Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 18-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geloven... ondanks twijfels - 2de Paaszondag B 2009 - Fred

    Tweede Paaszondag B 2009 - Zaterdag 18 en zondag 19 april 2009

    Eerste lezing: 1e brief Johannes 5, 1-6 - 'Geloven dat Jezus de Verrezene is'
    Evangelie: Johannes 20, 19-31 - 'Acht dagen later kwam Jezus'

    De laatste tijd ben ik nogal eens aanwezig bij uitvaarten. Heel vaak kiezen mensen daar mooie en zinvolle teksten, die de pijn bij het afscheid wat verzachten en die troost en hoop kunnen bieden. Wie kiest voor een kerkelijke uitvaart gelooft immers dat de dood niet het einde is, dat er zoiets als eeuwig leven bestaat. En toch hoor ik bij elke uitvaart spreken over ons tastend en aarzelend, ons twijfelend geloof.

    We willen wel geloven dat er leven is na de dood, maar tegelijkertijd is dat geloven zo moeilijk. Eigenlijk bevinden wij ons in goed gezelschap bij Thomas uit het evangelie. We doen hem onrecht aan door hem steeds maar als de ongelovige Thomas te bestempelen. Want eigenlijk is het toch echt wel een ongeloofwaardig verhaal dat hij krijgt opgedist.

    Trouwens, ook de andere leerlingen geloven maar dat Jezus verrezen is, als zij Hem echt hebben gezien. Ja, er waren wel een paar vrouwen geweest die vertelden dat Hij verrezen was, maar de meeste leerlingen geloofden hen niet. Dood is toch dood. Zo denken wij er ook over. Er is toch niemand, zelfs geen begrafenisondernemer, die ooit een dode, die al begraven was, weer levend, gezond en wel teruggezien heeft.
    Eigenlijk is het geloof of het ongeloof van Thomas niet de essentie van dit evangelie. De evangelist Johannes is misschien de laatste ooggetuige van Jezus en hij schrijft zijn evangelie aan het eind van de eerste eeuw. En hij weet dat het geloof in Jezus enkel voortgang kan vinden door de verkondiging van mensen die Jezus zelf gezien en gekend hebben.

    En Johannes schrijft dus zijn verhalen met het oog op zijn lezers. Zij hebben Jezus nooit gezien, maar worden toch uitgenodigd in Hem te geloven. Niet op grond van bewijzen, want die zijn er niet, maar op grond van tekens. "Die tekenen zijn opgeschreven, opdat gij moogt geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God" hoorden we daarnet.
    En als we op die manier nog eens naar dit evangelie kijken, zien we twee belangrijke tekens. Telkens Jezus aan zijn leerlingen verschijnt, wenst Hij hen de vrede. "Vrede zij u. Sjaloom!" Wat Hij in de eerste plaats wil van zijn leerlingen, zijn volgelingen, en dus ook van ons, is dat zij vredebrengers zijn. Het joodse Sjaloom betekent trouwens veel meer dan ons woordje vrede. Sjaloom heeft niet alleen te maken met het afzweren van geweld, maar ook met harmonie en vreugde. Het is als het ware de samenvatting van Gods bedoelingen, van zijn droom met deze wereld.

    Het tweede teken dat we in het evangelie vinden is een zichtbaar teken. Jezus toont aan zijn leerlingen – en later ook aan Thomas – zijn kruiswonden in zijn handen en zijn zijde. Daarmee toont Hij ook dat de verrezen Jezus niemand anders is dan de gekruisigde. Hij kon pas verrijzen en verheerlijkt worden, als Hij eerst door lijden en dood heen ging. En dat is ook de zending die zijn leerlingen meekrijgen.
    Die zending wordt ook concreet en heel eenvoudig verwoord in de eerste lezing van vandaag. Die komt uit de eerste brief van Johannes, vermoedelijk niet dezelfde als de evangelist. "Wie de vader liefheeft" hoorden we daar "bemint ook het kind". Geloven in God houdt in dat wij Gods kinderen liefhebben. En dat wij elkaar niet alleen Sjaloom toewensen, maar ook Sjaloom voor elkaar proberen te zijn.

    Ik ben begonnen met te verwijzen naar het tastend en twijfelend geloof dat wordt uitgesproken bij uitvaarten. Geloof is immers niet gebaseerd op zekerheden, op bewijzen. Ongeloof trouwens ook niet. Waarschijnlijk hebben atheïsten het ook moeilijk om te geloven dat nu echt alles voorbij is, wanneer zij afscheid moeten nemen van een geliefde.
    Want ik hoor bij uitvaarten ook heel veel uitingen van echt geloof, ik hoor daar vaak de vaste overtuiging dat de overledene toch nog verder leeft, niet zal vergeten worden. Dat zijn of haar werk wordt voortgezet, dat men in de voetsporen van de overledene wil treden.
    En ook hier worden beelden of tekenen gebruikt. Men heeft het over de andere kant, de overzijde. Men gebruikt het beeld van een bootje dat uit het zicht verdwijnt, maar aan de andere oever herkend en verwelkomd wordt. Het zijn niet zomaar beelden, het zijn uitingen van geloof, geloof in iets waarvoor onze taal de juiste woorden niet heeft.

    Heel wat beroemde mensen leven na hun dood verder door talloze mensen die hun werk voortzetten. Alfred Nobel, pater Damiaan, Martin Luther King, het zijn maar enkele voorbeelden uit de zovelen. En het mooiste voorbeeld is natuurlijk Jezus zelf. Tweeduizend jaar leeft Hij al verder. En ongeveer elke woonkamer bevat één of meerdere foto's van mensen die bij ons voortleven, die niet vergeten worden.
    Wij staan heel dicht bij de ongelovige Thomas. Hij heette ook Didymus, wat betekent: tweeling. Wij zijn allemaal een beetje zijn tweelingbroer. En we hoeven ons daar niet voor te schamen. Trouwens, als Thomas tenslotte Jezus heeft gezien en herkend, spreekt hij de sterkste geloofsbelijdenis uit die het evangelie van Johannes kent: "Mijn Heer en mijn God!"
    Thomas is de eerste die Jezus als God aanspreekt …

    18-04-2009 om 20:07 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God laat ons nooit alleen - Pasen B 2009 - Herman
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Pasen B 2009 - Zaterdag 11 en zondag 12 april 2009

    Eerste lezing: Handelingen 10, 34-43 - 'We hebben met Hem gegeten'
    Evangelie: Johannes 20, 1-9 - 'Hij moest uit de doden opstaan'

    Op de eerste dag, vroeg in de morgen, het was nog donker, ...

    Zusters en broeders, het zijn woorden die dra-gen, woorden die meer zeggen dan ze zeggen. Het is de eerste dag, de dag dus waarop er iets nieuws te gebeuren staat, maar het is nog niet duidelijk wat, want het is nog vroeg in de morgen, zo vroeg dat het nog donker is. Even donker als in het hart van Maria Magdalena. Want de steen op haar hart is even zwaar als de steen voor het graf, en ze weet niet wie die beide stenen zal wegrollen. En dan ziet ze dat de steen bij het graf al weggerold is en dat het graf leeg is. Niet leeggeroofd, nee, daarvoor is het veel te ordelijk, want alles ligt er netjes gerangschikt. Dat is dus niet het werk van fanatieke leerlingen die Jezus' lichaam inderhaast hebben weggehaald. Wat het wél is, is iets ongehoords, iets wat we nooit zullen kunnen begrijpen: dat Jezus verrezen is.

    Dat Hij is opgestaan uit de doden, en dat Hij aan mensen verschenen is, ‘niet aan het hele volk, maar aan getuigen die door God tevoren waren uitgekozen, aan ons die met Hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de doden was opgestaan', aldus Petrus in de eerste lezing.

    Ik zei het al: het is iets ongehoords, iets onbegrijpelijks. En het is precies om dat ongehoorde en dat onbegrijpelijke dat we hier samengekomen zijn, zoals we elke week samenkomen om Hem te gedenken die ons als mens onze God is komen voorleven.
    Onbegrijpelijk en ongehoord, en ook totaal nieuw: het leven dat sterker is dan de dood, en een God die ons vanuit het lege graf toeroept: ‘Durf leven! Leg af dat ongeloof en die twijfel. Zoek het licht in elke duisternis, de hoop in elke wanhoop, het leven in elke dood. En laat u niet verpletteren door de stenen die op u afkomen. Want zie, Ik ben bij u, nu en altijd ben Ik bij u.'

    Durven leven en de stenen wegrollen die ons leven bedreigen. De stenen van onvrede, van ruzie, van ziekte en dood. De stenen op ons hart wanneer het niet goed gaat tussen ons en onze familie, de stenen om het kwaad dat we hebben aangericht, de stenen van onmacht omdat we niet altijd en in alle omstandigheden goed en barmhartig zijn, en vredevol en vergevensgezind. Al die stenen die ons verhinderen te leven. ‘Rol ze van u weg', zegt God ons vandaag, ‘en vergeet nooit dat het leven sterker is dan de dood. Dat de liefde altijd overwint en dat er na elke nacht een nieuwe dag komt.'

    Zusters en broeders, ik denk dat dit de betekenis is van Pasen: dat we weten en beseffen dat God ons nooit in de steek laat. Vorige zondag lazen we het lijdensverhaal, en we hoorden hoe Jezus zelf wanhopig uitschreeuwde: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten!' En daarna slaakte Hij een luide kreet en gaf de geest. Let wel, Hij stierf niet, Hij gaf de geest, en dat is iets helemaal anders. Want God had Hem niet in de steek gelaten, zoals Hij niemand in de steek laat. En via Jezus gaf Hij ons zijn geest. Zijn geest die ons doet zoeken naar het goede, en die met ons is, alle dagen van ons leven. Zijn geest die ons sterkt in pijn en verdriet, die ons telkens opnieuw nieuw leven geeft. Zijn geest die ons na elke pijn opnieuw laat verrijzen, en die ons in het hart prent dat wij zelf verrijzenis kunnen zijn voor onze medemens, verrijzenis tot het leven dat God zich in zijn mooiste scheppingsdroom heeft gedroomd: een leven van liefde, van vreugde, van vrede. Een leven van geven, een leven van ontvangen. Een leven van openheid voor God en voor elkaar. Een eeuwig leven.

    Ik wil eindigen met een gedicht van de evangelische dichter Kurt Marti
      
            jullie vragen
            wat is
            de verrijzenis van de doden ?
            ik weet het niet

            jullie vragen
            wanneer is
            de verrijzenis van de doden ?
            ik weet het niet

            jullie vragen
            bestaat er
            een verrijzenis van de doden ?
            ik weet het niet

            jullie vragen
            bestaat er
            geen verrijzenis van de doden ?
            ik weet het niet

            ik weet
            alleen maar
            waar jullie niet naar vragen :
            de verrijzenis van de levenden

            ik weet
            alleen maar
            waartoe Hij ons roept :
            tot verrijzenis hier en nu

    Met dank aan Romain Debbaut en Kris Gelaude

    12-04-2009 om 18:59 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eén takje is ons genoeg - Palmzondag B 2009 - Jan

    Palmzondag B 2009 - Zaterdag 4 en zondag 5 april 2009

    Evangelie: Marcus 11, 1-10 - 'Gezegend de Komende'
    Passieverhaal: Marcus 14, 1-15, 47

    Hoe kunnen mensen iemand vandaag toejuichen en onthalen in hun stad en hem enkele dagen later ter dood veroordelen?
    Het is en blijft een thema dat ons bezighoudt.

    In elke grote stad staat er wel eentje, zo'n beeld met een kerel op een steigerend paard. Meestal heeft ie ook nog een lans, een zwaard of een geweer in de hand.
    Machthebbers laten zich zo graag afbeelden: hoog te paard, verheven boven het gewone volk en bij leven lieten ze zich begeleiden door zoveel mogelijk soldaten en indrukwekkend wapentuig. Macht en geweld wordt ook nog eens massaal toegejuicht.
    Maar je kunt van zo'n hoogte met een geweldige klap naar beneden vallen, daar denkt niemand aan die in de massa staat.

    Maar als je uit heel ander hout gesneden bent, als je geen  macht en geweld propageert, maar vrede, verdraagzaamheid, eenvoud, bescheidenheid, stille menslievendheid, hoe word je dan ingehaald ?
    Dan kom je binnen op een ezelsveulen in plaats van op een paard en je omgeeft je met wat vrienden, eenvoudige vissers.
    En dan roepen de omstanders  "Help ons" of "Hosanna", want dat is hetzelfde.
    Ze roepen niet te hard en zwaaien niet met vlaggen, maar met palmtakjes
    Waar staan wij als christenen van de 21e eeuw bij het toekijken en het beluisteren van dit verhaal?

    Staan wij mee te juichen en te zwaaien met de massa?  Of staan wij een beetje bedeesd achteraan te bekijken hoe anderen enthousiast zijn?
    Of laten wij ons ook leiden door twijfelaars, en zijn we een paar uur na ons enthousiasme mee aan het twijfelen?  En nog een paar dagen later brullen we misschien mee: “kruisig hem”?
    Wat hebben we dan aan mekaar?  Voelen we ons als groep één of zijn we echt individuen, elk met een eigen mening.

    De takken waarmee ze wuifden waren haastig uit de bomen gerukt en vliegensvlug dan ook weer weggegooid. De handen die ze hadden vastgehouden werden weer tot vuisten gebald.
    Het Hosanna in de monden verstierf tot “kruisig hem
    Wat is dat toch bij mensen, dat ze zo graag idolen maken, mensen bejubelen en verheffen. Om ze dan later alleen des te harder te kunnen treffen en omlaag te halen.
    Zo zijn wij mensen, wispelturig, zwak soms, beïnvloedbaar.
    Vrienden, het is dan deze week te tijd om dat goed te maken.  Noemt het daarom “Goede week”?

    Als we zien hoe sterk maar toch bescheiden Jezus optrad, dan kunnen we ons niet voorstellen dat hij het nodig vond om  bejubeld te worden bij zijn intocht in Jeruzalem.
    Juichen wij te vroeg? 
    Blijft hij een belangrijke gast die we uitbundig verwelkomen?  Durven wij het aan deze koning te volgen die kiest voor een lastdier in plaats van een strijdros?    Durven wij onderdanen zijn van deze koning wiens enige wapen de liefde is? 
    Hoe blijf je overeind met je idealen, met je geloof, als je om je heen ziet, wanneer je ziet dat velen afhaken of  er niet veel van terecht brengen?
    We mogen ons echter troosten met het evangelie, ja zelfs met het lijdensverhaal, als we zien dat zelfs de Twaalf er niet in slagen om Hem trouw te blijven.
    Hoe kan de vernederende, mensonterende executie – de kruisdood – van een ingoed mens, zo’n 20 eeuwen geleden, voor ons hier en nu nog bevrijding betekenen? 
    Ik zeg dit alles, omdat we vandaag en de volgende dagen de weg van Jezus volgen vanaf het moment dat er voor Hem geen weg meer terug is. En de vraag daarbij is: heeft Hij dit zelf gewild of heeft het leven Hem in deze situatie gebracht. Is zijn lijden en dood het gevolg van keuzes die hij bewust maakte?  Of deed Hij het omdat Hij niet meer terug kon?
    Er was geen weg terug. En dat is zo ook voortaan voor iedereen die in Hem gelooft. Wie dat doet kàn niet anders dan dezelfde keuze maken. Dat gedenken wij vandaag

    Een takje is ons genoeg.
    Een palmtakje geschoven achter het kruis is voor ons een jaar lang een teken dat uit die dood leven verrijst.
    Ja, er is hoop in zicht, we zien een mens om op te steunen, hij heeft een geloof om op te bouwen,
    Zijn kruis zal ons symbool worden.  We zullen het overal meedragen.

    Eén takje is ons genoeg:
    de tijd is gekomen om uit onze angst te stappen en de toekomst nu aan te vatten.  Hoopvol, en vol geloof dat we het gaan kunnen.   We hebben mekaar nodig, ook in deze dagen.
    De takken die wij achter het kruisbeeld steken, zullen ons een jaar lang herinneren, zullen een teken zijn dat zijn dood niet voor niets was.

    Denk daaraan en straal dit uit als je straks deze palm mee naar huis neemt...

    05-04-2009 om 13:51 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gegrift in ons hart - 5de zondag veertigdagentijd B 2009 - Ria

    Vijfde zondag in de veertigdagentijd B 2009 - Zaterdag 28 en zondag 29 maart 2009

    Eerste lezing: Jeremia 31, 31-34 - 'Ik zal een nieuw verbond sluiten'
    Evangelie: Johannes 12, 20-33 - 'Als de graankorrel in de aarde sterft'

    In de eerste lezing horen we de profeet Jeremia die het volk Israël waarschuwt voor de nakende ondergang van het koninkrijk Juda.
    Tegelijk geeft hij hun ook hoop: hij spreekt over een nieuw verbond dat de Heer met Zijn volk zal sluiten. Zij zijn immers afgedwaald van de woorden die op de stenen tafelen gedrukt staan. Woorden die op papier of steen geschreven of gebeiteld zijn, worden niet gelezen en dus ook niet meer gevolgd! Daarom zal de Heer Zijn geboden in hun hart griffen en zullen zij niet anders kunnen dan ze te eerbiedigen en er ook naar te leven.
    Zo is het ook met ons: wij moeten ook niet telkens opnieuw de richtlijnen, die van ons goede mensen maken, lezen of van buiten leren! Diep van binnen, in de kern van ons wezen, weten we spontaan wanneer we de verkeerde weg opgaan. Ook bij ons zijn die Godswoorden in ons hart gegrift. Wat voor het oude volk Israël telde, is ook voor ons van toepassing.

    Het evangelieverhaal situeert zich na de intocht in Jeruzalem.Na al de tekens die Jezus gesteld heeft, is er een ganse beweging op gang gekomen.
    Ter gelegenheid van het nakende Paasfeest waren vele pelgrims in Jeruzalem. Onder hen bevonden zich ook Grieken: dwz. niet Joden die wel met de joodse godsdienst sympatiseerden en Godvrezenden werden genoemd.
    Zoals de tekst gaat lijkt het wel of de verschijning van deze mensen voor Jezus een signaal is. Plots veranderen Zijn uitspraken. Hij heeft het over Zijn verheerlijking en tevens over Zijn lijden. Dan komt ook aan het licht dat Hij wel beducht is voor wat Hem te wachten staat. Even speelt Hij met de gedachte om Zijn Vader clementie te vragen en ervoor te zorgen dat Hem die afschuwelijke dood bespaart blijft.
    Onmiddellijk herpakt Hij zich en trekt weer een van Zijn prachtige vergelijkingen: de stervende graankorrel die honderdvoudig vrucht zal geven!

    Waar de eerste lezing een belofte van heil inhoudt, zo is voor ons althans, de vervulling van die belofte Jezus. Want is Hij niet de mens in wie wij het heil zien?
    Wanneer de bijbel spreekt over 'het hart' is dat niet romantisch of sentimenteel bedoelt. Dan gaat het over de diepste kern van onze persoon, de geheime kracht van onze innerlijke energie. Het  is het vermogen tot liefhebben en de kracht die ons aanzet  naar de anderen te gaan .Wij kunnen de ellende en de pijn die onze medemens ervaart aanvoelen. Zijn voorbeeld kan ons nog steeds aanzetten tot hulp en ondersteuning van hen die het nodig hebben.
    Het zijn Gods woorden, gegrift in ons hart, die ons doen meeleven, ons doen helpen. Die ook onze beurs doen opengaan om toch een klein beetje de miserie helpen te verlichten.

    Wij gaan stilaan naar Pasen, het feest bij uitstek om ons te laten begrijpen hoe gezegend wij zijn. Meer nog dan Kerstmis moet Pasen voor ons het feest van het licht, van de bevrijding uit de onzekerheid en het verdriet van de Passie, zijn.
    We zijn nog niet zover. Het herdenken van Jezus’ lijden moet nog beginnen, dus is er nog tijd voor ons om ons te bezinnen en misschien met een heldere kijk ons leven even te overschouwen en voor onszelf enkele besluiten te nemen, steeds met Gods woorden in gedachtenis.

    29-03-2009 om 19:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een nieuw verbond - 4de zondag veertigdagentijd B 2009 - Gie

    Vierde zondag in de veertigdagentijd B 2009 - Zaterdag 21 en zondag 22 maart 2009

    Eerste lezing: Kronieken 2 36, 14-16.19-23 - 'Ballingschap en bevrijding van het volk'
    Evangelie: Johannes 3, 14-21 - 'De Mensenzoon, omhoog geheven'

    Vandaag is er omhaling voor Broederlijk Delen. Een paar dagen geleden dacht ik nog: als ik de parochianen nu eens voorstel om niet te preken, en hen vraag om in ruil daarvoor gul wat geld in de mandjes te leggen.
    Maar toen heb ik de lezingen van vandaag eens grondig gelezen. …

    Al heel de vastentijd lang gaat de eerste lezing over een nieuw verbond tussen God en zijn volk: de regenboog na de zondvloed bij Noach, de nakomelingen van Abraham na het offer van Isaak, de tien geboden bij Mozes en vandaag de terugkeer van het volk uit de ballingschap dankzij koning Cyrus.
    Ook de evangelielezing van Johannes vandaag gaat over een nieuw verbond met God: de Vader die zijn Zoon Jezus naar de wereld zendt, opdat die wereld zou worden gered.
    Tot daar de lezingen van deze zondag.

    Ook de vastenactie Broederlijk Delen gaat over een verbond. Zowel de steun aan zuster Jeanne Devos en haar organisatie voor thuiswerkers als het project rond het volk van Tilak en hun handel in woudproducten, voornamelijk tamarinde.
    Broederlijk Delen maakt een verbond, sluit een overeenkomst om, via projectpartner Pards, deel te nemen aan het project waarmee het inheemse volk van Tilak, door opleidingen, samenwerking, leningen en gezondheidszorg, ondersteund wordt bij hun handel in tamarinde.

    Tamarinde. In een woordenboek van 1970, dat is amper 40 jaar geleden, staat te lezen dat de tamarinde een tropische boom is en dat de wand van de peulen wordt verwerkt tot een purgatief, een laxeermiddel. Punt. Dat is alles.
    In mijn Van Dale, 12de druk, 1995, lees ik niet alleen over die laxeermiddelen, maar ook dat de vruchten worden gebruikt voor tabak en sausen, dat er een geneesmiddel wordt gemaakt uit het moes van de vruchten en over het bijzonder buigzame hout van de tamarindeboom.
    Als ik vandaag op het internet het woord tamarinde in-google, verschijnt er een veelvoud aan bladzijden informatie over de tamarindeboom.
    De bomen, die inderdaad diep geworteld zijn, worden orkaanvast genoemd. Het hout ervan is hard en duurzaam en wordt gebruikt voor raderen, gereedschap en meubelen. De schors wordt gebruikt om huiden te looien.
    De bladeren worden gebruikt als groente, om thee te zetten of als rode kleurstof. De bloemen zijn eetbaar bij soep en salade.
    Maar vooral de peulen, de vruchten die eruit groeien, worden voor onwaarschijnlijk veel dingen gebruikt. Ze zitten boordevol vitaminen en mineralen. Het zoetzure vruchtvlees wordt gebruikt bij vis, vlees en in sauzen. De vruchtenmoes en siroop worden gebruikt in frisdrank, sorbet, confituur en snoep.

    Vruchten en bloemen zijn een remedie tegen reuma, pijn, hoest, wonden en koorts. Van de gemalen zaden kan brood worden gebakken en tamarindeolie kan als lampolie worden gebruikt.
    Zelfs het overrijpe vruchtenmoes kan, gemengd met zout, nog worden gebruikt als polijstmiddel voor metalen.
    Naarmate de belangstelling voor de tamarinde groeit, nemen ook de gebruiks-mogelijkheden ervan toe. Of is het omgekeerd.
    Ook mijn belangstelling is alvast gewekt. Voor de vele mogelijkheden van de tamarinde, maar vooral voor de mensen die de peulen kweken en op de markt brengen: het tribalvolk van Tilak in India.
    Mijn preek is kort. Maar de weg is nog lang en zonder hulp niet haalbaar. Dus had ik toch wat graag dat jullie seffens gul de mandjes van Broederlijk Delen vullen. Laat dat vandaag ‘ons’ kleine verbond zijn. Zuster Jeanne Devos en haar thuiswerkers organisatie, en ook Tilak en haar lotgenoten zullen je dankbaar zijn!
    Amen.

    Gie Stappaerts

    22-03-2009 om 17:17 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als elkaars spiegelbeeld - 2de zondag veertigdagentijd B 2009 - Fred

    Tweede zondag in de veertigdagentijd B 2009 - Zaterdag 6 en zondag 7 maart 2009

    Eerste lezing: Genesis 22, 1-2, 9a, 10-13, 15-18 - '' - 'Het offer van Abraham'
    Evangelie: Marcus 9, 2-10 - '' - 'Dit is mijn Zoon, de Welbeminde'

    Ongeveer één keer per maand komen wij samen met de preekploeg. Dat zijn de mensen die om de beurt hier proberen een ietwat zinvolle homilie te houden. We komen samen om de thema's van de vieringen te bespreken en we trachten elkaar dan ook wat tips en inspiratie te geven.
    Eerst leest de predikant van dienst de lezingen van de zondag voor. En soms gebeurt het dat die lezingen ons meteen op een bepaald spoor zetten en stof bieden voor een preek. Maar even vaak is er na die lezingen een ogenblik stilte, wordt er wat gezucht en kijken we elkaar vertwijfeld aan.
    Soms begrijpen we het na een tweede of derde lezing nog niet helemaal. Vooral de teksten uit het Oude Testament zorgen geregeld voor problemen. En dan zegt iemand: Wat is dat voor een tekst? Wat wordt daar nu eigenlijk mee bedoeld? En wat kunnen we daar in Gods naam – jawel – in een homilie over zeggen?

    Wat moeten we bijvoorbeeld denken van de eerste lezing van vandaag? God heeft Abraham uitgekozen als stamvader voor zijn nieuw geslacht, zijn uitverkoren volk. En hij heeft hem zelfs een zoon geschonken om dat geslacht voort te zetten. Dat wordt voorgesteld als een wonder, want Sara, zijn vrouw, was eigenlijk onvruchtbaar en veel te oud om nog een kind ter wereld te brengen. En uitgerekend die zoon, Isaak, zou Abraham nu eigenhandig moeten doden en aan God offeren. Pas op het allerlaatste moment, als Abraham zijn mes al klaar houdt, stuurt God een engel om hem tegen te houden. "Stop maar, Abraham, 't is niet meer nodig, het was allemaal niet zo bedoeld". Wat voor een God is dat, die zijn uitverkorene zulk een onmenselijke beproeving oplegt?

    In het evangelie lijkt Jezus ook een wreed spelletje te spelen met zijn leerlingen. Hij neemt ze mee naar een berg en verandert daar van gedaante. Hij laat zelfs Elia en Mozes verschijnen, die voor de joden de profeten en de wet  vertegenwoordigen. Hij toont hen dus eigenlijk een voorafbeelding van de verheerlijking die Hem later te beurt zal vallen. Maar, als ze dat beeld of die realiteit even willen vasthouden, zet Hij hen onmiddellijk weer met beide voeten op de grond: eerst nog lijden en sterven, jongens, en intussen: mondje dicht!

    Beide verhalen worden gesitueerd op een berg en twee keer wordt ook over een geliefde zoon gesproken. Abraham krijgt eerst de opdracht zijn geliefde zoon te doden, maar moet het uiteindelijk niet doen. En na de verheerlijking op de berg klinkt er die stem uit de wolk. En God zal zijn geliefde Zoon wél offeren, wél laten sterven. Dat wordt meteen voorspeld.
    Komt God in deze twee verhalen niet naar voor als een wreedaardige God, die zijn mensen veel te zware beproevingen oplegt? En die ze op een ander moment als het ware valse hoop biedt en die dan onmiddellijk de grond inboort? Of moeten we de verhalen misschien anders gaan lezen? Allicht wel, de verhalen uit de Bijbel bevatten geen verslagen van gebeurtenissen. Het zijn in de eerste plaats geloofsverhalen en moeten dus ook zo begrepen worden.

    En dan zien we dat die twee verhalen eigenlijk elkaars spiegelbeeld zijn. In het eerste verhaal wordt Abraham tot het uiterste beproefd. Erger kan bijna niet. Maar op het ultieme moment is er de redding en vrijwel meteen volgt de belofte van een stralende toekomst. Abraham zal overvloedig gezegend worden en zijn nakomelingen zullen even talrijk zijn als de sterren aan de hemel en de zandkorrels aan het strand van de zee. Voor Abraham verandert de totale duisternis plots in stralend licht.

    Op de berg Tabor gebeurt voor de drie leerlingen eigenlijk net het omgekeerde. Van schitterend licht naar duisternis en vertwijfeling. Ze krijgen ook een dubbele voorspelling. De verheerlijking van Jezus bevestigt dat Hij inderdaad de lang verwachte Messias is, maar ook lijden en dood liggen in het verschiet. Hij zal lijden en sterven, maar nadien ook opstaan, leven over de dood heen.
    Moeilijk te begrijpen misschien, maar zo is het leven nu eenmaal. Iedereen kent in zijn bestaan zonnige plekken en schaduwkanten, licht en duister, vreugde en verdriet. In Bijbelse taal: in ieder leven zijn er dalervaringen en bergervaringen. Ook onze geliefde zoon – of dochter – bezorgt ons momenten van intense vreugde, maar ook ogenblikken van grote bezorgdheid en soms diepe pijn.
    Je kan niet leven met topmomenten alleen. Je kan de momenten van diep geluk nooit lang vasthouden. Maar evenzeer weten we dat in zware beproevingen er altijd een straaltje hoop blijft, dat er een uitweg is, hoe moeizaam soms ook.
    In die zin sluiten de verhalen van vandaag ook aan bij deze vastentijd en bij Broederlijk Delen. Voor de mensen in India, waar onze aandacht nu naar uitgaat, zijn het harde tijden. Maar in de vieringen van deze veertigdagentijd klinkt ook ons geloof dat er voor hen uitzicht is. Alleen: vanzelf zal het niet gaan. Als we ons daarvan bewust zijn, zijn we al een eind op weg. Samen met de sterke vrouwen uit de campagne, Tilak en zuster Jeanne Devos.

    Belangrijk is dat we bij elkaar de hoop levendig houden. En tegelijkertijd realistisch blijven en geen valse hoop bieden. Drie tenten op een berg bouwen is geen uitweg uit de dagelijkse zorgen. Ziekte, lijden en dood horen onvermijdelijk bij het leven. Net als vreugde, geboorte, genezing, feestdagen, liefde en vriendschap. Hoop en geloof bieden ons uitzicht, zelfs in een periode dat alles lijkt tegen te zitten en we geen uitweg meer menen te zien. En evenzeer moeten wij ervoor zorgen dat we, zelfs in ogenblikken van de grootste euforie,   met beide voeten op de grond blijven.
    De cyclus van het kerkelijk jaar leert ons dat ook. Er is Kerstmis, maar dan wel pas na de advent. Er is Allerheiligen, maar ook Allerzielen. Er is Witte Donderdag, maar ook Hemelvaart en Pinksteren. Er is Goede Vrijdag en er is Pasen. En ze kunnen niet zonder elkaar. Dat is de realiteit en dat is ons geloof.
    En onze hoop.
    Geen Pasen zonder Goede Vrijdag.
    Maar evenzeer: geen Goede Vrijdag zonder Pasen.

    08-03-2009 om 13:37 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chaos of kleuren - 1ste zondag veertigdagentijd B 2009 - Marc

    Eerste zondag in de veertigdagentijd B 2009 - Zaterdag 28 februari en zondag 1 maart 2009

    Eerste lezing: Genesis 9, 8-15 - 'Het verbond met Noach'
    Evangelie: Marcus 1, 12-15 - 'Jezus in de woestijn'

    Door de grote poort gaan de we veertigdagentijd binnen! Zoals Noach en heel zijn beestenboel de nieuwe wereld binnengingen, onder de schitterende regenboog door die aan de hemel stond, zo gaan wij de woestijntijd in, de tijd van inkeer en soberheid, de tijd waarin we onszelf willen vernieuwen.

    Met Noach herbegon het leven op aarde. Het kwaad was weggevaagd, de aarde lag daar kaal maar klaar. Er groeide nog niets, het leek nog woestijn, maar de vruchtbare aarde lag te wachten om alles terug te laten ontkiemen en bloeien. Het verhaal vertelt mij over het geloof dat deze schepping bedoeld is om goed en mooi te zijn. En dit verhaal drukt ook het geloof uit dat “totale ondergang” ons nooit zal overkomen: de God waarin wij geloven is een God die leven wil, voor allen op aarde.

    Het is bijna voor de hand liggend, dat die oude gelovige Joden, die het verhaal over een goede scheppende God doorvertelden, dat zij die goedheid getoond zagen in de schitterende regenboog. Velen onder ons zullen toch bekennen dat ze “een goed gevoel” krijgen, als ze dat natuurverschijnsel zien. Wanneer zien we hem? Als het onweer voorbij is. Als de regenwolken optrekken. Als we de nattigheid nog voelen: maar kijk: daar komt de zon. Men zou van minder goed gezind worden.
    Nu is de regenboog niet alleen een natuurverschijnsel dat goed weer aankondigt. De kleuren zelf hebben ook een symbolische waarde. Ooit hebben we op school geleerd, dat “wit” eigenlijk is samengesteld uit verschillende kleuren, en dat als het licht op een bepaalde manier “gebroken” wordt, dat we dan die verschillende kleuren kunnen zien. De regenboogkleuren zijn een symbool van eenheid, in verscheidenheid. De trui van de wereldkampioen is niet voor niets een regenboogtrui: die kleuren betekenen dat hij de kampioen is van alle renners, uit welk land of continent ze ook komen. Zo verbeeldt de regenboog de veelkleurige mensensoort.

    We kunnen de veertigdagentijd moeilijk beter beginnen dan met deze eerste lezing. De woestijntijd die begint, is geen tijd van dorheid. We worden opgeroepen om te gaan zoeken naar het essentiële, het belangrijkste in ons leven. Jezus trekt ook de woestijn in. Hij ontmaskert de bekoringen, die ons kunnen afleiden van de weg naar het rijk van God: onze drang naar macht, onze goesting om meer te hebben, onze hoogmoed die ons doet denken dat we beter zijn dan een ander. Dat is als het ware onkruid, dat weggevaagd moet worden, zodat het tere plantje van het rijk van God kan opschieten. Zulk een tijd in de woestijn is geen dorre tijd, maar een vruchtbare tijd. Zoals Noach boven die nieuwe, lege aarde zag hoe God een verbond sloot, zo kunnen wij na een tijd van inkeer die Blijde Boodschap beter zien.
    Die Blijde Boodschap bevestigt dat God ons leven wil. Een kleurrijk, schitterend, stralend leven. En niet dat van ons alleen. De regenboog van Noach is een teken dat God alle mensen wil verzamelen in zijn verbond,, zoals in het evangelie zal verkondigd worden dat de liefde voor onze naaste één is met de liefde voor God. Daarom roept de veertigdagentijd ons ook op om die eenheid met de veelkleurige mensheid meer te beleven.

    Deze tijd is een tijd van inkeer naar het meest belangrijke: het Rijk Gods, en als we dat goed verstaan hebben, kunnen we niet anders dan ons te keren naar de andere mensen. Broederlijk Delen hoort bij de veertigdagentijd, zoals de twee uiteinden van de regenboog bij elkaar horen. Nu is de mensheid erg groot: daarom wordt elk jaar in de campagne van Broederlijk Delen de aandacht gericht op één land of streek, die onze solidariteit vraagt: zij staan zo symbool voor al die andere naasten met wie we verbonden zijn. Dit jaar gaat het over India, en over mensen als Tilak, een moedige vrouw die niet alleen onze solidariteit nodig heeft, maar ook voor ons een voorbeeld is van hardnekkig én hoopvol geloof in de toekomst.

    Laat het vandaag duidelijk zijn: de vastentijd is een blije tijd. We gooien ballast overboord, en zo zien we opnieuw hoe onze God een God van nieuw leven is, hoe Hij ons een toekomst wil schenken, stralend als een regenboog, hoe een woestijn bij nader toezien een vruchtbare akker kan worden, waar solidariteit tussen mensen kan bloeien, en het Rijk Gods dichterbij kan komen.
    Hoe blijer we deze volgende weken worden, hoe beter we zullen gevast hebben...

    02-03-2009 om 20:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dragers - 7de zondag B 2009 - Jan

    Zevende zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 21 en zondag 22 februari 2009

    Eerste lezing: Jesaja 43, 18, 19, 21-22, 24b-25 - 'Ik vergeef uw ongerechtigheid'
    Evangelie: Marcus 2, 1-12 - 'Uw zonden zijn vergeven'

    Ze kwamen een verlamde bij Hem brengen, door vier man gedragen hoorden we zojuist in het evangelie. 
    En Jezus?  Hij schenkt iets heel anders dan er van Hem verwacht wordt. 
    Hij geeft ‘vergiffenis van zonden’. 
    Daardoor begeeft Hij zich op een gevaarlijk terrein in de joodse traditie…
    Hij eigent zich iets toe wat eigenlijk alleen God toekomt: ‘ zonden vergeven ‘.
    En zo komt Hij in conflict met de Farizeeërs. 
    Het verhaal van de genezing van de lamme, neergeschreven door Marcus, is het eerste in een reeks van 5 twistgesprekken tussen Jezus en de Farizeeën. 
    Iemand die het evangelie niet kent zou kunnen zeggen: “het kan hier nog spannend worden”.

    Dragen, verdragen, meedragen, naartoe dragen, laten dragen. 
    Daarover gaat dit evangelie: Dragen, al kan de persoon zelf geen stap meer verzetten.
    Mensen dragen mensen en mensen worden gedragen.
    Al voor we geboren waren, werden we gedragen in de warmte van de moederschoot, en nadien tot we als kind onze eerste stappen konden zetten. 
    De bruidegom draagt de bruid binnen in zijn huis.
    Als we oud zullen zijn en te verlamd om nog op eigen benen te staan, zullen het weer mensenhanden zijn die ons van de rolstoel naar ons bed zullen dragen of uit het bed helpen en in de stoel zetten. Andere mensen zullen ons naar het graf dragen.

    Het gaat vandaag  niet alleen om de ‘verlamde’.  Onze aandacht gaat ook naar de ‘dragers’.
    Wie waren de dragers die de verlamde naar Jezus brachten?
    Hun geloof in Jezus moet toch wel heel sterk geweest zijn.
    Ze wringen zich door de massa -  die staat te drummen om een glimp van Jezus op te vangen -
    en langs de buitentrap klimmen ze op het dak, breken het open, en laten hun vriend zakken tot net voor de voeten van Jezus. Ze vertrouwen erop dat Jezus hem zou helpen en genezen…
    Toch wel sterk, mensen met zo’n geloof, met zo’n doorzettingsvermogen.

    Ik wou dat wij allemaal zo’n dragers waren…
    Maar zijn we dat soms niet? Wij kennen toch ook verhalen over het ‘dragen van mensen’!
    Zij die de zieken bezoeken, hen troosten, aanmoedigen, naar hen luisteren, met hen naar de bibliotheek gaan, op burenbezoek gaan, gewoon bij een zieke gaan zitten als het zeer stil is rond hem, gewoon samen een klein wandelingetje doen…om maar eens buiten te zijn.

    Zij die de mensen bezoeken die rouwen om iemand die ze verloren hebben.  Hen een troostend woord toespreken, gewoon luisteren naar hun verhaal, naar “hoe erg ze hem of haar missen”…  Mensen die gewoon eens aanbellen en vragen: “gaat het?”
    Dat zijn toch ‘de dragers’ van onze tijd !  
    Ook zij geloven in wat ze doen en helpen anderen in hun miserie.

    Sedert eind december hebben wij in onze parochie al moeten afscheid nemen van héél veel mensen en worden heel veel nabestaanden ‘gedragen’ door hun omgeving.
    Vorige week nog, droeg men in onze kerk een kindje van 6 jaar naar voor om er afscheid van te nemen.  Hoeveel mensen hebben niet helpen dragen?  De juffen van de school, de leiding van de scouts, de kinderen van de klas, de buren, vrienden, familie.. en zoveel anderen.
    Soms zijn wij allemaal al eens drager.  En soms moeten we ook al eens gedragen worden.
    Het is goed om dan voor mekaar klaar te staan.

    De vrienden van de lamme in ons verhaal vertrouwden erop dat Jezus hen zou helpen, hun vriend zou genezen… Maar wat doet Jezus?  Hij vergeeft hem zijn zonden !
    Hun eerste reactie moet geweest zijn: ‘daar zijn we toch niet voor op dit dak geklommen he’!.
    Ze willen dat Jezus hun vriend weer op de been helpt.
    Maar Jezus weet blijkbaar, dat die man ook van binnen genezing nodig heeft, en dat hij misschien zelfs verlamd is, door zijn tekorten en zijn kleinheid, zijn zondigheid.

    “VRIEND“, zegt Hij tegen hem “ je zonden worden je vergeven !”
    En dan horen we de bedenkingen van de schriftgeleerden:
    “Wie anders dan God kan zonden vergeven? “
    Maar juist de vergeving van zijn zonden wordt een kracht,
    die hem weer op de been helpt en hem  DOET GAAN !
    “ IK ZEG JE,  STA OP, neem je bed en GA naar huis. “

    Wij hoorden in het evangelie dat het gemakkelijker is een verlamde te genezen dan iemands zonden te vergeven.
    Ook voor ons is het misschien gemakkelijker iemand een schouderklop te geven of moed in te spreken zodat hij of zij zich kan herpakken en er weer tegenaan kan.
    Het is veel moeilijker om iemand die ons werkelijk gekwetst heeft te vergeven, of iemand die werkelijk iets verkeerd gedaan heeft,  te vergeven, of een hand uit te steken en te zeggen: “zand er over” of “laten wij het weer goed maken”

    Goede vrienden, misschien herken je wel jezelf in die lamme. Misschien heb al eens dat gevoel, dat je geen stap meer vooruit geraakt. Op vele wijzen kunnen wij immers door het leven verlamd worden. Pijn of verdriet kunnen je adem afsnijden.
    Zogenaamde “ VRIENDEN “ kunnen je zo diep kwetsen of ontgoochelen, dat je aan alles en iedereen begint te twijfelen.

    Hopelijk vinden we op zo’n momenten dan ook enkele DRAGERS,
    Dragers die ons optillen uit onze onmacht en ons voor een tijdje
    op hun schouders willen nemen.  Dank zij het sterke geloof van de dragers kon de lamme tot bij Jezus geraken. Dank zij de dragers werd hij genezen.

    Beste mensen, ik hoop dat we mensen die verlamd zijn mogen en kunnen dragen
    en dat we als we zelf verlamd zijn, gedragen worden door anderen…
    We hebben dus mekaar meer dan nodig, klein, onopvallend zichtbaar voor.. wie wil kijken.
    Zoals de eerste lezing zegt:  ‘Het begin is er al, ziet ge het nog niet?’
    In deze verlammende tijd van economische crisis, wereldwijd, kunnen wij christenen tekenen zijn van veerkracht.  We moeten ons geloof en ons vertrouwen aanscherpen.  Ons niet laten verlammen, maar dragers te zijn.  Daarom zegt Hij tegen ieder van ons: neem je bed op en ga, zodat de eigenlijk verlamden zeggen: ‘zoiets hebben we nog nooit gezien’.

    Jan Van Noten , geïnspireerd door R. De Brandt en Frans Gheysen

    22-02-2009 om 21:12 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Buitensluit - 6de zondag B 2009 - Gie

    Zesde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 14 en zondag 15 februari 2009

    Eerste lezing: Leviticus 13, 1-2, 45-46 - 'Wie een huidziekte heeft, moet buiten het kamp blijven'
    Evangelie: Marcus 1, 40-45 - 'De melaatsheid verdween en hij was gereinigd'

    Laat ik beginnen met een - misschien wat vreemde - opmerking. We hebben ons niet van dag vergist. Damiaanzondag was enkele weken geleden. De lezingen van vandaag gaan niet over melaatsheid. Tenminste niet over de ziekte die wij vandaag lepra zouden noemen.
    Waarover gaat het dan wel? De lezingen gaan al enkele zondagen over verschillende ‘soorten’ kwalen: een man die bezeten is door een onreine geest, de schoonmoeder van Simon-Petrus die ziek te bed is, volgende week wordt een lamme bij Jezus gebracht. En vandaag gaat het over ‘huidziekte’.

    In Mozes’ tijd werd iemand met huidziekte uit de gemeenschap gestoten. Niemand ontsnapte eraan, zelfs Mozes’ eigen familie niet. Zo wordt verteld dat Mirjam, toen ze het niet eens was met haar broer Mozes, een witte huiduitslag kreeg. Een straf van God? Onrein? Wie zal het zeggen? Maar ook zij moest zeven dagen buiten het kamp verblijven. Wie huidziekte had, hoorde er niet meer bij. Zolang de ziekte duurt, is hij onrein. Hij moet apart wonen en buiten het kamp blijven!
    Toch zijn het mensen die beslissen of je er wel of niet mag bijhoren. Een priester moest uitmaken wie onrein is. Het was ook een priester die moest uitmaken wie gereinigd is. “Ga je laten zien aan de priester, om het bewijs te leveren”.

    Huidziekte gaat dus om gelijk welke kwaal of afwijking, waardoor mensen vinden dat je er niet meer bijhoort. Alle ziekten waar de mens geen remedie voor had, werden aan Gods welwillendheid toevertrouwd. Anders gezegd: mensen werden door de mensen aan hun lot overgelaten.
    Zo heeft iedere tijd zijn eigen ‘melaatsheid’. In de middeleeuwen ging het over de pest of de cholera, in onze tijd misschien over kanker of over aids. Kortom, in iedere tijd is er wel een kwaal die mensen buitensluit, die mensen tot buitenstaanders maakt. Die afwijkingen hoeven niet per se besmettelijk zijn. Maar wie een hond wil slaan, vindt wel een stok.
    Iedere tijd heeft ook zijn eigen ‘melaatsen’, zijn eigen uitgestotenen. Denk aan de vrouwen aan de rand van de middeleeuwse maatschappij, die als heks werden bestempeld. Denk aan de joden in de vorige eeuw, de landlopers en bedelaars tot op vandaag. Mensen met een ander gedrag of een andere huidskleur.
    Waar mensen meten, wordt gemeten met ongelijke maten. Daarom zijn het altijd de zwaksten in de maatschappij, de zwarte schapen, de zondebokken die het moeten ontgelden, die worden buitengesloten.
    Het deed me even denken aan het volksgebruik op Sylvester, de laatste dag van het jaar, of op 21 december, de eerste dag van de winter. Wie als laatste toekwam of als laatste opstond werd ‘buitengesloten’.
    En ook daarbij moest, een beetje zoals voor de reiniging, een offer worden gebracht om de buitensluit af te kopen, met een “wat geefde?” of “wat vraagde?”.

    Het was maar een spel. Het overschot van een oude traditie.
    Maar mensen kunnen elkaar ook nog vandaag huid-ziek maken.
    De huid is de buitenkant van ons lichaam, en dus tegelijkertijd ons contactpunt met de buitenwereld. Eigenlijk is die buitenkant ook onze meest gevoelige kant. En dat laat zich zien. Mensen kunnen elkaar raken, elkaar ziek maken als ze elkaar “de huid wordt volschelden”. Omgekeerd kunnen we wel “bobbelen krijgen” van iemand die ons irriteert.
    Soms lijkt onze huid wel een toverbal. We kunnen wit worden van schrik of rood van woede. Soms ook wel groen van jaloezie of blauw van de kou. Wie zich niet goed in zijn vel voelt, is kwetsbaar. Huiduitslag is vaak het gevolg van een gebrekkig contact met medemensen.
    Mensen kunnen elkaar ook genezen.

    Omgekeerd aan het ontstaan van de kwaal, werkt ook genezing door elkaar te raken, opnieuw aan - te - raken. Dat is wat Jezus doet.
    Jezus is er niet goed van, Hij wordt zelf geraakt. Hij krijgt mede-lijden, com-passie. Zij worden betrokken aan elkaar. En dat kan alleen als je voor elkaar geen buiten-staanders bent.
    Het werkt langs twee kanten. Wíllen zien dat iemand rein is, werkt reinigend. Het is aanraken tegenover zelf (aan)geraakt willen worden. Zolang je denkt dat je een lelijk eendje bent, kan je nooit een mooie zwaan worden.
    De enige manier om de melaatse uit zijn isolement te halen, te bevrijden, te genezen, te reinigen, is de remedie die Jezus toepast: Hij laat zichzelf besmetten!

    Ja, het gevolg is dat Hijzelf wordt buitengesloten. Hij kan niet meer openlijk in de stad komen en moet op eenzame plaatsen verblijven.
    Maar met het effect van antireclame. Want “toch kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe”.
    Misschien is dit Valentijnsweekeind wel een goed moment om elkaar opnieuw aan te raken, om mekaars buitensluit af te kopen.
    Amen.

    Gie Stappaerts

    15-02-2009 om 19:01 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoop - 5de zondag B 2009 - Martine

    Vijfde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 7 en zondag 8 februari 2009

    Eerste lezing: Job 7, 1-4,6-7 - 'Mijn leven is een ademtocht'
    Evangelie: Marcus 1, 29-39 - 'Vele zieken genas Hij'

    Ken je die drie krachten nog? ‘Geloof, Hoop en Liefde’.
    Het zijn drie verschillende dingen en toch zijn ze heel dikwijls heel nauw met elkaar verbonden.
    Bij het begraven van de slachtoffers van hetgeen zich in Dendermonde heeft afgespeeld, werden woorden van hoop gesproken. Het brengt de kindjes en zorgende onthaalmoeder niet terug, maar het helpt om de pijn te verwerken. Woorden van hoop…
    Het thema van deze viering: ‘Nabijheid en troost.’ is opgenomen in het bad van de hoop.
    Zonder hoop kunnen we niet vooruit. We blijven zitten in onze miserie, zien geen licht meer en voelen ons hopeloos verloren.
    Het is wat Job uitspreekt in de eerste lezing. Hij laat de moed zakken. Job vertolkt de klacht van talloze zieke en lijdende mensen die men bij Jezus bracht, om door hem te worden genezen. Job staat hier symbool voor alle mensen die in de put zitten, die het niet meer zien zitten, waar alle hoop verdwenen is. Misschien hebben we ook al zo’n momenten meegemaakt, momenten waarin we ons afvroegen hoe we door deze moeilijke periode kunnen doorkomen. Wat heeft je dan geholpen?  Was het je geloof? Was het de liefde? Op welke manier heb je weer hoop gekregen?

    Toevallig kreeg ik deze week een mail doorgestuurd van een vriendin met volgende tekst:
       Geluk maakt je vriendelijk
       Beproevingen maken je sterk
       Verdriet houdt je menselijk
       Mislukkingen houden je nederig
       Maar alleen de hoop laat je vooruitgaan...
       Alleen de hoop laat je vooruitgaan…

    En Jezus brengt hoop. In de evangelielezing zien we hoe Jezus de schoonmoeder van Simon geneest van de koorts. Zij reageert met dienstbaarheid, wat betekent dat ze ervoor gekozen heeft om Jezus te volgen.  Daarna brengt men zieken en mensen die van demonen te lijden hadden bij hem. Ook deze mensen heeft hij genezen. Hij heeft ze weer nieuwe hoop gegeven.
    Maar Jezus doet dit niet uit winstbejag of uit sensatie. Als zijn leerlingen hem gevonden hebben, zeggen ze: ‘Iedereen zoekt U’. Maar Jezus gaat niet mee naar de menigte. Hij wil niet hun held zijn, niet in de belangstelling staan. Hij wil de blijde boodschap, deze boodschap van Geloof, Hoop en Liefde, verder dragen en delen. Dit is de reden van zijn komst, dit is zijn doel, zijn opdracht in dit leven.
    Hij laat zich niet verleiden door de roem en de bekendheid. Hij kiest niet de gemakkelijkste weg, de gekende weg. Neen, hij trekt weer verder om mensen te helpen rechtop te komen, om mensen opnieuw hoop te geven, om mensen te leren vrij te zijn en dicht bij zichzelf te leven zodat ook zij God in zichzelf kunnen horen en aanvoelen.

    Toen ik aan het nadenken was wat ik hier ging zeggen, heb ik ook stilgestaan bij de symbolen van deze drie krachten. Ken je ze nog? Dat het kruisje staat voor Geloof en het hartje voor de Liefde, dat wist ik nog met zekerheid. Maar dat een anker staat voor de Hoop, daar was ik niet meer zo zeker van. Ik ben blijven hangen bij het anker. Wat kan daar nu de betekenis van zijn?
    Ik heb het antwoord gevonden in het evangelie. Als Jezus in alle vroegte opstaat, naar buiten gaat, een eenzame plaats opzoekt en er blijft bidden, dan voel ik dat dit alles te maken heeft met het anker.

    Op dat moment maakt Jezus het stil en gaat naar binnen, in zijn innerlijke wereld. In die stilte luistert Hij naar wat God van Hem vraagt. Hij komt bij wie Hij ten diepste is en slaat zijn anker uit in die kern. Van daaruit wil hij leven, van daaruit doet hij de dingen die hij doet. Hij slaat als het ware zijn anker uit in de essentie van wie hij is, in zijn waarheid. Dit helpt hem om door te gaan en zijn taak te volbrengen. Het is die hoop op een betere wereld, die hoop dat bevrijding mogelijk is voor alle mensen die ervoor openstaan, die hoop die hem voortstuwt.
    Het kan ook die hoop zijn die ons steeds opnieuw doet opstaan en niet opgeven.
    Het is de hoop die ons laat vooruitgaan…

    Er is een stilte, die tevens een enorme kracht is in elke mens, die ons steeds vooruitstuwt. Laten ook wij ons anker uitslaan in die kern van wie we zijn en van daaruit onze weg gaan.
    Laten we Hoop in ons leven beleven en doorgeven en dit in Geloof, en in Liefde voor onszelf en voor de mensen rondom ons. 

    Martine Andries.

    11-02-2009 om 17:20 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kennen en gekend worden - 4de zondag B 2009 - Marc

    Vierde zondag door het jaar B 2009 – Zaterdag 31 januari en zondag 1 februari 2009

    Eerste lezing: Deuteronomium18, 15-20 - 'Ik zal een profeet doen opstaan'
    Evangelie: Marcus 1, 21-28 - 'Hij onderwees hen met gezag'

    Bij het voorbereiden van deze preek kon ik niet anders dan denken aan de onreine geest, die die jongen in Dendermonde in zijn macht heeft. Zoals zovelen vraag ik me af: wat bezielde hem?
    2000 na het schrijven van de evangelies, hebben we de illusie dat we toch veel meer weten dan de mensen van toen. De verhalen over “onreine geesten”, we zijn geneigd van daar een rationele verklaring aan te geven: ja, toen wisten de mensen niets van psychiatrie, van Freud, van therapieën en goede medicijnen. En dan is dat optreden van Jezus niet zo speciaal: wij zijn er niet zo van onder de indruk als iemand erin lukt om een geesteszieke te kalmeren. Wij weten hoe dat werkt.

    Maar is het wel zo eenvoudig? Weten wij wel wat er in de mens omgaat, en hoe wij dat kunnen genezen? Begrijpen wij wat Europeanen bezield heeft, erfgenamen van onze Westerse cultuur, als ze in twee wereldoorlogen mekaar uitgemoord hebben? Wat bezielde degenen die mensen vergast hebben omdat ze zogezegd van een ander ras waren? Wat bezielt regeringsleiders als ze wetens en willens steden en dorpen bombarderen, waar niet alleen vijanden, maar ook totaal onschuldige burgers, vrouwen, kinderen zitten? Wat bezielt zelfmoordterroristen die zichzelf en tot duizenden anderen – die niets met hun zaak te maken hebben de dood in jagen? En ik wil het nu niet altijd over moord en doodslag hebben. Wat bezielt kinderen die hun ouders op hun hart trappen, het aftrappen, of ze terroriseren? Wat bezielt ouders die hun kind verstoten, en zelfs uithongeren? Wat bezielt mannen die hun partners afranselen? Wat bezielt journalisten, die tegen alle dringende vragen in, zich in het privé-leven van slachtoffers, van daders, van families wringen om geld te verdienen met de miserie van dodelijk gekwetste mensen, die ze als voer voor het publiek gooien? En wat bezielt ons, soms – of dikwijls, als we anderen kwetsen? Het is goed in ’t eigen hart te kijken, maar wat we dan zien is niet altijd zo fraai....

    Het woord 'onrein' betekent: dat men in een toestand is, waarin de relatie met God verbroken is. Nu wordt dat in de Bijbel nogal eens gebruikt in situaties, waar wij nu van ingezien hebben, dat oprecht geloof er weinig mee te maken heeft. De wetten op het voedsel en nogal wat andere voorschriften die in de loop van de geschiedenis van Israël ontstaan waren, daar heeft Paulus al van gezegd dat die er niet veel toe doen.
    Maar de kernidee, dat de harmonie tussen God en de mens verbroken kan zijn, die blijft staan. En dat een mens bezield kan worden door ideeën, verlangens, driften, wanen, noem het maar “een geest”, die slecht zijn voor hem en voor anderen, en die dus ook de harmonie met God verstoren, dat is de essentie van wat in het evangelie over “onreine geesten” verhaald wordt.
    Er zijn twee soorten “onreine geesten”. De eerste soort, dat zijn degene die we zelf oproepen. Wij zijn in staat om willens en wetens kwaad te doen. Wij zijn verantwoordelijk voor veel leed dat mensen aangedaan wordt. Wij zouden dus ook in staat moeten zijn om die kwade geesten terug in de fles te krijgen: wij kunnen ons bekeren.

    In het evangelie staat dat Jezus sprak met gezag. Zijn boodschap was helder en overtuigend. Het evangelie is niet moeilijk: het wordt samengevat in één zinnetje: heb God lief, en uw naaste als uzelf. Als Jezus in de synagoge spreekt met gezag, dan richt hij zich tot ieder van ons, om onze verantwoordelijkheid op te nemen, en het kwade uit te bannen waar we mee verantwoordelijk voor zijn.
    De andere soort “onreine geesten”, dat is, denk ik, het kwaad dat mensen in zijn macht heeft.  Er is ziekte, er is veel miserie die ons overkomt, er is leed waar we machteloos tegenover staan. Die arme mens in de synagoge, is duidelijk slachtoffer.
    Marcus schildert hier een Jezus die de strijd aan gaat met kwaad, ook als dat sterker is dan mensen. Deze passage is een samenvatting van de Jezus die Marcus wil verkondigen: een Redder, die mensen aanzet om zichzelf te bekeren, maar die ook mensen uit de klauwen van de diepste miserie zal halen: hij verlost ons van het kwade.

    Dat is een boodschap die geloof vraagt. Jezus is geen wonderdokter. Het evangelie van Marcus vraagt om in zijn geheel gelezen te worden. De strijd met het kwaad zal heel bitter zijn. De onreine geest van vandaag laat zich maar met veel moeite en pijn uitdrijven. Jezus zal op het kruis een nederlaag lijden, zoals zovele anderen die door het kwade overweldigd zijn. Wie hem wil volgen zal zelf ook zijn kruis moeten dragen. Maar wie hem volgt, getuigt Marcus, zal uiteindelijk dat kwaad mee overwinnen. Na Goede Vrijdag komt Pasen. Dat is het geloof waarvan de evangelies getuigen. Als wij voor Hem echt open staan, als wij ons door hem laten aanspreken, kan dat geloof ook ons bezielen. Dan zullen de onreine geesten over ons geen macht meer hebben.

    01-02-2009 om 17:43 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hem achterna - 3de zondag B 2009 - Fred

    Derde zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 24 en zondag 25 januari 2009

    Eerste lezing: Jona 3, 1-5.10 - 'Jona's optreden in Nineve'
    Evangelie: Marcus 1, 14-20 - 'Roeping van enkele vissers'

    Net als vorige week krijgen wij in het evangelie van vandaag weer een verhaal over de roeping van de eerste leerlingen. En die roeping gebeurt op een heel eenvoudige manier. Zo eenvoudig dat het voor mensen van onze tijd eigenlijk heel moeilijk te begrijpen is.
    Veronderstel maar eens even dat er nu iemand op zoek zou gaan naar medewerkers om een kerk, of een andere gemeenschap, op te bouwen die meer dan tweeduizend jaar zou moeten standhouden. Waarschijnlijk zou die persoon dan beginnen met een profiel op te stellen waaraan die medewerkers moeten voldoen. En vervolgens zou men de kandidaten uitgebreid gaan screenen en testen en aan allerlei proeven onderwerpen. Jezus doet het anders. Hij spreekt gewoon een paar simpele vissers aan. En wat nog merkwaardiger is: die mannen laten meteen hun netten in de steek en volgen Hem. De enige aansporing of informatie die ze krijgen is: "De tijd is rijp en het koninkrijk van God is ophanden. Bekeer u en geloof in de goede boodschap".

    Onbegrijpelijk of toch ook weer niet? Simon, Andreas, Jacobus, Johannes: waren dat dan supermensen? Hebben die niet even getwijfeld en zich afgevraagd of ze het wel zouden kunnen, of ze van het ene moment op het andere hun vertrouwd leventje zouden achterlaten? Wie waagt er nu zomaar een sprong in het onbekende? En: zou dat ook in onze tijd nog kunnen?
    Zo radicaal misschien niet, maar het kan wel. En het gebeurt ook. Mensen worden ook nu nog geregeld gevraagd om een taak op zich te nemen, of uitgedaagd om hun grenzen te verleggen. En heel dikwijls is de eerste reactie dan: dat is niets voor mij, ik kan dat niet, ik ben daar niet voor opgeleid, ik heb daar geen tijd voor. Maar enkelen wagen het toch. Zij vinden de tijd rijp, zij geloven in de boodschap. En dan gebeurt soms een klein wonder.

    Een paar voorbeelden. Sinds enkele jaren wordt in onze parochie de catechese van de vormelingen gedragen door ouders. Bij een eerste ouderavond wordt er gevraagd wie er dit jaar bereid is om mee te werken. Dat houdt in: wie wil er een paar avonden samenkomen om de catechese voor te bereiden en dan ook een zaterdag of een zondag daadwerkelijk catechese geven aan de vormelingen? De meeste mensen denken dan: dat is toch niets voor mij, ik kan dat niet. Maar ieder jaar zijn er die de stap wagen. En dan ondervinden ze dat ze het wél kunnen, als ze maar samenwerken en elkaar bemoedigen en inspireren. En achteraf horen we dan dat ze er heel veel deugd aan beleefd hebben.
    Hetzelfde zien we bij de voorbereiding van de eerste communicanten. Ook hier worden ieder jaar weer ouders gevonden die vrijwillig willen meewerken. Dit jaar weer een pak meer dan de vorige jaren. Ouders die vinden dat voor hun kinderen de tijd rijp is en die de goede boodschap mee willen doorgeven.

    Het is trouwens niet alleen in de kerk dat we dat meemaken. Hoeveel mensen zetten zich niet actief en met hart en ziel in voor de school van hun kinderen in een oudercomité of werkgroep? In een buurtcomité of in de organisatie van straatfeesten? Hoeveel jongeren zijn niet actief in een jeugdbeweging of een sportclub? En hoeveel van die mensen dachten aanvankelijk niet dat ze er het talent niet voor hadden, dat de tijd hen ontbrak, dat ze het niet gingen kunnen?
    De laatste zomers was er op zondagavond op televisie het programma "Fata Morgana". Een gemeente werd daar uitgedaagd om een vijftal opdrachten uit te voeren en sterren te behalen. Daarvoor was telkens de medewerking vereist van honderden vrijwilligers. Een week tijd kregen ze om een bouwwerk in elkaar te steken, een kunstwerk na te maken, een reuzetapijt te weven, noem maar op. En ook hier weer: de eerste reactie was vaak: ik kan dat niet, dat is niets voor mij. Tot men zag hoeveel anderen er meededen en het aantal vrijwilligers groeide maar aan. En we weten natuurlijk allemaal dat in dat programma wel een en ander zal gemanipuleerd zijn, maar toch. De inzet van die duizenden mensen, daar kon je toch niet naast kijken.

    Als mensen ingaan op een uitnodiging, een uitdaging, een roeping, dan kunnen ze niet anders dan een sprong nemen in het onbekende. En ook vandaag blijft God ons roepen, niet om ons leven radicaal te veranderen, maar toch om – vaak in heel kleine dingen – mee te werken aan zijn Rijk. En daarvoor is altijd een stukje bekering nodig. Of verandering of herbronning, een nieuw inzicht. Net zoals bij die eerste leerlingen.
    Ik kom nog even terug op dat evangelie. Jezus zegt daar tot die vissers: "Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken". Die zin is lang opgevat als een uitnodiging om mensen in de netten te vangen zoals men vissen vangt. Om mensen te bekeren tot het enige, ware geloof. En ze dus in onze kerk, in ons clubje te krijgen.
    Maar we kunnen het ook anders begrijpen. Vissers van mensen zijn erop gericht andere mensen op te vissen. Mensen die dreigen te verdrinken, die kopje onder aan het gaan zijn. En dan komen we regelrecht bij pater Damiaan. Hij probeerde geen mensen in zijn netten te vangen, hij viste de mensen in miserie op. Dàt opvissen van mensen, dat kunnen wij eigenlijk allemaal. Op de plaats waar we zijn, in het milieu waarin we ons bevinden. Daarvoor is de tijd altijd rijp.
    Als we tenminste geloven in de goede boodschap … 

    25-01-2009 om 10:50 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Tweede zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 17 en zondag 18 januari 2009

    Eerste lezing: 1 Samuël 3, 3b-10.19 - 'Spreek, Heer, uw dienaar luistert'
    Evangelie: Johannes 1, 35-42 - 'De eerste leerlingen bij Jezus'

    Vorige week hoorde ik op de radio een jonge moslim zeggen: 'Als ze me toelaten, dan ga ik vechten in Gaza! Ik ben van niemand bang, van niemand!' en dan wat stiller: 'behalve van Allah!'.
    Dat greep me toch wel aan en zette mij aan ‘t denken.

    Een jongen vol branie die ingetogen zegt dat hij bang is van Allah!
    Hij geeft Allah dus duidelijk een plaats in zijn leven, meer nog, hij stelt zelfs zijn handelingen af op wat hij de wil of het woord van Allah meent te zijn. Fanatiek zul je misschien denken, maar is dat wel zo?

    Ik vraag me af wanneer ik zou vragen aan mijn kinderen, op die leeftijd, of ze bang zijn voor God, wat hun antwoord wel zou zijn.
    Ik denk dat ze me eerst stomverbaasd zouden aankijken, en schouderophalend iets zouden antwoorden in de zin van: 'Moet dat?' of 'Waarom?' en in het meest voor de hand liggend geval: 'Zeg moeder, wat vraag je nu weer!'. Gesprek over,terug naar belangrijker dingen.

    Nu is het natuurlijk wel zo dat wij, Christenen, niet meer opgevoed worden met een Godsbeeld dat angstaanjagend is. Jezus heeft het meermaals zelf gezegd dat we God als een liefhebbende Vader moeten beschouwen, dat vergeving van zonden en misstappen nog altijd kan. Wij geloven niet in een God die ons ten allen tijde kan of wil straffen en dat is goed. Het is geruststellend dat wij mogen vertrouwen op Gods goedheid, maar het zet tegelijk de weg open naar een verregaande onverschilligheid. Wij gaan daardoor misschien steeds minder rekening houden met Gods wil en zijn geboden in ons leven!

    Daarom is het goed terug het zo gekende verhaal van de jonge Samuel nog eens te horen.
    Samuel, zo jong als hij was, hoort de stem van God en geeft er gehoor aan. Hij biedt zich aan en antwoord. Het is de stem van God en het antwoord van Samuel dat een omkeer zal brengen, zowel in het leven van Samuel als voor Israël . Door wat hij hoort begint ook Samuel te zien! Hij ziet de misstanden die heersen en hij zal zijn roeping vinden als profeet en aldus veranderingen teweeg brengen. Zijn naam zal door allen geëerd en geacht worden. Hij zal op voorspraak van God zelve Saul zalven als eerste koning van het volk Israel. Steeds weer zal Samuel bij de Heer te rade gaan en zal hij het woord dat God tot hem spreekt volgen.

    Het verhaal van de roeping van de leerlingen is van een heel andere orde. Hier is verwachting en hoop. Johannes geeft het aan: 'dat is de man die jullie moeten volgen, dat is Jezus, het Lam Gods!'. En de leerlingen gehoorzamen hem en gaan Jezus achterna. Zij spreken Hem ook dadelijk met Meester aan. Zij volgen Hem maar ze halen er ook de anderen bij! Zo groot is hun vertrouwen, dat zij bereid zijn een ander leven te beginnen. Misschien zouden ook wij een man als Johannes kunnen gebruiken om ons de goede weg  aan te wijzen.

    Zo roept God nog steeds mensen om Zijn  Zoon te volgen. Het is niet gemakkelijk in deze tijd van eeuwig lawaai Zijn stem te horen. En toch…het is niet altijd stilte die we nodig hebben om te horen. Wij kunnen ook zien! En begrijpen waar God ons wil heen sturen, wij kunnen ook zien waar het fout gaat.

    Zijn stem kan ook diep in ons klinken en zich in gevoelens van medeleven uiten en in een aangeboren rechtsgevoel. Een gevoel dat ons doet steigeren bij het zien van onrecht en leed, een gevoel dat ons aanzet tot protest... en, moeten wij nu bang zijn voor God? Zolang wij Zijn stem willen horen, zolang wij willen zien wat juist is en wij het lichtend voorbeeld van Zijn Zoon willen volgen, zolang zal Hij een Goede Vader voor ons zijn en daar hoeven wij niet bang voor te zijn.

    18-01-2009 om 20:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen ijzig stilstaand oud gegeven - Doop van de Heer B 2009 - Herman

    Doop van de Heer B 2009 - Zaterdag 10 en zondag 11 januari 2009

    Eerste lezing: Jesaja 55, 1-11 - Kom naar het water
    Evangelie: Marcus 1, 7-11 - Jezus' doop in de Jordaan

    Hopelijk vond de doop van Jezus niet echt plaats de tweede zondag van januari. Anders zou Hij het wel eens verschrikkelijk koud kunnen gehad hebben .
    Overal ligt ijs nu. Soms een prachtige zwarte spiegel. Soms een dikke laag sneeuw erop. Op kleinere vennen en grachten kun je redelijk veilig schaatsen, toch kun je maar beter uitkijken. Lang geleden dat er zo´n winter is geweest. Mooi voor sommigen, lastig voor anderen al dat bevroren water.
    Maar eigenlijk moet water helemaal niet stilstaan en bevroren zijn. Het moet leven en stromen, leven voortbrengen en levensbron zijn. Alle leven komt toch voort uit water, zeggen de geleerden en ook voor ons gelovige en zoekende mensen heeft het water toch een levengevende betekenis. We dopen onze kinderen met water en onze doopcatechisten maken het water voor de kindjes zelfs een beetje warm om ze niet al te zeer te laten schrikken.

    Ook Johannes de Doper doopt met water, zoals hij zelf verkondigt. Het was en is een teken van omkering. Door het water gaan wil zeggen, een nieuw mens worden. Johannes bedoelt, kind van God worden, mogen ervaren, mogen weten, dat je er nooit alleen voor staat. Kind worden van de nieuwe wereld van liefde, vrede en gerechtigheid. Daar hoort meteen een opdracht bij, dat je daaraan ook je eigen bijdrage moet leveren en dat je er al je talenten voor moet inzetten.
    Johannes staat daar niet toevallig aan de Jordaan. Het is de plaats waarlangs destijds het joodse volk het beloofde land binnenging. Ze waren 40 jaar door de woestijn getrokken, een plaats van droogte en eenzaamheid, een plaats van bezinning en loutering. De laatste barrière was het water van de Jordaan. Nu, zeker in het droge seizoen is dat niet veel meer dan een brede beek. Maar het is wel een symbolische plek. Het deed hen zeker denken aan het water van de Rietzee dat ze hadden doorgestoken. En daarachter, achter de Jordaan, daar lag het Beloofde Land, het vruchtbare land, het land van melk en honing.
    Johannes kiest juist deze plek om te dopen. De mensen moeten de woestijn ingaan, zich bezinnen, zich vanbinnen louteren om zich te laten dopen, door het water van de Jordaan te gaan en als nieuwe mensen boven te komen.

    Dat is niet toevallig. Water is leven gevend. Water brengt vruchten voort. Op dit feest van de Doop van de Heer worden wij uitgenodigd terug te kijken naar ons eigen doopsel. We herinneren het ons uiteraard niet meer. Maar we mogen teruggrijpen naar de diepe betekenis.
    We mogen dat water niet laten bevriezen en tot ijzige mensen worden, maar mogen vertrouwen op Gods nabijheid en ook met onze mond, met ons hart, met onze ogen oren handen en voeten, vruchten voortbrengen.

    De doop van de Heer is geen ijzig stilstaand oud gegeven. Het is het opnieuw vieren van onze eigen doop, zodat we steeds weer opnieuw kinderen van deze nieuwe tijd mogen zijn, kinderen van God mogen zijn, van het grote Geheim dat God is. Jezus zelf maakt een glimp van dat geheim zichtbaar en wij mogen zijn voorbeeld navolgen door vruchtbaar stromend, liefdevol en leven gevend als water te zijn.
    Een mooie boodschap aan het begin van dit prille en koud begonnen nieuwe jaar, dat de warmte van Gods liefde uit ons hart mag stromen.

    Met dank aan Richard Schreurs en Nico Ter Linden

    11-01-2009 om 09:42 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    04-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rond vreemdeling en de openbaring - Openbaring van de Heer B 2009 - Jan

    Openbaring van de Heer B 2009 - Zaterdag 3 en zondag 4 januari 2009

    Eerste lezing: Jesaja 60,1-6 - 'Jeruzalem, de zon gaat over u op'
    Evangelie: Mattheüs 2, 1-12 - 'Wij komen uit het Oosten'

    Toen de wijzen uit het oosten in Jeruzalem arriveerden en vroegen naar de plaats waar dat bijzonder kind geboren was, was er geen kat die van iets wist.
    Meestal is dat zo: degenen die het moeten weten, weten van niets.
    De mensen zagen met zo’n groot verlangen uit naar de geboorte van de Messias;
    En dan gebeurt het onder hun ogen en ze zien het niet.
    ‘Geestelijk blind’ zijn ze geworden .

    Waarom moet God altijd mensen van buitenaf – vreemden  mag je wel zeggen - gebruiken
    om ons op iets te wijzen of om ons iets te tonen?
    Er is iets aan de hand en we beseffen het niet.
    We hebben ogen en we zien het niet, we hebben oren en we horen het niet,
    we hebben een tong en we spreken niet, we hebben verstand en we verstaan het niet.

    Eén van de merkwaardige dingen in ons land is bijvoorbeeld, onze houding tegenover vreemdelingen en tegenover godsdienst. Mensen uit het oosten komen ons land binnen, doen de moskeeën vol lopen. Die mensen vallen op hun knieën neer en aanbidden God en wij:
    ‘de modale mens’ neemt er aanstoot aan.

    God gebruikt mensen van ‘buitenaf’ om ons iets te tonen. Om te zeggen dat er iets aan de hand is. We weten het wel, maar we doen er niets aan.
    En net als Herodes, voelen we ons alleen maar bedreigd en vragen we ons af: ‘wat kunnen we daar tegen doen?’.

    En dan beginnen we! We vaardigen een deel wetten uit.
    Het verbod op het dragen van een hoofddoek. Religieuze symbolen zijn verboden op het werk. De kruisbeelden worden uit de klaslokalen gehaald. De kerststal onder de kerstboom op openbare plaatsen is verboden. Sinterklaas mag geen kruis op zijn mijter hebben.
    We graven putten voor een ander en zijn er intussen al lang zelf ingetuimeld. Maar we beseffen het niet. ‘Godsdienstvrijheid’ staat in onze grondwet geschreven, maar het mag enkel binnen de muren, verborgen voor het oog van anderen.

    Weet je beste mensen, ik heb het daar soms heel moeilijk mee. Onze koning moet op zijn kousenvoeten zijn kerstboodschap uitspreken en zijn tong afbijten om maar geen enkel religieus woord uit te spreken.
    De koningin van Nederland begint met: Vandaag vieren we de geboorte van Jezus Christus, zoon van God. Ze moet helemaal niet bang zijn om naar God te verwijzen. En ze eindigt met nogmaals te verwijzen naar het kersttafereel. Na haar toespraak kunnen mensen luisteren naar een Engelse versie van psalm 134, met vertaling erbij: "Komt de Heer nu loven, dienaars van de Heer. Gij die in zijn tempel staat in dit avonduur.

    Beste mensen, zijn wij eigenlijk bereid om tot God te bidden en ons te laten genezen van onze geestelijke blindheid om klaar te zien wat Hij in ons leven aan het doen is?

    We worden al zo veel misleid door de wereld rondom ons
    Zijn wij bereid om opnieuw deemoedig te worden, om als simpele herders op zoek te gaan naar de waarheid, naar dat kind?
    Naar wat voor u en voor mij belangrijk is in dit leven?  
    Dingen waar ALLE mensen, zonder onderscheid, beter van worden.
    Naar die waarden waar de wijzen uit het Oosten op zoek naar waren…

    Wist je dat de wijzen uit het Oosten  de eerste oecumenische dialoog vertegenwoordigden in het christendom?
    Joodse herders en vreemde mannen van buiten Israel kwamen naar de kribbe en bezochten dat wondere kind. Dit betekende heel wat in die tijd!

    En wat hebben wij daar nu mee te maken? 
    Wat hebben wij gemeen met hen, met die vreemden?

    Weet je dat wij bidden juist zoals onze Joodse broeders en zusters, dat wij belijden dat God de Schepper is van het heelal en dat hij de Heilige is?  Dat doen zij ook.
    Weet je dat wij bidden zoals onze Islamitische broeders en zusters, dat wij belijden dat God de Almachtige is, de Volmaakte, de Onsterfelijke. Dat doen zij ook.
    Weet je dat wij bidden zoals onze Hindoe broeders en zusters, dat wij belijden dat God de Ene onbeschrijfelijke is. Dat doen zij ook.
    Weet je dat wij bidden zoals onze broeders en zusters boeddhisten, dat wij belijden dat de Uiteindelijke Werkelijkheid niet kan uitgedrukt worden?  Dat doen zij ook.
    Weet je dat wij zijn zoals de mensen zonder godsdienst?  Dat wij zijn zoals andere mensen van goede wil, dat wij met hen belijden dat de rechten van de mens, van de vrouw en van het kind fundamenteel zijn?

    Dan moeten wij toch niet steeds zeggen dat al die anderen vreemdelingen zijn?  Wij bidden toch tot dezelfde God?  Wij noemen hem alleen anders.
    Kunnen we met deze gedachte niet een stukje dichter bij mekaar komen?

    Het is gemakkelijk om een hoop nadelen op te sommen, van de komst van al die mensen uit het Oosten en het Zuiden.
    Mijn bedoeling vandaag is enkel:  laat ons zien wat we kunnen betekenen voor mekaar.
    In het evangelie wordt gesproken van ‘magiërs’ uit het oosten. 
    Je kan ze ook ‘nomaden’ of ‘vluchtelingen’ noemen.  Of asielzoekers…
    Kunnen we niet proberen hen een beetje minder als “vreemdelingen” te beschouwen?

    Met de godsdiensten uit het Oosten belijden wij dat God stilte en “Adem” (inspiratie, nieuw leven…) betekent voor ons.  En met de Joden en de Moslims belijden wij dat God “Woord” is.  Woord is “boodschap – iets om te volgen – een goede raad…”
    Stemt deze gemeenschappelijke belijdenis niet tot vrede?.

    Deze vrede wensen wij u van harte voor heel 2009.
    Laat ons zoeken wat ons bindt en niet naar wat ons als vreemdelingen tegenover mekaar zet.

    Hun vrede zij met u…

    Naar een idee van Paul Beernaert. en Antoine Rubbens

    04-01-2009 om 19:48 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als we kunnen loslaten - Heilige Familie B 2008 - Marc

    Heilige Familie B 2008 - Zaterdag 27 en zondag 28 december 2008

    Eerste lezing: Hebreeën 11,8.11-12.17-19 -  'Het geloof van Abraham'
    Evangelie: Lucas 2, 22-40 - 'De opdracht in de tempel'

    Jezus had ook een privé-leven. De eerste dertig jaar was hij helemaal geen “BJ”, een bekende Jood, hij was de zoon van Maria en Jozef. Lucas vertelt een episode uit het prille begin van dat familieleven. En hij plaatst zijn verhaal in dezelfde sfeer als zijn kerstverhaal: Maria en Jozef zijn gewone mensen, die doen wat een machtig gezag hen oplegt. Deze keer gaat het niet om een volkstelling, maar om de “kerkgang” van Maria, in gehoorzaamheid aan de Joodse wet. En weer valt het kind dat ze komen opdragen niet op, toch niet bij die drukke massa tempelgangers en bij de priesters die daar waarschijnlijk heel gewichtig liepen te doen.

    Lucas brengt dan weer – zoals de herders in de kerstnacht – twee eenvoudige zielen op het toneel. Zij zijn stokoud, en tellen niet meer mee. Maar zij zien wat de anderen niet door hebben.
    De boodschap is ook hier: God werkt door gewone, kleine mensen. Maar er is wel een voorwaarde. God heeft iets nodig. Hij heeft mensen nodig die kunnen loslaten. In de eerste lezing zijn Abraham en Sara het voorbeeld: zij gaven alle zekerheden op. Abraham klampte zich zelfs niet vast aan het leven van zijn enige zoon, omdat zijn geloof in Gods goedheid groter was dan de angst om zijn kind te verliezen.
    Zo komen ook Simeon en Hanna – hoogbejaard zoals Abraham en Sara - in dit verhaal naar voor als mensen die geleerd hebben afscheid te nemen, en de zekerheden in dit leven los te laten. Zo zijn zij in staat in de kleinheid van dit gezinnetje Gods werk te zien.
    Maar ook Maria en Jozef zullen moeten loslaten. Daarin zijn zij ouders zoals alle andere. “Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat er van hem gezegd werd.” Hun Jezus zal iemand worden waar zij nooit aan hadden kunnen of durven denken. En als ze er een vermoeden van zouden gehad hebben, zouden zij hem waarschijnlijk daarvoor willen behoeden. Lucas laat Simeon zeggen wat Maria nog niet kan weten, maar wat ze zal moeten aanvaarden: dat haar kind heel veel miserie zal kennen, en dat hij haar moederhart zal doen bloeden. Zij zullen hun kind moeten loslaten, en zijn eigen weg laten gaan.

    Daarin verschilt de “heilige” familie niet van elk ander gezin. Ik ben iemand anders geworden dan mijn ouders verwacht hadden, en sommige van mijn beslissingen hebben hen pijn gedaan. Zo zal het wel met de meesten van ons zijn. En even goed moet ik mijn ouders kunnen loslaten: ook zij zijn anders dan het ideaal beeld dat een jong kind zich van zijn ouders maakt. Maar ik heb kunnen ondervinden dat ik ben kunnen worden wie ik ben, omdat ik mijn eigen weg heb mogen gaan. En als ik mijn ouders ben gaan zien zoals zij werkelijk zijn, ben ik ze nog liever gaan zien.
    Daarom is dat gezinnetje van Nazareth een “heilige” familie geworden. Zij hebben Jezus losgelaten. Zij zullen hem heel graag gezien hebben, ze zullen hem zo goed mogelijk opgevoed hebben,  ze zullen hem goede manieren geleerd hebben. En ze hebben hem laten gaan. Omdat hij zijn weg is kunnen gaan, is hij “het heil voor alle volkeren” kunnen worden.

    De heilige familie is een voorbeeld, niet alleen voor onze gezinnen, maar voor ieder die probeert te geloven. Geloof kan maar groeien als we kunnen loslaten,  en als we durven geloven dat Gods heil onze lege handen wel zal vullen.
    Zo lag dat kindje in de oude, nutteloze handen van Simeon, een kindje waar niemand iets in zag. Ja, zijn ouders, maar die wisten zelf helemaal niet wat hun nog te wachten stond. Simeon was in staat Gods krachtige goedheid tastbaar aanwezig te zien, omdat hij in staat alles los te laten, ook zijn leven. Gelovig loslaten zet ons op de weg naar de vrede.

    29-12-2008 om 19:17 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God is mens geworden - Kerstmis B 2008 - Herman
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Kerstmis B 2008 - Woensdag 24 en donderdag 25 december 2008

    Eerste lezing: Jesaja 9, 1-3.5-6 - 'Een kind is ons geboren'
    Evangelie: Lucas 2, 1-14 - 'Heden is ons een Redder geboren'

    Beste vrienden,

    Met Kerstmis vieren we Gods menswording. God is mens geworden in deze wereld. 2008 jaar geleden, of toch ongeveer. 

    Stel je voor dat God vandaag weer mens zou worden. Hoe zou Hij dat doen? Opnieuw als een kind? Waar zou hij geboren worden?
    Bij de Mensen zonder Papieren? Ook voor hen is er geen plaats in de herberg die ‘Europa’ heet.
    Of bij een vrouw in een vluchtelingenkamp in Oeganda? Ook voor haar is er geen plaats in haar eigen land, dat door oorlog verscheurd is.
    Of in een gewoon bescheiden gezin hier op Linkeroever, dat zich niet te veel aantrekt van al die overroepen Santa Claus-romantiek, maar lekker knus bij elkaar Kerstmis viert? Ook zij voelen zich vreemd in die overgecommercialiseerde maatschappij.
    Waar zou Hij geboren worden?

    Ik denk: overal!
    Het wonder van Kerstmis is juist dat Hij geboren wordt, telkens opnieuw.
    God is mens geworden. God is concreet geworden.
    Sinds die eerste Kerstnacht is niets nog hetzelfde.
    Sinds die eerste Kerstnacht weten wij hoe God concreet wordt: in de mens die onze naaste is.

    Dat kleine kerstkind heeft het ons laten zien en doen voelen: dat wij uit liefde geboren zijn en tot liefde bestemd. Dat mensen geroepen zijn vredestichters te worden. Dat mensen licht kunnen zijn in de duisternis die medemensen dreigt te overmeesteren. Dat ieder mensenkind geboren is om te leven met een naam en een gezicht. Dat niemand er te veel is. Dat mensen elkaar kunnen aansteken om te leven met geloof in de ogen en liefde in het hart. Dat wij op die manier het goddelijke gestalte geven. Midden in het leven. Goddelijke menswording.

    Sinds die eerste Kerstnacht weten we en voelen we dat de naam van God niet verbonden is met macht en heerlijkheid, met heersen en regeren. God is niet te zoeken in de hemel. Hij is geen supermacht die van bovenaf tussen beide komt. Wat Jezus zijn hele leven getoond en beleefd heeft, wordt in het kerstverhaal uitdrukkelijk in beeld gebracht. We hebben toekomst omdat er een kind is dat een beroep op ons doet. Het kind schenkt ons toekomst. Omwille van dit kind, van elk kind dat geboren wordt, loont het de moeite te blijven dromen van en te werken aan een wereld van vrijheid en gerechtigheid.

    Wij weten namelijk dat er in deze wereld veel geschrei is dat vraagt gehoord te worden, veel hulpgeroep en lijden dat gezien wil worden. Niet alle kinderen worden uit liefde geboren. Niet allen beseffen dat ze tot liefde bestemd zijn. Velen stellen hun vertrouwen in geweld en agressie. Velen willen groot zijn door medemensen te onderdrukken. Velen zoeken geluk door zich blind te houden voor de vraag van medemensen. Hun ogen worden hard en hun hart verdroogt.

    Maar God laat zich vinden. Als je hem niet zoekt hierboven. Maar hem vindt, hier beneden. En je moet je diep genoeg bukken om iets van hem te kunnen zien. Je moet uit je hoge positie van aanzien en macht en geld afdalen. Je vindt God door beschikbaar te zijn voor de hulpeloosheid van een pasgeboren kind.

    Met heel veel dank aan Ignace D’Herdt o.p.

    25-12-2008 om 11:58 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ruimte in het hart - 4de adventszondag B 2008 - Ria

    4e zondag van de advent B 2008 – Zaterdag 20 en zondag 21 december 2008

    Eerste lezing: 2 Sam. 7, 1-5.8b-12.14a.16 - 'De Heer zal voor u een huis oprichten'
    Evangelie: Lucas 1, 26-38 - 'Zie, gij zult zwanger worden'

    Het is reeds de vierde zondag van de advent: Kerstmis komt nu wel erg dichtbij!
    Het zijn niet alleen de misteksten die er ons aan herinneren, kerstmarkten,versieringen en verlichting, muziek, kerstmannen en kerstbomen, alles en iedereen doet zijn best om in de donkere dagen van de winter licht en sfeer op te roepen!
    Is het verkeerd dat de commercie op volle toeren draait en zich Kerstmis als het ware toeeigend? Het is tenslotte het feest van het licht en dat is altijd en overal het moment geweest om te vieren en daar horen eten en drinken en geschenkjes bij, samenzijn met familie en goede vrienden.
    Dat is ook de reden dat wij hier samen zijn  Het vooruitzicht van de geboorte van een kind ontroerd en maakt blij. Een kind draagt immers de toekomst in zich, alle dromen en verwachtingen kunnen nog.Wat het later wordt, dat zijn zorgen voor later!

    De boodschap aan Maria met de vraag of zij het Kind wil ontvangen is ook een vraag aan ons. Zullen wij ook zo nederig en open Ja zeggen tegen de Heer? Willen wij het Kind ontvangen en de gevolgen ook dragen? Is er voldoende ruimte in ons hart om, zoals bij de huwelijksbelofte, in goede en kwade dagen trouw te blijven aan Gods boodschap?
    Wij kunnen het Kind niet echt dragen, maar de Geest die Hem tot Gods zoon maakte, diezelfde Geest die ook Maria kon bezielen en haar deed kiezen voor het Kind, die Geest kan en wil ook in ons hart wonen.

    Nog een les die wij uit dit verhaal leren is dat God tussen de mensen wil verblijven. Zoals Hij in de eerste lezing kiest voor een tent, tussen de andere tenten, in plaats van in een schitterend tempelgebouw ondergebracht te worden.
    Voor de menswording van zijn Zoon kiest Hij ook niet voor een prinses of iemand uit de rijkere bevolking. Neen juist een eenvoudig meisje uit een eenvoudig gezin, die wordt door Hem uitverkoren om Zijn zoon te ontvangen.
    Hij brengt in haar een radicale ommekeer teweeg. Haar vrees verandert in vreugde, haar niet begrijpen maakt plaats voor bereidheid en ontvankelijkheid. God, bij monde van zijn boodschapper de engel Gabriël, neemt zelf het initiatief.
    Het is duidelijk: God wil bij mensen wonen en Hij kiest bij voorkeur eenvoudige mensen uit.

    Tal van gewone mensen, ook nu nog, hebben in het spoor van Maria, JA tegen God gezegd.
    Zij hebben meer uitzicht en meer inzicht gekregen. Hun leven kreeg een nieuwe wending want Ja zeggen tegen God houdt een engagement in! Men zegt Ja niet alleen met het hoofd maar ook met de handen. Er wordt wel wat verwacht: men moet zich bereid voelen om te luisteren, niet alleen naar de innerlijke stem die ons aanspoort om goed te zijn en goed te doen, maar we moeten ook kunnen luisteren naar de stem van de mens in nood, en ook dan iets doen.
    Voor een Christen mens zou het een blijvende uitdaging moeten zijn om elke dag aan God een belangrijke plaats in zijn leven te geven. Dat zou van ons meer blije mensen maken, in het besef dat God ons draagt en met ons gaat op de reis van ons leven.

    Ik heb nog een mooi gebed gevonden dat aansluit bij de viering van vandaag.
    Het is van de hand van Erwin Roosen. Ik wil het graag met jullie delen:

    Wil ook mij jouw Heilige Geest schenken, God,
    Net als Je toen bij Maria deed.
    Laat jouw liefde mij overschaduwen
    En in mijn hart een bron van vreugde
    Doen ontspringen.
    Maak van mij een enthousiaste
    En warmhartige christen.
    Geef mij de durf héél mijn leven
    Door Jou te laten bepalen
    En met alles wat ik heb
    En wat ik ben “ja” te zeggen
    Op Jouw uitnodiging
    Om Jezus in mij
    Te laten geboren worden.

    Door Jou te laten bepalen
    En met alles wat ik heb

    23-12-2008 om 19:11 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Armoede schaadt de gezondheid - 3de adventszondag B 2008 - Martine

    Derde Adventszondag B 2008 - Zaterdag 13 en zondag 14 december 2008
     
    Eerste lezing: Jesaja 61, 1-2a.10-11 - 'De Heer laat zijn glorie ontluiken'
    Evangelie: Johannes 1,6-8.19-28 - 'Midden onder u staat Hij die gij niet kent'

    Het is vandaag reeds de derde zondag van de advent. Advent: wachten, verlangen naar, … Zou het daarom zijn dat we alle kaarsen van de adventskrans niet in één keer aansteken?
    Zou het daarom zijn dat we wel al de kerststal klaarzetten, maar het beeldje van Jezus nog even wegstoppen? De plaats blijft nog even leeg. Wij wachten en verlangen.
    En wat doen we ondertussen?
    Gaan we op ons luie achterwerk zitten en consumeren en sakkeren dat het crisis is? Leven we oppervlakkig verder en blijven we onze verantwoordelijkheden ontlopen? Gaan we ons leven laten bepalen door anderen, zonder zelf ons stuur in handen te nemen?
    Of misschien willen we meer komen tot verstilling, tot het stil maken in onszelf?
    Of geven we God de kans om te spreken door ons, zoals we zien bij Jesaja? Zetten we ons open voor Zijn boodschap en willen we getuigen van het Licht, net zoals Johannes?
    Misschien voelen we ons uitgenodigd om ons mee in te zetten voor hen die het niet zo gemakkelijk hebben. Misschien kies je ervoor om mee te helpen in de Wereldwinkel, of misschien heb je op een kerstmarkt wel één en ander verkocht voor een goed doel? Of misschien ben jij diegene die die zaken steunt door iets te kopen. Misschien heb je wel een mooie kaars gekocht ten voordele van Welzijnszorg.
    Vandaag is het de zondag van Welzijnszorg. Zij ontfermen zich over de mensen die in armoede moeten leven. De campagne voor 2008 is : ‘Armoede schaadt de gezondheid.’

    Wist je dat er in België heel wat  mannen leven met een lage scholing, en dus een veel lager loon en dat deze mensen gemiddeld vijf jaar korter leven dan mensen met een hogere opleiding?
    Wist je dat laaggeschoolde vrouwen gemiddeld 3 jaar vroeger sterven en dat al deze mensen gemiddeld ook nog eens 15 jaar in minder goede gezondheid verkeren dan mensen met een hoog opleidingsniveau?
    We staan er niet bij stil, maar mensen in armoede moeten vechten om rond te komen en dit maakt hen depressief en angstig. België telde vorig jaar ongeveer een miljoen mensen die niet naar de dokter gingen (en nog minder naar de apotheek), omdat ze het remgeld niet konden betalen.
    Wist je dat vijftien procent van de Belgische bevolking niet meer verdient dan het leefloon? Schulden stapelen zich op. Facturen die binnenkomen laten ze liggen, ze kunnen ze niet betalen. Tot er een nieuwe factuur komt met een boete erbij. En zo worden de problemen steeds groter.
    En dan hoor je soms reacties : “Kunnen ze niet een beetje vooruit kijken? Kunnen ze zich niet laten helpen? Kunnen ze niet een beetje meer sparen?...”

    Het antwoord is: ‘Neen. Mensen die armoede kennen, vechten om te overleven, dag na dag. Ze kunnen niet kijken naar overmorgen. Ze zijn soms beschaamd om hulp te vragen. Ze zijn heel dikwijls moedeloos, zien het niet zitten en compenseren al deze teleurstelling, al deze vernederingen, al deze pijn met dingen die wij soms niet kunnen begrijpen.”
    Wat gaan wij hieraan doen? Gaan we deze mensen laten creperen en aan hun lot overlaten? Of zetten we ons mee achter de campagne van Welzijnszorg?

    De campagne formuleert vijf beleidsvoorstellen. Eenvoudig gezegd gaan ze over:
    1. dat een ziekenhuisopname voor iedereen betaalbaar moet blijven
    2. dat alle mensen steeds geholpen kunnen worden door hun huisarts
    3. dat mensen met een laag inkomen, die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, deze automatisch krijgen
    4. dat de doolhof van administratie rond mogelijke toekenning voor alle niet-medische kosten zoals verzorgingsproducten, thuiszorg enz., eenvoudiger wordt gemaakt
    5. dat er meer gerichte acties komen voor gelijke kansen op een gezond leven voor iedereen

    Als jij hier mee kan achterstaan, laat je hierin dan kennen, door straks, na de mis, op een klever je naam te schrijven, te tekenen en deze dan te plakken op dit beleidsvoorschrift. Zo laat ook jij zien dat de bestaande gezondheidsongelijkheid onaanvaardbaar is.
    Uiteraard kan je deze actie ook financieel steunen. We kunnen iets van ons vermogen geven aan Welzijnszorg om mensen in armoede te helpen overleven op een meer gezonde manier. 
    Verder kan je in je omgeving mensen die het niet zo breed hebben, leren bekijken met andere ogen, ze meer als evenwaardige mensen behandelen, ze opnieuw kansen geven.
    Misschien denk je: ‘Het helpt toch allemaal niet.’ Maar samen kunnen we veel bereiken.
    Dus geef een paar minuutjes van je tijd en teken mee de petitie.
    Denk bij de omhaling even aan jouw gevoel voor rechtvaardigheid en steun de actie.
    Wij zijn getuigen, getuigen van het Licht. En daar komen we voor uit.

    15-12-2008 om 22:03 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een hart onder de riem - 2de adventszondag B 2008 - Fred

    Tweede Adventszondag B 2008 - Zaterdag 6 en zondag 7 december 2008

    Eerste lezing: Jesaja 40,1-5,9-11 - 'Baan een weg voor de Heer'
    Evangelie: Marcus 1,1-8 - 'Maakt de paden van de Heer recht'

    De uitdrukking "iemand een hart onder de riem steken" is al heel oud en betekent zoveel als "iemand moed geven, iemand bemoedigen". Het hart heeft hier de betekenis van de zetel van moed. Diezelfde betekenis vinden we terug in uitdrukkingen als: hij heeft het hart niet zoiets te doen, hij heeft een groot hart, en: het hart zonk hem in de schoenen.
    Een hart onder de riem steken is vermoedelijk als beeldspraak ontleend bij het leger, bij de soldaten. Een soldaat droeg indertijd zijn riem of gordel schuin over het lichaam, de riem liep van de schouder over de borst. Recht over het hart dus. Bij het begin van een veldslag stak men de soldaat een hart onder de riem, men gaf hem dus de nodige moed mee.
    Iemand een hart onder de riem steken is tegelijkertijd heel gemakkelijk en heel moeilijk. We kunnen er ons simpel van afmaken door iemand gewoon, vrijblijvend moed toe te wensen: "Het beste, hou je goed, hou de moed erin, het komt allemaal wel in orde." Een uitspraak die ons niet veel moeite kost, maar die ook weinig oplevert.

    Minder eenvoudig is het als we mensen in nood écht willen bemoedigen, écht weer moed en hoop willen bieden. Dan moeten we niet alleen een paar mooie woorden uit onze mouw schudden, maar ook bereid zijn echt iets te doen. En dat wordt goed geïllustreerd door de eerste lezing van vandaag, uit Jesaja.
    Jesaja was de profeet uit de tijd van de ballingschap, een heel zware tijd voor het volk van Jahweh. En hij kondigt het einde van de ballingschap aan, hij brengt het goede nieuws dat zij weldra naar hun land zullen kunnen terugkeren. Hij steekt zijn volk in nood, een hart onder de riem. Hij brengt goed nieuws, hij brengt een blijde boodschap.
    Maar hij geeft ook meteen een opdracht mee. Baan een weg door de woestijn, effen een pad door de steppe. Ieder dal moet worden verhoogd, iedere heuvel geslecht. Een tocht door de woestijn is immers niet eenvoudig. Daar lopen geen wegen, daar moeten wegen worden gemaakt. Jesaja zegt niet alleen: het komt allemaal wel goed. Hij zegt er ook bij: doe iets om dat doel te bereiken. En zo steekt hij een hart onder de riem, zo brengt hij goed nieuws, zo brengt hij zijn volk een blijde boodschap.

    Dat is ook wat het woord "evangelie" letterlijk betekent: blijde boodschap. En Marcus brengt ons vandaag het begin van zijn evangelie, het begin van die blijde boodschap. En Marcus begint zijn evangelie bij Johannes de Doper, ook een profeet, of toch minstens een bode. Iemand die de weg moet banen of klaarmaken. En ook Johannes bevindt zich in de woestijn. De woestijn staat in de Bijbel voor het dorre land, waar geen echt leven is. Het land van zondigheid en kwetsbaarheid. Het land waar mensen doorheen moeten om tot het volle leven te komen.
    En in die woestijn brengt Johannes een blijde boodschap, brengt hij goed nieuws, steekt hij mensen een hart onder de riem. En ook hij geeft de mensen een opdracht mee. Hij roept hen op zich te laten dopen en tot inkeer te komen. Hij roept hen op zich te bekeren. Hun leven en hun levenswijze te herzien en een nieuwe start te nemen.
    Is het ook niet de taak van wie zich vandaag christen noemt, mensen een hart onder de riem te steken? De blijde boodschap te verkondigen, niet alleen met woorden, maar ook met daden? En eigenlijk zelf die blijde boodschap te zijn? Wij hebben in onze tijd die boodschap trouwens hard nodig.

    Onze tijd wordt getekend door de angst. Hoe meer de techniek vooruitgaat, hoe groter de angst schijnt te worden. Angst voor een kernoorlog, angst voor milieuvervuiling, angst voor werkloosheid. En mensen gaan dan op zoek naar troost. Bij dokters en psychiaters, in alcohol en drugs, in het opgaan in zijn werk, in moedeloosheid en cynisme.
    Is het niet onze taak hier een ander soort troost te bieden? Door echt een hart onder de riem te steken, door echt een blijde boodschap te brengen of te zijn? Neem nu even de campagne van Welzijnszorg. Armoede schaadt de gezondheid. Arm maakt ziek en ziek maakt arm. We kunnen meewarig knikken en denken: dat is juist, maar wat doe ik eraan? Is dat misschien mijn schuld? En een cynicus zou zeggen: ik wil wel een bijdrage storten, maar dat is eigenlijk niet meer dan een druppel op een hete plaat. En de ultieme dooddoener is dan: de politici moeten dat maar oplossen, het is de taak van de staat daar iets aan te doen.

    Natuurlijk: de campagne van Welzijnszorg zal de armoede in de wereld of zelfs in onze eigen stad niet oplossen. En het zal nog wel een tijdje zo blijven dat armoede de gezondheid schaadt. Maar dat geeft ons niet het recht helemaal niets te doen. We kunnen tenminste proberen mensen een hart onder de riem te steken. Niet alleen omdat onze financiële bijdrage een directe nood kan lenigen, maar ook – en vooral – omdat wij op die manier mensen kunnen doen ervaren dat zij volwaardig meetellen. Want misschien is dat nog wel veel erger dan arm te zijn of ziek: het gevoel te hebben er niet bij te horen, niet als volwaardig beschouwd te worden, niet meer mee te tellen in onze maatschappij.
    En dan is een hart onder de riem steken misschien vooral: de nood van de ander erkennen en ernstig nemen. Niet wegwuiven als onbelangrijk. Maar proberen uitzicht te bieden en hoop. En hopen wil zeggen dat wij ons niet tevreden stellen met de gang van zaken in onze wereld, dat wij ons ook daadwerkelijk willen inzetten om een wereld op te bouwen zoals God die droomt.
    Dat wil zeggen dat wij in deze wereld wegen willen banen van gerechtigheid en solidariteit. Dàt is de bekering die van ons wordt gevraagd, veel meer dan alleen maar een geldelijke bijdrage volgende week. Alleen op die manier kunnen wij mensen een blijde boodschap brengen, een blijde boodschap voor hen zijn. Alleen op die manier steken wij hen een hart onder de riem...

    07-12-2008 om 08:57 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs