Heilige Familie B 2008 - Zaterdag 27 en zondag 28 december 2008
Eerste lezing: Hebreeën 11,8.11-12.17-19 - 'Het geloof van Abraham' Evangelie: Lucas 2, 22-40 - 'De opdracht in de tempel'
Jezus had ook een privé-leven. De eerste dertig jaar was hij helemaal geen BJ, een bekende Jood, hij was de zoon van Maria en Jozef. Lucas vertelt een episode uit het prille begin van dat familieleven. En hij plaatst zijn verhaal in dezelfde sfeer als zijn kerstverhaal: Maria en Jozef zijn gewone mensen, die doen wat een machtig gezag hen oplegt. Deze keer gaat het niet om een volkstelling, maar om de kerkgang van Maria, in gehoorzaamheid aan de Joodse wet. En weer valt het kind dat ze komen opdragen niet op, toch niet bij die drukke massa tempelgangers en bij de priesters die daar waarschijnlijk heel gewichtig liepen te doen.
Lucas brengt dan weer zoals de herders in de kerstnacht twee eenvoudige zielen op het toneel. Zij zijn stokoud, en tellen niet meer mee. Maar zij zien wat de anderen niet door hebben. De boodschap is ook hier: God werkt door gewone, kleine mensen. Maar er is wel een voorwaarde. God heeft iets nodig. Hij heeft mensen nodig die kunnen loslaten. In de eerste lezing zijn Abraham en Sara het voorbeeld: zij gaven alle zekerheden op. Abraham klampte zich zelfs niet vast aan het leven van zijn enige zoon, omdat zijn geloof in Gods goedheid groter was dan de angst om zijn kind te verliezen. Zo komen ook Simeon en Hanna hoogbejaard zoals Abraham en Sara - in dit verhaal naar voor als mensen die geleerd hebben afscheid te nemen, en de zekerheden in dit leven los te laten. Zo zijn zij in staat in de kleinheid van dit gezinnetje Gods werk te zien. Maar ook Maria en Jozef zullen moeten loslaten. Daarin zijn zij ouders zoals alle andere. Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat er van hem gezegd werd. Hun Jezus zal iemand worden waar zij nooit aan hadden kunnen of durven denken. En als ze er een vermoeden van zouden gehad hebben, zouden zij hem waarschijnlijk daarvoor willen behoeden. Lucas laat Simeon zeggen wat Maria nog niet kan weten, maar wat ze zal moeten aanvaarden: dat haar kind heel veel miserie zal kennen, en dat hij haar moederhart zal doen bloeden. Zij zullen hun kind moeten loslaten, en zijn eigen weg laten gaan.
Daarin verschilt de heilige familie niet van elk ander gezin. Ik ben iemand anders geworden dan mijn ouders verwacht hadden, en sommige van mijn beslissingen hebben hen pijn gedaan. Zo zal het wel met de meesten van ons zijn. En even goed moet ik mijn ouders kunnen loslaten: ook zij zijn anders dan het ideaal beeld dat een jong kind zich van zijn ouders maakt. Maar ik heb kunnen ondervinden dat ik ben kunnen worden wie ik ben, omdat ik mijn eigen weg heb mogen gaan. En als ik mijn ouders ben gaan zien zoals zij werkelijk zijn, ben ik ze nog liever gaan zien. Daarom is dat gezinnetje van Nazareth een heilige familie geworden. Zij hebben Jezus losgelaten. Zij zullen hem heel graag gezien hebben, ze zullen hem zo goed mogelijk opgevoed hebben, ze zullen hem goede manieren geleerd hebben. En ze hebben hem laten gaan. Omdat hij zijn weg is kunnen gaan, is hij het heil voor alle volkeren kunnen worden.
De heilige familie is een voorbeeld, niet alleen voor onze gezinnen, maar voor ieder die probeert te geloven. Geloof kan maar groeien als we kunnen loslaten, en als we durven geloven dat Gods heil onze lege handen wel zal vullen. Zo lag dat kindje in de oude, nutteloze handen van Simeon, een kindje waar niemand iets in zag. Ja, zijn ouders, maar die wisten zelf helemaal niet wat hun nog te wachten stond. Simeon was in staat Gods krachtige goedheid tastbaar aanwezig te zien, omdat hij in staat alles los te laten, ook zijn leven. Gelovig loslaten zet ons op de weg naar de vrede.
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|