Beste mensen,
Vanaf het begin heeft Jezus niets anders gewild dan de taak volbrengen die de Vader hem had toevertrouwd. En die taak bestond erin Gods Liefde voor alle mensen bekend te maken, ook voor wie daar niet op in willen of kunnen gaan. Dat te realiseren was zijn enig levensdoel, zo wilde hij het van binnenuit. Door zijn leven te geven werd Jezus wie hij ten diepste was, in de ogen van velen een mislukkeling, maar niet in de ogen van God, integendeel.
Zo staat in het midden van ons geloof een man die in de ogen van velen een verliezer was, een ‘loser’, wat tegenwoordig ongeveer het ergste is wat je kan overkomen. Je telt immers mee als je succes hebt. Je moet het ver brengen in het leven. Daar gaat Jezus’ leven regelrecht tegen in. Hij komt op voor een manier van samenleven waar mensen loskomen van alleen maar eigenbelang.
Als dat lukt, worden we van binnenuit andere mensen. We worden mensen die zich door de nood van anderen laten aanspreken en elkaar trouw blijven. Dan doe je die wondere ervaring op dat je jezelf niet verliest als je heel ver wilt gaan in liefde voor mensen naast je. Je gaat wel dood aan je eigen kleine ik, maar het is een sterven dat doet léven.
Door zo je leven te verliezen kun je het winnen. Inzetten op liefde is dan ook een win-winsituatie.
En zo hebben christenen altijd iets tegendraads. Ze voelen zich thuis in de wereld, maar ze vormen tegelijk ook altijd een contrast. Ze zijn niet ongevoelig voor de verlokkingen van ieder-voor-zich, maar ze willen toch laten zien dat het ook anders kan.
Eigenlijk beantwoordt zo’n manier van leven waar iedereen meetelt en met elkaar verbonden is, aan een heel diep verlangen in ieder van ons.
En als christenen worden we uitgedaagd om op een verstandige en geduldige manier met dat verlangen naar verbondenheid om te gaan.
Wie zo ijveren voor een leefbaardere samenleving, zien het gebeuren dat een graankorrel die in de aarde valt en sterft, heel veel vrucht draagt.
Juist daartoe roept Broederlijk Delen ons op om ‘samen het leven te dienen’.