Marcus 1, 12-15 - 'Jezus in de woestijn'

    Door de grote poort gaan de we veertigdagentijd binnen! Zoals Noach en heel zijn beestenboel de nieuwe wereld binnengingen, onder de schitterende regenboog door die aan de hemel stond, zo gaan wij de woestijntijd in, de tijd van inkeer en soberheid, de tijd waarin we onszelf willen vernieuwen.

    Met Noach herbegon het leven op aarde. Het kwaad was weggevaagd, de aarde lag daar kaal maar klaar. Er groeide nog niets, het leek nog woestijn, maar de vruchtbare aarde lag te wachten om alles terug te laten ontkiemen en bloeien. Het verhaal vertelt mij over het geloof dat deze schepping bedoeld is om goed en mooi te zijn. En dit verhaal drukt ook het geloof uit dat “totale ondergang” ons nooit zal overkomen: de God waarin wij geloven is een God die leven wil, voor allen op aarde.

    Het is bijna voor de hand liggend, dat die oude gelovige Joden, die het verhaal over een goede scheppende God doorvertelden, dat zij die goedheid getoond zagen in de schitterende regenboog. Velen onder ons zullen toch bekennen dat ze “een goed gevoel” krijgen, als ze dat natuurverschijnsel zien. Wanneer zien we hem? Als het onweer voorbij is. Als de regenwolken optrekken. Als we de nattigheid nog voelen: maar kijk: daar komt de zon. Men zou van minder goed gezind worden.
    Nu is de regenboog niet alleen een natuurverschijnsel dat goed weer aankondigt. De kleuren zelf hebben ook een symbolische waarde. Ooit hebben we op school geleerd, dat “wit” eigenlijk is samengesteld uit verschillende kleuren, en dat als het licht op een bepaalde manier “gebroken” wordt, dat we dan die verschillende kleuren kunnen zien. De regenboogkleuren zijn een symbool van eenheid, in verscheidenheid. De trui van de wereldkampioen is niet voor niets een regenboogtrui: die kleuren betekenen dat hij de kampioen is van alle renners, uit welk land of continent ze ook komen. Zo verbeeldt de regenboog de veelkleurige mensensoort.

    We kunnen de veertigdagentijd moeilijk beter beginnen dan met deze eerste lezing. De woestijntijd die begint, is geen tijd van dorheid. We worden opgeroepen om te gaan zoeken naar het essentiële, het belangrijkste in ons leven. Jezus trekt ook de woestijn in. Hij ontmaskert de bekoringen, die ons kunnen afleiden van de weg naar het rijk van God: onze drang naar macht, onze goesting om meer te hebben, onze hoogmoed die ons doet denken dat we beter zijn dan een ander. Dat is als het ware onkruid, dat weggevaagd moet worden, zodat het tere plantje van het rijk van God kan opschieten. Zulk een tijd in de woestijn is geen dorre tijd, maar een vruchtbare tijd. Zoals Noach boven die nieuwe, lege aarde zag hoe God een verbond sloot, zo kunnen wij na een tijd van inkeer die Blijde Boodschap beter zien.
    Die Blijde Boodschap bevestigt dat God ons leven wil. Een kleurrijk, schitterend, stralend leven. En niet dat van ons alleen. De regenboog van Noach is een teken dat God alle mensen wil verzamelen in zijn verbond,, zoals in het evangelie zal verkondigd worden dat de liefde voor onze naaste één is met de liefde voor God. Daarom roept de veertigdagentijd ons ook op om die eenheid met de veelkleurige mensheid meer te beleven.

    Deze tijd is een tijd van inkeer naar het meest belangrijke: het Rijk Gods, en als we dat goed verstaan hebben, kunnen we niet anders dan ons te keren naar de andere mensen. Broederlijk Delen hoort bij de veertigdagentijd, zoals de twee uiteinden van de regenboog bij elkaar horen. Nu is de mensheid erg groot: daarom wordt elk jaar in de campagne van Broederlijk Delen de aandacht gericht op één land of streek, die onze solidariteit vraagt: zij staan zo symbool voor al die andere naasten met wie we verbonden zijn. Dit jaar gaat het over India, en over mensen als Tilak, een moedige vrouw die niet alleen onze solidariteit nodig heeft, maar ook voor ons een voorbeeld is van hardnekkig én hoopvol geloof in de toekomst.

    Laat het vandaag duidelijk zijn: de vastentijd is een blije tijd. We gooien ballast overboord, en zo zien we opnieuw hoe onze God een God van nieuw leven is, hoe Hij ons een toekomst wil schenken, stralend als een regenboog, hoe een woestijn bij nader toezien een vruchtbare akker kan worden, waar solidariteit tussen mensen kan bloeien, en het Rijk Gods dichterbij kan komen.
    Hoe blijer we deze volgende weken worden, hoe beter we zullen gevast hebben...

    02-03-2009 om 20:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dragers - 7de zondag B 2009 - Jan

    Zevende zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 21 en zondag 22 februari 2009

    Eerste lezing: Jesaja 43, 18, 19, 21-22, 24b-25 - 'Ik vergeef uw ongerechtigheid'
    Evangelie: Marcus 2, 1-12 - 'Uw zonden zijn vergeven'

    Ze kwamen een verlamde bij Hem brengen, door vier man gedragen hoorden we zojuist in het evangelie. 
    En Jezus?  Hij schenkt iets heel anders dan er van Hem verwacht wordt. 
    Hij geeft ‘vergiffenis van zonden’. 
    Daardoor begeeft Hij zich op een gevaarlijk terrein in de joodse traditie…
    Hij eigent zich iets toe wat eigenlijk alleen God toekomt: ‘ zonden vergeven ‘.
    En zo komt Hij in conflict met de Farizeeërs. 
    Het verhaal van de genezing van de lamme, neergeschreven door Marcus, is het eerste in een reeks van 5 twistgesprekken tussen Jezus en de Farizeeën. 
    Iemand die het evangelie niet kent zou kunnen zeggen: “het kan hier nog spannend worden”.

    Dragen, verdragen, meedragen, naartoe dragen, laten dragen. 
    Daarover gaat dit evangelie: Dragen, al kan de persoon zelf geen stap meer verzetten.
    Mensen dragen mensen en mensen worden gedragen.
    Al voor we geboren waren, werden we gedragen in de warmte van de moederschoot, en nadien tot we als kind onze eerste stappen konden zetten. 
    De bruidegom draagt de bruid binnen in zijn huis.
    Als we oud zullen zijn en te verlamd om nog op eigen benen te staan, zullen het weer mensenhanden zijn die ons van de rolstoel naar ons bed zullen dragen of uit het bed helpen en in de stoel zetten. Andere mensen zullen ons naar het graf dragen.

    Het gaat vandaag  niet alleen om de ‘verlamde’.  Onze aandacht gaat ook naar de ‘dragers’.
    Wie waren de dragers die de verlamde naar Jezus brachten?
    Hun geloof in Jezus moet toch wel heel sterk geweest zijn.
    Ze wringen zich door de massa -  die staat te drummen om een glimp van Jezus op te vangen -
    en langs de buitentrap klimmen ze op het dak, breken het open, en laten hun vriend zakken tot net voor de voeten van Jezus. Ze vertrouwen erop dat Jezus hem zou helpen en genezen…
    Toch wel sterk, mensen met zo’n geloof, met zo’n doorzettingsvermogen.

    Ik wou dat wij allemaal zo’n dragers waren…
    Maar zijn we dat soms niet? Wij kennen toch ook verhalen over het ‘dragen van mensen’!
    Zij die de zieken bezoeken, hen troosten, aanmoedigen, naar hen luisteren, met hen naar de bibliotheek gaan, op burenbezoek gaan, gewoon bij een zieke gaan zitten als het zeer stil is rond hem, gewoon samen een klein wandelingetje doen…om maar eens buiten te zijn.

    Zij die de mensen bezoeken die rouwen om iemand die ze verloren hebben.  Hen een troostend woord toespreken, gewoon luisteren naar hun verhaal, naar “hoe erg ze hem of haar missen”…  Mensen die gewoon eens aanbellen en vragen: “gaat het?”
    Dat zijn toch ‘de dragers’ van onze tijd !  
    Ook zij geloven in wat ze doen en helpen anderen in hun miserie.

    Sedert eind december hebben wij in onze parochie al moeten afscheid nemen van héél veel mensen en worden heel veel nabestaanden ‘gedragen’ door hun omgeving.
    Vorige week nog, droeg men in onze kerk een kindje van 6 jaar naar voor om er afscheid van te nemen.  Hoeveel mensen hebben niet helpen dragen?  De juffen van de school, de leiding van de scouts, de kinderen van de klas, de buren, vrienden, familie.. en zoveel anderen.
    Soms zijn wij allemaal al eens drager.  En soms moeten we ook al eens gedragen worden.
    Het is goed om dan voor mekaar klaar te staan.

    De vrienden van de lamme in ons verhaal vertrouwden erop dat Jezus hen zou helpen, hun vriend zou genezen… Maar wat doet Jezus?  Hij vergeeft hem zijn zonden !
    Hun eerste reactie moet geweest zijn: ‘daar zijn we toch niet voor op dit dak geklommen he’!.
    Ze willen dat Jezus hun vriend weer op de been helpt.
    Maar Jezus weet blijkbaar, dat die man ook van binnen genezing nodig heeft, en dat hij misschien zelfs verlamd is, door zijn tekorten en zijn kleinheid, zijn zondigheid.

    “VRIEND“, zegt Hij tegen hem “ je zonden worden je vergeven !”
    En dan horen we de bedenkingen van de schriftgeleerden:
    “Wie anders dan God kan zonden vergeven? “
    Maar juist de vergeving van zijn zonden wordt een kracht,
    die hem weer op de been helpt en hem  DOET GAAN !
    “ IK ZEG JE,  STA OP, neem je bed en GA naar huis. “

    Wij hoorden in het evangelie dat het gemakkelijker is een verlamde te genezen dan iemands zonden te vergeven.
    Ook voor ons is het misschien gemakkelijker iemand een schouderklop te geven of moed in te spreken zodat hij of zij zich kan herpakken en er weer tegenaan kan.
    Het is veel moeilijker om iemand die ons werkelijk gekwetst heeft te vergeven, of iemand die werkelijk iets verkeerd gedaan heeft,  te vergeven, of een hand uit te steken en te zeggen: “zand er over” of “laten wij het weer goed maken”

    Goede vrienden, misschien herken je wel jezelf in die lamme. Misschien heb al eens dat gevoel, dat je geen stap meer vooruit geraakt. Op vele wijzen kunnen wij immers door het leven verlamd worden. Pijn of verdriet kunnen je adem afsnijden.
    Zogenaamde “ VRIENDEN “ kunnen je zo diep kwetsen of ontgoochelen, dat je aan alles en iedereen begint te twijfelen.

    Hopelijk vinden we op zo’n momenten dan ook enkele DRAGERS,
    Dragers die ons optillen uit onze onmacht en ons voor een tijdje
    op hun schouders willen nemen.  Dank zij het sterke geloof van de dragers kon de lamme tot bij Jezus geraken. Dank zij de dragers werd hij genezen.

    Beste mensen, ik hoop dat we mensen die verlamd zijn mogen en kunnen dragen
    en dat we als we zelf verlamd zijn, gedragen worden door anderen…
    We hebben dus mekaar meer dan nodig, klein, onopvallend zichtbaar voor.. wie wil kijken.
    Zoals de eerste lezing zegt:  ‘Het begin is er al, ziet ge het nog niet?’
    In deze verlammende tijd van economische crisis, wereldwijd, kunnen wij christenen tekenen zijn van veerkracht.  We moeten ons geloof en ons vertrouwen aanscherpen.  Ons niet laten verlammen, maar dragers te zijn.  Daarom zegt Hij tegen ieder van ons: neem je bed op en ga, zodat de eigenlijk verlamden zeggen: ‘zoiets hebben we nog nooit gezien’.

    Jan Van Noten , geïnspireerd door R. De Brandt en Frans Gheysen

    22-02-2009 om 21:12 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buitensluit - 6de zondag B 2009 - Gie

    Zesde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 14 en zondag 15 februari 2009

    Eerste lezing: Leviticus 13, 1-2, 45-46 - 'Wie een huidziekte heeft, moet buiten het kamp blijven'
    Evangelie: Marcus 1, 40-45 - 'De melaatsheid verdween en hij was gereinigd'

    Laat ik beginnen met een - misschien wat vreemde - opmerking. We hebben ons niet van dag vergist. Damiaanzondag was enkele weken geleden. De lezingen van vandaag gaan niet over melaatsheid. Tenminste niet over de ziekte die wij vandaag lepra zouden noemen.
    Waarover gaat het dan wel? De lezingen gaan al enkele zondagen over verschillende ‘soorten’ kwalen: een man die bezeten is door een onreine geest, de schoonmoeder van Simon-Petrus die ziek te bed is, volgende week wordt een lamme bij Jezus gebracht. En vandaag gaat het over ‘huidziekte’.

    In Mozes’ tijd werd iemand met huidziekte uit de gemeenschap gestoten. Niemand ontsnapte eraan, zelfs Mozes’ eigen familie niet. Zo wordt verteld dat Mirjam, toen ze het niet eens was met haar broer Mozes, een witte huiduitslag kreeg. Een straf van God? Onrein? Wie zal het zeggen? Maar ook zij moest zeven dagen buiten het kamp verblijven. Wie huidziekte had, hoorde er niet meer bij. Zolang de ziekte duurt, is hij onrein. Hij moet apart wonen en buiten het kamp blijven!
    Toch zijn het mensen die beslissen of je er wel of niet mag bijhoren. Een priester moest uitmaken wie onrein is. Het was ook een priester die moest uitmaken wie gereinigd is. “Ga je laten zien aan de priester, om het bewijs te leveren”.

    Huidziekte gaat dus om gelijk welke kwaal of afwijking, waardoor mensen vinden dat je er niet meer bijhoort. Alle ziekten waar de mens geen remedie voor had, werden aan Gods welwillendheid toevertrouwd. Anders gezegd: mensen werden door de mensen aan hun lot overgelaten.
    Zo heeft iedere tijd zijn eigen ‘melaatsheid’. In de middeleeuwen ging het over de pest of de cholera, in onze tijd misschien over kanker of over aids. Kortom, in iedere tijd is er wel een kwaal die mensen buitensluit, die mensen tot buitenstaanders maakt. Die afwijkingen hoeven niet per se besmettelijk zijn. Maar wie een hond wil slaan, vindt wel een stok.
    Iedere tijd heeft ook zijn eigen ‘melaatsen’, zijn eigen uitgestotenen. Denk aan de vrouwen aan de rand van de middeleeuwse maatschappij, die als heks werden bestempeld. Denk aan de joden in de vorige eeuw, de landlopers en bedelaars tot op vandaag. Mensen met een ander gedrag of een andere huidskleur.
    Waar mensen meten, wordt gemeten met ongelijke maten. Daarom zijn het altijd de zwaksten in de maatschappij, de zwarte schapen, de zondebokken die het moeten ontgelden, die worden buitengesloten.
    Het deed me even denken aan het volksgebruik op Sylvester, de laatste dag van het jaar, of op 21 december, de eerste dag van de winter. Wie als laatste toekwam of als laatste opstond werd ‘buitengesloten’.
    En ook daarbij moest, een beetje zoals voor de reiniging, een offer worden gebracht om de buitensluit af te kopen, met een “wat geefde?” of “wat vraagde?”.

    Het was maar een spel. Het overschot van een oude traditie.
    Maar mensen kunnen elkaar ook nog vandaag huid-ziek maken.
    De huid is de buitenkant van ons lichaam, en dus tegelijkertijd ons contactpunt met de buitenwereld. Eigenlijk is die buitenkant ook onze meest gevoelige kant. En dat laat zich zien. Mensen kunnen elkaar raken, elkaar ziek maken als ze elkaar “de huid wordt volschelden”. Omgekeerd kunnen we wel “bobbelen krijgen” van iemand die ons irriteert.
    Soms lijkt onze huid wel een toverbal. We kunnen wit worden van schrik of rood van woede. Soms ook wel groen van jaloezie of blauw van de kou. Wie zich niet goed in zijn vel voelt, is kwetsbaar. Huiduitslag is vaak het gevolg van een gebrekkig contact met medemensen.
    Mensen kunnen elkaar ook genezen.

    Omgekeerd aan het ontstaan van de kwaal, werkt ook genezing door elkaar te raken, opnieuw aan - te - raken. Dat is wat Jezus doet.
    Jezus is er niet goed van, Hij wordt zelf geraakt. Hij krijgt mede-lijden, com-passie. Zij worden betrokken aan elkaar. En dat kan alleen als je voor elkaar geen buiten-staanders bent.
    Het werkt langs twee kanten. Wíllen zien dat iemand rein is, werkt reinigend. Het is aanraken tegenover zelf (aan)geraakt willen worden. Zolang je denkt dat je een lelijk eendje bent, kan je nooit een mooie zwaan worden.
    De enige manier om de melaatse uit zijn isolement te halen, te bevrijden, te genezen, te reinigen, is de remedie die Jezus toepast: Hij laat zichzelf besmetten!

    Ja, het gevolg is dat Hijzelf wordt buitengesloten. Hij kan niet meer openlijk in de stad komen en moet op eenzame plaatsen verblijven.
    Maar met het effect van antireclame. Want “toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe”.
    Misschien is dit Valentijnsweekeind wel een goed moment om elkaar opnieuw aan te raken, om mekaars buitensluit af te kopen.
    Amen.

    Gie Stappaerts

    15-02-2009 om 19:01 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoop - 5de zondag B 2009 - Martine

    Vijfde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 7 en zondag 8 februari 2009

    Eerste lezing: Job 7, 1-4,6-7 - 'Mijn leven is een ademtocht'
    Evangelie: Marcus 1, 29-39 - 'Vele zieken genas Hij'

    Ken je die drie krachten nog? ‘Geloof, Hoop en Liefde’.
    Het zijn drie verschillende dingen en toch zijn ze heel dikwijls heel nauw met elkaar verbonden.
    Bij het begraven van de slachtoffers van hetgeen zich in Dendermonde heeft afgespeeld, werden woorden van hoop gesproken. Het brengt de kindjes en zorgende onthaalmoeder niet terug, maar het helpt om de pijn te verwerken. Woorden van hoop…
    Het thema van deze viering: ‘Nabijheid en troost.’ is opgenomen in het bad van de hoop.
    Zonder hoop kunnen we niet vooruit. We blijven zitten in onze miserie, zien geen licht meer en voelen ons hopeloos verloren.
    Het is wat Job uitspreekt in de eerste lezing. Hij laat de moed zakken. Job vertolkt de klacht van talloze zieke en lijdende mensen die men bij Jezus bracht, om door hem te worden genezen. Job staat hier symbool voor alle mensen die in de put zitten, die het niet meer zien zitten, waar alle hoop verdwenen is. Misschien hebben we ook al zo’n momenten meegemaakt, momenten waarin we ons afvroegen hoe we door deze moeilijke periode kunnen doorkomen. Wat heeft je dan geholpen?  Was het je geloof? Was het de liefde? Op welke manier heb je weer hoop gekregen?

    Toevallig kreeg ik deze week een mail doorgestuurd van een vriendin met volgende tekst:
       Geluk maakt je vriendelijk
       Beproevingen maken je sterk
       Verdriet houdt je menselijk
       Mislukkingen houden je nederig
       Maar alleen de hoop laat je vooruitgaan...
       Alleen de hoop laat je vooruitgaan…

    En Jezus brengt hoop. In de evangelielezing zien we hoe Jezus de schoonmoeder van Simon geneest van de koorts. Zij reageert met dienstbaarheid, wat betekent dat ze ervoor gekozen heeft om Jezus te volgen.  Daarna brengt men zieken en mensen die van demonen te lijden hadden bij hem. Ook deze mensen heeft hij genezen. Hij heeft ze weer nieuwe hoop gegeven.
    Maar Jezus doet dit niet uit winstbejag of uit sensatie. Als zijn leerlingen hem gevonden hebben, zeggen ze: ‘Iedereen zoekt U’. Maar Jezus gaat niet mee naar de menigte. Hij wil niet hun held zijn, niet in de belangstelling staan. Hij wil de blijde boodschap, deze boodschap van Geloof, Hoop en Liefde, verder dragen en delen. Dit is de reden van zijn komst, dit is zijn doel, zijn opdracht in dit leven.
    Hij laat zich niet verleiden door de roem en de bekendheid. Hij kiest niet de gemakkelijkste weg, de gekende weg. Neen, hij trekt weer verder om mensen te helpen rechtop te komen, om mensen opnieuw hoop te geven, om mensen te leren vrij te zijn en dicht bij zichzelf te leven zodat ook zij God in zichzelf kunnen horen en aanvoelen.

    Toen ik aan het nadenken was wat ik hier ging zeggen, heb ik ook stilgestaan bij de symbolen van deze drie krachten. Ken je ze nog? Dat het kruisje staat voor Geloof en het hartje voor de Liefde, dat wist ik nog met zekerheid. Maar dat een anker staat voor de Hoop, daar was ik niet meer zo zeker van. Ik ben blijven hangen bij het anker. Wat kan daar nu de betekenis van zijn?
    Ik heb het antwoord gevonden in het evangelie. Als Jezus in alle vroegte opstaat, naar buiten gaat, een eenzame plaats opzoekt en er blijft bidden, dan voel ik dat dit alles te maken heeft met het anker.

    Op dat moment maakt Jezus het stil en gaat naar binnen, in zijn innerlijke wereld. In die stilte luistert Hij naar wat God van Hem vraagt. Hij komt bij wie Hij ten diepste is en slaat zijn anker uit in die kern. Van daaruit wil hij leven, van daaruit doet hij de dingen die hij doet. Hij slaat als het ware zijn anker uit in de essentie van wie hij is, in zijn waarheid. Dit helpt hem om door te gaan en zijn taak te volbrengen. Het is die hoop op een betere wereld, die hoop dat bevrijding mogelijk is voor alle mensen die ervoor openstaan, die hoop die hem voortstuwt.
    Het kan ook die hoop zijn die ons steeds opnieuw doet opstaan en niet opgeven.
    Het is de hoop die ons laat vooruitgaan…

    Er is een stilte, die tevens een enorme kracht is in elke mens, die ons steeds vooruitstuwt. Laten ook wij ons anker uitslaan in die kern van wie we zijn en van daaruit onze weg gaan.
    Laten we Hoop in ons leven beleven en doorgeven en dit in Geloof, en in Liefde voor onszelf en voor de mensen rondom ons. 

    Martine Andries.

    11-02-2009 om 17:20 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 06-2025
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs