Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 27-10-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zie je Hem/hem zitten? - 30ste zondag door het jaar B 2024 - Gie Stappaerts

    Dertigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 27 oktober 2024
     
    Eerste lezing: Jeremia 31, 7-9 - 'Blinden en lammen zal ik terughalen'
    Evangelie: Marcus 10, 46-52 - 'Rabboeni, maak dat ik zien kan'

    Zie je Hem/hem zitten?” hebben we als titel, als thema gekozen voor deze viering.

    Daarbij staat Hem, met een hoofdletter, voor Jezus, maar ook hem, met een kleine letter, voor Bartimeüs. 
    Ik was dus verbaasd toen ik in een commentaar las: ”Dit is een verhaal met drie personages”. Daarmee zijn dan bedoeld: Jezus, zijn volgelingen en een individuele mens.

    De laatste van die drie is een blinde bedelaar, langs de weg. Hij is niet zomaar iemand, hij wordt met naam en toenaam vernoemd: Bartimeüs, de zoon van Timeüs. Zie je hem zitten?
    De eerste kennen we ook met naam en toenaam. Het is Jezus de Nazarener, Zoon van David en hij wordt door Bartimeüs Rabboeni genoemd, geliefde meester. Zie je Hem zitten?
    Gek genoeg zien wij het derde personage niet meteen zitten. Ze zijn nochtans met velen. “Zijn leerlingen en heel wat mensen” schrijft Marcus. 

    Die maken zelf duidelijk een onderscheid tussen henzelf en de mensen langs de weg. Dus snauwen ze Bartimeüs toe dat hij zijn mond moet houden. Voor hen kan het niet dat iemand die Jezus niet ziet, hem Zoon van David en Rabboeni kan noemen.
    Het uitroepen van Jezus tot Zoon van David was trouwens een riskante zaak, een daad van verzet tegen de Romeinen. Ook om die reden snauwen de gezellen van Jezus hem toe om te zwijgen. Voor hen is iemand die naast de weg zit, een buitenstaander. Dus een blinde én een bedelaar.

    Maar Bartimeüs schreeuwde nog harder: “Zoon van David, heb medelijden met mij.”
    En nu komt Jezus tussenbeide. Hij blijft staan en zegt: “Roep hem eens hier”. Dan voeren de gezellen een opdracht van hun Meester uit, en schakelen over van snauwen naar bemoedigen. In feite veranderen zij daarbij van ‘wegjagers’ in ‘verkondigers’ van Jezus’ boodschap. Nu roepen ze allemaal tot de blinde: “Heb goede moed, sta op, Hij roept u.” 

    En dat is letterlijk én figuurlijk een roeping van Bartimeüs. Een oproep tot opstaan, tot verrijzenis! 
    Bartimeüs gaat ook volledig in op die roeping. Hij werpt zijn jas weg, springt overeind en gaat naar Jezus. Hij doet eigenlijk wat Jeremia schijft: “Jubelen van vreugde”, Gods lof verkondigen en roepen: “De Heer heeft redding gebracht“. 

    Jezus zelf heeft manueel geen enkele ingreep uitgevoerd, geen zalf op de wonde gestreken, zelfs geen handen opgelegd. In zekere zin heeft Bartimeüs zichzelf genezen, zichzelf bevrijd. Jezus kan dan ook bevestigen: “Ga, uw vertrouwen is uw redding.” Uw geloof heeft u genezen. 

    Wat is de boodschap voor ons? Wie zijn wij in dit verhaal? Het antwoord is meervoudig: 
    Soms zijn we de blinde (die niet wil zien, of die geen aandacht wil hebben voor wie aan de kant van onze weg zit). 
    Gelukkig zijn we ook soms degene die dat juiste duwtje in de rug geeft en durft vragen: “Wat kan ik voor je doen?”

    Daar wordt niet alleen degene die geholpen werd beter van, maar gaat er ook in onszelf iets jubelen van vreugde. Amen.

    Inspiratie gevonden in “Als het woord de weg is” (2020) van Marcel De Pauw m.s.c.

    27-10-2024 om 06:47 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    20-10-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dienstbaar leven - 29e zondag door het jaar B 2024 - Fred Van de Velde

    Negenëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 20 oktober 2024
     
    Eerste lezing: Jesaja 53, 10-11 - 'Hij gaf zijn leven als zoenoffer'
    Evangelie: Marcus 10, 35-45 - 'De Mensenzoon is gekomen om zijn leven te geven'
     
    Vorige week mochten wij weer eens naar de stembus. We moesten niet meer, we waren niet verplicht, maar we mochten wel. En wat bleek? Ongeveer een derde van de mensen is niet opgedaagd. Ze hadden waarschijnlijk allemaal hun reden, maar de meeste verklaringen die we hoorden waren in deze trant: ze houden geen rekening met onze wensen, ze doen toch niets voor ons, ze doen niet wat wij willen.
     
    In feite is deze houding goed te vergelijken met die van die twee leerlingen van Jezus uit het evangelie. Jakobus en Johannes vragen aan Jezus: “Meester, wij willen U vragen iets voor ons te doen.” Het is wat wij ook vragen van onze politici, van onze burgemeesters en schepenen binnenkort. Wat kunnen of willen zij voor ons doen? En als ze iets voor ons doen, dan krijgen zij onze stem.
     
    Waarschijnlijk was Jezus fel ontgoocheld over die vraag van zijn twee leerlingen. Hij was jaren met hen opgetrokken en had hen geleerd en voorgedaan hoe we vooral aandacht en liefde moeten hebben voor de meest kwetsbare mensen. En dan komen zij met de vraag: wij willen U vragen iets voor ons te doen.
    De leerlingen draaien de rollen om. En Jezus laat er geen twijfel over bestaan. Belangrijk is niet wat zij willen, het komt er niet op aan dat zij de grootste en de belangrijkste worden. De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om dienaar en zelfs slaaf van allen te zijn.
     
    Want dat was dus de vraag van Jakobus en Johannes. Ze wilden naast Jezus mogen zitten, rechts en links van Hem, op de ereplaatsen. We kunnen weer een parallel trekken met de recente verkiezingen. Een dag na de uitslag, en soms zelfs al een paar uur erna, wordt er al onderhandeld over wie in de gemeenteraad mag plaatsnemen, wie eerste schepen mag worden en de belangrijkste na de burgemeester, wie de meest interessante bevoegdheid krijgt.
    Het is wat wij soms verwijten aan onze politici en het wordt wel eens opgeworpen als reden waarom mensen niet zijn gaan stemmen. Die politici zijn vooral bezig met hun eigen postjes, met hun eigen profijt. Ze denken niet genoeg aan het algemeen belang, ze zetten zichzelf op de eerste of de meest interessante plaatsen.
     
    We moeten ons durven afvragen of wij niet in hetzelfde bedje ziek zijn. Want het is niet alleen in de politiek dat mensen de beste of de meest waardevolle plaats opeisen. Het gebeurt ook in nogal wat bedrijven of werkmilieus, in scholen, in verenigingen en ja, ook in de kerk.
     
    En niet alleen in het beroepsleven is dat zo, vaak ook in die bewegingen waar wij als vrijwilliger actief zijn. Ook wij durven onszelf af en toe de vraag stellen: wat brengt het voor mij allemaal op? Welk voordeel heb ik erbij zoveel uren van mijn vrije tijd te besteden aan dit ideaal? 
     
    En we kunnen de vraag hier nog iets fundamenteler stellen. Dat geloof in die Jezus, rond wie wij hier elke week samenkomen, wat brengt het ons op? In elke viering bidden wij voor een aantal concrete intenties. Wij bidden om hulp en steun als wij problemen hebben, maar lost het die problemen ook op?
     
    Soms horen we mensen die iets heel erg meemaken zeggen: “Een God die zoiets toelaat, daar geloof ik niet in. Nu ben ik mijn geloof echt wel kwijt.” Misschien komt die gedachte ook op bij mensen die hier aanwezig zijn om een geliefde te gedenken. Voor hen is het te hopen dat zij andere mensen in hun omgeving hebben die hen kunnen bijstaan in deze zware tijden.
     
    Het is immers door mensen dat God tot ons komt. Door mensen, door het werk en de houding van andere mensen. God is geen tovenaar, geen Sinterklaas die geschenken door de schoorsteen gooit. Wij zingen het nogal eens: Hij komt tot ons gans onverwacht, in duizend, duizend dingen. En die duizend dingen krijgen wij van elkaar, van mensen die ons nabij zijn.
    Want de tijd is voorbij dat wij tot een heilige konden bidden om onze problemen  op te lossen. Vroeger waren sommige heiligen gespecialiseerd in bepaalde ziekten of kwalen en zij moesten het dan maar oplossen voor ons. En als er geen genezing kwam, was het die heilige zijn schuld.
     
    Maar zo werkt het dus niet. Het is door mensen dat God werkt. Het zijn mensen die zijn boodschap, zijn droom, zijn ideaal kunnen waarmaken. Of niet. Conflicten, oorlogen, ruzies worden door mensen gemaakt of veroorzaakt. En evengoed kunnen mensen die conflicten proberen op te lossen of de gevolgen ervan draaglijk maken voor elkaar. God heeft het lijden niet gewild en zal het ook niet wegnemen.
    Door mensen wil Hij ons wel bijstaan in dat lijden. 
    Dat is de boodschap die wij in het evangelie horen. Je moet niet de grootste of de belangrijkste willen zijn. Wie groot wil worden moet een dienaar zijn, de slaaf van iedereen. Het is misschien niet meer voor iedereen iets van deze tijd, maar het is vandaag ook missiezondag.
    Mensen die werken aan missionering, die zich dienstbaar opstellen voor kwetsbaren en kansarmen, vragen zich ook niet af: wat heb ik erbij te winnen, welke voordelen zijn er voor mij bij te halen? Neen, hun vraag is: wat kan ik voor jullie doen? Net het omgekeerde van wat die twee leerlingen aan Jezus vroegen.
    Laten wij in ons eigen leven die vraag ook maar omkeren: wat kan ik voor anderen doen? 

    20-10-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-10-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mogen genieten van elkaars rijkdom - 27e zondag door het jaar B 2024 - Annemie Castelein

    Zevenëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 6 oktober 2024
     
    Eerste lezing: Genesis 2, 18-24 - 'Zij zullen volkomen één worden'
    Evangelie: Marcus 10, 2-16 - 'Wat God verbonden heeft, mag een mens niet scheiden'

    Beste mensen,

    Deze keer begin ik mijn preek met veel schroom, de evangelietekst over verbondenheid spreekt vooral gehuwden aan en ergert mensen die jammer genoeg deze verbondenheid met pijn hebben moeten verbreken. Dit is inderdaad een delicate kwestie!

    Het komt in vele families voor dat mensen scheiden. Dat gebeurt niet zomaar.

    Het is meestal het eindpunt van een lang en pijnlijk proces. En zelfs als het met wederzijdse toestemming gebeurt, blijft er toch nog vaak een gevoel van mislukking over. En door een liefde die mislukt,  kunnen mensen wonden oplopen die heel veel pijn doen en moeilijk genezen. 

    In het evangelie keert Jezus zich ondubbelzinnig tegen de manier waarop het in zijn tijd geregeld werd. Toen was het de man toegestaan zijn vrouw te verstoten, maar aan de vrouw werd niet het minste recht toegekend. 

    Jezus gaat daar tegenin: hij grijpt terug naar de oorspronkelijke bedoeling nl.  dat man én vrouw  samen vollediger mens zouden mogen zijn.  Dat is het ideaal. En dat ideaal krijgt in het huwelijksakkoord een vaste vorm.  Het is goed dat die verbintenis door veel wetten wordt beschermd.

    Maar het kan gebeuren dat deze twee mensen om allerlei redenen – waar je als buitenstaander niet kan over oordelen – er niet in slagen om aan hun relatie voldoende zuurstof en diepgang te geven. Als dat na zorgvuldig en eerlijk onderzoek door de betrokkenen – en diegenen die hun nabij zijn – duidelijk wordt, dan is het in overweging te nemen dat het aan die man en die vrouw niet gegeven is op die manier met elkaar verbonden door het leven te gaan. (aldus Roger Burggraeve). 

    Natuurlijk is dat geen oplossing voor elke relatie en kan een verbondenheid tussen man en man, of vrouw en vrouw even waardevol beleefd worden. Jezus roept gehuwden op tot exclusieve trouw, maar verkondigt tegelijk de mildheid van een barmhartige God. 

    Van een kerkgemeenschap –zoals de onze- mag je verwachten dat ze blijft herinneren aan het ideaal van duurzame liefde, maar niet dat ze wie daar niet in slagen, zou verstoten of als ontrouw zou beschouwen.

    Ik wil toch ook eindigen met te zeggen: elke mens is een uniek wezen en gaat in verschillende situaties een verbond aan met een ander. Zo groeit verbondenheid in een grote diversiteit, en kunnen  een geschenk zijn voor elkaar en mogen ze genieten van elkaars rijkdom. 

    06-10-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie is profeet?  - 26e zondag door het jaar B 2024 - Paul Jolie

    Zesëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 29 september 2024
     
    Eerste lezing: Jacobus 5, 1-6 - 'Uw rijkdom is verrot'
    Evangelie: Marcus 9, 38-43. 45. 47-48 - 'Wie niet tegen u is, is voor u'

    Goede vrienden, 

    We hoorden zonet twee lezingen die helemaal op elkaar zijn afgestemd. 

    Twee keer worden mensen gedreven door de Geest en beginnen ze te profeteren en wonderen te verrichten. En telkens zijn er anderen die hen dit - vanuit een gezagspositie - willen beletten. Maar zowel Mozes als Jezus wijzen respectievelijk de trouwe leerling Jozua en de apostel Johannes terecht: de Geest laat zich niet aan banden leggen. 

    Ook buiten de gevestigde orde treden ware profeten naar voor. 

    De beide lezingen plaatsen ons zo midden in de kerkelijke realiteit van vandaag! 

    Ook in onze tijd worstelen wij als parochiegemeenschap en als Katholieke Kerk met vragen die nauw verband houden met het thema van ware profeten die niet enkel van binnen, maar ook van buiten de gevestigde orde komen. 

    Enkele voorbeelden…
    -    Wie mag voorgaan in onze vieringen en waarom?
    -    Hoe ver reikt het draagvlak van onze parochie? Wie behoren tot onze kring en wie niet? En welke zijn hiervan de gevolgen?

    Maar ook breder…
    -    Waarom kunnen enkel celibataire mannen priester worden? Op welke gronden worden vrouwen uitgesloten van het priesterambt? 
    -    En hoe komt het dat er zo weinig religieuze roepingen zijn?  Is dit louter te wijten aan evoluties binnen onze samenleving?  Of heeft de Kerk hier zelf deels schuld aan door te lang enkel oog te hebben voor de eigen kring van gewijden en voor het eigen grote gelijk?

    Ik besef goed dat door deze vragen expliciet te stellen, nog niets is opgelost. Maar is het geen nuttig begin, vraag ik me af? 

    In de theologie bestaat op vandaag grote eensgezindheid over het inzicht dat God ten diepste aanwezig is in ieder mens en dat de Heilige Geest werkzaam is in de harten van alle gelovigen. 

    Dan is het ook wijs, willen wij als Kerk het plan van God met onze wereld bewerkstelligen, om de echte vragen te durven stellen en om evenwaardig de stem van alle charisma’s (gewijden en niet-gewijden, priesters en religieuzen maar evenzeer leken) te laten klinken en de inbreng van allen naar juiste waarde te schatten. 

    Zowel gewijden als leken kunnen profetisch spreken en handelen! 

    Net daarom is het zo belangrijk om het synodale proces dat Paus Franciscus tijdens dit pontificaat heeft op gang gebracht, te omarmen. 

    Wat is dit synodaal proces dan wel? Het is niet meer, maar ook niet minder dan de zo noodzakelijke dialoog binnen de Kerk tussen alle geledingen en alle roepingen. Weg van het klassieke spreken door de kerkelijke gezagdragers vanuit de hoogte. Eerst en vooral luisterend naar wat leeft bij de mensen. En samen met Gods volk op zoek gaan naar gedeelde oplossingen. 

    Maar, kunnen wij als “gewone” parochiegemeenschap hier wel toe bijdragen, hoor ik u denken? En zo ja, hoe?  

    Wel, dit kan heel eenvoudig, meen ik… 

    Door overal waar wij ons binnen en buiten de Kerk bewegen, de echte vragen rond Kerk en geloof te laten klinken. En door onbevangen, vanuit onze eigen relatie met God - met veel respect, empathie en christelijke naastenliefde - de eigen inzichten in de dialoog binnen te brengen. 
    Hopelijk komen wij zo allen samen,  vrouwen, mannen, gewijden, leken, jong en oud - stap voor stap - het plan van God voor de toekomst van de Kerk en de wereld op het spoor.

    Zijn wij daar toe bereid?

    Jazeker! De vele vrijwilligers die zich binnen onze parochiegemeenschap op zovele vlakken engageren zijn hiervan een duidelijk bewijs. Denk aan de mensen van het parochieteam, de Kerkfabriek, de catechese, de liturgiegroepjes, maar evenzeer aan de vrijwilligers van het SAC, van Anna3, van Okra, van Samana, en ga zo maar door… 

    Door de inbreng van al deze mensen trachten we van onze parochie een warme thuis te maken die ons een stukje dichter brengt bij de ontdekking van de hemel, zoals het zo mooi verwoord staat in onze visietekst.  

    Laten we mekaar oproepen en aanmoedigen om op deze weg van open dialoog en respect voor ieders verwachtingen, inbreng en talenten verder te gaan en om deze boodschap van gelijkwaardigheid en complementariteit van talenten en inzet ook te laten klinken bij onze kerkelijke overheid.  

    Amen.

    29-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat doe jij in vredesnaam? - 25e zondag door het jaar B 2024 - Fred Van de Velde

    Vijfëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 22 september 2024
     
    Eerste lezing: Jacobus 3, 16 - 4, 3 - 'Gerechtigheid, vrucht van de vrede'
    Evangelie: Marcus 9, 30-37 - 'De Mensenzoon wordt overgeleverd'

    Het is al even geleden, maar toen ik nog naar school ging, werden leerlingen ook gerangschikt naargelang van de punten die ze behaald hadden op de examens. Iemand was de eerste van de klas, iemand de tweede en helaas ook iemand de laatste. Vooral voor die eerste plaats werd vaak strijd geleverd, door leerlingen en indertijd ook dikwijls door ouders.


    Hoe leuk was het niet in de familie te kunnen vertellen dat je zoon of dochter de eerste was. In de school die ik mij herinner kreeg de eerste van de klas zelfs een erekaart, ondertekend door de directeur. En wie in alle jaren de eerste plaats had behaald, de zogenaamde primus perpetuus kreeg zelfs een kroontje van laurier.


    We hebben intussen andere ideeën over onderwijs en opvoeding, maar eigenlijk is die drang om de eerste of de beste te zijn, heel herkenbaar. En we vinden het op veel terreinen terug. Om te beginnen in de sport, maar daar is het vrij logisch. In de sport is er altijd een winnaar, de eerste, de snelste, de handigste of wat dan ook. Al kunnen we ons afvragen wat het nut is van het maken van lijstjes die rangschikken welk land in de Olympische Spelen de meeste medailles behaald heeft. En wat de verdienste is van de inwoners van dat bewuste land.


    Maar we vinden het niet alleen in de sport. We maken ook rangschikkingen van de beste ondernemer, het meest succesvolle bedrijf, het best bekeken TV-programma, de beste film, acteur of actrice enzovoort. En binnenkort zijn er weer verkiezingen en krijgen we lijstjes van de partij met de meeste stemmen en de man of vrouw met de meeste voorkeurstemmen.


    Het is allemaal heel menselijk en heel herkenbaar. Maar die drang om de eerste, de beste te zijn, of tot de beste groep te behoren, leidt onvermijdelijk tot competitie en tot strijd. En daardoor ook tot naijver, want om de eerste te zijn, moet men een ander overtreffen. En dat is waar bijvoorbeeld Jacobus ons voor waarschuwt in zijn brief, die wij hoorden in de eerste lezing.  Waar jaloezie en eerzucht heersen, schrijft Jacobus, daar treft men ook onrust en allerlei minderwaardige praktijken aan.


    En ook in het evangelie waren de leerlingen blijkbaar aan het redetwisten over de vraag wie van hen eigenlijk de grootste was.

    En Jezus maakt hen onmiddellijk duidelijk dat Hij een heel andere gedachtengang hanteert en een heel andere norm heeft. Hij plaatst een kind in hun midden. Dat kind is de norm. Wie één van zulke kinderen ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij, zegt Hij.


    We moeten er wel voor opletten dat we die situatie niet zomaar zonder nadenken verplaatsen naar onze huidige tijd. We kunnen in de verleiding komen om dit evangelie alleen maar te zien als een kindvriendelijke scene, die we bijvoorbeeld kunnen gebruiken in een eerste-communieviering. Maar onze houding tegenover kinderen is heel anders dan vroeger.

    Wij vinden kinderen vooral schattig, grappig dikwijls en meestal vertederend en sympathiek.
    Kinderen in die tijd echter kregen nauwelijks aandacht, ze telden eigenlijk niet mee. Ze werden meegedragen op de rug of de schouders en zodra ze konden moesten ze ook mee werken. Scholen waren er niet en op de universele verklaring van de rechten van het kind moesten we nog eeuwen wachten. Kinderen waren in de eerste plaats hulpeloos, totaal afhankelijk en rechteloos. Ze hadden geen recht van spreken.


    Een kind in het midden van de groep plaatsen en het omarmen, gaat helemaal in tegen de gewoonten en gebruiken van die tijd. Als we het tafereel willen verplaatsen naar onze tijd, zouden we geen kind in het midden plaatsen, maar een bootvluchteling. Of een dakloze, of een verslaafde. Of iemand die net zijn werk is kwijtgeraakt en zijn relatie heeft zien stuk lopen.


    Het is geen toeval dat we dit evangelie te horen krijgen op deze vredeszondag of in deze vredesweek. Al te vaak wordt de vrede immers bedreigd of verstoord doordat wij de eerste, de beste of de belangrijkste willen zijn. Dat is bijna altijd de oorzaak van conflicten wereldwijd, maar ook in kleinere maatschappijen, in onze directe omgeving.

    Wanneer een conflict tussen mensen helemaal is geëscaleerd en men geen oplossing meer ziet, dan horen we wel eens de uitdrukking: ze kunnen niet meer door dezelfde deur. Inderdaad, als wij halsstarrig en definitief de deur voor elkaar dichthouden, raakt een conflict nooit opgelost. Dan is een totale oorlog onvermijdelijk, zoals dat heet.

    Die oorlogen in de Gazastreek of in Oekraïne kunnen wij niet beëindigen of oplossen. En onze legers of onze politici ook niet. Maar alles begint klein, niet alleen afschuwelijke oorlogen, maar ook kleine conflicten. En we vinden die oorlogen, dat geweld en die gruwel natuurlijk allemaal verschrikkelijk. Maar laten we dan toch niet blind zijn voor de meningsverschillen en problemen die zich voordoen in onze eigen onmiddellijke omgeving. En laten we dan ook beginnen onze deur voor elkaar niet hermetisch af te sluiten.

    Ook al verschillen we grondig van mening, we kunnen nog altijd door één deur.

    22-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vast oriëntatiepunt - 24e zondag door het jaar B 2024 - Hilda Sas

    Vierëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 15 september 2024
     
    Eerste lezing: Jacobus 2, 14-18 - 'Geloof zonder werken is dood'
    Evangelie: Marcus 8, 27-35 - 'De Mensenzoon moet veel lijden'

    Gedachtenisviering - Viering waar we de overledenen van de maanden juni, juli en september herdachten

    Lieve mensen,
    Het lijkt me dat de vragen waarmee we vandaag geconfronteerd worden, die Jezus stelt, van levensbelang zijn, dat mijn eigen Christen zijn er uiteindelijk zelfs ten dele van afhangt.  

    Reeds de eerste vraag “Wie zeggen de mensen dat ik ben?” – doet nadenken. 
    En we weten het: 
    Meer dan een derde van onze tijdgenoten in West Europa zeggen bv: “Jezus leefde 2000 jaar geleden. Maar vandaag is de wereld heel anders dan toen, en daarom heeft Hij voor mij geen grote betekenis meer.”
    Een kwart van de bevolking zegt: : “ Jezus was gewoon een mens, maar wel een fantastische mens. Hij wilde de mensen naar het goede leiden en daarom kan Hij ook vandaag nog tot voorbeeld worden genomen.”   

    De tweede vraag die Jezus stelt vind ik persoonlijk veel moeilijker. 
    “Wie denk jij dat ik ben?” 
    Hier gaat het niet om de mening van iemand anders, maar om mijn eigen persoonlijke relatie met Jezus. Hij vraagt me heel direct: “Wat beteken ik, Jezus, voor jou, Hilda, voor jou Sas”?
    Hoe belangrijk ben ik voor jou? Vertrouw je me ook dan nog, wanneer je niet alles van mijn boodschap, en wanneer je niet alles wat in je leven gebeurt, begrijpt?”

    Die vraag van Jezus is voor mij een uitnodiging om zijn persoon en zijn boodschap beter te leren kennen. 
    Het Evangelie wordt m’n basiscursus om een goede christen te zijn.
    In Jezus hebben wij een vast oriëntatiepunt, Hij heeft ons getoond wat “echt mens zijn” betekent en wij geloven dat de goedheid en de mensvriendelijkheid van God in zijn persoon vorm heeft aangenomen. 
    Daarom toch willen wij ons leven ook op zijn houding en op zijn woord afstemmen.

    In Jezus leren we iets van “bevrijding”!
    Bevrijding van ieder mens die Hij ontmoette!
    Wanneer we vorige weken hoorden hoe Hij doven leerde om terug te horen en blinden leerde om terug te zien, dan bevrijdde Jezus deze gewone mens die hij ontmoette, uit zijn gevangenzitten en uit zijn eenzaamheid. 
    Een nieuwe wereld ging voor hen open!
    Een beetje hemel op aarde mochten zij voelen. 

    Wie leest het parochieblad en daarin het artikel ”De klapstoel”?
    Elke week wordt daarin iemand in de kijker gesteld die ja, werkelijk als een christen leeft. Iemand die het verhaal van Jezus meegekregen heeft.
    Mensen die door hun manier van inzet, hun manier van werken, ‘mensen bevrijden’…

    Wanneer Petrus niet akkoord gaat met Jezus voorspelling van de lijdensweg die Hij nog af te leggen heeft, leert Jezus hem en zijn vrienden “om te gaan met de tegenslagen en het lijden” dat op hun weg komt en nog zal komen, het lijden dat echt deel is het leven.
    Ja, lieve mensen, zeker vandaag worden we er mee geconfronteerd. 
    Nu, nu we samenzijn rond onze overleden parochianen…

    En ik kwam deze week de tekst van Charles Peguy weer tegen en wil die jullie niet onthouden…

    Het kleine meisje hoop 
    Het geloof waar ik het meest van hou,
    zegt God, is de hoop.
    Nee, liefde, zegt God, dat verwondert me niet.
    Maar wat me verwondert, zegt God, is de hoop.
    Daar ben ik van ondersteboven.
    Ze zien toch wat er in de wereld allemaal omgaat
    en ze geloven dat het morgen allemaal omslaat.
    Wat een wonder is er niet voor nodig
    dat zij dat kleine hoopje hoop nooit als overbodig ervaren 
    maar met voorzichtige gebaren
    in hun hand en in hun hart bewaren,
    een vlammetje dat keer op keer weer
    wankelt en dreigt neer te slaan
    maar altijd weer weet op te staan,
    en nooit wil doven.

    Hoop is een heel klein meisje van niks.
    Zij stapt op tussen  twee vrouwen
    en iedereen denkt: 
    die vrouwen houden haar bij de hand, die wijzen de weg.
    Maar daarvan heb ik meer verstand,
    zegt God, ik zeg:
    het is dat kleine meisje hoop dat al wat tussen mensen leeft
    hun heen en wee geloop, licht en richting geeft.

    Want het is dat kleine meisje hoop
    - ,je ziet het zwak zijn, bang zijn, beven,
    je denkt soms dat het zo onooglijk is ­ 
    het is dat kleine meisje hoop
    dat de mensen zien laat, zien soms even,
    wat in het leven mogelijk is.

    Het geloof, zegt God, waar ik het meest van hou, 
    de liefde waar ik het meest van hou, is de hoop. 
    Geloof, dat verwondert me niet. Liefde, dat is geen wonder.
    Maar de hoop, dat is haast niet te geloven. 
    Ikzelf, zegt God, ik ben er van ondersteboven.
    Charles Péguy    Vertaling Frans Van Bladel sj

    Ja lieve mensen, al breng ik nu deze kleine hoop in ‘n profane tekst, toch durf ik zeggen dat ons wekelijks samenkomen hier, met Jezus’ levensverhaal in ons midden, m’n goede basiscursus blijft.

    Jezus, m’n ankerpunt om het vol te houden… te blijven groeien in christen-zijn (met open ogen en open oren in het leven te staan, …)

    (bronnen: preken online, Franck Tirré)

    15-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oren openen en mond laten spreken - 23e zondag door het jaar B 2024 - Annemie Castelein

    Drieëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 8 september 2024
     
    Eerste lezing: Jesaja 35, 4-7a  - 'Oren van doven worden geopend; de tong van stommen zal jubelen'
    Evangelie: Marcus 7, 31-37 - 'Hij laat doven horen en stommen spreken'

    Beste mensen,4

    Op hoeveel manieren kan een mens doof zijn? En op hoeveel manieren kan hij stom zijn? 

    Het is soms angstwekkend vast te stellen dat mensen niet horen  wat iemand anders zegt, of dat ze gewoonweg niet luisteren wanneer iemand anders aan het woord is. En pijnlijker nog, dat ze niet verstaan wat iemand zonder woorden probeert te zeggen… Een blik, een gebaar, een attentie, een geschenk kan zoveel zeggen; en toch gebeurt het dat het niet wordt herkend, niet wordt gehoord. Om niet te spreken van de manieren waarop mensen elkaar brutaal de mond snoeren met ‘wat weet jij daarvan?’ en ‘begin je daar nu weer over?’ Zo blijven we doof en stom voor elkaar. 

    Jezus wil die man die doof was en gebrekkig sprak laten aanvoelen dat hij nabij wil zijn.

    Er is één woord dat we zeker moeten horen. Daarom staat het er in het Aramees, de taal die Jezus sprak: ‘Effata’. Dat woord is niet alleen voor die man bedoeld. Het is het woord dat God door de mond van Jezus tot ons allemaal richt: ‘Effata! Ga open!’

    Doorbreek de knellende banden waarin je nodeloos gevangen zit, en open je oren voor elk bevrijdend woord. Ga open en ontvankelijk in het leven staan, niet bekrompen en niet bang voor nieuwe dingen, zeker als je wat ouder wordt. Geniet dankbaar van al het goede dat we van medemensen krijgen, maar sta ook open voor het verdriet en de angsten van mensen naast je. Geniet van de schoonheid van de natuur en van al het mooie dat mensenhanden hebben voortgebracht.

    En blijf niet stom, durf ook te spreken! Woorden van bemoediging, maar ook woorden van protest, zeker wanneer iets op het spel staat dat voor jou heel waardevol is…

    Of  wanneer iemand je op de man/vrouw af vraagt: ‘geloof jij nog?’ Je wilt het niet verzwijgen, maar het valt je moeilijk iets te zeggen, ook omdat we het niet gewoon zijn daarover te spreken. 
    Jezus echter wil dat we van al die vormen van doofheid en stomheid genezen! 

    Hij wil zo graag dat mensen elkaar kunnen horen en met elkaar kunnen spreken. Je zou het christendom kunnen opvatten als een beweging van mensen die van Jezus leren met elkaar te communiceren.
    Vorige zondag, scheppingszondag is hier in de wegwijzerviering duidelijk gesproken over de zorg voor onze planeet, er is gebeden voor de gekwetste aarde en al haar bedreigde bewoners: de planten, de dieren, het veelkleurige en diverse leven. 

    In deze scheppingsperiode die loopt van 1 september tot 4 oktober wordt onze aandacht gevraagd voor ‘zorg voor de aarde en alles wat ademt en leeft’.

    Dat we durven onze oren te openen en onze mond te laten spreken in de zorg voor de aarde en voor elkaar! 

    08-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-09-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oh, wat een wonder - 22e zondag door het jaar B 2024 - Marc Tassier

    Tweeëntwintigste zondag door het jaar B 2024 - Zondag 1 september 2024
     
    Eerste lezing: Deuteronomium4, 1-2. 6-8 - 'Onderhoud de geboden van de Heer''
    Evangelie: Marcus 7, 1-8. 14-15. 21-23 - 'Gij laat Gods gebod varen'

    Wegwijzerviering, Scheppingszondag, een viering waar families met kinderen meer dan welkom zijn.

    Misschien zijn sommigen onder u verwonderd over het evangelie. Wat heeft schijnheiligheid en het afwassen van schotels te maken met de eerbied voor de natuur, het thema van deze scheppingszondag?


    Nu heeft het een met het ander wel iets, of veel, te maken, als we letten op de rode draden die de thema’s en verhalen in de Bijbel met elkaar verbinden. En een van die rode draden is een zinnetje dat we een paar keer in het evangelie lezen, en dat ook al bij de profeten in het Oude Testament voorkomt: “Ik wil liever barmhartigheid dan offers.” Dat zinnetje hoor ik ook op de achtergrond van deze tekst. 


    Een van de constanten in de prediking van Jezus is de kritiek op machtsmisbruik, en het voorbeeld dat hij gaf door naar mensen te luisteren, door mensen aan de rand van de samenleving te omarmen, door in plaats van te verwijten en bevelen, gewoon te vragen: “wat kan ik voor u doen?”  
    De mens eerst. Elke mens eerst. En dus eerst aandacht voor wie niet op de eerste, maar op de laatste plaats terecht gekomen is, door ziekte, door tegenslag, door onrecht, en ja, ook door eigen schuld. Want er is altijd een nieuwe kans voor wie, op zijn woord, tot inkeer kwam. 


    Jezus was barmhartig. Barmhartigheid is behoedzaam, eerbiedigt, beschermt. Barmhartigheid zoekt zichzelf niet, zij schuift haar eigenbelang, haar goesting, haar lusten, haar prestige opzij. Zij wil niet domineren en beheersen maar helpen en koesteren. In de warmte van de barmhartigheid kan een mens, dat broze wezen, openbloeien als een bloem. 


    Wij mensen zijn als bloemen. Wij ontstaan dankzij de natuur, wij gaan ten onder als de natuur ten onder gaat. En met diezelfde eerbied, voorzichtigheid, vriendelijkheid van de barmhartigheid moeten wij ook die natuur omarmen. Want zonder natuur zijn er geen mensen.

    Meer nog, zonder mensen is de natuur zinloos. Wat maakt het uit of onze aarde een vuurbal of een ijsklomp is, als er geen mensen zijn? Omdat er mensen zijn, moeten we ons ook om de natuur bekommeren. En die mens kan maar bloeien, als we mens én natuur niet uitbuiten, misbruiken, overleveren aan macht en geld, maar als we ze koesteren. Dan kunnen ook mensen geheeld worden. 

    01-09-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-06-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Groeikracht - Elfde zondag door het jaar B 2024 - Fred Van de Velde

    Elfde zondag door het jaar B 2024 - Zondag 16 juni 2024
     
    Eerste lezing: Ezechiël 17, 22-24 - 'Ik zal een nederig twijgje verheffen'
    Evangelie: Marcus 4, 26-34 - 'Het Rijk is als 'n mosterdzaadje'
     
    Wat is het meest kenmerkend aan de tijd van vandaag? Misschien dat we het allemaal toch zo druk hebben. De studenten staan voor de examens of zitten er al midden in. En het hele gezin deelt mee in de spanning en de drukte. Sommigen moeten het werkjaar afsluiten en alles in orde brengen voor de reis en de vakantie. En voor het zover is voelen we ons verplicht nog een pak mensen een bezoekje te brengen.
     
    We hebben het toch zo druk. En alles moet ook snel gaan. Voor een rustige wandeling hebben we geen tijd. We nemen snel de fiets (liefst die elektrische), of de auto en als we nog verder moeten het vliegtuig. En we moeten ons altijd haasten, want we moeten op tijd zijn voor het volgend TV-programma en binnenkort weer die volgende match. Gelukkig hebben we intussen fiber laten installeren en gaat onze internet verbinding nog sneller.
     
    De lezingen van vandaag geven toch een ander beeld. Ze stammen uit een tijd toen er nog geen internet bestond. En ook geen televisie, geen auto, geen trein of tram, geen vliegtuig. En ook geen wasmachine of droogkast, geen vaatwasser, geen koffiezetapparaat. Brieven werden met de hand geschreven en de meeste communicatie verliep gewoon mondeling.
     
    Alles ging toen gewoon veel trager en de mensen hadden ook meer geduld. Bij ons moet alles snel gaan. Als er een toestel hapert, bestellen we er vlug een nieuw en we vinden dat het morgen meteen moet geleverd worden. Elk probleem moet onmiddellijk worden opgelost. Vorige week zijn we gaan kiezen en nu vragen we ons af wanneer die regering eraan gaat beginnen.
     
    Daarjuist hoorden wij in de eerste lezing hoe God op een hoge berg een cedertwijgje gaat planten en dat zal een prachtige boom worden, waarin vogels zich zullen nestelen. En in het evangelie ging het over een mosterdzaadje. Ook dat begint piepklein en groeit uit tot een heerlijke struik met grote takken. En ook daarin zullen vogels nestelen. Alleen: we moeten daar jaren geduld voor hebben. Geduld en vertrouwen. De natuur zijn werk laten doen.
    Jezus vertelt die parabel en het is duidelijk dat Hij er het rijk Gods mee bedoelt. Dat rijk Gods  is begonnen als een klein, onooglijk mosterdzaadje. Met slechts een handvol mensen die erin geloofden. En ook hun geloof zat van bij het begin vol twijfel en onzekerheden. En er was ook al onmiddellijk veel discussie en onenigheid.
     
    Maar er was geduld en vertrouwen. Het rijk groeide en bleef groeien en overleefde de eeuwen. Zoals de natuur zijn werk doet in het plantenrijk, zo is het met het rijk Gods.
     
    Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet allemaal. Een zaadje of een takje kan uitgroeien tot een heuse boom, maar er kan van alles fout gaan. En de boer die zaait moet niet alleen geduldig wachten, maar ook zijn planten koesteren, verzorgen, beschermen tegen onkruid, bemesten enzovoort. En dan nog hopen dat langdurige droogte of een plotse storm niet alles teniet doet.
     
    Ook het rijk Gods, de kerk heeft stormen doorstaan. Tegenkanting en strijd, vervolging soms en innerlijke moeilijkheden en twisten. En we moeten niet blind zijn voor de eigen fouten. In de televisiereeks “Godvergeten” werd duidelijk hoe afschuwelijk het misbruik kon zijn van mensen die werden verondersteld mee aan dat rijk Gods te bouwen.
     
    Die fouten en misbruiken moeten we erkennen, maar we mogen er de moed niet bij verliezen. Want naast alle fouten en vergissingen hebben mensen die  probeerden mee te bouwen aan dat rijk Gods ook veel goeds gedaan. En meestal ging ook dat niet in een handomdraai, maar met veel geduld en vertrouwen.
     
    Ik weet niet of de mensen die hier zijn omdat ze een geliefde herdenken zich in deze woorden kunnen herkennen. Dat twijgje uit die cederboom nochtans kan het beeld zijn van een leven dat niet helemaal voorbij en vergeten is. Dat takje uit die grote boom blijft het leven verder zetten. En toont dat het leven niet zonder nut of betekenis is geweest. 
    Ieder leven komt voort uit een ander leven en bouwt er ook op voort.
    Kinderen delen in de erfenis van hun ouders en geven op hun beurt weer mooie bouwstenen mee. We krijgen er onze geliefden niet mee terug, maar we kunnen hen misschien herkennen in de volgende generaties.
     
    Toon Hermans heeft het ooit zo verwoord:
     
    De bomen  komen uit de grond
    en uit hun stam de twijgen
    en iedereen vindt het heel gewoon
    dat zij weer bladeren krijgen
    we zien ze vallen naar de grond
    en dan opnieuw weer groeien
    zo heeft de aarde ons geleerd
    dat al wat sterft zal bloeien.

    17-06-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-06-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie is familie? - Tiende zondag door het jaar B 2024 - Gie Stappaerts

    Tiende zondag door het jaar B 2024 - Zondag 9 juni 2024
     
    Eerste lezing: Genesis 3, 9-15 - 'God vervloekt de slang die de mens heeft verleid'
    Evangelie: Marcus 3, 20-35 - 'Ziehier mijn moeder en mijn broeders'

    We zijn vandaag de 10de zondag door het jaar B, en dat is vreemd genoeg een zondag die we niet ieder jaar vieren. Dat komt omdat we in plaats daarvan heel dikwijls de heilige Drie-eenheid of Sacramentsdag vieren. Zo komt het dat we de lezingen van vandaag ook niet zo dikwijls horen. 

    In de eerste lezing, uit Genesis (Gen. 3, 9-15) gaat het over Adam die zich verstopt heeft en God die hem roept: “Adam, waar ben je?” Het doet me automatisch denken aan het spelletje dat we vroeger dikwijls bij de Chiro speelden op een regenachtige dag. Iedereen ging daarbij in een kring staan of zitten. Eva (of was het God) krijgt een blinddoek aan en een knuppel van krantenpapier in de handen. In de kring staat ook Adam. De geblinddoekte roept altijd: “Adam, waar ben je?” en Adam antwoordt dan: “hier”! En dan probeert Eva (of God) Adam met de knuppel te raken. Als hij geraakt is, worden de rollen omgekeerd. 

    Maar in de lezing gaat het niet daar over. Het gaat erom dat Adam beseft dat hij naakt is, dat hij een fout heeft gemaakt, en dat hij en Eva om beurt de schuld op iemand anders willen steken. 
    Adam en Eva, bij wijze van spreken de eerste familie. 

    Ook in het evangelie van Marcus (Marcus 3, 20-35) gaat het over familie, zij het op een héél andere manier. 
    Jezus is zoveel met andere mensen, met zijn roeping bezig, dat zijn eigen familie hem nog nauwelijks te zien krijgt. Ze zijn er bezorgd over en denken dat Hij zichzelf niet meer is. 
    De schriftgeleerden nemen dat verhaal over, maar dan in een overtreffende trap. “Hij is in de macht van de duvel, Hij is bezeten!”, zeggen zij. 
    Het is gemakkelijk om iemand van allerlei lelijke dingen te beschuldigen, om iemand te ondermijnen of ten val te brengen. 

    Het doet me denken aan wat de tegenstanders van Aleksej Navalny in Rusland deden. Zeggen dat hij niet meer bij zijn verstand is, was voldoende om hem in een psychiatrisch centrum op te sluiten en vervolgens uit te schakelen.  
    Jezus ontkracht de uitspraak van de schriftgeleerden met een kleine vergelijking in de beeldspraak van toen. Hij is trouwens ervarings-deskundige: Hij heeft aan den lijve de bekoringen van de duivel in de woestijn doorstaan, en getoond dat Hij de sterkste was. 

    Maar ondertussen blijven zijn moeder en zijn broers aan de deur staan roepen. “Wie zijn mijn moeder en mijn broers?”, zegt Hij dan. En terwijl Hij rondkijkt naar de mensen die in een kring om Hem heen zitten zegt Hij: “Kijk, jullie hier zijn mijn familie. Want wie de wil doet van God, die is mijn broer en mijn zuster en mijn moeder.” 
    Jezus zegt niet dat die mensen daarbuiten zijn moeder of zijn broers niet zijn. Die moeten alleen beseffen dat ze hem niet kunnen claimen voor zichzelf alleen, dat Jezus er wil zijn voor iedereen. 

    Het doet me denken aan wat ik een tijd geleden hoorde uit het Midden oosten. Daar leeft een groep christenen die, zoals alle moslims daar in de omgeving, God aanspreken en benoemen als Allah. En die moslims waren verbaasd, misnoegd en kwaad: “Allah is onze God, niet die van jullie”, zeiden ze.  

    Van wie zijn wij eigenlijk familie? Hoe zijn wij familie van elkaar? Als we alvast elkaar niet “de duivel aandoen”, zoals de schriftgeleerden.  Elkaar niet de duivel aandoen van jaloersheid, van egoïsme, van hardheid, van verbetenheid en van nog zoveel meer.
    Of zijn we familie omdat we dezelfde naam dragen? Als christen dragen we toch de naam van Christus. Maar familie van Hem zijn we pas als we er ons ook helemaal naar gedragen.

    Amen.

    09-06-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-06-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voedsel voor onderweg - Sacramentsdag B 2024 - Fred Van de Velde

    Sacramentsdag B 2024 - Zondag 2 juni 2024
     
    Eerste lezing: Deuteronomium 5, 12-15 Onderhoud de sabbat'
    Evangelie: Marcus 2, 23 - 3,6 - 'De Mensenzoon is Heer, ook van de sabbat'

    De ouderen onder ons hebben er misschien nog een vage herinnering aan. Het was op 11 oktober 1978, die datum heb ik n atuurlijk opnieuw moeten opzoeken.
    Leo Tindemans was toen premier van het land en vol dramatiek kondigde hij in de kamer het ontslag van zijn regering aan, met de legendarische woorden: “Voor mij is de grondwet geen vodje papier”.


    Voor mij is de grondwet geen vodje papier. Een wet wordt gemaakt, na overleg en debat, en daarna inderdaad op papier gezet. Officieel wordt die wet pas van kracht na publicatie in het staatsblad. Intussen leven wij in een digitale wereld, maar in de tijd van Tindemans was een papieren wet of afspraak van fundamenteel belang. Het ging dan uiteraard niet over het papier als voorwerp, maar over de inhoud, het belang, de betekenis.


    Een wet is veel meer dan een stuk papier, en een grondwet zeker. Waarom vertel ik dit nu? Omdat een stukje papier soms veel meer is dan alleen maar papier. Zoals een stuk brood meer kan zijn dan alleen maar een stuk brood.
    We vieren vandaag het feest van Sacramentsdag. Een mis, een eucharistieviering is ook een sacrament en in elke viering doen wij dat rond brood en wijn. Dat brood is niet zomaar een stukje brood en die wijn is niet zomaar wijn en ook niet echt een grand cru, maar dat brood en die wijn hebben wel een diepe betekenis.


    In een eucharistieviering zegt de priester dan: “Neem en eet, dit is mijn lichaam. Neem en drink, dit is mijn bloed”. We kennen die formule allemaal en het is natuurlijk geen magische spreuk of geen tovertruc. Het blijft brood en het blijft wijn, maar toch staan wij eerbiedig recht. En we bewaren het brood plechtig in een sacrale plaats, een tabernakel.
    Die eerbied, dat sacrale is geen magie, maar is er toch mee verwant. In elke gebedsviering, waar wij nu mee vertrouwd zijn, deelt de voorganger de communie uit die werd geconsacreerd in een vorige viering, door een priester. Er zijn nog altijd mensen die met palmzondag speciaal naar de mis komen, of iemand sturen omdat er dan gewijde palmtakjes zijn. Die zijn voor hen dus belangrijker of sterker dan een gewoon takje.


    Twee weken geleden werden hier 16 kinderen gevormd. Met chrisma, met olie. Geen magische olie inderdaad, maar het was wel een plechtig gebeuren. Een tijdje vroeger hadden die vormelingen hun belofte neergeschreven op een charter. Geen vodje papier, maar een soort perkament, met handtekeningen en misschien wel een soort zegel erop.
    Voor mij is de grondwet geen vodje papier. Voor vormelingen gebeurt die zalving niet met zomaar wat olie en zijn die beloften niet zomaar wat woorden op papier. Voorwerpen kunnen een zware lading, een belangrijke betekenis krijgen. Een vlag bijvoorbeeld is niet zomaar een doek met wat kleuren. Mensen kunnen er zich in herkennen: hun land, hun streek, hun ideaal, hun partij, hun geliefde sportclub of beweging.


    Bij de meesten van ons zijn thuis in de living foto’s te vinden. Vaak foto’s van geliefden uit onze familie of vriendenkring, ook van mensen die niet meer onder ons zijn. Die foto’s koesteren wij, niet omdat ze zoveel artistieke of fotografische waarde hebben, maar omdat ze voor ons zoveel betekenen.


    Mensen die gehuwd zijn zullen altijd hun trouwring dragen en bewaren. Niet omwille van de waarde die het edel metaal vertegenwoordigt. Ze willen hem absoluut niet ruilen voor een veel duurder exemplaar van iemand anders. Die ring is voor hem allang niet meer een gouden of zilveren voorwerp.


    Een journalist die peilt naar persoonlijke gegevens in een interview stelt wel eens de vraag: welk voorwerp zou je zeker meenemen als je huis plots in brand staat en je onmiddellijk moet evacueren? Nooit is het antwoord dat men dan het duurste stuk uit de brand zou redden, maar wel het voorwerp met de rijkste, de meest symbolische betekenis of waarde.


    Daar gaat het eigenlijk ook over bij dit feest van sacramentsdag. Elke week komen wij hier samen rond het sacrament. We beluisteren woorden uit de schrift of de bijbel, we bidden of zingen samen en we krijgen een beetje duiding of een overweging. Dat noemen we de woorddienst, de dienst van het woord.


    Daarnaast is er de tafeldienst. We brengen de offergaven aan, het brood wordt gezegend en we delen het brood dankbaar met elkaar. Het gebeurt allemaal met gewone, bijna alledaagse dingen en toch dringen ze door tot de kern. En bij bepaalde momenten staan we eerbiedig recht. Voor een buitenstaander misschien niet te vatten, maar voor ons is het een sacrament.


    Voor mij is de grondwet geen vodje papier. Voor vormelingen is het chrisma geen druppeltje olie. Voor ons hier is de hostie niet gewoon maar een stukje brood. Het is en blijft natuurlijk brood, maar het is ook meer, veel meer dan brood. Het is voedsel voor onderweg, zoals we het noemen in een wegwijzerviering.

    Het is voedsel waar we kunnen van leven.

    02-06-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-05-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vreugdevolle mensen vol van hoop - Heilige Drie-eenheid B 2024 - Paul Jolie

    Heilige Drie-eenheid B 2024 - Zondag 26 mei 2024
     
    Eerste lezing: Deuteronomium 4, 32-34. 39-40 'De Heer is God; er is geen ander'
    Evangelie: Matteüs 28, 16-20 - 'Zie, Ik ben met u, alle dagen'

    Drievuldigheidszondag

    Goede vrienden,

    Vandaag, de eerste zondag na Pinksteren, vieren wij als christenen Drievuldigheidszondag.

    De Drieëenheid van God die wij als christenen belijden is, alvast wat mij betreft, geen eenvoudig thema. En de moeilijke, maar daarom niet minder inspirerende, lezingen van Paulus en Matteüs, maken het ons niet echt gemakkelijker… Als we niet weloverwogen, voorzichtig tewerk gaan, bestaat het gevaar dat ons denken snel verzandt in zielloze, niet leven gevende bespiegelingen.

    Anderzijds geeft dit jaarlijks terugkerende feest ons een goede gelegenheid om even stil te staan bij enkele essentiële vragen:
    - Wie is God voor mij?
    - En wat betekent het om mijn leven als christen te plaatsen in het teken van God die Vader is, Zoon en Heilige Geest,… zoals we dit zo vaak - soms zeer bewust en soms achteloos - uitspreken bij het maken van een kruisteken.

    Zowel in het Oude als het Nieuwe Testament komen verschillende beelden van God naar voor. Al deze beelden kunnen gezien worden als de verschillende facetten van een diamant; ze vormen samen een meerdimensionaal portret. Enkele voorbeelden:
    - God als schepper
    - God als strijder tegen kosmische krachten
    - God als krijgsheld,…
    - We kunnen lezen hoe God de Onzichtbare, de Oneindige, de Heilige genoemd wordt.
    Hij is transcendent, gans anders dan alles wat geschapen is.

    Daarnaast wordt in de Bijbel ook in heel menselijke termen over God gesproken:
    - God als een herder
    - God als een zachte bries
    - God als vader…

    Dit samengaan van transcendentie en bereikbaarheid komt op een bijzondere manier tot uiting in het dogma van de Drie-eenheid. God die onzichtbaar is en altijd mysterie blijft, heeft zich geopenbaard in de persoon van Jezus Christus en blijft sindsdien aanwezig in de Geest. Zo bestaat in God zelf een relatie. God is, zo geloven wij, ten diepste gemeenschap tussen Vader, Zoon en Geest. Niet verwonderlijk dat deze drie-ene God, die gemeenschap is, ook in gemeenschap wil treden met ons, mensen.

    Dominicaan, pater Marc Christiaen, stelt het zo…
    Als Jezus Gods drievoudige naam noemt, dan leert ons dat niet zoveel over God zelf. Inzicht in wie God is, gaat nu eenmaal ons mensenverstand te boven.

    Vader, Zoon en Geest geven echter een drievoudige kijk op de relatie tussen God en ons mensen, zoals de christenen dit reeds eeuwen hebben mogen ervaren en ook belijden doorheen hun geloofsverdieping en hun geloofsbeleving.

    Wie God als Vader erkent, erkent zichzelf als zijn kind, erkent ook dat hij of zij niet de norm is van de dingen, maar leeft bij de genade van Wie hem of haar het leven heeft geschonken. Dit bewustzijn roept op tot bescheidenheid, maar ook tot broederlijk/zusterlijk engagement om, in eerbied voor onze Schepper, “als erfgenamen” zoals Paulus zegt, van onze wereld een goede plek te maken voor alle mensen, met respect voor alle leven, voor de natuur, voor de aarde,…

    Wie God als Zoon belijdt, kiest ervoor…
    - om in de voetsporen van Jezus te treden,
    - om steeds als eerste trachten te beminnen,
    - om met concrete daden van liefde op te komen voor de zwakken,
    - om te leven vanuit het vertrouwen dat het leven sterker is dan de dood…

    En dan is er de heilige Geest die leven geeft. Hij is de levensdynamiek die in elke mens schuilt en werkzaam is. Het is die Geest die we mogen ervaren als we stil, in alle eenvoud en authenticiteit, afdalen in onszelf. De Geest die ons doorheen onze talenten en beperkingen leert wat ons als christen te doen staat, wat het plan van God is met ons…

    En wat betekent dit alles voor ons dagelijks leven?

    Allereerst dat wij vreugdevolle mensen van hoop mogen zijn. Door de Geest weten wij ons immers altijd geliefd als kinderen van de Vader. Dit besef geeft ons kracht, ook te midden van beproevingen.

    Daarnaast worden wij geroepen tot concrete actie. Net zoals Jezus in het evangelie aan zijn leerlingen de opdracht gaf om het goede nieuws te verkondigen, worden ook wij geroepen om getuigen te zijn van Zijn liefde. Dit kan door onze woorden, maar ook door onze daden.

    Laten we dus leven als kinderen van de Vader, de Zoon volgend op zijn weg, geleid door de Geest. Zo kunnen we Gods liefde in de wereld verspreiden.

    Amen.

    26-05-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-05-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luisteren zet ons in beweging - Hemelvaart van de Heer B 2024 - Marc Tassier

    Hemelvaart van de Heer B 2024 - Donderdag 9 mei 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 1, 1-11 'Onder hun ogen omhooggeheven'
    Evangelie: Marcus 16, 15-20 - 'Ik ben met u, alle dagen'

    Rerum Novarum

    We zijn nog altijd diezelfde leerlingen als dat klein groepje dat na Goede Vrijdag het niet meer zagen zitten. Ze waren Jezus ooit tegengekomen, hij had hen aangesproken, ze waren door hem ‘bewogen’ en volgden hem. Dan kwam die ‘Goede Vrijdag’. Paniek, stuurloosheid. Maar hij liet hen niet los.

    Er kwamen verhalen: hij is niet weg. Die en die heeft hem gezien. Hij heeft Maria Magdalena gesproken. En de verschijningen waren niet het belangrijkste: Jezus zelf zegt “Zalig die niet zien en toch geloven.” Ze begonnen te ervaren dat hij bij hen was, ondanks alle twijfel.

    Hun hart brandde, ze voelden zijn aanwezigheid. De Vader zal de rechtvaardige niet verloren laten gaan. Maar de twijfel knaagde: Waar is hij nu? Komt hij nog? Want hij was uit hun ogen verdwenen…


    Die kronkelige weg tussen Galilea en wat wij nu hemelvaart noemen, is ook onze weg. We leggen hem telkens opnieuw af: de weg tussen hoop en wanhoop, tussen geloof en twijfel. En dikwijls staan ook wij naar de hemel te staren, en vragen ons af: wanneer komt hij nu? Dat heeft hij toch beloofd?


    Maar we durven nog geloven, en we komen telkens opnieuw samen om zijn brood te delen, zoals die leerlingen, van Emmaüs. En vandaag horen we engelen in deze kerk ons toefluisteren: “Mannen en vrouwen van Galilea - het land van de twijfelaars, de afvalligen! – wat staan jullie naar de hemel te gapen?”


    Dus moeten we rondom ons kijken. En onze ogen opendoen. Naast ons staan andere mensen. En we zullen ook naar beneden moeten kijken. Naar mensen die niet meer kunnen opstaan, die vernederd zijn en platgeslagen, door onrecht, door verdriet, door onverschilligheid.

    Als er nog geloof brandt in ons hart, al is het een klein vonkje, zullen we ons herinneren wat hij gedaan heeft. Hij luisterde. Hij vroeg: “wat kan ik voor u doen?”


    En dan gebeurt er een wonder. Ik weet dat die wonderverhalen voor vele mensen van deze tijd, ook voor gelovige mensen, lastig te begrijpen zijn. Ieder van ons kan dit verhaal anders begrijpen.

    Maar ik dit verhaal wil duidelijk maken dat het onmogelijke gebeurt, als mensen aandacht hebben voor iedereen, ook voor de minsten onder ons.
    We stonden naar de hemel te staren. Maar hij kijkt ons allang aan in de ogen van de mensen die ons nodig hebben. En als we hem herkennen, kunnen we het wonder laten gebeuren dat hopeloze mensen zonder uitzicht terug hoop zien, een toekomst, kansen op geluk. En dat ze opstaan en in beweging komen, zoals Bartimeüs.
    Jezus is niet ‘weg’. Hij is onder ons. Hij blijft ons roepen om hem te volgen.

    09-05-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-05-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg naar een warm hart! - Zesde Paaszondag B 2024 - Marc Tassier

    Zesde Paaszondag B 2024 - Zondag 5 mei 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 10, 25-26. 34-35. 44-48 'De gave van de Geest over de heidenen'
    Evangelie: Johannes 15, 9-17 - 'Dat mijn vreugde in u moge zijn'

    Wegwijzerviering, viering waarop de eerste communicanten, vormelingen, families met kinderen en iedereen meer dan welkom is

    Er wordt verteld dat de apostel Johannes heel oud geworden is. Op het einde van zijn leven gaf hij zijn leerlingen maar één boodschap: “kinderkes (want zo oud was hij al …), zie mekaar graag.” En als men hem vroeg waarom hij altijd hetzelfde zei, antwoordde hij: “Dat is het voornaamste dat Jezus ons geleerd heeft.”’


    Zo staat het ook in het evangelie, dat Johannes veel vroeger geschreven had: “Ik geef jullie één regel, die de allerbelangrijkste is, en die is: ‘Houd van elkaar, zoals Ik van jullie houd’.” Dat zei Jezus bij zijn afscheid.
    Onze vormelingen hier nemen ook afscheid van ons, straks, voor eventjes toch. Ze gaan een tocht maken, een verkenning van de wereld hier op Linkeroever.

    Dat is het begin van de wereld waar zij bij hun vormsel naartoe gezonden worden. Het vormsel is een signaal, het betekent: deze jonge mensen gaan beginnen aan hun tocht door de wereld van de volwassenen.


    Bij de Masai gaan jongeren ook op tocht, op de drempel van het volwassen leven. Alleen moeten ze de savanne in trekken, met een speer. En ze moeten terugkeren met een leeuw die ze gedood hebben. Dan bewijzen ze dat ze in staat zijn om met de volwassenen hun gemeenschap te beschermen.


    Jezus vraagt van zijn leerlingen iets anders: van uw tocht straks moeten jullie niet met een leeuw terugkomen, maar met een warm hart. Dan kunnen jullie het leven van de mensen naast jullie beschermen.
    Een warm hart is een hart ook andere harten wil verwarmen, dat van andere mensen houdt, dat een gelukkig leven wil doorgeven, en geen lijden of dood.


    In het evangelie van vandaag staat: “Het meest kun je laten zien dat je van iemand houdt, doordat je zelfs je leven wil geven voor je vrienden.” En alle mensen mochten vrienden van Jezus zijn.


    Jezus heeft letterlijk zijn leven gegeven. Er zijn leerlingen van Jezus die gedood worden omdat ze het opnemen voor zwakke mensen, voor rechtvaardigheid. Maar wij allemaal geven een stuk van ons leven, een stuk van ons warm hart, als we die warmte delen met de mens naast ons. Dat kan voor ieder van ons verschillend zijn, maar als wij eerlijk zijn, weten we wel wat die mens naast ons nodiog heeft…

    Als we de warmte uitstralen, worden we samen een groot warm hart, dat koude onze wereld kan verwarmen, en die heeft dat hard nodig.

    05-05-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    28-04-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verbondenheid met elkaar aanwakkeren - Vijfde Paaszondag B 2024 - Annemie Castelein

    Vijfde Paaszondag B 2024 - Zondag 28 april 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 4, 8-12 'Hnd 9, 26-31 Paulus bij de leerlingen in Jeruzalem'
    Evangelie: Johannes 10, 11-18 - 'Joh 15, 1-8 Wie in Mij blijft, draagt veel vrucht'
     
    Het evangelie van de wijnstok en de ranken doet mij spontaan denken aan mijn kindertijd.
    Wij hadden thuis een kleine serre met een druivelaar. Als de druivelaar gesnoeid werd was ik gefascineerd en vroeg me af waarom zoveel ranken weggeknipt werden.
    Ik kreeg de uitleg dat die ranken moesten verwijderd worden opdat de andere meer vruchten zouden dragen.

    Ik haal mij dit beeld voor ogen van een wijnstok met zijn ranken, groot en klein. Op welke rank lijk ik?
     
    Is mijn rank gezond of eerder verdord en moe?
    Kan ik de toewijding van de wijngaardenier aanvaarden wanneer Hij deze rank snoeit? Vertrouw ik er op dat mijn rank dan veel vrucht zal dragen als het oogsttijd wordt?

    Vandaag word ik uitgenodigd om mijn nauwe band met Jezus te erkennen, een relatie die Hij vergelijkt met die tussen een wijnstok en de ranken die eraan groeien.
    Wat betekent het voor mijn leven dat het leven van Jezus in mij stroomt? Wat betekent het voor mij persoonlijk om te weten dat ik net zo goed een deel van Jezus ben als de rank een deel van de wijnstok is? Zijn er dingen in mijn leven die anders zouden zijn als ik me dat bewust zou realiseren? Welke zijn dat? Ik denk na over deze dingen…

    De vruchten van ons leven als Christen zijn het werk van God. Ieder van ons is in staat dat werk in anderen aanwezig te zien - in dienstbaarheid, in liefde, in toewijding, moed, uithoudingsvermogen en in gewone alledaagse vriendelijkheid en meelevendheid. Ieder van ons is bovendien op een eigen wijze verbonden met Jezus.
    Wij kunnen vrucht dragen zoals niemand anders kan. 

    En wat zijn dan die goede vruchten?  Het gaat om leven geven, vrede maken, gerechtigheid doen, verbondenheid met elkaar aanwakkeren.

    Dat we die goede vruchten bij elkaar mogen ontdekken en waarderen!

    28-04-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-04-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In vertrouwen volgen - Vierde Paaszondag B 2024 - Fred Van de Velde

    Vierde Paaszondag B 2024 - Zondag 21 april 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 4, 8-12 'Bij niemand anders is redding te vinden'
    Evangelie: Johannes 10, 11-18 - 'De goede herder geeft zijn leven'
     

    Een herder komen wij deze dagen niet zo vaak meer tegen. In sommige streken nog wel, soms bij speciale evenementen en in Bokrijk misschien.

    Maar het beeld van de herder kennen wij alleen uit sprookjes en oude verhalen van vroeger en misschien vooral uit de bijbel. Op deze zondag in de Paastijd komt het altijd aan bod. Jezus als de goede herder die zijn leven geeft voor zijn schapen. Wij leven niet meer in een agrarische tijd en soms gaan mensen op zoek naar andere beelden, naar andere formuleringen.


    Welke termen kunnen wij gebruiken in plaats van een herder? Een coach misschien, maar dat is niet helemaal hetzelfde. Een coach werkt naar een doel toe, vaak een sportief doel. Een herder niet. Een leider dan of een manager? Een chef, een voorganger of een animator?

    Een bezieler?

    Een genezer?

    Een therapeut?

    Allemaal mooie benamingen, maar ze hebben niet dezelfde waarde als een herder. Het woord dat er het dichtst bij komt is een pastor. Maar dat is eigenlijk het Latijnse woord voor herder.


    Wat is nu typisch voor een herder? Kenmerkend is vooral zijn plaats in de kudde. Soms loopt hij vooraan, soms achteraan, dan weer in het midden. Hij loopt niet constant vooraan, zoals een leider of een chef of een animator.

    Hij staat niet aan de zijkant om te beoordelen, zoals een coach of een therapeut. Een goede herder leeft in verbondenheid met zijn schapen. Hij zal meer luisteren en dialogeren en inspireren dan bevelen of beleren.


    We kunnen misschien eens naar onszelf kijken, naar de manier waarop wij het liefst van al omgaan met onze kinderen en kleinkinderen. Soms moeten wij wel eens optreden als een coach, iemand die aanmoedigt in moeilijke of belangrijke momenten.

    Soms moeten wij misschien de leiding nemen en knopen doorhakken. Op andere ogenblikken treden wij misschien op als een soort therapeut. Maar het liefst van al kruipen we in de rol van herder. Soms vooraan, soms achteraan, vaak in het midden.


    Een herder probeert vooral zijn kudde bij elkaar te houden, hij zorgt ervoor dat iedereen meekan, dat niemand achterblijft of verloren loopt, dat iedereen zich veilig voelt.

    Een herder blijft voor zijn kudde zorgen in goede en kwade dagen. Een herder wil zijn schapen niet laten presteren, geen records laten breken. We zien nooit een herder die zijn schapen kunstjes laat uitvoeren om er applaus voor te krijgen, zoals bij andere dieren wel eens gebeurt. Een herder wil vooral dat schapen zich veilig voelen bij hem.


    Straks na de communie gaan we het trouwens in een lied zingen. God is de herder die waakt over mij, die mij geleidt naar de groenende weiden. God is mijn herder, mij altijd nabij, om mij naar vredige wateren te leiden. Liefelijk lokt mij zijn wenkende stem, God is mijn herder, ‘k ben veilig bij Hem.


    Dat is misschien het meest kenmerkend voor een herder: we voelen ons veilig bij hem. Een coach of een chef of een leider kan wel eens te ver gaan in het stimuleren of opzwepen van anderen, hen te dwingen tot het uiterste te gaan. Dan wordt hij misschien beticht van grensoverschrijdend gedrag. Een therapeut kan dat soms ook meemaken. Een herder nooit. Hij houdt zijn kudde gewoon veilig en wel bij elkaar. Dat is onze diepste wens toch ook, bij onze kinderen en kleinkinderen, iedereen veilig bij elkaar houden.


    Deze vierde Paaszondag horen wij altijd een evangelie over een herder, en daarom is deze zondag ook bekend als roepingenzondag.

    Vroeger werd toen ons gebed gevraagd om toch maar voldoende mensen te vinden die bereid waren hun leven ten dienste te stellen van de kerk, van de gemeenschap, als priester of kloosterling. Dat is nu wel een beetje anders.


    Maar nog steeds worden mensen geroepen om een stukje herder te zijn. Velen van ons besteden vele uren aan een of andere vorm van vrijwillige dienstverlening, ook in onze parochie. En dan heb ik het niet vooral over de meest opvallenden, zij die aan het altaar of de lezenaar het woord voeren, of zij die vooral hun muzikale talenten ten dienste stellen.


    Ik heb het dan vooral over de zogenaamde herderlijke taken: in de jongerencatechese, in ziekenzorg (Samana) of in de werkgroep rouwen. Zij vervullen de rol van een herder, zij gaan mee met de kudde, soms vooraan, soms achteraan, vaak in het midden.

    Zij houden de schapen bij elkaar, zorgen dat niemand verloren loopt, dat iedereen zich veilig voelt. Zij zijn er wanneer de kudde hen nodig heeft. Hun rol is niet altijd even spectaculair of opvallend, maar ze zijn in feite zo goed als onmisbaar. Zij zijn de ware herders, die thuishoren op deze roepingenzondag.


    Maar eigenlijk hoort de hele kudde er thuis, wij allemaal dus. De tijd is al lang achter de rug dat we in een parochie of bisdom het aantal zogenaamde roepingen moesten tellen en in statistieken bewaren. Om er misschien trots op te zijn en mee uit te pakken bij anderen.

    Iedereen is geroepen als schaap of als herder.

    Samen op weg naar groenende weiden en vredige wateren.

    21-04-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    14-04-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Horen, kijken, voelen, herinneren en herkennen - Derde Paaszondag B 2024 - Gie Stappaerts

    Derde Paaszondag B 2024 - Zondag 14 april 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 3, 13-15. 17-19 'De Messias zou sterven'
    Evangelie: Lucas 24, 35-48 - 'Zo moet Christus lijden en verrijzen'
     
    De grootouders onder ons hebben het allemaal wel eens meegemaakt als ze hun kleinkinderen bezig zien: hoe erg ze soms lijken op hun ouders, je eigen kinderen.
    En hoe het dan wel eens gebeurt dat je hen daardoor aanspreekt met de verkeerde voornaam, van een generatie eerder. 
     
    Dat heeft niks te maken met een vorm van geheugenverlies en nog minder met alzheimer. Bijna het tegenovergestelde is waar: jij bent het die de gelijkenis herkent. 
     
    Waarom begin ik daarover?
    En wat heeft dat te maken met de lezingen van vandaag? Hoe moeten of kunnen we het verband leggen tussen vroeger en vandaag? 
     
    Petrus legt dat verband ook in de eerste lezing: nadat God eerder door alle profeten had aangekondigd dat de Messias zou sterven, heeft de Heer nu die Messias uit de doden doen opstaan, en zo de belofte in vervulling doen gaan. 
    Maar de wereld ziet er vandaag helemaal anders uit dan toen. Hoe moeten wij dan dat verband zien? 
     
    Ik neem jullie graag even terug mee naar de ochtend van Pasen. Alle vier de evangelisten vertellen daar over. Hoe Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jacobus, samen met Salome in de vroege morgen met welriekende kruiden naar het graf van Jezus gingen, om Hem te gaan balsemen. Enkel Johannes gaat nog wat verder in op het verhaal.
    Hij vertelt hoe Maria Magdalena bij het graf komt en ziet dat het lichaam van Jezus verdwenen is. Er liggen alleen nog enkele zwachtels en er zitten een paar in het wit geklede figuren. Maria is ontzet en begint te huilen. En op dat moment hoort ze een vraag: “Waarom huil je?” Maria antwoordt: “Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.”
    Daarna kijkt ze om en ziet Jezus staan, maar ze weet niet dat het Jezus is. Ze denkt dat het de tuinman is. “Waarom huil je?” vraagt Jezus. “Wie zoek je?” “Heer, als u Hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u Hem hebt neergelegd, dan kan ik Hem meenemen.” Jezus zei tegen haar: “Maria!” Ze draait zich om en zegt: “Rabboeni!”, dat betekent zoveel als lieve Meester. (Johannes 20:11b-16) 
     
    Zo lang onze ogen vol tranen zitten, is het moeilijk om met andere ogen te zien, zien we niet het nieuwe dat we moeten zien. Pas als Maria Magdalena helder ziet en hoort, herkent zij haar geliefde Meester. 
    Pas als wijzelf helder zien, kunnen we verder zien dan onze neus lang is… 
     
    Het is ook zo moeilijk om wakker te worden uit een droom, om een levende te zien, als je verwacht om een dode aan te treffen.
     
    Met de twee leerlingen uit Emmaüs gebeurt min of meer hetzelfde. Terwijl ze met Hem onderweg zijn, herkenden ze Hem eerst niet. Een beetje vreemd voor mensen die toch lange tijd met Hem doorbrachten. Maar nu lopen ze immers rond met hun ziel onder de arm. Alsof alles wat ze samen meemaakten een leugen of een droom was.
    Dan, als in een flits, herkennen ze Hem aan zijn woorden (“Vrede zij u”), zien zij de tekens in Zijn handen en voeten, herkennen zij Hem in het breken van het brood. Plots is het allemaal wél écht. 
     
    Om het nog duidelijker te maken, doet Lucas er nog een schepje bovenop en laat Jezus voor hun ogen een stuk geroosterde vis opeten. Als om te zeggen: wordt wakker, jullie dromen niet! Ik ben het écht! 
    Wordt het voor ons nu geen onmogelijk, geen ongelooflijk verhaal? Is het sterk genoeg om ook ons over de streep te trekken? Om ons te overtuigen dat het hier over de verrezen Heer gaat?
     
    Neen en ja. 
     
    Als je praat met mensen die iemand verloren hebben die ze echt lief hadden, dan duiken er steeds weer verhalen op. Verschillende van hen zullen getuigen hoe zij hem of haar nog tegenkwamen, in vele kleine dingen van elke dag. Zij zullen vertellen hoe zij hun verloren partner herkennen in hun kinderen (een glimlach, een houding, een manier van spreken). Hoe elk voorwerp, elke kamer in huis herinneringen oproept. Een briefje, gevonden in een schuif. De gewoonte om op een bepaalde manier de tafel te dekken of eten te koken. Niet zonder reden noemen we vertrouwde gerechten “klaargemaakt op grootmoeders wijze”. 
     
    Het gaat dus niet om een onmogelijk verhaal. Het gaat wel om een ongewone, niet alledaagse situatie. Het is niet zo dat deze mensen het gevoel hebben dat hun geliefde weer iedere dag met hen aan tafel zit. 
     
    Ook bij de leerlingen van Jezus gaat dat “herkennen” niet van de ene dag op de andere. Het gebeurt niet doorlopend, maar slechts af en toe, op goede momenten, als zij er klaar en gevoelig voor zijn. Het gaat als het ware in vlagen: soms is Hij er, soms is Hij er niet. 
     
    Lucas laat Jezus letterlijk zeggen: “dit zijn mijn woorden die ik sprak toen Ik nog bij u was”. Hij is er dus wel, maar op een andere, nieuwe manier. Hij is er als zij zich woorden herinneren die Hij tot hen sprak toen Hij nog bij hen was. Jezus gaat voor hen weer leven als hun geest toegankelijk is om het te begrijpen. 
     
    En terwijl de leerlingen zich Jezus herinneren, brengen zij ook gaandeweg zijn woorden en daden in praktijk. Zij gaan met elkaar om als Jezus. Zij handelen, leven, breken en delen alles “op Jezus’ wijze”. Zij worden als kleine Jezussen voor elkaar. 
    Dat blijkt ook in de eerste lezing, waarin Petrus zegt: “God heeft Hem uit de doden doen opstaan; daarvan zijn wij getuigen”.
     
    Het is opvallend hoe de leerlingen Jezus herkennen als gekruisigde, aan zijn verwondingen. Jezus komt niet terug zoals Hij vertrokken is. Hij komt terug zoals voetballers na het winnen van de beker of zoals een renner na het behalen van de zege. Hij komt terug, stralend, maar met de sporen van zijn overwinning in de hand, letterlijk. 
    De “nieuwe Jezus” is niet dezelfde als voor zijn lijden en dood. De leerlingen die over Hem getuigen zijn ook niet meer dezelfden.  
     
    Als wij, 50 generaties later, Jezus’ verhaal verder vertellen, dat wij verder van Hem getuigen, dan mag dat ook op een andere, eigentijdse manier zijn. Belangrijk is dat zijn beeld herkenbaar blijft. Dat het laat zien dat Hij het écht is, en dat Hij aanwezig is als een Levende.
     
    Wanneer wordt Jezus voor ons levend, “van vlees en bloed”? Als Hij meer is dan alleen een naam die wij op zondag een paar keer uitspreken in de kerk. Als Hij meer mag zijn dan kinderlijke fantasie, herinnering en verloren illusies. Als Hij adem krijgt, eten en drinken wordt. Als Hij erbij is wanneer je samen aan tafel gaat. Als Hij een eind met je meegaat, wanneer je op weg bent. 
     
    Waar mensen samen vrede bouwen, daar is de Heer (in) hun midden. 
    Waar mensen samen bidden, danken, breken en delen, daar “gebeurt” Jezus. 
     
    Waar mensen de schrift lezen en doorvertellen, daar “leeft” Jezus. Daar, in de confrontatie met het Evangelie, wordt Jezus het “vleesgeworden woord”, een raadsman en tochtgenoot die met ons mee op weg gaat. 
     
    Zo kan Jezus, ook in ons midden, gaandeweg tastbaar en levend worden.
    Geloven is dan veel meer dan een vredevolle droom. Geloven is eten en drinken. Geloven is kijken, betasten en beluisteren. Geloven is leven met de Levende.
    Geloven gebeurt gaandeweg, gaande-de-weg.
    Amen. 

    14-04-2024 om 06:03 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-04-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Thomas volgt zijn hart - Tweede Paaszondag B 2024 - Hilda Sas

    Tweede Paaszondag B 2024 - Beloken Pasen - Zondag 7 april 2024
     
    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 4, 32-35 'Eén van hart en één van geest'
    Evangelie: Johannes 20, 19-31 - 'Acht dagen later kwam Jezus'

    Lieve mensen,
    Het evangelie dat we zojuist hoorden kunnen we allen bijna letterlijk navertellen.
    Twijfel!
    Petrus twijfelde: (al voor Jezus’ dood) “ik ken Hem niet.”
    Pilatus twijfelde: “ik vind geen schuld in Hem.”
    Jezus twijfelde: “God mijn God, waarom heb Je mij verlaten?”
    Maar God houdt zijn woord: “Ik laat je niet in de steek.”

    “Twijfel”; het is des mensen!
    Thomas leeft in tweestrijd, Thomas wil weten waar nu wel de kern van zijn geloof ligt, wat hem tot christen maakt.
    Zal hij meegaan in het dol enthousiaste geloof in de Verrezene, of in de Verrezene die gekruisigd, doorstoken, genageld, vernederd en geschonden werd?


    Het antwoord van Jezus liegt er niet om:
    “leg je hand in mijn zijde, voel de plaats van de nagels!”
    Wanneer Thomas dit terug voor ogen krijgt, reageert hij wél opgeladen: Mijn Heer en mijn God!
    En kan zijn hart niet anders dan aan Jezus’ kant gaan staan.

    Voor ons is het dan ook goed dat we Thomas hebben die ons er aan herinnert, hoe wij ons niet mogen verliezen in triomfalisme.
    Die onze ogen opent om, midden de schoonheid en goedheid van ons bestaan, ook aan de kant van de gekruisigde te blijven…
    Misschien lijkt het een domper midden de vreugde van Pasen, van het nieuwe leven dat overal rondom ons open bloeit.
    En toch is dat niet, het Paasfeest is de twee te gelijk!
    De confrontatie met Jezus’ wonden inspireert niet alleen Thomas ook wij worden erdoor geïnspireerd om de wereld mooier te maken:

    Aan de kant van de kleine man gaan staan.
    Jezus, Hij en niemand anders maakt van ons een ware christen, doet ons zijn boodschap belijden en vooral navolgen.
    Aan de kant duwen, negeren, uitbuiten, tot slaven maken, machtsmisbruik, het is er nog steeds!
    En hoe meer aandacht wij hieraan schenken, hoe meer mensen zich ooit mogen en kunnen ‘beter voelen’. Zowel hier rondom ons als wereldwijd!
    Thomas volgt zijn hart, hij vertrouwt zich toe.
    Een nieuwe Thomas staat op. Een gelovig man.

    Naast een diamanten bruiloft, hebben we deze week ook 75 jaar NAVO gevierd!
    Al 75 jaar biedt de NAVO veiligheidsgaranties voor haar lidstaten.
    Vandaag zijn dat er 32! Dat is ook voor ons!

    Samen overleggen zij ‘tegen’ oorlog en bouwen zo toch beetje bij beetje aan een betere wereld...
    Hoe ver het ook van ons afstaat, hoe weinig we ook in de pap te brokken hebben, welke bedenkingen we ook hebben...
    toch weten we en beseffen we dat we SAMEN STERK ZIJN.

    Ook in onze keuze om christen te blijven staan we samen sterk!

    Bronnen: A Vandeputte, Dominicus Gent

    07-04-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-03-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Samen het leven dienen - Vijfde zondag veertigdagentijd B 2024 - Annemie CasteleinGie Stappaerts

    Vijfde zondag van de veertigdagentijd B 2024 - Zondag 17 maart 2024
     
    Eerste lezing: Jeremia 31, 31-34 'Ik zal een nieuw verbond sluiten'
    Evangelie: Johannes 12, 20-33 - 'Als de graankorrel in de aarde sterft'

    Beste mensen,

    Vanaf het begin heeft Jezus niets anders gewild dan de taak volbrengen die de Vader hem had toevertrouwd. En die taak bestond erin Gods Liefde voor alle mensen bekend te maken, ook voor wie daar niet op in willen of kunnen gaan. Dat te realiseren was zijn enig levensdoel, zo wilde hij het van binnenuit. Door zijn leven te geven werd Jezus wie hij ten diepste was, in de ogen van velen een mislukkeling, maar niet in de ogen van God, integendeel.

    Zo staat in het midden van ons geloof een man die in de ogen van velen een verliezer was, een ‘loser’, wat tegenwoordig ongeveer het ergste is wat je kan overkomen. Je telt immers mee als je succes hebt. Je moet het ver brengen in het leven. Daar gaat Jezus’ leven regelrecht tegen in. Hij komt op voor een manier van samenleven waar mensen loskomen van alleen maar eigenbelang.

    Als dat lukt, worden we van binnenuit andere mensen. We worden mensen die zich door de nood van anderen laten aanspreken en elkaar trouw blijven. Dan doe je die wondere ervaring op dat je jezelf niet verliest als je heel ver wilt gaan in liefde voor mensen naast je. Je gaat wel dood aan je eigen kleine ik, maar het is een sterven dat doet léven.

    Door zo je leven te verliezen kun je het winnen. Inzetten op liefde is dan ook een win-winsituatie.
    En zo hebben christenen altijd iets tegendraads. Ze voelen zich thuis in de wereld, maar ze vormen tegelijk ook altijd een contrast. Ze zijn niet ongevoelig voor de verlokkingen van ieder-voor-zich, maar ze willen toch laten zien dat het ook anders kan.

    Eigenlijk beantwoordt zo’n manier van leven waar iedereen meetelt en met elkaar verbonden is, aan een heel diep verlangen in ieder van ons. 
    En als christenen worden we uitgedaagd om op een verstandige en geduldige manier met dat verlangen naar verbondenheid om te gaan. 
    Wie zo ijveren voor een leefbaardere samenleving, zien het gebeuren dat een graankorrel die in de aarde valt en sterft, heel veel vrucht draagt.
    Juist daartoe roept Broederlijk Delen ons op om ‘samen het leven te dienen’.

    17-03-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-03-2024
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De sleutel om deuren te openen - Vierde zondag veertigdagentijd B 2024 - Gie Stappaerts

    Vierde zondag van de veertigdagentijd B 2024 - Zondag 10 maart 2024
     
    Eerste lezing: Tweede boek Kronieken 36, 14-16. 19-23 'Ballingschap en bevrijding van het volk'
    Evangelie: Johannes 3, 14-21 - 'De Mensenzoon, omhoog geheven'
     
    We worden vandaag om de oren geslagen met twee lezingen waar meer dan één woordje uitleg bij nodig is. 
    En, we zijn nu eenmaal in de vasten, daarbij wil Broederlijk Delen een verhaal laten aansluiten over de boeren in Djuma en Kwili (in Congo), die daar samenwerken om toegang te krijgen tot de grond en om braakliggende velden vruchtbaar te maken. Ze willen herbebossen en groenten telen.
     
    Eerst iets over de eerste lezing, een verhaal over een gebeurtenis van héél lang geleden. We horen hoe het joodse volk zich had misdragen, en dat daardoor de tempel in Jeruzalem werd verwoest en het volk in ballingschap naar Babylonië werd weggevoerd. Ongeveer 60 jaar later wordt Kores/ Cyrus, de nieuwe koning van het veel grotere Perzische rijk. 
    Het vreemde is dat die nieuwe koning de joden misschien liever kwijt dan rijk was. En zo gebeurt er iets totaal onverwacht: hij vaardigt een maatregel uit waardoor het Joodse volk kan terugkeren naar Jeruzalem. 
     
    In het evangelie van Johannes horen we hoe Nicodemus 's avonds bij Jezus langs komt om eens serieus te praten. In dat gesprek heeft Jezus het over een slang die omhoog geheven werd. 
    Dat is iets van nog veel langer geleden, tijdens de lange tocht van het Joodse volk door de woestijn. De mensen die door een giftige slang gebeten werden, moesten van Mozes, om in leven te blijven, omhoog kijken naar het beeld van een slang. Jezus gebruikt het beeld van die opgeheven slang als beeld voor zichzelf, de Mensenzoon, die ook omhoog zal worden geheven, zodat iedereen die in Hem gelooft, eeuwig leven zal bezitten. 
     
    Maar hoe moeten of kunnen we dat koppelen aan die boeren in Congo, die samenwerken om braakliggende velden vruchtbaar te maken? 
    De enige parallel die ik zie, is de gelijkenis tussen de woestijn bij het joodse volk en de onvruchtbare gronden bij de boeren. 
    En misschien zijn de grote industriëlen, die het op het land van de boeren gemunt hebben, ook wel vergelijkbaar met de grote koning Kores/ Cyrus van Perzië.
    Soms hebben we de sleutel nodig uit een oud verhaal, om nieuwe deuren te kunnen openen op onze weg. 
     
    Beginnen we bij de joodse volk dat in ballingschap naar BabyloniË was weggevoerd en dat, door toedoen van een vreemde koning van Perzië, mag terugkeren naar Jeruzalem. 
    Die koning Kores/ Cyrus is voor hen de sleutel om een nieuwe deur open te maken. 
     
    Dan naar het evangelie, over Jezus die 's avonds bezoek krijgt van Nicodemus, blijkbaar een farizeeËr. 
    We weten dat Jezus niet zo'n goeie maatjes was met de farizeeërs, die meestal nogal fanatiek waren. 
    Van enkele weten we dat zij hel gedreven mensen waren en dat hun interesse groter was dan hun eigen kringetje. Om er een paar bij naam te noemen: Paulus was er een, en ook Jozef van Arimathea. 
     
    Ook Nicodemus keek, als farizeeër, met een scherpe blik naar de christenen, die leerlingen van Jezus. Een beetje zoals wij, vooral sinds de oorlog in Gaza, met een scherpe blik kijken naar alles wat over Israël of over joden gaat. 
    Nicodemus komt zelf Jezus opzoeken. Ze praten over wat er binnenkort gaat gebeuren. Daarbij laat Jezus een beetje in zijn kaarten kijken. met als voorbeeld de koperen slang uit de tijd van Mozes. 
    Die slang wordt voor Nicodemus de sleutel om een nieuwe deur open te maken, om met nieuw inzicht op te kijken naar Jezus, om in Hem te geloven.
     
    Tenslotte de boeren uit Congo. Zij werken samen, in boerenunies, om toegang te krijgen tot de grond en om braakliggende velden vruchtbaar te maken. 
    Door samen te werken, staan ze sterker tegen de geïnstalleerde macht die hen al zoveel jaren in zijn greep houdt. 
    Het boerencomité ontdekte dat er een wet bestaat die het mogelijk maakt om samen een stuk bos te beheren en om landbouwzones te bepalen. Zo verdelen zij het land in zones en bepalen samen waar ze willen herbebossen en waar ze groenten telen. 
     
    Het is baanbrekend werk en het vraagt moed om de overheden altijd opnieuw op hun verantwoordelijkheid te wijzen en aan iets te beginnen waarvan anderen denken dat het onmogelijk is. Daartoe vraagt Broederlijk Delen onze steun. 
     
    Die oude wet om samen gronden te beheren, maakt het vandaag mogelijk om dat grote industrieel project dat hun land bedreigde, een hak te zetten. Zo vormt die wet voor hen de sleutel om een nieuwe deur open te maken.
     
    Daarom, om af te sluiten, een doordenkertje: 
    Als je van je offer in de schaal of van je bijdrage aan Broederlijk Delen een afkoopsom maakt, dan wordt alleen je geweten gesust, dan werkt het niet. 
    Als je van je bijdrage, van je inzet, een sleutel maakt, dan gaan er ook nieuwe deuren open op jouw weg. 
    Amen. 

    10-03-2024 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs