Zesde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 14 en zondag 15 februari 2009
Eerste lezing: Leviticus 13, 1-2, 45-46 - 'Wie een huidziekte heeft, moet buiten het kamp blijven' Evangelie: Marcus 1, 40-45 - 'De melaatsheid verdween en hij was gereinigd'
Laat ik beginnen met een - misschien wat vreemde - opmerking. We hebben ons niet van dag vergist. Damiaanzondag was enkele weken geleden. De lezingen van vandaag gaan niet over melaatsheid. Tenminste niet over de ziekte die wij vandaag lepra zouden noemen. Waarover gaat het dan wel? De lezingen gaan al enkele zondagen over verschillende soorten kwalen: een man die bezeten is door een onreine geest, de schoonmoeder van Simon-Petrus die ziek te bed is, volgende week wordt een lamme bij Jezus gebracht. En vandaag gaat het over huidziekte.
In Mozes tijd werd iemand met huidziekte uit de gemeenschap gestoten. Niemand ontsnapte eraan, zelfs Mozes eigen familie niet. Zo wordt verteld dat Mirjam, toen ze het niet eens was met haar broer Mozes, een witte huiduitslag kreeg. Een straf van God? Onrein? Wie zal het zeggen? Maar ook zij moest zeven dagen buiten het kamp verblijven. Wie huidziekte had, hoorde er niet meer bij. Zolang de ziekte duurt, is hij onrein. Hij moet apart wonen en buiten het kamp blijven! Toch zijn het mensen die beslissen of je er wel of niet mag bijhoren. Een priester moest uitmaken wie onrein is. Het was ook een priester die moest uitmaken wie gereinigd is. Ga je laten zien aan de priester, om het bewijs te leveren.
Huidziekte gaat dus om gelijk welke kwaal of afwijking, waardoor mensen vinden dat je er niet meer bijhoort. Alle ziekten waar de mens geen remedie voor had, werden aan Gods welwillendheid toevertrouwd. Anders gezegd: mensen werden door de mensen aan hun lot overgelaten. Zo heeft iedere tijd zijn eigen melaatsheid. In de middeleeuwen ging het over de pest of de cholera, in onze tijd misschien over kanker of over aids. Kortom, in iedere tijd is er wel een kwaal die mensen buitensluit, die mensen tot buitenstaanders maakt. Die afwijkingen hoeven niet per se besmettelijk zijn. Maar wie een hond wil slaan, vindt wel een stok. Iedere tijd heeft ook zijn eigen melaatsen, zijn eigen uitgestotenen. Denk aan de vrouwen aan de rand van de middeleeuwse maatschappij, die als heks werden bestempeld. Denk aan de joden in de vorige eeuw, de landlopers en bedelaars tot op vandaag. Mensen met een ander gedrag of een andere huidskleur. Waar mensen meten, wordt gemeten met ongelijke maten. Daarom zijn het altijd de zwaksten in de maatschappij, de zwarte schapen, de zondebokken die het moeten ontgelden, die worden buitengesloten. Het deed me even denken aan het volksgebruik op Sylvester, de laatste dag van het jaar, of op 21 december, de eerste dag van de winter. Wie als laatste toekwam of als laatste opstond werd buitengesloten. En ook daarbij moest, een beetje zoals voor de reiniging, een offer worden gebracht om de buitensluit af te kopen, met een wat geefde? of wat vraagde?.
Het was maar een spel. Het overschot van een oude traditie. Maar mensen kunnen elkaar ook nog vandaag huid-ziek maken. De huid is de buitenkant van ons lichaam, en dus tegelijkertijd ons contactpunt met de buitenwereld. Eigenlijk is die buitenkant ook onze meest gevoelige kant. En dat laat zich zien. Mensen kunnen elkaar raken, elkaar ziek maken als ze elkaar de huid wordt volschelden. Omgekeerd kunnen we wel bobbelen krijgen van iemand die ons irriteert. Soms lijkt onze huid wel een toverbal. We kunnen wit worden van schrik of rood van woede. Soms ook wel groen van jaloezie of blauw van de kou. Wie zich niet goed in zijn vel voelt, is kwetsbaar. Huiduitslag is vaak het gevolg van een gebrekkig contact met medemensen. Mensen kunnen elkaar ook genezen.
Omgekeerd aan het ontstaan van de kwaal, werkt ook genezing door elkaar te raken, opnieuw aan - te - raken. Dat is wat Jezus doet. Jezus is er niet goed van, Hij wordt zelf geraakt. Hij krijgt mede-lijden, com-passie. Zij worden betrokken aan elkaar. En dat kan alleen als je voor elkaar geen buiten-staanders bent. Het werkt langs twee kanten. Wíllen zien dat iemand rein is, werkt reinigend. Het is aanraken tegenover zelf (aan)geraakt willen worden. Zolang je denkt dat je een lelijk eendje bent, kan je nooit een mooie zwaan worden. De enige manier om de melaatse uit zijn isolement te halen, te bevrijden, te genezen, te reinigen, is de remedie die Jezus toepast: Hij laat zichzelf besmetten!
Ja, het gevolg is dat Hijzelf wordt buitengesloten. Hij kan niet meer openlijk in de stad komen en moet op eenzame plaatsen verblijven. Maar met het effect van antireclame. Want toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe. Misschien is dit Valentijnsweekeind wel een goed moment om elkaar opnieuw aan te raken, om mekaars buitensluit af te kopen. Amen.
Gie Stappaerts
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|